Krant op Zondag: geen zondagskrant M^A ^BU^G^/AjyjE^^IDSCH^A^HEN^DAGB^D Hoofdredacteur De Bok en uitgever Storms: 'We gaan een produkt maken zonder rommel' ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1990 EMM PAGINA 25 Redden ze het, of redden ze 't niet? Uitgever (voorheen journalist) Pieter Storms, hoofdredacteur René de Bok (tot gisteren redac teur buitenland van Elsevier), en een groep finan ciers (goed voor 10 miljoen, maar het mag een ietsje meer zijn) onder aanvoering van metaalty coon Joep van den Nieuwenhuyzen zien de toe komst in elk geval optimistisch tegemoet voor hun produkt. Een krant op zondag, die daarom ook zo heet: 'De Krant op ZondagEn dat is wat anders dan een 'zondagskrant'. Want in de doel stelling staat kwaliteit voorop. Het moet een hoogstandje worden in een mixture van dag- en weekbladjournalistiek. Vanaf vandaag staan de eerste 20 journalisten op de loonlijst, dinsdag is de officiële introductie (met natuurlijk het laatste nieuws) in Krasnapolsky, en op 14 oktober ver schijnt het eerste nummer. 'De Krant op Zondag' wordt om cao-technische reden gedrukt in België (Brussel)ligt bij abonnees tegen een jaarprijs van 130 gulden vóór 09.00 uur op de deurmat, en is uiterlijk vanaf die tijd in de losse verkoop voor 3 gulden te verkrijgen bij bloemenstallen, benzine stations, ziekenhuiskiosken en wat de ingehuur de distributiefirma 'Betapress' zoal meer bedient. De doelgroep van de nieuwe krant: de welstands klassen A, B en C-1Zeg maar bovenmodaal. Wat Storms 'het leesgierige publiek' noemt. Redden ze het of redden ze het niet? door Peter Heerkens Waar eerdere kranten op zondag in Ne derland aan ten onder zijn gegaan, valt samen te vatten met 'de distributie'; het systeem en de kosten ervan op een ar- beidsvrije dag. "Plus natuurlijk de kwa liteit", zegt Pieter Storms. "Want laten we wel wezen: het was natuurlijk alle maal....eh..." Storms heeft gelijk. Je moest al erg aan sport verslingerd zijn om op zondagmid dag (na de voetbalwedstrijden verkrijg baar) Cetem te kopen. Het meest bekend nog werd de naam van het blad als ver wensing. "Krijg de Cetem"; alle uitsla gen tegelijk dus. Uitdaging Wat de vermaarde Amsterdammer Lou Polak met zijn 'Ster op zondag' bereikte was ook nieteh.... Maar Polak liep wel vooruit op iets waaraan Storms en De Bok nu als grote uitdaging beginnen: het zaterdagnieuws. Polaks filosofie tegen over Telegraaf-vrienden aan de stamtafel van de journalistenkroeg Scheltema: "Jullie doen in de actualiteit toch niks met die zaterdag. Als je mij nou 's.." Waarop de hoofdredactie van De Tele graaf iedereen die Polak wilde steunen ontslag in het vooruitzicht stelde. Terzij de: Storms heeft voor 'De Krant op Zon dag' de ex-directeur marketing van De Telegraaf binnengehaald en van diezelf de krant ook de ex-directeur distributie. Opvallend dat het initiatief van een krant op zondag uit de journalistiek komt, een actie van Storms die twee jaar voorbereiding vergde, en niet van de uit gevers. Die deuren is Storms wel langs- gegaan, maar tevergeefs. "Overal een willig oor, zeer geïnteresseerd, maar ten slotte werd het niks". De Bok: "Ze heb ben je gewoon uitgehoord". Storms zegt te weten waarom de uitge vers de zondagmarkt mijden. "Dat is heel eenvoudig. De Nederlandse kran tenwereld sluit zich op in de NDP waar de heren elkaar zo min mogelijk in het vaarwater willen zitten. Dus laatje elkaar op zondag met rust. Want een krant op die dag betekent hoge uitgaven, en daar staat aan advertentie-inkomsten weinig tegenover. Adverteerders gaan niet op beide dagen van het weekeinde in de krant; dat is hooguit schuiven van de za terdag naar de zondag, die daardoor dus niets extra's oplevert. Tja, waarom zou den ze wat ze in zes dagen kunnen ver dienen, uitsmeren over zevên dagen?" In interviews had secretaris K. van der Zande van de Nederlandse Dagblad Pers daar de afgelopen weken een andere me ning over. "Als je een zondagkrant op za terdag drukt, mis je toch behoorlijk wat aan nieuws. Bovendien vraag ik me af of er uit die zaterdag wel zo veel te halen is." Bombardement Over dat soort bedenkingen kan René de Bok zich mateloos