De vergane glorie
van een havenstad
Noordzeekanaal:
een waterweg
van levensbelang
Veiling
op boot
SAIL '90.
De stomers varen nu langs Amsterdam
Unieke expositie in Velsen
VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1990
PAGINA 11
Een versje op het deurtje van een botter geeft heel puntig aan in welk wankel evenwicht de zee
man verkeert; hij vaart met als doel de vaste wal te bereiken en hij gaat naar zee omdat hij het
aan wal niet redden kan.
Varen is mijn lust
en varen is mijn leven,
maar als ik centen had
dan was ik thuis gebleven.
Wie in Amsterdam rondkijkt, zal
weinig meer zien van de
scheepvaart. De tijd is voorbij dat
de mooie stomers van de KNSM
achter het Centraal Station langs
gleden naar de Oostelijke
Handelskade; het diepe geluid van
hun misthoorns is verstomd.
Schepen als de Palamedes,
onderweg naar huis keurig
opgeschilderd getjet, heette dat
aan boord. Het havengebied ligt nu
ten westen van de stad en op een
moderne kustvaarder weet de
bemanning soms nauwelijks welke
haven ze nu weer hebben
aangedaan; lossen, laden,
wegwezen. Tijd voor passagieren is
er nauwelijks meer en de toerist
heeft in het centrum de zeeman
vervangen.
Taferelen zoals ik me herinner uit
myn jonge jaren, komen niet meer
voor: een rij Amerikaanse matrozen
vooreen hoerenkast, de jongste
vooruitduwend; de Noorse zeeman,
die 's morgens om half twaalf
piemelnaakt de Oudezijds op werd
geschopt en bedaard op de stoep
ging zitten teneinde zij n kleren aan
te trekken, die hem na waren
gegooid. Hij was by de dame in
kwestie op bed gaan liggen en
meteen luid snurkend in een
gezonde slaap gevallen.
Tijdens een manifestatie als Sail zal
die sfeer misschien wel kortstondig
herleven. Net als in 1975. Toen deed
het Italiaanse opleidingsschip
Amerigo Vespucci Amsterdam aan.
De meiden hingen likkebaardend
uit de ramen en slaakten verliefde
zuchten; kleren maken de
Italiaanse marineofficier in hoge
mate en al die op stripheld Corto
door Lennaert Nijgh
Maltese lijkende jongens brachten
heel wat te weeg in de binnenstad:
"Ooooh, wat een stukke! Kijk dat
nou toch lope met dat lekkere kontje!'
Lustobject
i als lustobject, voor de
verandering. In scherp contrast
daarmee: het groepje Russen van de
Kruzenshtern, oerlelijke maar
vriendelijke jongens, die met rode
hoofden de etalage van een
seksshop stonden te bekijken.
Toch is het maritieme Amsterdam
anno 1990 hoofdzakelijk vergane
glorie. Een enkele oudgediende wil
na een paar borrels nog wel een
sterk verhaal ophangen in de kroeg,
maar Kapitein Rob is definitief het
zeegat uit.
Zo'n honderd jaar, of misschien nog
wel veel korter geleden als je aan
de wilde vaart denkt was op zee
geen normaal mens te vinden. De
zeevarenden vormden een eigen
subcultuur; ze hadden in de regel
weinig binding met het leven op de
wal. Een huwelijk was er niet bij,
alleen de officieren waagden zich
daaraan.
De reders draaiden elk dubbeltje
om, een zeeman was op z'n dertigste
oud eri afgeleefd, als hij die leeftijd
al haalde en niet invalide was
geworden. Wie kon bleef aan wal;
het aanbod op deze arbeidsmarkt
was vanaf het begin van de
negentiende eeuw niet meer
dekkend. Dat gaf aanleiding tot
minder fraaie manieren van
personeelswerving. In Engeland
was het de press-gangeen bende
van georganiseerde mensenjagers
die de marine van volk moesten
voorzien. Onze zeventiende eeuw
kende de zielverkoper, een
herbergier of hoerenwaard die
bemanning ronselde.
