Nieuwe Christus of moordenaar De wereld heeft de aarde achter zich gelaten Dokter Dunning vertelt Gellhorn: ellende om jaloers op te worden Van Eeden-biograaf Jan Fontijn gedreven door afkeer John Berger over dreigende eliminatie Franse boerengemeenschap DONDERDAG 12 JULI 1990 PAGINA 9 Dc schrijver Frederik van Eeden (1860-1932) wordt nu eens beschouwd als een en gel, dan weer als een dui vel.^ Sommigen zien hem als een scherpzinnige weldoener, anderen her kennen in hem een boos aardige ijdeltuit. De ene keer wordt met zijn werk gedweept, de volgende maal maakt men het bela chelijk. Voor biograaf Jan Fontijn is Van Eeden in ie der geval de "ideale held". Onlangs verscheen 'Twee spalt', het eerste deel van Fontijns Van Eeden-bio- grafie. Het is een boek dat vele vragen oproept. Was Van Eeden nu de Nieuwe Christus of misschien wel een sluwe moordenaar? Van weinig schrijvers is zoveel do cumentatie bewaard gebleven als van Van Eeden. Natuurlijk zijn vooral zijn dagboeken een belang rijke bron van informatie. Het moet kortom een dankbare taak voor Jan Fontein zijn geweest de biografie van Van Eeden te schrijven. De te genstrijdige opinies die over hem bestaan, zijn veelzijdigheid, het vele beschikbare materiaal - met betrek kelijk geringe moeite zal men over deze figuur een fascinerend boek kunnen maken. Jan Fontijn heeft in Tweespalt de verwachtingen volledig waarge maakt. Deze biografie - die toch ook als proefschrift diende - laat zich le zen als een opwindend verhaal. Het relaas breekt af in 1900, Van Eeden heeft dar. nog ruim dertig jaar te le ven. Naar zeggen van de biograaf begint bij de schrijver in 1901 een nieuwe levensfase die zo'n breuk aanvaardbaar maakt. Fontijn hoopt "in de nabije toekomst" een tweede deel te publiceren. Laat hem daar maar niet te lang mee wachten. De meeste biografen zijn geneigd hun onderwerp met eerbied te beje genen. Deze biografie heeft echter onmiskenbaar een wrevelige onder toon. De schrijver vond in het ka rakter van Van Eeden nogal wat dat hem niet aanstond. De kritiek komt ar voornamelijk op neer dat Van Eeden graag als een bijzonder edel mens wilde overkomen, maar in werkelijkheid niet al te edelmoedig was. Fontijn beticht hem ervan slechts goede daden te verrichten, opdat de buitenwacht hem zou prij zen. Een open brief aan de tsaar over het lot van politieke gevange nen is opgesteld "alsof hij de lezer wil doen beseffen hoe groot zijn so ciaal gevoel is". Hij raakt in moei lijkheden met Willem Kloos, maar biedt deze even later toch hulp aan. Volgens Fontijn met het oogmerk om te laten zien "hoe voortreffelijk hij was in moreel opzicht". In Parijs helpt hij een verslaafde prostituée. Haar dankbrieven koestert hij, want "het moet voor hem een groot genoegen geweest zijn dat zijn rid derlijkheid daar zwart op wit gere gistreerd stond." De auteur van Tweespalt gaat zo ver te opperen dat Van Eeden de in druk wilde wekken dat hij een nieu we Christus was. De meest onvrien delijke suggestie klinkt echter in de epiloog door. Na bijna drie jaar ge trouwd te zijn met Martha van Vlo ten, werd Van Eeden verliefd op Betsy van Hoogstraten. Een paar jaar nadien overleed geheel onver wacht de echtgenoot van Betsy. "De Groote Nacht", zo noemt de schrijver in zijn journaal de nacht dat de man stierf. Ook heeft hij het over "de grootste tijd van mijn le ven". Veel later noteert hij gekweld te worden door herinneringen aan een vreselijke daad. Tussen de re gels door maakt Fontijn duidelijk het niet uit te sluiten dat de man die zo graag een heilige wilde wezen, misschien wel een moordenaar was. Ambivalentie In de