Theater Avontuur als traditie in meesterserie Wordt cabaret tè populair? SEIZOEN 1990/1991 VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1990 LEIDEN - Het cabaret in Ne derland is waanzinnig popu lair. Een groot publiek be stormt de theaters voor ca baretvoorstellingen, caba retfestivals, cabarestafettes ■jin cabaretmarathons. Cabaretiers staan meer dan ;<Jjoit volop in de belangstel ling. '.;£lerman Finkers - om maar eens een ongekend succes nummer te noemen - stond het afgelopen seizoen vier !£vonden in een volledig uit verkochte Leidse schouw burg. De kaarten voor zijn •Optredens vlogen weg. Ko- Jhend seizoen komt hij met ;hetzelfde programma weer •#oor vier avonden naar Lei den, en het is hoogst onwaar- •sfchijnlijk dat -er dan één fetoel onbezet blijft. En in al ;ójie andere theaters in ons ;l£nd is het niet anders. •JVat Finkers brengt, wordt 'cabaret' genoemd. Maar ook een program-. !rpa van Youp van 't Hek valt onder jHe noemer. '^Coch zit er tussen hen beiden een "Wereld van verschil. Blijkbaar is de Venre-aanduiding 'cabaret' tot een •ylag geworden die een zeer uiteen lopende lading dekt. "Cabaret dient ^mensen te verstrooien vóór hun cre matie". Zo ongeveer luidde de caba- l'£t- omschrijving die Benno Hagen beek, de presentator van de twaalf- editie van het Leids Cabaret Fes tival, dit jaar bij wijze van grap ten beste gaf. Eén ding maakt deze om schrijving in elk geval duidelijk: ca baret is - op een enkele uitzondering na - puur amusement geworden. Van maatschappijkritisch engage- •ment, vertolkt door een ensemble I vanaf de barkruk volgens de be- faamde programmaformuleliedje- sketch-liedje is cabaret in negen van de tien gevallen geworden tot •het in verhaalvorm debiteren van absurditeiten door een solist. V erzamelnaam Serieuzere pogingen tot omschrij ving van wat ooit 'de muze met de scherpe tong' werd genoemd, stran- den hopeloos. Ofwel je vervalt in al gemene, dus nietszeggende be woordingen; ofwel je raakt verstrikt in tijdgebonden strakke definities met strenge criteria waardoor nog Youp van 't Hek. slechts een handjevol voorstellin gen voor de term 'cabaret' in aan merking komt. Dan toch maar lie ver 'cabaret' als een niet nader te omschrijven verzamelnaam voor een veelheid van zeer verschillende voorstellingen. Het enorme succes van het huidige cabaret is overigens nog maar van betrekkelijk recente datum. Tien jaar geleden lag het toenmalige ca baret nog "op apegapen". Zo staat het letterlijk in een artikel in de Haagse Post van 10 november 1979. Naarstig zoekt men in genoemd ar tikel naar oorzaken van deze 'malai se in het cabaret'. Gebrek aan talent zou daarbij volgens sommige woordvoerders zeker een rol spe len. Als maatstaf daarvoor werd ge nomen de magere oogst van het - toen nog Delftse - Camerettenfesti- val. In dat verband maakte Wim lbo (de voor dit soort algemene be schouwingen onvermijdelijke caba rettheoreticus bij uitstek) een be-, hartigenswaardige opmerking: '-'Ik vind het onzin, dat ons kleine beetje talent, voor zover dat aanwezig is, steeds weer op een festival wordt uitgemolken. Het is toch een illusie dat in ons kleine taalgebied elk jaar weer nieuw talent opstaat? Ze zou den dat festival eens in de drie jaar moeten organiseren". Tien jaar later blijkt dat niemand die woorden serieus heeft geno men: in plaats van één festival in de drie jaar worden er momenteel bij kans tweemaal drie festivals per jaar georganiseerd! Dat kan toch ei genlijk niet goed gaan - lijkt dan een voor de hand liggende reactie. Mis schien is cabaret te populair gewor den, en zal het succes van dit genre op den duur een averechts effect hebben. Ook hoogconjunctuur in het cabaret is immers vergankelijk. Halen Finkers en zijn