Naarmate de zeilschepen groter en
sneller werden, hadden ze meer
bemanning nodig en in de vorige
eeuw liep het echt uit de hand: het
'sjanghaaien' werd hier en daar
regel. De gevolgde procedure was
deze: de zeeman werd met behulp
van dames en veel, soms
gedrogeerde, drank binnen luttele
uren buiten westen en diep in de
schulden gewerkt en aan boord
gedropt tegen betaling van een
voorschot op zijn gage dat
voorschot verdween natuurlijk in
de zak van de crimpzoals de
tussenpersoon in deze
mensenhandel werd genoemd.
Op hoogtijdagen werden ook wel
argeloze handelsreizigers of andere
buitenlui het slachtoffer. Menig
boertje van buiten is in de vorige
eeuw wakker geworden met een
stekende hoofdpijn. Beroofd van
horloge en geld, met een bundeltje
afgedankt oliegoed aan dek van een
of ander gallant ship dat al
buitengaats was. Verkocht als able
seaman, al had de brave borst nooit
meer water gezien dan in een
boerensloot. Van een
buitengewoon vals kreng onder de
crimps het waren dikwijls
vrouwen is bekend dat zij bij
gelegenheid haar eigen vader
sjanghaaide. Ook zat er niet zelden
een ljjk tussen de pas
aangemonsterde 'matrozen'. Of zo'n
houten Indiaan, die als
publiekstrekker voor een
tabakszaak stond.
De havensteden hadden echte
zeemanswijken, Sailortowns, waar
allerlei kroegen en logementen
waren met namen waarvan de
romantiek omgekeerd evenredig
was aan hetgeen zich binnen
afspeelde en veelzeggende
straatnamen als Paradise Street in
Liverpool, die rechtstreeks naar de
hel voerde. De Reeperbahn in
Hamburg en Katendrecht in
i het Italiaanse opleidingsschip Amerigo Vespucci zorgde voor deining onder het
Rotterdam waren het centrum van
dergelijke buurten en in
Amsterdam was het de Zeedijk.
Enkhuizen, nu een braaf en
schilderachtig stadje, heeft nog
steeds een Hoerensteiger, hoewel
Openbare Werken daar het bordje
maar heeft weggelaten; ze hebben
al moeite genoeg om Tussen Hel en
Vagevuur op z'n plaats te houden -
een straatje dat z'n naam dankt aan
twee vroegere zeemanskroegen.
Dergelijke tenten uit later tijd
noemden zich wel deftig Hotel of
Bar Lounge, maar waren niet beter
dan de Londense Bucket Of Blood.
Een advertentie uit Hong Kong
wond er omstreeks 1910 tenminste
geen doekjes om: No. 1 Whore
House: hoerenkast nummer 1.
Eenmaal aan wal en met geld in zijn
zak verkeerde de varensgezel
dikwijls in nog groter gevaar dan
midden op zee in een storm.
Waarheid
De oude zeemansliedjes herhalen
dikwijls de mededeling dat de
meisjes in Chili of op Tahiti zo lief
zijn, where a man buys a
whorehouse for a bottle of flour en
heel anders dan de Liverpool Judies
of them Plymouth gals with the long
and the curling hair, die je klokje
jatten, je kleren naar de
pandjesbaas brengen en je in
handen van de crimps spelen. Die
liefde was niet aan iedereen
besteed, de matrozen van de
Koninklijke Marine zongen volgens
gezaghebbende bronnen nog in de
jaren vijftig:
"Waar is het beter leven
dan bij je eigen vrouw,
vervloekt zijn al de hoeren
van het eiland Curaqao!"
Toen een paar jaar geleden al die
chocoladekleurige schoonheden uit
warme landen zich in het
Amsterdamse rosse leven stortten,
bleken de oude liederen wel
degelijk te kloppen. Al bleef hun
woordenschat steken in "Croiff,
Ajax!" of "Meu amor! Jij is lief!"
ze concurreerden alle Blonde
Greetjes en Belgische Alies,
regelrecht de markt uit. Toch heeft
de vroegere warme buurt de laatste
jaren veel van zijn karakter verloren
en wie een echte havenstad wil zien,
kan beter naar Rotterdam of
Antwerpen. Maar beroofd wakker
worden kan er nog altijd, al is het
niet meer aan boord van een schip.