verantwoording heet het over Van Eedens persoonlijkheid dat de ze "vaak geen kern leek te hebben". Fontijn meent dat veel biografen zich niet weten los te maken van de mythe dat een persoon als een ge structureerd geheel voorgesteld zou kunnen worden. Maar is hij zelf wel aan deze mythe ontsnapt? In de En gelse samenvatting die het boek be sluit lezen we namelijk dat "ambi valence" het "Leitmotiv of Volume One of this Van Eeden biography" zou zijn. Dat is juist. Ambivalentie dient in deze studie als een tover woord, als een begrip dat eenheid in Van Eedens bestaan moet brengen. Rond zijn zestiende jaar kwam bij Van Eeden voor het eerst "een kwellende vorm van ambivalentie, die hij zijn gehele leven zou behou den" aan het licht. In zijn studen tentijd te Amsterdam blijkt hij am bivalent "ten aanzien van de grote stad". Hij staat ambivalent tegen over zijn medicijnenstudie. Prosti tutie was voor hem "fascinerend en afschrikwekkend tegelijkertijd". Hij had gemengde gevoelens ten aanzien van de Tachtigers. Ambiva lentie zou aanvankelijk ook zijn op vattingen over occultisme bepaald hebben. Drang tot naastenliefde gaat samen met afkeer van de mens heid, lezen we wat later. Zijn hang naar luxe was even groot als zijn streven naar een sober bestaan. Het boek 'Van de koele meren des doods' zou sterk van ambivalentie getuigen. Ja, de hele tijdgeest van rond 1900 staat - als we dit boek mo gen geloven - in het teken van ambi valentie. De tweespalt is door Fon tijn als een rooster over de werke lijkheid gelegd. Het woord moet een verband leggen dat er lang niet altijd is. Dat neemt niet weg dat Fontijn een uitstekende biografie schreef, waarin op zeer veel aspecten van Van Eedens leven een helder licht wordt geworpen. Op een handige manier ontwijkt de auteur het diep in te gaan op de vroegste jeugd. Maar hij zegt wel veel over de mid delbare schooltijd en over de stu dentenjaren. Ook het liefdeleven krijgt ruime aandacht. Zo is daar de romantische relatie met Henriette Ortt die hem uiteindelijk afwees. Men kan zich voorstellen dat hij de ze jeugdliefde nooit heeft kunnen vergeten. Maar er is geen begrip voor op te brengen dat hij haar, ook toen hij al een oude man was, hefti ge verwijten bleef maken. Onverho len dreigde hij met wraak: "Je moet niet verbaasd zijn als je je karakter in een of andere geschiedenis ziet opduiken". En zo geschiedde. Geneesheer Vijanden maken was een kunst die Van Eeden tot in de perfectie ver stond. Dat is goed te merken in de omgang met zijn literaire kennis sen. Hij stelde zich tegenover hen meer dan eens als zedenmeester op. Pijnlijk was de Lieven Nijland-af- faire. Onder pseudoniem schreef hij een ongunstig stuk over zichzelf, om te zien hoe zijn bentgenoten zouden reageren. Fontijn stelt zelfs de vraag of Van Eeden er in 1894 moedwillig op uit is geweest het tijdschrift van de Tachtigers De Nieuwe Gids "in de soep" te laten lopen. Als medicus belandde hij al spoe dig in twijfelachtige sferen. Hypno se was volgens hem een waardevol le therapie. Een tijdlang gedroeg hij zich als een kwakzalver. Het spiri tisme sprak hem aan. Hij werd vege tariër. Als anderen hun "vleselijke lusten" botvierden, maakte hij zich kwaad. Niets beviel hem beter dan lijden. Hij begon zich een profeet te wanen. In dit boek wordt hij iro nisch afgeschilderd als een "ge neesheer van de zieke maatschap pij". Bekend is zijn kolonie Walden, waar hij op kosten van zijn bejaarde moeder een paradijs wilde stichten. Natuurlijk moest het plan rampza lig aflopen, laat Fontijn weten. Nee, deze biograaf wordt meer door af keer dan door bewondering gedre ven. Ambivalentie kan hém in geen geval verweten worden. HANS WARREN Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901, door Jan Fontijn. Uitg. Querido. 