Theater
Avontuur als traditie in meesterserie
Wordt cabaret tè populair?
SEIZOEN 1990/1991
VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1990
LEIDEN - Het cabaret in Ne
derland is waanzinnig popu
lair. Een groot publiek be
stormt de theaters voor ca
baretvoorstellingen, caba
retfestivals, cabarestafettes
■jin cabaretmarathons.
Cabaretiers staan meer dan
;<Jjoit volop in de belangstel
ling.
'.;£lerman Finkers - om maar
eens een ongekend succes
nummer te noemen - stond
het afgelopen seizoen vier
!£vonden in een volledig uit
verkochte Leidse schouw
burg. De kaarten voor zijn
•Optredens vlogen weg. Ko-
Jhend seizoen komt hij met
;hetzelfde programma weer
•#oor vier avonden naar Lei
den, en het is hoogst onwaar-
•sfchijnlijk dat -er dan één
fetoel onbezet blijft. En in al
;ójie andere theaters in ons
;l£nd is het niet anders.
•JVat Finkers brengt, wordt 'cabaret'
genoemd. Maar ook een program-.
!rpa van Youp van 't Hek valt onder
jHe noemer.
'^Coch zit er tussen hen beiden een
"Wereld van verschil. Blijkbaar is de
Venre-aanduiding 'cabaret' tot een
•ylag geworden die een zeer uiteen
lopende lading dekt. "Cabaret dient
^mensen te verstrooien vóór hun cre
matie". Zo ongeveer luidde de caba-
l'£t- omschrijving die Benno Hagen
beek, de presentator van de twaalf-
editie van het Leids Cabaret Fes
tival, dit jaar bij wijze van grap ten
beste gaf. Eén ding maakt deze om
schrijving in elk geval duidelijk: ca
baret is - op een enkele uitzondering
na - puur amusement geworden.
Van maatschappijkritisch engage-
•ment, vertolkt door een ensemble
I vanaf de barkruk volgens de be-
faamde programmaformuleliedje-
sketch-liedje is cabaret in negen
van de tien gevallen geworden tot
•het in verhaalvorm debiteren van
absurditeiten door een solist.
V erzamelnaam
Serieuzere pogingen tot omschrij
ving van wat ooit 'de muze met de
scherpe tong' werd genoemd, stran-
den hopeloos. Ofwel je vervalt in al
gemene, dus nietszeggende be
woordingen; ofwel je raakt verstrikt
in tijdgebonden strakke definities
met strenge criteria waardoor nog
Youp van 't Hek.
slechts een handjevol voorstellin
gen voor de term 'cabaret' in aan
merking komt. Dan toch maar lie
ver 'cabaret' als een niet nader te
omschrijven verzamelnaam voor
een veelheid van zeer verschillende
voorstellingen.
Het enorme succes van het huidige
cabaret is overigens nog maar van
betrekkelijk recente datum. Tien
jaar geleden lag het toenmalige ca
baret nog "op apegapen". Zo staat
het letterlijk in een artikel in de
Haagse Post van 10 november 1979.
Naarstig zoekt men in genoemd ar
tikel naar oorzaken van deze 'malai
se in het cabaret'. Gebrek aan talent
zou daarbij volgens sommige
woordvoerders zeker een rol spe
len. Als maatstaf daarvoor werd ge
nomen de magere oogst van het -
toen nog Delftse - Camerettenfesti-
val. In dat verband maakte Wim lbo
(de voor dit soort algemene be
schouwingen onvermijdelijke caba
rettheoreticus bij uitstek) een be-,
hartigenswaardige opmerking: '-'Ik
vind het onzin, dat ons kleine beetje
talent, voor zover dat aanwezig is,
steeds weer op een festival wordt
uitgemolken. Het is toch een illusie
dat in ons kleine taalgebied elk jaar
weer nieuw talent opstaat? Ze zou
den dat festival eens in de drie jaar
moeten organiseren".
