'Ik ben nog volop in ontwikkel g' Dank zij Oranje uit anonimiteit Avanti wil gevestigde macht worden Toptalent Keen voortrekker Avanti 'Ruige jongen? Dat valt wel mee' sportbijlage 1990 -1991 zichzelf om schrijft als een 'duwbak' bin nen de club is duidelijk: "Natuurlijk zijn we dolblij met Trinko Keen en de andere aan winsten. Vorig jaar was een raihp, zowel qua sfeer als qua prestaties. Er moest gewoon iets gebeuren. Allereerst hebben we de reeds bestaande 'Stichting topsport Hazerswoude' nieuw leven ingeblazen. Deze stichting, bestaande uit Walter Jansen, mijn persoontje en mogelijk straks Nico Stolwijk, staat juridisch gezien los van Avanti. Wij onderhouden de contacten met de spon sors en contracteren en be talen de spelers. We pen ons 'hospitality-plan'. De Avanti-hal wordt aan trekkelijker gemaakt voor publiek én sponsors. Er ko men acht b'usiness-seats met reclame op 't.v gevoe lige plaatsen', twee keer t.v. is ons reeds toegezegd. Daarmee is de sponsoring vrijwel rond. Voorts con tracteerden we twee top- trainers, Niels Albers en Carel Deken. De eerste voor trainingen en coaching. Deken zal naast de training een stuk orga nisatie op zich i we eveneens afscheid. Hij heeft veel voor de vereni ging betekend, was een groot inspirator, maar be gon te soleren. Vorig jaar kwam daar dus een eind aan. Ook binnen de regio stellen we ons actiever op. Talenten kunnen hier trai nen, maar we hebben geen behoefte clubs leeg te zui gen. Ons eigen jeugdteams, vijf erbij acht ik wel nood zakelijk, moeten namelijk ook in hun competities weerstand ontmoeten. e starten inderdaad met een nieuw team al was dat niet echt de opzet. Riet Rob Turk konden we het niet eens worden op het finan ciële en zakelijke vlak. Hij vertrekt nu naar Eindho ven (tweede divisie), voor z'n ontwikkeling wellicht niet slecht en misschien zien we hem nog weieens terug. De Chinees Chen Sung was op lange termijn geen aanwinst. Vooral zijn instelling liet te wensen over. Hij speelt straks bij Bartok in Limburg. Robert de Groot traint wel mee en gaat straks een deel van de coaching en begeleiding op zich nemen. Voor noodge vallen houden we hem ach ter de hand. een zware operatie achter de rug en wilde geen com petitie spelen voor Avanti. Hij kan meetrainen als hij wil. Datzelfde geldt voor Paul Haldan, die in België competitie speelt uit fi nanciële overwegingen. Op de individuele toernooien komt hij wél voor ons uit. In ons nieuwe team heb ik alle vertrouwen. Keen, Mol, De Bruin, Florea, het zijn niet de minsten. We willen de zaal weer voller zien. De nieuwe competi tie-opzet met play-offs en met minder maar spannen der partijen door een soort plaatsingsssysteem binnen de wedstrijden, zullen het tafeltennis aantrekkelij ker maken. Het wordt dan ook een belangrijk jaar. Alles is aanwezig, goede spelers, prima trainingsfa ciliteiten en een hernieuw de zaal. Ik zie dan ook niét in wat er fout zou kunnen gaan. We moeten ons dit jaar nestelen in de top en een gevestigde macht wor den". Van o e medewerker Bertho Smit jbest Het Hazerswoudse Avanti i eens dé verrassing van de vaderlandse tafeltenniscompetitie kunnen worden. Na een aantal jaren kwakkelen, jaren waarin men teerde op de individuele successen van Bettine Vriesekoop en dreef op de reputatie van coach Gerard Bakker, is het roer om in Hazerswoude. Een compleet eerste team werd aangetrokken, men nam afscheid van hoofdsponsor Maxell en vastgeroeste structuren werden nieuw leven ingeblazen. De aanval op gevestigde namen als TT/Amsterdam en De Veluwe is geopend, een periodetitel en minimaal een plaats in de play-offs is het streven. De meeste aandacht zal daarbij uitgaan naar nieuweling Trinko Keen. De vorig seizoen door de NTTB tot 'talent van het jaar' uitgeroepen debutant, verruilde het Wageningse Shot voor Avanti en zal de kar moeten gaan trekken. De