Dank zij het feit dat Amsterdam ruim twintig kilometer
landinwaarts ligt, kent Sail een ouverture en een finale die zich
afspelen op de waterweg die de hoofdstad met de Noordzee
verbindt. Dat is het Noordzeekanaal. Officieel in gebruik geno
men op 1 november 1876. Sinds de eerste Sail-manifestatie in
1980 worden de noord- en de zuidoever over vrijwel de gehele
lengte door het publiek benut om het maritieme spektakel aan
zich voorbij te zien trekken.
Door Eli Vlessing
De aanleg van het 23,7 kilometer
lange kanaal werd omstreeks het
midden van de vorige eeuw gezien
als de enige oplossing om te
voorkomen dat Amsterdam zou
vevallen tot een dode stad. Door de
schaalvergroting van de schepen
die hun handelswaar af- en
aanvoerden was de route via de
Zuiderzee al veel eerder
weggevallen. Het Noordhollandsch
Kanaal (1825) had slechts tydelyk
uitkomst gebracht.
Voor een directe verbinding van de
Noordzee behoefde slechts het
duingebied van Noord-
Kennemerland, bekend als
'Holland op z'n smalst', te worden
doorstoken. Op minder dan acht
kilometer landinwaarts bevonden
zich De Wijkermeer en Het IJ die
via Amsterdam in open verbinding
stonden met de Zuiderzee.
Oud idee
Het idee, waarvoor op 8 maart 1865
de eerste spade in de grond werd
gestoken, was overigens niet nieuw.
Reeds in 1634 was het plan
geopperd door de
waterbouwkundige Jan Dou die de
doorgraving als mogelijkheid zag
vooreen afwateringskanaal. In 1772
kwam de mogelijkheid weer ter
sprake. Het werd toen
onuitvoerbaar geacht omdat Het IJ
ten oosten van Amsterdam dan
diende te worden afgedamd. In 1824
werd diezelfde afdamming echter
als een voordeel ervaren. Die
afsluiting zou een einde maken aan
het voortdurend dichtslibben van
de haven.
De noodzaak van een directe
verbinding met de Noordzee in
westwaartse richting werd niet
door iedereen gedeeld. Jarenlang
was het een twistpunt tussen voor-
en tegenstanders. Maar de cijfers
bewezen de noodzaak. In 1852
deden nog 2121 zeeschepen de
haven van Amsterdam aan. In 1875,
een jaar voor de officiële opening
van het Noordzeekanaal, was dat
aantal gedaald tot 1054. En geregeld
kwam het voor dat schepen
vanwege hun afmetingen in
Nieuwediep bleven steken.
De bouw van het kanaal en al de
daarbij behorende kunstwerken is
een verhaal apart. De
Amsterdamsche Kanaal
Maatschappij (AKM), het Rijk
gemeente Amsterdam waren het
voortdurend oneens ove miuuii
technische problemen. Maar ook de geweld
benodigde financiën gaven veel
kopzorgen. Aanvankelijk was
berekend dat het werk voor 18
miljoen gulden kon worden
opgeleverd. Inschrijving op de
aandelen van de AKM leverde
echter minder dan 8 mihoen op.
Wonder
Hei Noordzeekanaal
loper.
het ook de rode welkomstloper voor de Sail-
haven bezocht herstelde zich snel.
Van 1090 in 1876 naar 1525 een jaar
ondanks alle ruzies het kanaal op 1
november 1876 in gebruik kon vv«v v
ae worden genomen. Dat ging gepaard later. In 1899 werd de
met de nodige festiviteiten. Koning tweeduizendgrens overschreden.
Willem I passeerde, onder het
geweld van 101 saluutschoten, aan
boord van de Stad Breda het
sluizencomplex. Amsterdam vierde
in het Paleis voor Volksvlijt een 4.480 in 1950. In 1989 bedroeg het
uitbundig feest dat werd afgesloten aantal zeeschepen dat de haven
met een groots vuurwerk.
Niet minder dan 2.024 zeeschepen
werden in dat jaar geregisteerd.
Hun aantal bleef groeien; 2.288 In
1910, 3.041 in 1923, 3.935 in 1930,
De openstelling van het kanaal
bleek al direct een positieve
uitwerking te hebben. Het aantal
Eigenlijk is het nog een wonder dat schepen dat de Amsterdamse
Amsterdam aandeed 4.157.