Tien jaar later blijkt dat niemand
die woorden serieus heeft geno
men: in plaats van één festival in de
drie jaar worden er momenteel bij
kans tweemaal drie festivals per
jaar georganiseerd! Dat kan toch ei
genlijk niet goed gaan - lijkt dan een
voor de hand liggende reactie. Mis
schien is cabaret te populair gewor
den, en zal het succes van dit genre
op den duur een averechts effect
hebben. Ook hoogconjunctuur in
het cabaret is immers vergankelijk.
Halen Finkers en zijn collega's het
jaar 2000?! Elk antwoord op deze
vraag hier is pure koffiedikkijkerij.
Een verklaring voor de huidige po
pulariteit van het cabaret veronder
stelt al de nodige cultuurfiloso
fische beschouwingen - laat staan
dat men zich op grond hiervan aan
voorspellingen zou wagen. Het suc
ces van het cabaret moeten we maar
bij gebrek aan beter toeschrijven
aan de tijdgeest, en de houdbaar
heid van dat succes gewoon maar
afwachten. Hoogstens zijn er bij de
huidige ontwikkelingen een paar
kanttekeningen te plaatsen.
Het is niet erg aannemelijk dat er op
het ogenblik opeens zo veel meer
nieuw cabarettalent voorhanden
zou zijn dan ongeveer tien jaar gele
den. Velen deinen gewoon mee op
de golven van het enthousiasme
voor cabaret. Het theaterpubliek is
nu nog - vaak verrassend - welwil
lend tegenover de aankomende ca
baretgeneratie.
Middelmaat
Maar hoe lang zal dat duren? Door
de vele festivals krijgt de middel
maat te gemakkelijk alle kansen,
hetgeen een paar jaar geleden nog
ondenkbaar zou zijn geweest. Wie
een dergelijk festival wint, wordt al
gauw door impresario's, pers en pu
bliek doodgeknuffeld. Een succes
vol festivaloptreden duurt echter
hooguit vijfentwintig minuten,
waarbij nog vaak de nodige zwakke
momenten voorkomen. De over
stap naar een avondvullend pro
gramma van tenminste negentig
minuten is enorm. Menig aanko
mend 'cabaretier' die meestal nau
welijks over enige podiumervaring
en technische vaardigheden be
schikt, zal die kloof niet kunnen
overbruggen. En iedereen schijnt
maar zo nodig op de solotoer te
moeten.
De inmiddels 72-jarige Wim lbo
haalde onlangs nog in een interview
een niet nader genoemde Ameri
kaanse producer aan, die gezegd
zou hebben: "In de hele wereld
geldt een soloprogramma als bekro
ning op een artistieke carrière. Be
halve in Nederland, want daar be
ginnen cabaretiers er mee...". Dat
klopt, behalve voor de echte groot
heden in dit vak, want die zijn veel
zeggend genoeg nu juist niet als so
list begonnen.
In de loop van de jaren tachtig
zijn er grofweg gezegd twee caba
retstromingen min of meer tegelij
kertijd ontstaan. Je zou beide vari
anten als 'zingericht' tegenover 'on-
zingericht' kunnen typeren, al zijn
dit natuurlijk slechts hulpconstruc
ties. Het 'zingerichte' cabaret (van
grootmeesters als Freek de Jonge
en Youp van 't Hek) heeft zich ont
wikkeld vanuit het traditionele,
maatschappijkritisch geëngageer
de cabaret. Daarnaast ontstond er
een grote verscheidenheid aan 'on-
zingericht' cabaret - waar trouwens
vooral qua vorm de grote invloed
van Freek de Jonge ook onmisken
baar aanwezig is. Dat loopt van de
'Nieuwe Truttigheid' a la Finkers en
Kaandorp via de absurdistische
(veelal muzikale) associaties van
Hans Liberg en het vroegere Purper
en via vele biografisch getinte mo
nologen tot het gooi- en smijtwerk
van Waardenberg De Jong.