collega's het jaar 2000?! Elk antwoord op deze vraag hier is pure koffiedikkijkerij. Een verklaring voor de huidige po pulariteit van het cabaret veronder stelt al de nodige cultuurfiloso fische beschouwingen - laat staan dat men zich op grond hiervan aan voorspellingen zou wagen. Het suc ces van het cabaret moeten we maar bij gebrek aan beter toeschrijven aan de tijdgeest, en de houdbaar heid van dat succes gewoon maar afwachten. Hoogstens zijn er bij de huidige ontwikkelingen een paar kanttekeningen te plaatsen. Het is niet erg aannemelijk dat er op het ogenblik opeens zo veel meer nieuw cabarettalent voorhanden zou zijn dan ongeveer tien jaar gele den. Velen deinen gewoon mee op de golven van het enthousiasme voor cabaret. Het theaterpubliek is nu nog - vaak verrassend - welwil lend tegenover de aankomende ca baretgeneratie. Middelmaat Maar hoe lang zal dat duren? Door de vele festivals krijgt de middel maat te gemakkelijk alle kansen, hetgeen een paar jaar geleden nog ondenkbaar zou zijn geweest. Wie een dergelijk festival wint, wordt al gauw door impresario's, pers en pu bliek doodgeknuffeld. Een succes vol festivaloptreden duurt echter hooguit vijfentwintig minuten, waarbij nog vaak de nodige zwakke momenten voorkomen. De over stap naar een avondvullend pro gramma van tenminste negentig minuten is enorm. Menig aanko mend 'cabaretier' die meestal nau welijks over enige podiumervaring en technische vaardigheden be schikt, zal die kloof niet kunnen overbruggen. En iedereen schijnt maar zo nodig op de solotoer te moeten. De inmiddels 72-jarige Wim lbo haalde onlangs nog in een interview een niet nader genoemde Ameri kaanse producer aan, die gezegd zou hebben: "In de hele wereld geldt een soloprogramma als bekro ning op een artistieke carrière. Be halve in Nederland, want daar be ginnen cabaretiers er mee...". Dat klopt, behalve voor de echte groot heden in dit vak, want die zijn veel zeggend genoeg nu juist niet als so list begonnen. In de loop van de jaren tachtig zijn er grofweg gezegd twee caba retstromingen min of meer tegelij kertijd ontstaan. Je zou beide vari anten als 'zingericht' tegenover 'on- zingericht' kunnen typeren, al zijn dit natuurlijk slechts hulpconstruc ties. Het 'zingerichte' cabaret (van grootmeesters als Freek de Jonge en Youp van 't Hek) heeft zich ont wikkeld vanuit het traditionele, maatschappijkritisch geëngageer de cabaret. Daarnaast ontstond er een grote verscheidenheid aan 'on- zingericht' cabaret - waar trouwens vooral qua vorm de grote invloed van Freek de Jonge ook onmisken baar aanwezig is. Dat loopt van de 'Nieuwe Truttigheid' a la Finkers en Kaandorp via de absurdistische (veelal muzikale) associaties van Hans Liberg en het vroegere Purper en via vele biografisch getinte mo nologen tot het gooi- en smijtwerk van Waardenberg De Jong. Van het totale cabaretaanbod in Ne derland is het komend seizoen een zeer groot deel in Leiden te zien. Op 47 avonden presenteert de schouw burg maar liefst 23 verschillende voorstellingen. Daarbij zijn de voorronden en de fi nales van het Leids Cabaret Festival nog niet eens meegerekend, en eveneens is de Muzenhof in Leider dorp (die ook cabaret program meert) buiten beschouwing gelaten. Het programma-aanbod van het LAK bood tot nu toe slechts bij ho ge uitzondering cabaret. Op de eerste plaats dient de 'oude garde' te worden vermeld. Met haar vorige soloprogramma's sloeg Adè- le Bloemendaal Leiden over, maar gelukkig krijgen we het nieuwste programma 'Adèle op de Orinoco' hier wel te zien. De vorige program ma's zijn over het algemeen goed ontvangen, zodat met belangstel ling naar deze bijzondere vrouw mag worden uitgekeken. Paul van Vliet slaat Leiden zelden of nooit over; per slot