Door de jaren heen bleef het
noodzakelijk het kanaal aan te
passen aan zich steeds weer
wijzigende omstandigheden. Zowel
het dwarsprofiel als de diepte
moesten herhaaldelijk worden
aangepast aan de schaalvergroting
van de scheepvaart. Met de bouw
van de Velsertunnel (1957) kwam
daarin verandering. Het
tunnelprofiel ligt als een drempel
op 15,50 meter onder het
wateroppervlak. Schepen die
dieper steken moeten om die reden
in IJmuiden gedeeltelijk worden
gelost alvorens te kunnen
doorvaren. Overigens betekent ook
de afmeting van de Noordersluis
scheepvaartverkeer.
Spoelbak
Naast zijn belangrijke functie voor
het scheepvaartverkeer voor de
haven van Amsterdam en de
overige havens van het gebied,
fungeert het Noordzeekanaal als de
spoelbak voor het grootste deel van
Nederland. Het overtollige
hemelwater uit een gebied dat zich
uitstrekt van Den Helder tot
UC oinicuiig va.. U. „O,™ Wageningen en van Den Haag tot en
(400 x 50 x 15 meter) een beperking
i de doorgang van het
ADVERTENTIE
Noordzeekanaal geloosd op de
Noordzee. Het gaat daarbij om
honderden mi^oenen kubieke
meters water per jaar. Dank zy het
Noordzeekanaal houdt een groot
deel van Nederland droge voeten.
Een minder gunstige invloed heeft
de aanwezigheid van het kanaal als
barrière voor het wegverkeer
tussen Noord- en Zuid-
Kennemerland. De dagelijkse
filevorming op de spitsuren vormt
een verschijnsel waar
weggebruikers mee moeten leren
leven. Zo heeft het Noordzeekanaal
a, zijn eigen plaats gekregen in onze
In de Burgerzaal van het stadhuis, m de filialen van de bibliotheek en in samenleving Als belangrijke
de dienstencentra van de gemeente Velsen zijn deze hele maand exposities scheepvaartroute, als spoelbak van
ingericht rond het thema zeevaart. De zeevaart komt op allerlei mogelijke Nederland als 'drempel' voor het
n bod Modelboten, foto's en schilderyen, schepen in flessen, wegverkeer en sinds 1980 eenmaal
Een verzameling schilderyen van zeventiende-eeuwse zeilschepen uit de
Sovjetunie vormt de topper van de maritieme expositie 'Landrotten en
Zeebenen' in Velsen. Het is de eerste maal dat een dergelijke verzameling,
in bezit van de Russische scheepvaartorganisatie Sudo, in het Westen is te
AMSTERDAM (ANP) -
Scheepsmodellen, prenten,
kijkers, kompassen,
sextanten, stuurwielen en
vele andere nautische
artikelen worden op 12
augustus aan de man
gebracht tijdens 's werelds
eerste veiling aan boord
van een schip, de
driemaster Sanne Sophie.
De ongewone verkoop is
een initiatief van Glerum
c.s. Kunst-en
Antiekveilingen en valt
samen met het nautische
evenement Sail.
Het klapstuk van de
varende veiling vormt een
schaalmodel van een Frans
oorlogsschip van 175
centimeter lang met een
taxatiewaarde van 50.000
gulden. Een zeldzaam
octant, in 1780 in Glasgow
gemaakt voor John
Stevenson, zal naar
verwachting rond 8.000
gulden opbrengen.
Daarnaast komt er een
negentiende eeuws ivoren
Neptunus scheermes van
een halve meter lengte
onder de hamer, dat werd
gebruikt voor de
traditionele behandeling
van zeevarenden die voor
het eerst de evenaar
passeerden.
De kijkdagen voor de
veiling: vrijdag 3 augustus,
maandag 6 tot en met
zaterdag 11 augustus en
zondag 12 augustus in het
Gemeentearchief aan de
Amsteldijk in Amsterdam.
Daar wordt tevens de
tentoonstelling
Amsterdam zeilt
gehouden.
boeken en muziek over de zee, scheepsinstrumenten en zelfs geborduurde per vijfjaar, als rode welkómstloper
voorstellingen van schepen zijn te zien.
r de Sail-schepen.