Van het totale cabaretaanbod in Ne
derland is het komend seizoen een
zeer groot deel in Leiden te zien. Op
47 avonden presenteert de schouw
burg maar liefst 23 verschillende
voorstellingen.
Daarbij zijn de voorronden en de fi
nales van het Leids Cabaret Festival
nog niet eens meegerekend, en
eveneens is de Muzenhof in Leider
dorp (die ook cabaret program
meert) buiten beschouwing gelaten.
Het programma-aanbod van het
LAK bood tot nu toe slechts bij ho
ge uitzondering cabaret.
Op de eerste plaats dient de 'oude
garde' te worden vermeld. Met haar
vorige soloprogramma's sloeg Adè-
le Bloemendaal Leiden over, maar
gelukkig krijgen we het nieuwste
programma 'Adèle op de Orinoco'
hier wel te zien. De vorige program
ma's zijn over het algemeen goed
ontvangen, zodat met belangstel
ling naar deze bijzondere vrouw
mag worden uitgekeken. Paul van
Vliet slaat Leiden zelden of nooit
over; per slot van rekening ligt in
onze stad de bakermat van zijn in
middels vijfentwintigjarige carriè
re.
Op Koninginnedag en 1 mei vol
gend jaar brengt hij zijn jubileum
show. Martine Bijl keert terug met
haar 'Mevrouw Bijl'.
Wat Seth Gaaikema eind september
in de schouwburg gaat doen, is in
zekere zin een verrassing. Soms
gooit hij er namelijk op onvoorstel
bare wijze met de pet naar. Afgelo
pen seizoen kwam hij onaangekon
digd zijn (zeer matige) oudejaars
conference uitproberen, waarbij hij
het voorprogramma maar met wat
oeroude nummers van eigen hand
opvulde.
Naast deze personalityshows van
gevestigde namen brengen drie
'grandes dames' uit de Nederlandse
Ideinkunst een cabaretesk tour de
chant. Jasperina de Jong en Maijol
Flore zijn daarbij op herhaling, Jen
ny Arean presenteert een nieuw
programma. De titel daarvan luidt
'Het Huishoudschoolsyndroom'
met liedteksten van Robert Long,
Ischa Meijer en George Groot, en
'met verbindende teksten van haar
zelf. Op 16 februari gaat het in Lei
den in première.
Sinds zijn buitengewoon succesvol
le oudejaarsconference wordt met
hoge verwachtingen uitgekeken
naar het nieuwe programma van
Youp van 't Hek. Zonder concessies
te doen aan zijn behoorlijk stevige
manier van cabaret maken heeft hij
een groot publiek voor zich gewon
nen. Op voorhand is men er van uit
gegaan dat hij dit hoge niveau zal
weten te handhaven; hij staat voor
maar liefst vijf avonden in de Leidse
schouwburg geboekt.
Volop herhalingen komend seizoen
van gerenommeerde vertegenwoor
digers van de nieuwe cabaretgene
ratie. Zoals al eerder gemeld, laat
Herman Finkers nog viermaal in
Leiden 'de zon zinloos ondergaan',
want 'morgen gaat ze toch weer op'.
Hans Liberg keert terug met 'Kadet
4711', en Bavo Galama speelt nog
een keer in zijn eentje 'De vrije val
van Victor TÏiieu' in 'Frisse Jon-
gens'-stijl. De beruchte wildebras
sen Waardenberg De Jong komen
eind april met de laatste drie voor
stellingen van "Jool Hul" de
schouwburg onveilig maken.
Tineke Schouten staat inmiddels
ook al weer tien jaar op de planken.
Daarom heeft ze een nieuw lus
trumprogramma samengesteld,
waarin een aantal van haar bekende
typetjes zullen terugkeren.