negentienjarige Trinko Keen maakte het afgelopen jaar een flitsende start in de tafeltenniscompetitie. Met een winstpercentage van 78% nestelde hij zich in de vaderlandse top tussen namen als Paul Haldan, Ron van Spanje en Danny Heister. Maar ook internationaal deed Keen snel van zich spreken. In zijn debuutjaar voor het Nederlands team verraste hij alle insiders met spectaculaire overwinningen op mondiale toppers als Lupulescu en Lindt tijdens de World Cup in Japan. Door de organisatie werd hij daar uitgeroepen tot de meest veelbelovende speler'. "Het is onvoorstelbaar snel gegaan met Trinko", oordeelt bondscoach Jan Vlieg dan ook vanuit Gro ningen. Het tafeltennis werd Keen met de spreekwoordelijke paplepel ingegoten. Vader Keen was als speler en trainer actief in Dren te. Net als zijn zusters Dieke (ex- Nederlands kampioen en huidi ge bondscoach tafeltennisploeg voor gehandicapten) en Gerdi (ook tot voor dit seizoen actief voor Shot) ging Trinko mee. Zijn lidmaatschap voor de judo vereniging liet hij er uiteindelijk schieten: "Ik was geen slechte judoka, maar nadat ik tijdens een wedstrijd een keer tegen een vuist opliep en bloedend de mat afmoest hebben ze me daar nooit meer teruggezien". Keen koos definitief voor tafeltennis en 'volgde' zijn familie naar het Wageningse Shot. Jeugd Al bij de jeugd bleek hij talent vol en werd een paar maal natio naal jeugdkampioen. In de scha duw van Danny Heister, die het toernooi won, eindigde hij als zesde bij de Top Twaalf wed strijden voor de Europese jeugd. Vervolgens bleek hij, bin nen het Nederlands team, ook bij de senioren prestaties van formaat te kunnen leveren. Met o.a. Heister en Haldan moet hij in staat geacht worden het het vaderlands tafeltennis de ko mende jaren internationaal dicht bij de top te brengen. Het gaat natuurlijk allemaal niet vanzelf voor de eerstejaars stu dent bedrijfswiskunde en infor matica: "Ik besteed per week gemiddeld zo'n twintig uur aan tafeltennis. Het komt neer op overdag college lopen en 's avonds trainen in Hazerswoude. Dat is natuurlijk een flinke af stand maar ik reis santen met Merijn de Bruin (ook een Avan- ti-aanwinst) en we kunnen ook regelmatig bij TT/Amsterdam aan de bak voor trainingen". Een overgang naar TT/Amster dam had, zo lijkt het, meer voor de hand gelegen, maar: "Avanti belde eerst en hun plannen spra ken me wel aan. Of ze het alle maal waar weten te maken moet je natuurlijk afwachten, aan mij zal het niet liggen. Ik moet goed presteren om mijn plaats in het Nederlands team veilig te stel len, dat geldt ook voor bijvoor beeld Casper Mol (ook ex-Shot) en daar kan Avanti zeker van profiteren". Niet voor het geld Volgens insiders verdienen Avanti-spelers zo'n vijfhonderd gulden per maand en kunnen zij daar op wedstrijddagen, aan de hand van een premiestelsel, tus sen de twee- en driehonderd gulden aan toevoegen. "Voor het geld hoefje het niet te doen. Van tafeltennis word je niet rijk. Vergelijk je het aantal uren die een voetballer maakt met onze trainingsinzet dan vallen onze verdiensten natuurlijk in het niet. Maar dat weet je als je kiest voor een zogenaamde 'kleine sport'. Met m'n zus Gerdi pro beer ik via demonstratiewed strijden wat extra bij te verdie nen. Verder hoop ik dit jaar de interesse te kunnen wekken van een individuele sponsor, dat moet toch lukken, dacht ik zo". "Over mijn mogelijkheden kan ik zelf moeilijk iets zeggen. Ik ben nog volop in ontwikkeling. Het is natuurlijk heerlijk om veel internationaal te spelen, maar hoe ver ik nog kom? Aan de top zijn hele kleine verschil len ontzettend bepalend, daar moet ik aan werken, want ik wil me hoe dan ook bewijzen al is het alleen maar als morele plicht ten opzichte van bondscoach Jan Vlieg en mijn teamgenoten. Tevreden Met Vlieg onderhoudt Keen een bijzondere relatie: "Ik vertrouw me volledig aan hem