opwinden. Vorige week vrijdag zelfs zo erg, dat hij er het VPRO-radioprogramma 'Uit welinge- Storms en De Bok: "Er gebeurt juist heel veel op zaterdag lichte kringen' voor uitstapte. Dacht-ie gewoon te kunnen uitleggen wat 'De Krant op Zondag' zoal beoogt, "maar ik kreeg al snel door dat het ging om een bombardement op het project". De Bok gaf stevig gas. Hij beet collega Hugo Brandt Corstius toe: "ik zou willen dat ik het verstand had wat u tekort komt", riep Vrij Nederland-hoofdredac teur Joop van Tijn tot de orde met de op merking dat iemand die maar drie stuk ken per jaar schrijft zich in deze discus sie maar beter rustig kon houden, en ver liet de uitzending. Dat is René de Bok, 48 jaar, afgestu deerd in de economie en - later, tussen het werk voor Elsevier door - politicolo gie. Een top-journalist. Die had Pieter Storms ook beloofd in zijn eersfe bespie gelingen over de vacature van hoofdre dacteur. Waarom eigenlijk hijzelf niet? Storms roemt het journalistieke overwicht en de ervaring van De Bok en zegt dan: "Het leek mij niet verstandig hoofdredacteur te worden omdat mijn naam nog steeds zeer in verband wordt gebracht met un dercover-journalistiek. Ik heb mijn on derwerpen nogal eens spectaculair aan gepakt". Ophefmakend Dat mag hij wel zeggen ja. Begonnen bij Dagblad Kennemerland, groeide Storms (35 jaar nu) als verslaggever van Nieuwe Revu uit tot schrijver van ophefmakende artikelen waarvan enkele het tot voor de rechter brachten. Storms pakte de toenmalige KVP-frac- tievoorzitter Wim de Korte aan in zijn ne venfunctie als voorzitter van een pen sioenfonds dat financiële steun gaf aan een camping, gerund door zoons van De Korte. Hij ontdekte zes jaar geleden al een zwart-geld-circuit bij Ajax. Hij werd tijdens een reportage in Suriname 18 da gen door Bouterse's militairen opgeslo ten in Fort Zeelandia. Storms testte met een koffertje 'zwart geld' hoe vergaand de banken zijn in medewerking. En hij haalde de landelijke publiciteit door het in opspraak brengen van een wethouder uit Bergen op Zoom die hij in vermom ming en onder valse naam als vertegen woordiger van een pseudo-adviesbureau aan een betrouwbaarheidsonderzoek had onderworpen. Maar: Storms is in die zin Storms niet meer. "In de hele opzet van dit project ben ik afgestapt van die journalistieke benadering. Dat er nu nog wel eens aan herinnerd wordt, tja, Ik heb dat natuur lijk wel in de hand gewerkt". In de tijd dat Storms zich van tijd-tot-tijd in ops praak schreef, bedreef René de Bok bij Elsevier een ander soort journalistiek: buitenlandse politiek, specialist in Oost- Westverhoudingen met kennis van za ken, en kwaliteiten als schrijver. Een opvallende combinatie, De Bok- Storms. De Bok: "Er bestaan zoveel kari katuren van Storms. Ik ken hem nu be ter. Ik maak me geen zorgen. Hij is op een uiterst serieuze manier met deze krant bezig". René de Bok en Pieter Storms hebben elkaar gevonden in de overtuiging dat journalistiek Nederland is ingedut, dat er geschreven moet worden zonder auto riteitenvrees, en dat de-krant eruit moet zien als wat De Bok noemt 'een meneer op zondag'. En zo ogen de eerste proefpa gina's ook; rustig en toch spannend. De Bok: "Daar kun je mee door de Kal- verstraat wandelen. Het is niet wat Joop van Tijn met De Telegraaf heeft waar-ie The Observer omheen wikkelt voor-ie 'm in zijn colbertjasje steekt". Kwaliteit Journalistiek Nederland telt op dit mo ment, vinden De Bok en Storms, twee sterk positieve punten: kwaliteit ("on miskenbaar") en onafhankelijkheid ten opzichte van de uitgevers: "Het feit dat men over ons schrijft vind ik een goed te ken". Daarna is het mis. De Bok: "Als de kranten de crisis in de Golf op vrijdagavond laten ophouden en op maandag weer laten doorgaan, is er iets fout. Dat journalisten zich dat laten aanleunen vind ik bedenkelijk." Storms en hij tot-nu-toe toch ook?! "Klopt". Storms: "Uit de sollicitatiegesprekken hebben we duidelijk kunnen opmaken dat er veel journalisten zijn die onze me ning delen." De Bok:"En het is zó'n onzin om te zeggen dat er op zaterdag niets gebeurt. Er gebeurt op zaterdag héél veel. Journa listiek kun je een hoop aanpakken; aan sluiten op de wekelijkse persconferentie van de minister-president, congressen, demonstraties, noem maar op. Neem nou de parlementaire pers. Wat doet die met de zaterdag? Niks, of bijna niks. Op zaterdag is de journalistiek afwezig. Daar gaan wij dus in voorzien". Storms: "Met de Britse kwaliteitskran ten als voorbeeld". En als ruggesteun. 