van rekening ligt in onze stad de bakermat van zijn in middels vijfentwintigjarige carriè re. Op Koninginnedag en 1 mei vol gend jaar brengt hij zijn jubileum show. Martine Bijl keert terug met haar 'Mevrouw Bijl'. Wat Seth Gaaikema eind september in de schouwburg gaat doen, is in zekere zin een verrassing. Soms gooit hij er namelijk op onvoorstel bare wijze met de pet naar. Afgelo pen seizoen kwam hij onaangekon digd zijn (zeer matige) oudejaars conference uitproberen, waarbij hij het voorprogramma maar met wat oeroude nummers van eigen hand opvulde. Naast deze personalityshows van gevestigde namen brengen drie 'grandes dames' uit de Nederlandse Ideinkunst een cabaretesk tour de chant. Jasperina de Jong en Maijol Flore zijn daarbij op herhaling, Jen ny Arean presenteert een nieuw programma. De titel daarvan luidt 'Het Huishoudschoolsyndroom' met liedteksten van Robert Long, Ischa Meijer en George Groot, en 'met verbindende teksten van haar zelf. Op 16 februari gaat het in Lei den in première. Sinds zijn buitengewoon succesvol le oudejaarsconference wordt met hoge verwachtingen uitgekeken naar het nieuwe programma van Youp van 't Hek. Zonder concessies te doen aan zijn behoorlijk stevige manier van cabaret maken heeft hij een groot publiek voor zich gewon nen. Op voorhand is men er van uit gegaan dat hij dit hoge niveau zal weten te handhaven; hij staat voor maar liefst vijf avonden in de Leidse schouwburg geboekt. Volop herhalingen komend seizoen van gerenommeerde vertegenwoor digers van de nieuwe cabaretgene ratie. Zoals al eerder gemeld, laat Herman Finkers nog viermaal in Leiden 'de zon zinloos ondergaan', want 'morgen gaat ze toch weer op'. Hans Liberg keert terug met 'Kadet 4711', en Bavo Galama speelt nog een keer in zijn eentje 'De vrije val van Victor TÏiieu' in 'Frisse Jon- gens'-stijl. De beruchte wildebras sen Waardenberg De Jong komen eind april met de laatste drie voor stellingen van "Jool Hul" de schouwburg onveilig maken. Tineke Schouten staat inmiddels ook al weer tien jaar op de planken. Daarom heeft ze een nieuw lus trumprogramma samengesteld, waarin een aantal van haar bekende typetjes zullen terugkeren. In een weer gewijzigde samenstel ling (voor Angela Groothuizen is Jan Simon Minkema in de plaats ge komen) gaat Purper in 'Opus 8' op nieuw proberen om de vroegere faam van deze groep waar te maken. Ook Bert Visscher is toe aan een nieuw programma. Deze solist brengt pure kolder, en is als zodanig één van de prominente vertegen woordigers van het eigentijdse 'on- zingerichte' cabaret. En natuurlijk mag in een theater dat zo veel caba ret programmeert Margreet Dol man alias Ds. Gremdaat alias Paul Haenen niet ontbreken. Ditmaal zal Paul Haenen vooral als ziqhzelf naar voren treden. Voorts biedt het theater aan de Oude Vest een hele reeks optredens van cabaretiers die allen uit het Leids Cabaret Festival zijn voortge komen. Allereerst is daar Vincent Bijlo, die geacht wordt zijn - uitste kend ontvangen - debuut 'Made in Braille' nu in de grotere theaters te kunnen brengen. De 'Morsige Ty pes' zijn daar zo langzamerhand ook wel aan toe, al zijn Hans Riemens, Rob Kamphues en Hans Paulides lange tijd in de schaduw gebleven van hun inmiddels beroemde colle ga's uit het Leids Cabaret Festival. Tot die collega's behoren Jack Spij kerman met Dubbel Dwars en de groep Zak As. Laatstgenoemde cabaretgroep, bestaande uit Justus van Oei, Erik van Muiswinkel en Diederik van Vleuten, komt onder de titel 'Zak As ontkent alles' met een nieuw programma uit, Spijker man en de zijnen brengen een repri se van 'Er staat een gek om de hoek'. De succesvolle finaleavond van de twaalfde editie van het Leids Caba ret Festival wordt volgend jaar in de vorm