toe. Hij is een psycholoog, tacticus en rustbrenger binnen de ploeg. Hij weet veel spanning bij me weg te nemen. Het is niet voor niets dat het Nederlands team weer zo nadrukkelijk in de lift zit, de ideale bondscoach". Vlieg is op zijn beurt uitermate tevreden over Keen. De Gronin ger staat versteld van diens ont wikkeling: "Het is ongelofelijk. Op het EK in Zweden dachten velen aan een uitschieter. In Ja pan, tijdens de World Cup, heeft hij iedereen echter overtuigd. Vanuit het niets verslaat hij even grootheden als Lind en Lupulescu en maakt een Chine se topspeler het leven zuur! Te gen Trinko kan niemand 'op routine' spelen, want dan pakt hij je. Ja, al kun je niets voor spellen op dat niveau, we zitten met Keen, Haldan en Heister na tuurlijk goed voor de komende jaren. De Olympische Spelen in '92 kunnen voor ons wel eens heel interessant gaan worden". Nieuwe gezichten In de nationale competitie zal Keen de klus moeten klaren met voor Hazerswoude louter nieu we gezichten: "Casper Mol (20) is natuurlijk een prima speler en heeft bij Shot bewezen over veel mogelijkheden te beschikken. Ook hij aast op het Nederlands team. Merijn de Bruin is m'n trainingsmaatje, was bij de jeugd net zo sterk als Heister en ik. Heeft twee jaar in België ge speeld. Van de Roemeen Vasile Florea (22) weet ik alleen dat hij verschrikkelijk goed is maar net zo grillig, ik ben benieuwd". Avanti versterkte zich tenslotte ook nog met Michel de Boer (20), ex-DHC. "Avanti eist een plaats bij de play-offs, ze hopen echter stie kem op meer, dat merkje aan al les. Een verstandige houding. Als Avanti haar zaakjes organi satorisch voor elkaar krijgt lijkt het kampioenschap me inder daad niet onmogelijk". sportbijlage 1990 -1991 Ronald van Delft, eendagsvlieg of belofte bij RB? Een samenloop van omstandigheden rond de oefenwed strijd van het Nederlands elftal tegen Rijnsburgse Boys heeft de voetbalcarrière van spits Ronald van Delft een zetje in de goede richting gegeven. De sprookjesachtige invalsbeurt tegen Oranje. Van Delft zat niet eens op de bank, en de gelijkmaker bij het eerste balcontact haalden hem uit de anonimiteit van het twee de elftal. Sinds dat moment heeft de 19-jarige Oegstgees- tenaar het gevoel er bij te horen, en dat er anders tegen hem aangekeken wordt. Is hij nu een eendagsvlieg of daadwerkelijk een belofte? Van Delft:"Ik ben het afgelopen sei- zoen lang buiten ft beeld geweest om- W |o dat ik in de sei- zoensvoorbereiding geblesseerd raakte aan mijn en kel. In het begin van de competi tie liep ik opnieuw een blessure op ik zes weken niet heb kunnen spelen. Ik denk niet dat ik een eendagsvlieg ben, ik zal er hard voor werken om in het eerste elf tal te komen. De concurrentie is enorm groot, ik zal het ook op moeten bouwen. Ik geloof er ze ker in dat ik slaag, want bij Rijnsburgse Boys komt het niet vaak voor dat een jonge speler bij de A-selectie zit. Samen met Peter van Duin ben ik veruit de jongste van de groep". Na zijn bliksemoptreden tegen Oranje deed Van Delft in de na- competitie opnieuw van zich spreken. In de verloren uitwed strijd tegen Geldrop scoorde de langharige spits twee maal. Hij telt dus mee. "In de voorberei ding moet ik me waarmaken, bij Rijnsburg barsten we van de spitsen. Ik doe er ook alles aan. In de zomer heb ik dagelijks voor mezelf getraind. Een rond je Oegstgeest met sprintjes, en ook twee keer per week fitnes sen. Ik heb ook een kwart- triathlon gedaan, hoewel ik daar voorzichtig mee moet zijn. Dat gaat namelijk ten koste van mijn explosiviteit. Ik doe sowieso veel aan sport. Als ik een weekje stil zit heb ik het gevoel vijf kilo te zijn aangekomen". Jeugdtrainer Hoewel Ronald van Delft fami liebanden heeft met Rijnsburg, zijn vader Leo speelde ooit één seizoen in het eerste van de Boys, begon hij zijn carrière bij de zaterdagvierdeklasser Oegst