'De Krant op Zon dag' heeft een overeenkomst met 'The Observer' (wereldwijd 90 corresponden ten) en kan daardoor nieuws en achter gronden uit die krant overnemen. De ei gen redactie zal bestaan uit ongeveer 25 journalisten en eenzelfde aantal free-lan cers. Bij de eerste namen zitten die van Rien Robijns (oud-hoofdredacteur Vrije Vojk) die adjunct wordt van De Bok, NRC-commentator Henk Hofland, HP- hoofdredacteur John Jansen van Galen en Henk Terlingen. Op de bijeenkomst van dinsdag worden meer namen be kend gemaakt. Storms belooft: "Het wordt het aller beste team dat een krant in Nederland ooit bij elkaar heeft gebracht" De Bok. "We gaan een goed produkt maken, zonder gerommel, volgeschre ven door nette journalisten. We gaan het eerste nieuws van de week melden. En we hebben de ruimte om de diepgang van een weekblad te bedrijven; speciale reportages, analyses in het teken van het nieuws. We kunnen erg actueel zijn want onze eerste tekstpagina's gaan pas om twee uur op de zaterdagmiddag door voor verwerking". Storms: "Wat we ook willen doorbre ken is de volgzaamheid. De invloed van de pr-baasjes kan ik niet anders dan ver stikkend noemen. Er ligt een wollen de ken om de onderwerpen. Daardoor is bij veel journalisten gemakzucht ontstaan". René de Bok belooft dan ook er danig de vaart in te zetten. "De dynamiek moet terug. Niks komkommertijd. Er moet weer avontuur komen in de journalis tiek". Storms: "En we moeten werken zon der autoriteitenvrees". Geen vrees Autoriteitenvrees, dat heeft De Bok van af het begin in de journalistiek niet ge had. Nog maar een paar jaar in het vak onderbrak hij een interview ten huize van Toon Hermans met de zin (citaat uit de mond van zijn toenmalige chef bij Het Parool, John Wories, thans directeur te levisie van Joop van den Ende Produc tions): "Ik stop ermee. U bent absoluut niet interessant. Er komt dus geen ver haal". Wories: "Het had me een jaar ge kost om Toon zover te krijgen". Maar het bleef goed tussen Worries en De Bok. Overgestapt naar Elsevier, haal de Wories daar De Bok binnen die 17 jaar bleef. En wat Wories nog steeds jammer vindt: "Dat Siebe van der Zee hem hem niet wilde aannemen bij AVRO's Televi- zier Magazine, waar ik toen in de redactie "zat. De Bok maakte een fantastische proefopname in Staphorst waar dominee Dorsman hel en verdoemenis preekte voor wie zich liet inenten tegen kinder verlamming. De Bok had als televisie journalist iets van Colombo; beetje on handig, beetje stotterend, en als je dacht 'nou is het afgelopen' kwam bij de deur de cruciale vraag. Wibo van der Linden was razend enthousiast, maar Van der Zee niet. Die wees De Bok af vanwege zijn lange haar. Ik heb altijd nog de hoop dat ik 'm eens voor tv kan inzetten. Hij is goed, die De Bok. Hard voor zichzelf, hard voor anderen. Ik heb 'm vier jaar bij Het Parool meegemaakt, twaalf jaar bij Elsevier, en ik zegje: Storms gaat met De Bok zwaar weer tegemoet". Ouderwets Maar Storms en De Bok zijn het voorlo pig hartgrondig eens over eikaars aan pak: kwaliteit, en nogmaals: anti-autori tair. Zo ook is hun werkstructuur. Storms heeft de positie van de ouderwet se uitgever: zowel lid van de directie als van de hoofdredactie. Zijn hoofdredac tionele bevoegdheden gaan echter onder in een achtkoppig seniorenconvent van redacteuren. Aan dat instituut - en niet aan de directie - is De Bok verantwoor ding schuldig. Kortom: anti-autoritair. "Want het zou toch wel erg verkeerd zijn", zeggen uitgever en hoofdredacteur „om met onze instelling binnen de eigen organisatie een enge gezagsverhouding op te zetten". Storms: "Ik heb alleen redactionele in vloed als lid van het seniorenconvent. Voor de rest: Ik zorg gewoon dat die tent draait. Dat er genoeg paperclips zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 25