65, De Britse schrijver, schilder en marxistisch kunstcriticus John Berger (1926) woont sinds 1972, toen hij met zijn roman 'G' de Book- erprize won, in een dorp in de Haute Savoie. Daar, aan de voet van de Franse Alpen, is hij als nieuwbak ken boer steeds minder een vreem deling geworden. Maar een échte kleine boer onder de kleine boeren wordt hij nooit. Het dorp is al eeu wen 'het middelpunt van de wereld' en Berger heeft er domweg een te korte geschiedenis. Maar wat de boeren daar uitdragen, zegt Berger wel luid en duidelijk: 'voor het jaar 2000 zijn wij als klasse geëlimi neerd'. In de dit jaar voltooide trilogie 'De vrucht van hun arbeid' (een dubbelzinnige verwijzing naar Jo hannes 4:38) roept hij aan de hand van tientallen personages het toen, nu en straks op van een niet eens exotische (boeren)gemeenschap die met haar zeden en wereldbe schouwing op punt van verdwijnen staat. Van de trilogie is alleen het derde deel 'Lilac and Flag' nog niet in het Nederlands vertaald. De twee ande re delen beide verhalenbundels kwamen hier al wel uit, vreemd genoeg in de verkeerde volgorde. In 1988 verscheen 'Ver weg in Europa', het tweede deel, pas onlangs ge volgd door deel één: 'Het varken aarde'. De personages (zowel men sen als dieren) zijn van een kracht die soms bijna mythologisch is. Streven en mislukken, leven en Ze hebben echt wat je noemt een 'plek', de mannen, vrouwen en die ren van het dorp, omdat hun voor ouders daar een plek hadden. De veranderingen komen er langzaam, door een fundamenteel ongeloof in De Vooruitgang. En dus is de ge schiedenis er alom tegenwoordig. Een rots herinnert iedereen aan het meisje dat daar in 1833 te pletter viel. Dat moment is nauwelijks ver der weg dan de oorlog. Bij het zoe ken naar een verstopte waterbron kom je de grote afdeksteen tegen die een dorpeling daar ooit heeft neergelegd. Een houten wijnpers uit 1802 is nog steeds een wijnpers en geen 'an tiek'. De dieren hebben namen en als het oude paard naar het slacht huis is gebracht, krijgt het nieuwe paard de naam van het oude. Het bewerken van het land en de zorg voor het vee zijn cyclisch van aard. En dus is elke gang met paard en wagen of schapen naar de weiden een herinnering aan al die andere keren; net als de jaarlijkse slacht van het varken. Kortom: wat ge beurd is, gebeurt nog steeds een beetje. De dood betekent rouw, maar dwingt ook tot snel, prozaïsch han delen om het leven dat doorgaat te overleven. Als de vrouw des huizes overlijdt, koopt de weduwnaar de dag na de begrafenis een melkma chine. De ondoorgrondelijke, inti- gemaakt met van het dagelijkse le- miderende natuur wordt, tastbaar Dat de boeken in omgekeerde volgorde zijn uitgebracht is alleen al merkwaardig omdat in 'Het varken aarde' (het als tweede verschenen deel I dus) twee essays staan die zonder meer zijn bedoeld als toe lichting, zoniet inleiding, op de trilogie. Een 'good old' toelichting, jazeker. Berger heeft niet de behoef te lezers naar zijn bedoelingen te la ten raden. Hij is, zoals hij schrijft in 'Historisch nawoord', als de dood dat zijn trilogie wordt aangezien voor 'het zuivere amusement waar toe de literatuur grotendeels is ver worden'. Dat gevaar ligt overigens wel de gelijk op de loer. Want de verhalen zijn vrijwel zonder uitzondering ontroerend en virtuoos geschreven. Ook ontbreekt in de vertellingen de polemische toon die Berger in 'His torisch nawoord' wel aanslaat. Ze zijn realistisch en. zonder dat het opvalt, vol begrip. Aan een ander gevaar ontkomt Berger op eigen kracht. Dat gevaar is de valse nostalgie: bloed en bodem-bier uit Limburg of bloed en bodem-choco laderepen uit Zwitserland. Dat soort leugens vertelt Berger niet. Het leven van de kleine boeren wordt in de verhalen op geen enkele manier geromantiseerd of gepropa geerd. Dat zou naïef zijn, weet ook Berger. Omdat het leven van de laatste kleine boeren ('de overleven- i geleende metaforen. 