geest. Een kleinere club waar hij toch veel heeft geleerd.'Tk had daar een jeugdtrainer (Dick Boesveld, red.) die mij ontzet tend veel heeft bijgebracht. Ik Ronald van Delft leunt op de verafschuwde dug-out: "Ik geloof er zeker in dat ik slaag, want bij Rijns burgse Boys komt het niet vaak voor dat een jonge speler bij de A-selektie zit" (foto Loek zuyderdujn># trainde individueel met hem, onder zijn leiding ben ik vol- wassener geworden". Vervol gens maakte de scholier aan het RIO in Leiderdorp de overstap naar UVS, waar hij in de lande lijke A-jeugd terecht kwam. "UVS staat bekend om zijn goe de jeugdopleiding, dat is ook goed geregeld bij die club. On der Bert Jansen (nu trainer bij ARC, red.) heb ik veel geleerd. Hij vormde een hechte groep van het elftal". Even maakte hij Ruud de Groot mee. "Die is veel harder. Ik ken hem redelijk goed en weet ook dat het een prima man is. Hij is namelijk mijn gymleraar op school. Elke keer vraagt hij wanneer ik weer terugkom naar UVS". Ruim een jaar geleden speelde Van Delft zijn afscheidswed- strijd voor UVS tegen Katwijk in de LD-cupfinale, om vervol gens te verkassen naar Rijns burg. "Ik had een kans om in het eerste te komen bij UVS. Maar ik speel liever op zaterdag, dan kan ik lekker voetballen en erna gaan stappen in Noordwjjk. Dan houd ik de zondag vrij voor uit slapen, huiswerk maken en mijn vriendin. Speel je bij UVS in het tweede dan moetje bij een verre uitwedstrijd om acht uur verzamelen. Nou, dat zag ik echt niet zitten". Geen spijt bij Rijnsburg heeft hij geen spijt van zijn be slissing. "Het is een hele gezelli ge vereniging. Anders dan UVS, dat een beetje van dat hoogmoe dige heeft. Bij Rijnsburgse Boys krijg je meer waardering en ie dereen kent elkaar. Aan het eind van het seizoen belde de trainer van RCL, Theo de Waard, mij op. Ook Oegstgeest wilde pra ten. Ik heb met ze gesproken, dat vind ik altijd wel leuk. Maar ik had voor mezelf al besloten om in Rijnsburg te blijven". Gezelligheid trekt hem naar Rijnsburg. De relatie met trai ner Arie Kurver is zeker niet slecht, maar veel contact heb ben ze nog niet. "We spreken el kaar niet veel. Na Orar\je en Geldrop-uit kwam hij niet naar me toe. Het zou ook niet goed zijn als hij me de lucht in prees. Ik denk dat hij daarom nog even wacht". "Bluffen? Dat moet wel op dit niveau, maar met mate. Ik blijf tegen de andere jongens op kij ken. Hans Zwaan, Hennie Koet en Wim Driebergen zijn voetbal lers die mij wel eens goede aan wijzingen geven". Ook Van Delft kent de term patat-genera tie, die door Beenhakker een tijdje terug gelanceerd werd om de zwakke mentale weerbaar heid van de jongeren te typeren. "De patat-generatie bestaat ze ker", weet Van Delft, "maar die voetbalt niet op het hoogste ni veau. Het is heel simpel. Anders red ie het gewoon niet". Een echte rouwdouw om te zien, die Leonard Pluimgraaf!. Klein, stevig en gespierd, gouden oorbelletje in het linkeroor, kort stekeltjeshaar en ogen die vreselijk brutaal de wereld in blikken. Kortom, het prototype van een bikkelharde verdediger. Dit jaar brak hij door. verwierf een vaste plaats in de hoofdmacht van Quick Boys: omdat hij zelfbewust, energiek, maar vooral meedogenloos is. Pas 21 jaar oud, heeft hij nu al de reputatie van schoffelaar. "Ben ik het niet mee eens. Wie dat zegt moet dat voor zichzelf weten". Leonard Pluimgraaff, bikkelharde back van Quick Boys Wat niet wil zeggen dat Pluim graaff nooit iemand doelbewust tegen de schenen schopt. In zijn korte loopbaan als voetballer tot nu toe, schreef hij, net als vader Verder Leo in vervlogen tijden, al een aardige straflijst bijeen. "Dat is waar. maar dat was vooral vroe ger. Bij de A-regionalen was ik geregeld geschorst. Ik ging er nogal wild in. Te wild. Ik ging niet altijd voor de bal. Echt on behouwen. Nu niet meer. Weet je, het voetbalt nu anders. Ik