van een 'cabarestafette' in zijn geheel herhaald. Men kan dan zien, of en hoe de finalisten van 5 mei 1990, Hester Macrander, André Ma nuel en Marcel Boon, zich hebben ontwikkeld. Zo'n cabarestafette dient ter regulering van het enorme aanbod dat de vele cabaretfestivals opleveren. Nieuwe cabaretiers krij gen aldus de mogelijkheid om erva ring op te doen, en worden daarbij professioneel begeleid. Ook Jaap Mulder, Job Schuring en Bart Stultiens zullen zich komend seizoen in het kader van een caba restafette presenteren. Een goed - en commercieel ook niet onaantrekkelijk - initiatief om de aankomende cabaretgeneratie op die manier een plaats op de profes sionele theaterpodia te bieden. Toch is het een illusie, wanneer men verwacht elk seizoen weer een kwa litatief aantrekkelijke cabarestafet te te kunnen samenstellen. Want ook de cabarestafette kan één ge vaar niet keren: de markt voor met name nieuw, aanstormend talent dreigt verzadigd te raken. En het zou vreselijk jammer zijn, wanneer een prachtige vorm van theater als cabaret zeer zeker is, binnen afzien bare tijd weer 'op apegapen' zou lig gen. Herman Finkers. 'Waardenberg De Jong uniek' Louis Hogendoorn en Annema- rie Waterhout zijn echte caba retliefhebbers. De nachtvoor- stclling bijvoorbeeld die Her man Finkers ooit in de Leidse Schouwburg heeft gegeven, staat hun nog steeds goed voor de geest. "Dat was gewoon su perleuk. Het begon om elf uur 's avonds tot ongeveer 's nachts twee uur. Finkers ging steeds gekker doen. Je voelt dan, dat ook voor hem zo'n voorstelling iets speciaals heeft, en dan houdt hij zich net niet helemaal meer aan de tekst, zodat er al lerlei spontane dingen gebeu- Vooral het illustere duo Waar denberg De Jong kan bij Louis Hogendoorn geen kwaad doen. Wat maakt deze twee ca baretiers dan wel zo uniek? Ho gendoorn: "Dat absurdistische is hun sterke kant. Ze doen net iets meer dan het gemiddelde cabaret, en betrekken het pu blick heel sterk bij hun voor stelling. Ze zijn ook wel eens grof, en er zijn genoeg mensen die ze daarom afkraken. Toch denk ik dat er achter Waarden berg De Jong méér zit dan al leen het bekende gooi- en smijt werk. Bijvoorbeeld in hun vori ge programma, 'De Gekkenga- lerij', zat een scène waarin de één als trainer het hoofd van zijn partner in een bak met wa- ter duwde. Daarmee wordt toch S ook in zekere zin sportver- dwazing aan de kaak gesteld. In sommige landen word je zelfs bij gebrek aan sportprestaties gestraft. Dat laten zij zien: 'hup, kop in het aquarium, en oefe- nen!' Zo'n scène is dus niet al- leen maar om te lachen, maar Waardenberg De Jong willen daarmee tegelijkertijd bepaal- de misstanden in de maatschap- pij belachelijk maken", Anncmarie Waterhout is het niet helemaal met hem eens. "Ik vind ze niet altijd even leuk. Voor mij is het allemaal een beetje 'te'. Zelfs wel wat banaal af en toe: wanneer ze heel veel schuttingwoorden gebruiken zonder dat ze daarmee een be doeling hebben, vind ik dat al gauw niet leuk meer". Toch gaat hun belangstelling niet uitsluitend naar het caba ret uit. Louis, die in Leiden Ne derlands heeft gestudeerd, in teresseert zich bijvoorbeeld voor Nederlandstalige muziek. Anncmarie houdt van toneel en musicals. Zo heeft zij naar eigen zeggen genoten van 'Tien Klei ne Negertjes' van Agatha Chris tie door De Hollandse Comedie. Ze is dan ook van plan om het komend seizoen de nieuwe pro- duktie van dit gezelschap, 'Ar senicum en Oude kant', te gaan zien en wil bijvoorbeeld ook naar 'Harold Maude' met Mary Dresselhuys in de hoofd rol. Dat zijn stuk voor stuk pro- dukties die in de schouwburg staan. Geven zij dus de voor keur aan de Leidse schouwburg boven het LAK? Dat blijkt in derdaad het geval te zijn. Vol gens Louis