'Hij heeft den') geen idylle is en omdat hun rol sociaal-economisch allang is uitge speeld. Zo gaan die dingen. Bergers doel is veeleer een leegte te schet sen in de stedelijke consumptie maatschappij; een gemis aan 'plek', aan 'geschiedenis', aan 'continuï teit'. Een gemis ook aan een werkelijk directe en diepe confrontatie met wat er op aarde écht toe doet. Het is een gemis dat door het verdwijnen van de wereldbeschouwing van de ze boeren in een flits, maar daarbij in volle omvang, wordt belicht. In de woorden van de oude boer Mar cel: 'De wereld heeft de aarde achter zich gelaten.' Berger lijkt daar aan toe te voegen: en er een enorme, ge vaarlijke oppervlakkigheid voor te ruggevonden. De trilogie is dus vooral in die zin een bezinning op een 'dreigende historische eliminatie'. Ik vind die missie van Berger groots, temeer daar zijn verhalen ook nog eens een keer 'grootser' zijn dan zijn bedoe lingen alleen. De boeren in het dorp, die hem maar een matige boer vin den, hebben dat in ieder geval er kend. In het plaatselijke souvenir- winkeltje staan Bergers boeken. Tussen de mini-koeiebellen en op- windbare marmotten. GERTJAN VAN SCHOONHOVEN 'Het varken aarde', John Berger. Ver taling: Sjaak Commandeur. Uitg. De Bezige Bij./37,50. Bij dezelfde uitge ver verscheen 'Ver weg in Europa' en verschijnt volgend voorjaar de verta ling van 'Lilac and Flag'. Onsmakelijkheden rond middernacht De Amerikaanse schrijver Dean R. Koontz wordt in zijn werk niet be lemmerd door de grenzen van de werkelijkheid. Hij glijdt daar onbe kommerd overheen en jongleert naar hartelust met allerlei mogelij ke en onmogelijke onnatuurlijke verschijnselen. Dat deed hij al in zijn drie voorgaande verhalen on der meer in 'Motel van de angst' en 'Weerlicht' en dat doet hij nu weer in zijn jongste boek 'Midder nacht'. Maar het gaat bij Koontz net als bij Stephen King, de ongekroonde koning van het Amerikaanse grie zelgenre. Zette hij in zijn eerste boe ken nog maar enkele schuchtere stappen over de grens van de reali teit, daarna is hij allengs driester ge worden. Zijn verhalen kwamen steeds verder van de realiteit af te staan. Met als bijkomstigheid dat de finesses van de beschreven onna tuurlijke vertoningen alsmaar on smakelijker werden. Een lijn die ook in 'Middernachtwerd doorge trokken. Opnieuw vormt een klein idyl lisch Amerikaans stadje met de romantische naam Moonlight Cove het decor voor een lange reeks van gruwelijkheden. Heel simpel samengevat worden die veroor zaakt door een op hol geslagen ge niale computerfanaat, die de Nieu we mens wil creëren. Een geheel door de computer geprogrammeerd wezen dat leeft zonder een enkel ge voel of emotie. Helaas zaten er nogal wat fouten in de berekeningen van het genie. Zijn creaties degenereren al te ge makkelijk en worden vreemde we zens met glanzend gele ogen, die snauwende, sissende geluiden ma ken, zich bewegen als dieren en ja gen op...bloed. Of hun vingertop pen versmelten met de bedrading van de hun dirigerende computers, waardoor ze volledig één worden met de machine. Hun ogen worden vervangen door toetsen. En met het opsommen van bijzonderheden zouden