Nieuwe Christus of moordenaar
De wereld heeft de aarde achter zich gelaten
Dokter Dunning vertelt
Gellhorn: ellende om
jaloers op te worden
Van Eeden-biograaf Jan Fontijn gedreven door afkeer
John Berger over dreigende eliminatie Franse boerengemeenschap
DONDERDAG 12 JULI 1990
PAGINA 9
Dc schrijver Frederik van
Eeden (1860-1932) wordt nu
eens beschouwd als een en
gel, dan weer als een dui
vel.^ Sommigen zien hem
als een scherpzinnige
weldoener, anderen her
kennen in hem een boos
aardige ijdeltuit. De ene
keer wordt met zijn werk
gedweept, de volgende
maal maakt men het bela
chelijk. Voor biograaf Jan
Fontijn is Van Eeden in ie
der geval de "ideale held".
Onlangs verscheen 'Twee
spalt', het eerste deel van
Fontijns Van Eeden-bio-
grafie. Het is een boek dat
vele vragen oproept. Was
Van Eeden nu de Nieuwe
Christus of misschien wel
een sluwe moordenaar?
Van weinig schrijvers is zoveel do
cumentatie bewaard gebleven als
van Van Eeden. Natuurlijk zijn
vooral zijn dagboeken een belang
rijke bron van informatie. Het moet
kortom een dankbare taak voor Jan
Fontein zijn geweest de biografie
van Van Eeden te schrijven. De te
genstrijdige opinies die over hem
bestaan, zijn veelzijdigheid, het vele
beschikbare materiaal - met betrek
kelijk geringe moeite zal men over
deze figuur een fascinerend boek
kunnen maken.
Jan Fontijn heeft in Tweespalt de
verwachtingen volledig waarge
maakt. Deze biografie - die toch ook
als proefschrift diende - laat zich le
zen als een opwindend verhaal. Het
relaas breekt af in 1900, Van Eeden
heeft dar. nog ruim dertig jaar te le
ven. Naar zeggen van de biograaf
begint bij de schrijver in 1901 een
nieuwe levensfase die zo'n breuk
aanvaardbaar maakt. Fontijn hoopt
"in de nabije toekomst" een tweede
deel te publiceren. Laat hem daar
maar niet te lang mee wachten.
De meeste biografen zijn geneigd
hun onderwerp met eerbied te beje
genen. Deze biografie heeft echter
onmiskenbaar een wrevelige onder
toon. De schrijver vond in het ka
rakter van Van Eeden nogal wat dat
hem niet aanstond. De kritiek komt
ar voornamelijk op neer dat Van
Eeden graag als een bijzonder edel
mens wilde overkomen, maar in
werkelijkheid niet al te edelmoedig
was. Fontijn beticht hem ervan
slechts goede daden te verrichten,
opdat de buitenwacht hem zou prij
zen. Een open brief aan de tsaar
over het lot van politieke gevange
nen is opgesteld "alsof hij de lezer
wil doen beseffen hoe groot zijn so
ciaal gevoel is". Hij raakt in moei
lijkheden met Willem Kloos, maar
biedt deze even later toch hulp aan.
Volgens Fontijn met het oogmerk
om te laten zien "hoe voortreffelijk
hij was in moreel opzicht". In Parijs
helpt hij een verslaafde prostituée.
Haar dankbrieven koestert hij,
want "het moet voor hem een groot
genoegen geweest zijn dat zijn rid
derlijkheid daar zwart op wit gere
gistreerd stond."
De auteur van Tweespalt gaat zo
ver te opperen dat Van Eeden de in
druk wilde wekken dat hij een nieu
we Christus was. De meest onvrien
delijke suggestie klinkt echter in de
epiloog door. Na bijna drie jaar ge
trouwd te zijn met Martha van Vlo
ten, werd Van Eeden verliefd op
Betsy van Hoogstraten. Een paar
jaar nadien overleed geheel onver
wacht de echtgenoot van Betsy.