In een weer gewijzigde samenstel
ling (voor Angela Groothuizen is
Jan Simon Minkema in de plaats ge
komen) gaat Purper in 'Opus 8' op
nieuw proberen om de vroegere
faam van deze groep waar te maken.
Ook Bert Visscher is toe aan een
nieuw programma. Deze solist
brengt pure kolder, en is als zodanig
één van de prominente vertegen
woordigers van het eigentijdse 'on-
zingerichte' cabaret. En natuurlijk
mag in een theater dat zo veel caba
ret programmeert Margreet Dol
man alias Ds. Gremdaat alias Paul
Haenen niet ontbreken. Ditmaal zal
Paul Haenen vooral als ziqhzelf naar
voren treden.
Voorts biedt het theater aan de
Oude Vest een hele reeks optredens
van cabaretiers die allen uit het
Leids Cabaret Festival zijn voortge
komen. Allereerst is daar Vincent
Bijlo, die geacht wordt zijn - uitste
kend ontvangen - debuut 'Made in
Braille' nu in de grotere theaters te
kunnen brengen. De 'Morsige Ty
pes' zijn daar zo langzamerhand ook
wel aan toe, al zijn Hans Riemens,
Rob Kamphues en Hans Paulides
lange tijd in de schaduw gebleven
van hun inmiddels beroemde colle
ga's uit het Leids Cabaret Festival.
Tot die collega's behoren Jack Spij
kerman met Dubbel Dwars en de
groep Zak As. Laatstgenoemde
cabaretgroep, bestaande uit Justus
van Oei, Erik van Muiswinkel en
Diederik van Vleuten, komt onder
de titel 'Zak As ontkent alles' met
een nieuw programma uit, Spijker
man en de zijnen brengen een repri
se van 'Er staat een gek om de hoek'.
De succesvolle finaleavond van de
twaalfde editie van het Leids Caba
ret Festival wordt volgend jaar in de
vorm van een 'cabarestafette' in zijn
geheel herhaald. Men kan dan zien,
of en hoe de finalisten van 5 mei
1990, Hester Macrander, André Ma
nuel en Marcel Boon, zich hebben
ontwikkeld. Zo'n cabarestafette
dient ter regulering van het enorme
aanbod dat de vele cabaretfestivals
opleveren. Nieuwe cabaretiers krij
gen aldus de mogelijkheid om erva
ring op te doen, en worden daarbij
professioneel begeleid.
Ook Jaap Mulder, Job Schuring en
Bart Stultiens zullen zich komend
seizoen in het kader van een caba
restafette presenteren.
Een goed - en commercieel ook niet
onaantrekkelijk - initiatief om de
aankomende cabaretgeneratie op
die manier een plaats op de profes
sionele theaterpodia te bieden.
Toch is het een illusie, wanneer men
verwacht elk seizoen weer een kwa
litatief aantrekkelijke cabarestafet
te te kunnen samenstellen. Want
ook de cabarestafette kan één ge
vaar niet keren: de markt voor met
name nieuw, aanstormend talent
dreigt verzadigd te raken. En het
zou vreselijk jammer zijn, wanneer
een prachtige vorm van theater als
cabaret zeer zeker is, binnen afzien
bare tijd weer 'op apegapen' zou lig
gen.
Herman Finkers.