we nog wel even kunnen doorgaan. Slechts een viertal mensen in het stadje kan ontkomen aan die zoge naamde transformatie. Maar hun le ven wordt ernstig bedreigd door het steeds groeiende leger van ont spoorde gedegenereerden. Omdat alle verbindingen van Moonlight Cove met de buitenwereld zijn ver broken kan dat kwartet 'normalen een gedesillusioneerde FBI-agent, een knappe actrice, een jong meisje die haar ouders zag degenereren en een aan de rolstoel gekluisterde oor logsinvalide uit Vietnam ook geen hulp van buiten inroepen. Ze moe ten op eigen houtje aan die griezels zien te ontkomen. Eigenlijk jammer dat Dean R. Koontz zichzelf niet wat heeft kun nen afremmen bij de beschrijving van de onsmakelijke details van het gruwelijke lot dat een groot aantal personen in zijn verhaal moet on dergaan. Ik vind het een dissonant in zijn van opzet zo sterk verhaal. Dat hij computergekte tot in het absurde laat doorlopen is een vrij heid die hij mag nemen. Dat hij daar een heel dorp slachtoffer van laat worden, ook uitstekend. Hij plaatst als tegenwicht een kwartet prachtig uiteenlopende typen bij elkaar. Vooral de invalide oorlogsveteraan met zijn hond vormt een kostelijk duo. Het had een spannend en boei end verhaal kunnen opleveren als de aandacht niet zo sterk was afge leid door de vele bloeddorstige, smoezelige en modderige details. KOOS POST 'Middernacht', Dean R. Koontz. Uitg. Luitingh. 34,90. Het komt zelden meer voor dat de publicist van een artikel of een boek zijn auteursnaam vooraf laat gaan door zijn academische titel. Niet prof.dr. Van het Reve schreef de ge schiedenis van de Russische litera tuur maar Karei van het Reve, en niet prof.dr. Anbeek de geschiede nis van de Nederlandse literatuur maar Ton Anbeek. In beide gevallen zou het gebruik van de titel niet misstaan hebben want Van het Reve is slavist van studie en Anbeek neerlandicus, en wij lezers willen graag worden voor gelicht door mensen met een dege lijke opleiding. Zo'n titel geeft hou vast, hopen we. Indien de geleerde tenminste praat of schrijft over een vakonderwerp. De mode wil het an ders. Je schrikt even wanneer je ziet dat het boek 'Uitersten. Beschou wingen over menselijk gedrag' is geschreven door dr. A. J. Dunning. Waarom die doctorstitel? Dunning, zo leert ons de tekst op de achter kant van het boek, is hoogleraar in de cardiologie aan de Universiteit van Amsterdam, geen socioloog, geen historicus, en zijn veertien es says hebben niet de bedoeling bij te dragen aan de door hem beoefende wetenschap. Jeanne d'Arc, Freud, Mahler, Maria-verering, ketters, kannibalisme, Braille, Verlaine, Baudelaire; allerlei mensen en on derwerpen worden behandeld; een socioloog of historicus zou zich over de keuze van onderwerpen niet hoe ven te schamen. Toch heeft het zin dat Dunning zijn titel gebruikt. Ik lees overigens liever 'dokter' dan 'doctor'. Hoe veelzijdig, erudiet, gretig, kunstzin nig, wijsgerig Dunning ook is, hij wil duidelijk medicus zijn. Hier is een arts aan het woord, daarover laat hij geen twijfel bestaan. Met doktersblik worden de verschijnse len bekeken. Met een "ouderwetse" doktersblik? Dunning is per se geen technocraat, geen specialist die zich bij zijn stiel houdt. Hij karakteri- seert zijn bundel als "een korte bio medische, beschrijvende catalogus van bekende specimina van harts tochtelijk gedrag, bedoeld tot lering en vermaak beide en de lezer moet niet rekenen op moraal of explica tie", en doet zijn werk daarmee te kort. Middeleeuwen de Katharen werden behandeld, hij heeft medelijden met de heilige Catherina van Siena, hij toont iets van minachting