Hogendoorn sta je als toeschouwer wat dichter bij ^het toneel, biedt de schouwburg meer comfort, en is wat gezelli ger. Ook speelt voor hem een rol, dat er vaak meer publiek aanwezig is. In hoeverre zijn deze cabaret- liefhebbers zelf actief binnen de podiumkunsten? Annema- rie: "Ik ben het al wel honderd keer serieus van plan geweest, maar op de een of andere ma nier is het er nooit van geko men". Louis heeft in zijn stu dententijd wel eens toneel ge speeld, en samen met een vriend vormt hij een cabaretesk gele- genhcidsduo met de opvallende titel: 'Life ain't a lolly', waarvan het repertoire varieert van Goethe en 'Faust' tot en met vulgaire mannetjes a la Jacobse en Van Es. 'Faust' en 'Life ain't a lolly' - hoe moet je je die combi natie voorstellen?! Hogendoorn: "Dat kan ik niet zo maar uitleggen, daar heb ik minstens een uur voor nodig". Dan maar afwachten, tot dit duo in het theater staat, misschien wel in de Leidse schouwburg. In het grote aanbod van door K&O georganiseerde concerten neemt de Meesterserie als vanouds een spe ciale plaats in: zonder dat daarvoor een reis naar Den Haag, Amsterdam of Rotterdam gemaakt behoeft te worden brengt deze serie negen maal per seizoen een compleet sym fonie-orkest binnen handbereik. Ook het komende neemt het Resi dentie Orkest vijf van die 9 concer ten voor zijn rekening, driemaal on der leiding van chef-dirigent Hans Vonk, in de resterende twee concer ten met Aldo Ceccato en Jean Paul Penin als gastdirigent. Eén concert brengt eveneens een aantal leden van dit orkest op het podium, al sinds een jaar of 10 op tredend onder de naam Arion Ka merorkest, dat onder leiding staat van de 2e concertmeester van het R.O., Alexandru Lascae. In twee concerten zal de kennismaking ver nieuwd kunnen worden met het or kest Nieuw Sinfonietta Amsterdam dat vorig seizoen met groot succes ook in Leiden optrad. Het ensemble werd in 1987 opgericht door jonge musici, naar eigen zeggen bezeten van hun instrument. In Lev Markiz, ex-concertmeester van het Kamer orkest van Moskou, vonden zij een coach en dirigent, die het ensemble in korte tijd tot een verbluffend technisch en artistiek niveau wist te stuwen. Nieuw voor Leiden is het Forum Filharmonisch orkest, dat onder leiding van Martin Turnovs- ky één concert voor zijn rekening neemt. Combinatie Al jaren lang is het beleid van het Residentie Orkest er op gericht ge wéést het gangbare, 'ijzeren' reper toire in de programmering te com bineren met minder bekende of zelfs onbekende werken, een feest der herkenning gekruid met ont dekkingen van vaak meer dan voor bijgaande waarde. Als motto voor het komende concertseizoen koos artistiek directeur Theo Muller dan ook terecht voor 'Avontuur als tra ditie'. Was in andere jaren het avon tuur in de Meesterserie vaak met een lantaarntje te zoeken, dit jaar gaat mede door de grote inbreng van het Residentie Orkest de tradi tie wat vaker vergezeld van een aan tal bijzondere tot zeer bijzondere stukken. Tot het gangbare symfonische re pertoire behoren de symfonieën van Haydn, Schubert (Vijfde), Brahms (Tweede), en Schumann (Rheinische). Ook bij de solocon certen treffen we goede bekenden aan: Mendelssohn's Eerste piano concert, het Celloconcert no. 1 van Saint Saëns en de Symfonie Espag- nol voor viool en orkest van Lalo. Dat Mozart ruim vertegenwoordigd is heeft alles te maken met het aan staande Mozart-jaar 1991: het zal dan 200 jaar geleden zijn dat Mozart op 35-jarige leeftijd in Wenen over leed. Derhalve drie pianoconcerten. Vera Beths en Jaring Walta nemen de vioolconcerten K.V. 218 en K.V. 27 la(!) voor hun rekening, en Ma- chiko Takahashi speelt het fluitcon cert in G. Zeker niet onvermeld mag blij ven de uitvoering van Ravel's