'Waardenberg
De Jong uniek'
Louis Hogendoorn en Annema-
rie Waterhout zijn echte caba
retliefhebbers. De nachtvoor-
stclling bijvoorbeeld die Her
man Finkers ooit in de Leidse
Schouwburg heeft gegeven,
staat hun nog steeds goed voor
de geest. "Dat was gewoon su
perleuk. Het begon om elf uur 's
avonds tot ongeveer 's nachts
twee uur. Finkers ging steeds
gekker doen. Je voelt dan, dat
ook voor hem zo'n voorstelling
iets speciaals heeft, en dan
houdt hij zich net niet helemaal
meer aan de tekst, zodat er al
lerlei spontane dingen gebeu-
Vooral het illustere duo Waar
denberg De Jong kan bij
Louis Hogendoorn geen kwaad
doen. Wat maakt deze twee ca
baretiers dan wel zo uniek? Ho
gendoorn: "Dat absurdistische
is hun sterke kant. Ze doen net
iets meer dan het gemiddelde
cabaret, en betrekken het pu
blick heel sterk bij hun voor
stelling. Ze zijn ook wel eens
grof, en er zijn genoeg mensen
die ze daarom afkraken. Toch
denk ik dat er achter Waarden
berg De Jong méér zit dan al
leen het bekende gooi- en smijt
werk. Bijvoorbeeld in hun vori
ge programma, 'De Gekkenga-
lerij', zat een scène waarin de
één als trainer het hoofd van
zijn partner in een bak met wa-
ter duwde. Daarmee wordt toch
S ook in zekere zin sportver-
dwazing aan de kaak gesteld. In
sommige landen word je zelfs
bij gebrek aan sportprestaties
gestraft. Dat laten zij zien: 'hup,
kop in het aquarium, en oefe-
nen!' Zo'n scène is dus niet al-
leen maar om te lachen, maar
Waardenberg De Jong willen
daarmee tegelijkertijd bepaal-
de misstanden in de maatschap-
pij belachelijk maken",
Anncmarie Waterhout is het
niet helemaal met hem eens. "Ik
vind ze niet altijd even leuk.
Voor mij is het allemaal een
beetje 'te'. Zelfs wel wat banaal
af en toe: wanneer ze heel veel
schuttingwoorden gebruiken
zonder dat ze daarmee een be
doeling hebben, vind ik dat al
gauw niet leuk meer".
Toch gaat hun belangstelling
niet uitsluitend naar het caba
ret uit. Louis, die in Leiden Ne
derlands heeft gestudeerd, in
teresseert zich bijvoorbeeld
voor Nederlandstalige muziek.
Anncmarie houdt van toneel en
musicals. Zo heeft zij naar eigen
zeggen genoten van 'Tien Klei
ne Negertjes' van Agatha Chris
tie door De Hollandse Comedie.
Ze is dan ook van plan om het
komend seizoen de nieuwe pro-
duktie van dit gezelschap, 'Ar
senicum en Oude kant', te gaan
zien en wil bijvoorbeeld ook
naar 'Harold Maude' met
Mary Dresselhuys in de hoofd
rol. Dat zijn stuk voor stuk pro-
dukties die in de schouwburg
staan. Geven zij dus de voor
keur aan de Leidse schouwburg
boven het LAK? Dat blijkt in
derdaad het geval te zijn. Vol
gens Louis Hogendoorn sta je
als toeschouwer wat dichter bij
^het toneel, biedt de schouwburg
meer comfort, en is wat gezelli
ger. Ook speelt voor hem een
rol, dat er vaak meer publiek
aanwezig is.
In hoeverre zijn deze cabaret-
liefhebbers zelf actief binnen
de podiumkunsten? Annema-
rie: "Ik ben het al wel honderd
keer serieus van plan geweest,
maar op de een of andere ma
nier is het er nooit van geko
men". Louis heeft in zijn stu
dententijd wel eens toneel ge
speeld, en samen met een vriend
vormt hij een cabaretesk gele-
genhcidsduo met de opvallende
titel: 'Life ain't a lolly', waarvan
het repertoire varieert van
Goethe en 'Faust' tot en met
vulgaire mannetjes a la Jacobse
en Van Es. 'Faust' en 'Life ain't a
lolly' - hoe moet je je die combi
natie voorstellen?!
Hogendoorn: "Dat kan ik niet
zo maar uitleggen, daar heb ik
minstens een uur voor nodig".
Dan maar afwachten, tot dit duo
in het theater staat, misschien
wel in de Leidse schouwburg.