voor de Franse decadenten die in onech te paradijzen leefden en hij glim lacht bij het vertellen over het "con sult" dat Gustav Mahler bij Freud onderging, op een wandeling door Leiden. Moralistisch is hij niet en evenmin geeft hij verklaringen. Sigmund Freud gaf componist Gustav Mahler i deling geestelijke bijstand. Maar hij voelt zich betrokken bij de gebeurtenissen, hij is verbaasd, ge schokt en hij heeft veel gevoel voor humor. De bundel is verdeeld in vier hoofdstukken. In het eerste gaat het over het hart, als symbool en als or gaan. Er wordt in verteld over Jean ne d'Arc en Gilles de Rai, en ook over het 'soldatenhart' uit de Eerste Wereldoorlog. De leek leest tot zijn verbazing: "Het hart was in 1912, bij de voltooiing van de Sacré Coeur, beter voorstelbaar in religie en sen timent, dan in de geneeskunde van alle dag". Zulk soort opmerkingen alleen al maken de lektuur boeiend. In het tweede hoofdstuk wordt het gebruik van het mes behandeld. En hoe gevarieerd! De maagd Cor- day stak Marat dood met een keu kenmes, dat is het eerste essay. Volgt een uiteenzetting over de ont leedkunde en de lugubere lijkenro vers van vroeger. In een derde stuk wordt gesneden tot behoud van de mannelijke potentie. In het vierde tot behoud van de sopraanstemmen van jongetjes. Dit essay, "Viva il co- tello. Het offer van de mannelijk heid voor de Italiaanse opera" is een van de aardigste van het boek. In het derde deel gaat het om "ui tersten met God en gebod": de maagdelijke geboorte, de ketters, Anorexia religiosa. In het vierde worden het menseneten, de ontwik keling van het blindenschrift en de rol van opium en absinth bij het ma ken van duivelsverzen behandeld. Dunning componeert zijn stuk ken met zorgvuldige avontuurlijk heid, en houdt van dramatische scè nes. Zijn boek is uitstekend inge richt. Erg mooi schrijft hij niet. Bij voorbeeld: "Grootgebracht in een weversgezin in Siena werd ze ge boren kort voor Zulke slordig heden zouden moeten zijn gecorri geerd. Zij hinderen niet wezenlijk. ALFRED KOSSMANN Uitersten. Beschouwingen over men selijk gedrag, dr. A.J. Dunning. Uitg. Mculenhoff, 34,50. Martha Gellhorn is al even onder weg door het onherbergzame land schap van Kenya en Oeganda als ze doorkrijgt dat de Afrikaan die haar moet begeleiden helemaal niets kan. De 23-jarige Joshua uit Nairobi is nog te belazerd om uit de Landrover te stappen als het regent, 's Avonds blijft hij liever binnen, op z'n door Gellhorn betaalde hotelka mer. En net als de Amerikaanse die hij begeleidt, weet hij absoluut niet wat te doen als ze samen oog in oog staan met een leeuw. Geen wonder dat Gellhorn hem bij de eerste de beste gelegenheid terugstuurt naar het 'veilige' Nairobi. De trektocht met Joshua is een van de voorvallen waarover Martha Gellhorn schrijft in de zojuist in het Nederlands vertaalde bundel Rei zen met mijzelf en anderen. Gell horn was jarenlang oorlogscorres pondente voor verschillende Ame rikaanse bladen. Over de ervarin gen die ze aan de diverse fronten op deed, verscheen eerder het opmer kelijke boek Het gezicht van de oor log. Gellhorn was op slag beroemd. De inhoud van Reizen met mijzelf en anderen wijkt nogal af van wat Gellhorn eerder liet zien. Hoewel ze ook nu een bezoek brengt aan het front (in het China van begin jaren veertig), ligt de nadruk in de nieuwe reeks verhalen meer op haar eigen ervaringen. Met enige regelmaat laat ze doorschemeren zich het liefst te bevinden in een comforta bel hotelletje met schone lakens. Tegelijkertijd echter heeft ze er 'n handje van om in de goorste pen sionnetjes op de meest afgelegen plaatsen terecht