speel nu met veel betere voet ballers, daarom heb ik het ge makkelijker. Vooral die gasten achterin, zoals Richard Hooger- vorst, die hebben enorm veel routine. Ze zeggen wat je moet doen. Al die aanwijzingen geven vertrouwen. En er mag meer op dit niveau". Bovendien gebeuren er ergere dingen op het voetbalveld. "Je hebt sommige spelers, dat zijn echte klieren. Die lopen maar te ouwehoeren tegen je. Ja, dan ga je er feller op in. Carli is er zo eentje: die knijpt en bij het ach teruitlopen trapt hij op je tenen. Zo'n voetballer moet je harder aanpakken". En echt niet omdat Carli in Rijnsburgse dienst speelt. Al die opgeklopte emoties, die dorps- strijd op zijn engst, vindt Pluim graaff maar niks. "Allemaal flauwekul, een overblijfsel van vroeger denk ik. Dat gezeur van die supporters. En dan nog, er zit bijna geen Rijnsburger meer in. Nee hoor, mij maakt het niet uit. De meeste spelers zijn aardi ge gasten". Leonard Pluimgraaff: "Wat is er nou mooier dan een streekder- by op Nieuw Zuid?". Dat hij veel verder kijkt dan nog eens door. naar zijn zeggen, Nieuw Zuid onderstreept hij de 'normaalste' tegenstander van het afgelopen seizoen een flinke pluim te geven. Leonard van Utrecht, aanvaller van ook al een concurrent uit een ander dorp: Noordwijk. "Geen beroer de gast. En een goede voetbal ler. Het is te hopen dat hij het dit seizoen redt. Hij zou alleen nog wat steviger moeten worden, dan is hij niet meer van de bal te zetten. Dan is het een echte kei". Klinkt sympathiek, zachtaardig bijna. Maar wanneer de bollen streekderby's op de rol staan is het even tijd voor een hersen spoeling en staat Pluimgraaff op scherp. Wel zonder valse senti menten, die sommige van zijn ploeggenoten, zeker met de fi nish in zicht, als verlamd op het veld doen staan. Zoals in het af gelopen seizoen toen Quick Boys wederom naast de felbe geerde hoofdprijs greep. "Bijna elk jaar tweede, dat is toch niet normaal. Ik ben nooit bang, maar veel spelers worden dan ineens zenuwachtig. Dat zie je bijvoorbeeld als je met 1-0 ach ter komt. Dan wordt er te snel, te krampachtig gevoetbald, gaan ze lopen zeuren en schelden te gen elkaar. Vreselijk overdre ven en nergens voor nodig". Geen oorlog Een frisse en onbevangen kijk op het spel, onder het motto 'het is geen oorlog tussen de dorpen, maar toevallig voetballen ze te gen elkaar'. Wat dat betreft kun nen de gelouterde voetballers op hun beurt dus wat van het 'broekie' opsteken. "Zou je wel zeggen hè, als je het zo bekijkt, maar het werkt natuurlijk an ders. Ze snappen het wel, het komt er alleen niet uit. Dus om nou te zeggen dat ik ze kan op peppen...". Met een grote selectie van 21 man is het in elk geval knokken geblazen, zeker in de weten schap dat niemand bij Raboen onvervangbaar is. "Ik moet nog maar zien dat ik dit seizoen een vaste plaats heb. Het is uiteraard wel mijn streven, maar het zal zeker in het begin wel moeilijk worden. Omdat ik dan op va kantie ben, mis ik de helft van de voorbereiding. Ik zal er wel alles voor doen. Dagelijks lopen op het strand in Griekenland. Want wat is er nou mooier dan een streekderby* op Nieuw Zuid? Je komt de kleedkamers uit, ziet het schitterende veld en overal juichende mensen op en tussen de duinen. Dan krijg ik echt kippevel". "Gelukkig ben ik nu uit dienst. Ik hoef niet meer te reizen van Harderwijk naar Katwijk. Mijn diensttijd was toch al verloren tijd, een waardeloze ervaring. Ik verveelde me rot, bestuurde daar een tank, maar dat ding was meer kapot dan dat hij reed. Nu voel ik me veel prettiger, met de zekerheid van een vaste baan. Dat is lekkerder voetbal len. Ik werk in de betonrepara tie, maar als het goed is, ben ik binnenkort chauffeur op een geldtransport in Amsterdam. Klinkt echt als een ruige jongen hè. Maar geloof me, dat valt wel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 25