In het grote aanbod van door K&O
georganiseerde concerten neemt de
Meesterserie als vanouds een spe
ciale plaats in: zonder dat daarvoor
een reis naar Den Haag, Amsterdam
of Rotterdam gemaakt behoeft te
worden brengt deze serie negen
maal per seizoen een compleet sym
fonie-orkest binnen handbereik.
Ook het komende neemt het Resi
dentie Orkest vijf van die 9 concer
ten voor zijn rekening, driemaal on
der leiding van chef-dirigent Hans
Vonk, in de resterende twee concer
ten met Aldo Ceccato en Jean Paul
Penin als gastdirigent.
Eén concert brengt eveneens een
aantal leden van dit orkest op het
podium, al sinds een jaar of 10 op
tredend onder de naam Arion Ka
merorkest, dat onder leiding staat
van de 2e concertmeester van het
R.O., Alexandru Lascae. In twee
concerten zal de kennismaking ver
nieuwd kunnen worden met het or
kest Nieuw Sinfonietta Amsterdam
dat vorig seizoen met groot succes
ook in Leiden optrad. Het ensemble
werd in 1987 opgericht door jonge
musici, naar eigen zeggen bezeten
van hun instrument. In Lev Markiz,
ex-concertmeester van het Kamer
orkest van Moskou, vonden zij een
coach en dirigent, die het ensemble
in korte tijd tot een verbluffend
technisch en artistiek niveau wist te
stuwen. Nieuw voor Leiden is het
Forum Filharmonisch orkest, dat
onder leiding van Martin Turnovs-
ky één concert voor zijn rekening
neemt.
Combinatie
Al jaren lang is het beleid van het
Residentie Orkest er op gericht ge
wéést het gangbare, 'ijzeren' reper
toire in de programmering te com
bineren met minder bekende of
zelfs onbekende werken, een feest
der herkenning gekruid met ont
dekkingen van vaak meer dan voor
bijgaande waarde. Als motto voor
het komende concertseizoen koos
artistiek directeur Theo Muller dan
ook terecht voor 'Avontuur als tra
ditie'. Was in andere jaren het avon
tuur in de Meesterserie vaak met
een lantaarntje te zoeken, dit jaar
gaat mede door de grote inbreng
van het Residentie Orkest de tradi
tie wat vaker vergezeld van een aan
tal bijzondere tot zeer bijzondere
stukken.
Tot het gangbare symfonische re
pertoire behoren de symfonieën
van Haydn, Schubert (Vijfde),
Brahms (Tweede), en Schumann
(Rheinische). Ook bij de solocon
certen treffen we goede bekenden
aan: Mendelssohn's Eerste piano
concert, het Celloconcert no. 1 van
Saint Saëns en de Symfonie Espag-
nol voor viool en orkest van Lalo.
Dat Mozart ruim vertegenwoordigd
is heeft alles te maken met het aan
staande Mozart-jaar 1991: het zal
dan 200 jaar geleden zijn dat Mozart
op 35-jarige leeftijd in Wenen over
leed. Derhalve drie pianoconcerten.
Vera Beths en Jaring Walta nemen
de vioolconcerten K.V. 218 en K.V.
27 la(!) voor hun rekening, en Ma-
chiko Takahashi speelt het fluitcon
cert in G.
Zeker niet onvermeld mag blij
ven de uitvoering van Ravel's Con
cert voor de linkerhand geschreven
in 1931 voor de pianist Paul Witt
genstein, die in de Eerste Wereld
oorlog zijn rechterarm had verlo
ren. Het werk wordt gespeeld door
de Russische pianist Andrei Ga-
vrilov.
Bijzonder is de kennismaking
met de in 1924 gecomponeerde Ze
vende symfonie van de Finse com
ponist Sibelius (1865-1957), wiens
natuurverbonden muziek hier te
lande nooit zo geliefd is geworden
als in Engeland en Amerika.