te komen. Of dat gebeurt voor haar werk, zoals in China of in het Caraïbisch gebied, of privé, zoals op haar trek tocht door Afrika, maakt voor haar verhalen niet veel uit. "Hoe afschu welijk de vorige reis ook was, we ge ven de hoop niet op dat de volgende t-eis beter zal zijn - God mag weten waarom", waarschuwt Gellhorn al meteen in de inleiding. Prompt volgt een reeks avonturen, waarbij uitputting, viezigheid en ellende een hoofdrol spelen. In Oost-Afrika blijken de mensen nogal eens te stinken, in China en de Sovjetunie doen ze alles behalve je verder hel pen en in het Caraïbisch gebied wordt het leven beheerst door de immer dreigende orkaan. Ook al is Gellhorn een Amerikaanse, de Amerikaanse ambassade blijkt maar zelden hulpvaardig. "En zo snel klop ik toch niet aan", schrijft Toch bieden de verhalen in Rei zen met mijzelf en anderen interes sant leesvoer. Gellhorn kan de el lende, als het moet, goed relativeren en aarzelt niet soms controversiële of kritische conclusies te trekken. Bovendien geeft ze een aardig over zicht van de levensomstandigheden in een aantal gebieden zonder dat ze daarbij al te egoïstisch overkomt. Uiteindelijk kun je toch niet anders dan jaloers zijn op wat Gellhorn al lemaal meemaakt. Wat dat betreft is het zonde dat we twaalf jaar hebben moeten wachten op de Nederlandse verta ling van de bundel. Tegelijk biedt de uitgever hoop, want de vertaling van Gellhorns derde bundel The View from the Ground verschijnt dit najaar. JEROEN DIRKS Reizen met mijzelf en anderen, Martha Gellhorn. Uitg. Amber, 39,90. Nieuwe Uitgaven De jongen die ik was, Tobias Wolff. Het autobiografische verhaal van Tobias Wolffs jeugd in Amerika. Toby is door echtscheiding van zijn vader en broer ge scheiden en trekt op met zijn moeder, met wie hij een bijna telepathische rela tie heeft. Uitg. Bert Bakker, ƒ34,90. Gifpijlen. Een reis door Nieuw-Gui- nea, George Monbiot. Schrijver, van ori gine bioloog, kwam via zijn werk voor de BBC op het spoor van de verdelging en vervolging van Papoea's door Indonesië in het voormalig Nederlands Nieuw-Gui- nea. Een aanklacht. Uitg. De Arbeiders pers. 49,90. De dood van Methusalem, Isaac Bashe- vis Singer. Verhalenbundel waarin won derdoeners, mystici en demonen het de cor vormen. Uitg. De Arbeiderspers. 19,90. Nog steeds getrouwd, verhalen en brie ven, Garrison Keillor. Vertellingen over liefdes en licht satirische stukken over de Amerikaanse politiek van de bekende auteur van 'Lake Wobegon'. Veen, uitge vers. 19,90. moordenaar in Norfolk. De 'dichterlijke' inspecteur Dalgliesh helpt de plaatselij ke recherche. Uit. De Boekerij, ƒ29,90. Amerikaanse Whiskey, Andrzej Szczy- piorski. Verhalen die een doorsnede ge ven van de Poolse samenleving. Uitg. Amber, 34,50. Italië, Rusland, Midden-Oosten, Indo nesië. Vier boekjes over zeden en ge woonten in deze landen. Uitg. Bzztóh. Prijs per stuk: 9,90. Kinderboeken Het grote boek van Paulus de Boskabou ter. Jean Dulieu. Het bebaarde vriendje van de jeugd beleeft weer nieuwe avon turen met Salomo, Oehoeboeroe en an dere bosbewoners. Uitg. Leopold. 29,90. Het teken van de leeuw, Ann Pilling. Vertaling: Liesbeth Teixeira de Mattos. Voor kinderen vanaf 9 jaar. Uitg. Ploegsma. 26,90. Non-fïction Variaties met groenten, frisse voorge rechten, smakelijke groenteschotels en complete maaltjden. Uitg. Zomer en Keuning Boeken BV. 34,90. Dichters, Denkers, Rebellen, Krug. Es- J.H. Kok BV. 45,00. Als anderen hun vleselijke lusten botvierden, maakte hij zich kwaad. <fo 'Wat gebeurd is, gebeurt nog steeds eeii beetje'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 9