Con cert voor de linkerhand geschreven in 1931 voor de pianist Paul Witt genstein, die in de Eerste Wereld oorlog zijn rechterarm had verlo ren. Het werk wordt gespeeld door de Russische pianist Andrei Ga- vrilov. Bijzonder is de kennismaking met de in 1924 gecomponeerde Ze vende symfonie van de Finse com ponist Sibelius (1865-1957), wiens natuurverbonden muziek hier te lande nooit zo geliefd is geworden als in Engeland en Amerika. Van de Tsjechische componist Martinu (1890-1959) zal een dubbel concert voor twee strijkorkesten, piano en pauken te horen zijn, een opzet die teruggrijpt op het concer to grosso uit de barok. De belangstelling voor en de er kenning van de waarde van de wer ken van Sjostakovitsj (1906-1975) is in de laatste tien jaar zeer toegeno men. Zijn door Nieuw Sinfonietta Amsterdam uit te voeren Kammersinfonie draagt het opus- nummer en werd geschreven rond 1960. Een werk dat voor veel hedendaag se oren nog steeds ultra-modern klinkt al werd het al in 1909 gecom poneerd, is de Vijf stukken op. 5 van Anton Webern, oorspronkelijk ge schreven voor strijkkwartet en in 1929 door de componist zelf be werkt voor strijkorkest. Mede als re actie op de overdaad in klank en lengte die de werken in de Duits-ro mantische periode kenmerkte, sloeg Webern evenals zijn leermees ter Arnold Schönberg een geheel andere weg in. Zijn muziek streeft een uiterste concentratie na, en wil in zo weinig mogelijk noten zo veel mogelijk uitdrukken. ontdekt Het concert dat het Residentie Or kest onder leiding van Hans Vonk op 26 november geeft verdient in al le opzichten het predikaat avon tuurlijk en belangwekkend. Behal ve de zevende symfonie van Sibeli us en de Nocturne symphonique van Busoni staan van Liszt twee werken op het programma die, hoe wel ze zo'n eeuw geleden geschre ven werden, nu pas hun première beleven. De Amerikaanse musico loog Jay Rosenblatt, die bezig was met een dissertatie over Liszt's pia- nowerken, ontdekte bij toeval de manuscripten van twee pianocen- certen. Eén draagt de titel 'De pro- fundis' en is het vroegste pianocon cert waarvan het bestaan bekend maar de muziek verloren gegaan Het Derde pianoconcert bleef door toevallige omstandigheden onontdekt: zoals in die tijd gebrui kelijk werd Liszt's manuscript ge kopieerd en deze kopie werd ver keerd opgeborgen in het archief. Het oorspronkelijke onvolledige manuscript kwam tenslotte terecht in Leningrad, en er was heel wat speurwerk voor nodig om alles te achterhalen. Het is een beknopt concert in één deel dat niet meer dan ongeveer een kwartier beslaat, en dat ondanks zijn grote virtuosi teit een intiem karakter heeft, Het Residentie Orkest heeft van beide werken een jaar lang de exclusieve uitvoeringsrechten voor Europa verworven, en zal met de Ameri kaanse pianist Steven Mayer de complete werken voor piano en or kest van Liszt op CD vastleggen. Op 5 mei jl. vond in Den Haag de Eu ropese première plaats. Op 26 no vember zal Leiden in de gelegen heid zijn te oordelen over de waarde van deze in ieder geval belangwek kende muzikale ontdekkingen. 'Een zacht ruisen vaart door de zaal. Hij heeft niet» meer te zeggen - en bijna zonder dat hij het weet, zegt hij zacht (maar met een getrainde kopstem, zo dat ook iemand op de twee de gaanderij hem feilloos verstaat) en zonder de pa thetische uithalen van daarstraks: Het spelen is ten einde.. Wij zijn van de stof Waar droomen van ge vormd zijn: 't korte teven is van slaap omringd...' Stilte. Er volgt niets meer. Met zijn hoofd in zijn nek, zijn ogen gesloten, blijft hij staan. Geroerd en net zo bewegingloos blijft het publiek zwijgen, - wat een avond...' Jenny Arean komt met nieuw programma.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 37