Van de Tsjechische componist
Martinu (1890-1959) zal een dubbel
concert voor twee strijkorkesten,
piano en pauken te horen zijn, een
opzet die teruggrijpt op het concer
to grosso uit de barok.
De belangstelling voor en de er
kenning van de waarde van de wer
ken van Sjostakovitsj (1906-1975) is
in de laatste tien jaar zeer toegeno
men. Zijn door Nieuw Sinfonietta
Amsterdam uit te voeren
Kammersinfonie draagt het opus-
nummer en werd geschreven rond
1960.
Een werk dat voor veel hedendaag
se oren nog steeds ultra-modern
klinkt al werd het al in 1909 gecom
poneerd, is de Vijf stukken op. 5 van
Anton Webern, oorspronkelijk ge
schreven voor strijkkwartet en in
1929 door de componist zelf be
werkt voor strijkorkest. Mede als re
actie op de overdaad in klank en
lengte die de werken in de Duits-ro
mantische periode kenmerkte,
sloeg Webern evenals zijn leermees
ter Arnold Schönberg een geheel
andere weg in. Zijn muziek streeft
een uiterste concentratie na, en wil
in zo weinig mogelijk noten zo veel
mogelijk uitdrukken.
ontdekt
Het concert dat het Residentie Or
kest onder leiding van Hans Vonk
op 26 november geeft verdient in al
le opzichten het predikaat avon
tuurlijk en belangwekkend. Behal
ve de zevende symfonie van Sibeli
us en de Nocturne symphonique
van Busoni staan van Liszt twee
werken op het programma die, hoe
wel ze zo'n eeuw geleden geschre
ven werden, nu pas hun première
beleven. De Amerikaanse musico
loog Jay Rosenblatt, die bezig was
met een dissertatie over Liszt's pia-
nowerken, ontdekte bij toeval de
manuscripten van twee pianocen-
certen. Eén draagt de titel 'De pro-
fundis' en is het vroegste pianocon
cert waarvan het bestaan bekend
maar de muziek verloren gegaan
Het Derde pianoconcert bleef
door toevallige omstandigheden
onontdekt: zoals in die tijd gebrui
kelijk werd Liszt's manuscript ge
kopieerd en deze kopie werd ver
keerd opgeborgen in het archief.
Het oorspronkelijke onvolledige
manuscript kwam tenslotte terecht
in Leningrad, en er was heel wat
speurwerk voor nodig om alles te
achterhalen. Het is een beknopt
concert in één deel dat niet meer
dan ongeveer een kwartier beslaat,
en dat ondanks zijn grote virtuosi
teit een intiem karakter heeft, Het
Residentie Orkest heeft van beide
werken een jaar lang de exclusieve
uitvoeringsrechten voor Europa
verworven, en zal met de Ameri
kaanse pianist Steven Mayer de
complete werken voor piano en or
kest van Liszt op CD vastleggen. Op
5 mei jl. vond in Den Haag de Eu
ropese première plaats. Op 26 no
vember zal Leiden in de gelegen
heid zijn te oordelen over de waarde
van deze in ieder geval belangwek
kende muzikale ontdekkingen.
'Een zacht ruisen vaart
door de zaal. Hij heeft niet»
meer te zeggen - en bijna
zonder dat hij het weet,
zegt hij zacht (maar met
een getrainde kopstem, zo
dat ook iemand op de twee
de gaanderij hem feilloos
verstaat) en zonder de pa
thetische uithalen van
daarstraks:
Het spelen is ten einde..
Wij zijn van de stof
Waar droomen van ge
vormd zijn: 't korte teven
is van slaap omringd...'
Stilte. Er volgt niets
meer. Met zijn hoofd in zijn
nek, zijn ogen gesloten,
blijft hij staan. Geroerd en
net zo bewegingloos blijft
het publiek zwijgen, - wat
een avond...'
Jenny Arean komt met nieuw programma.