"De Groote Nacht", zo noemt de
schrijver in zijn journaal de nacht
dat de man stierf. Ook heeft hij het
over "de grootste tijd van mijn le
ven". Veel later noteert hij gekweld
te worden door herinneringen aan
een vreselijke daad. Tussen de re
gels door maakt Fontijn duidelijk
het niet uit te sluiten dat de man die
zo graag een heilige wilde wezen,
misschien wel een moordenaar was.
Ambivalentie
In de verantwoording heet het over
Van Eedens persoonlijkheid dat de
ze "vaak geen kern leek te hebben".
Fontijn meent dat veel biografen
zich niet weten los te maken van de
mythe dat een persoon als een ge
structureerd geheel voorgesteld zou
kunnen worden. Maar is hij zelf wel
aan deze mythe ontsnapt? In de En
gelse samenvatting die het boek be
sluit lezen we namelijk dat "ambi
valence" het "Leitmotiv of Volume
One of this Van Eeden biography"
zou zijn. Dat is juist. Ambivalentie
dient in deze studie als een tover
woord, als een begrip dat eenheid in
Van Eedens bestaan moet brengen.
Rond zijn zestiende jaar kwam bij
Van Eeden voor het eerst "een
kwellende vorm van ambivalentie,
die hij zijn gehele leven zou behou
den" aan het licht. In zijn studen
tentijd te Amsterdam blijkt hij am
bivalent "ten aanzien van de grote
stad". Hij staat ambivalent tegen
over zijn medicijnenstudie. Prosti
tutie was voor hem "fascinerend en
afschrikwekkend tegelijkertijd".
Hij had gemengde gevoelens ten
aanzien van de Tachtigers. Ambiva
lentie zou aanvankelijk ook zijn op
vattingen over occultisme bepaald
hebben. Drang tot naastenliefde
gaat samen met afkeer van de mens
heid, lezen we wat later. Zijn hang
naar luxe was even groot als zijn
streven naar een sober bestaan. Het
boek 'Van de koele meren des
doods' zou sterk van ambivalentie
getuigen. Ja, de hele tijdgeest van
rond 1900 staat - als we dit boek mo
gen geloven - in het teken van ambi
valentie. De tweespalt is door Fon
tijn als een rooster over de werke
lijkheid gelegd. Het woord moet
een verband leggen dat er lang niet
altijd is.
Dat neemt niet weg dat Fontijn
een uitstekende biografie schreef,
waarin op zeer veel aspecten van
Van Eedens leven een helder licht
wordt geworpen. Op een handige
manier ontwijkt de auteur het diep
in te gaan op de vroegste jeugd.
Maar hij zegt wel veel over de mid
delbare schooltijd en over de stu
dentenjaren. Ook het liefdeleven
krijgt ruime aandacht. Zo is daar de
romantische relatie met Henriette
Ortt die hem uiteindelijk afwees.
Men kan zich voorstellen dat hij de
ze jeugdliefde nooit heeft kunnen
vergeten. Maar er is geen begrip
voor op te brengen dat hij haar, ook
toen hij al een oude man was, hefti
ge verwijten bleef maken. Onverho
len dreigde hij met wraak: "Je moet
niet verbaasd zijn als je je karakter
in een of andere geschiedenis ziet
opduiken". En zo geschiedde.
Geneesheer
Vijanden maken was een kunst die
Van Eeden tot in de perfectie ver
stond. Dat is goed te merken in de
omgang met zijn literaire kennis
sen. Hij stelde zich tegenover hen
meer dan eens als zedenmeester op.
Pijnlijk was de Lieven Nijland-af-
faire. Onder pseudoniem schreef hij
een ongunstig stuk over zichzelf,
om te zien hoe zijn bentgenoten
zouden reageren. Fontijn stelt zelfs
de vraag of Van Eeden er in 1894
moedwillig op uit is geweest het
tijdschrift van de Tachtigers De
Nieuwe Gids "in de soep" te laten
lopen.
Als medicus belandde hij al spoe
dig in twijfelachtige sferen. Hypno
se was volgens hem een waardevol
le therapie. Een tijdlang gedroeg hij
zich als een kwakzalver. Het spiri
tisme sprak hem aan. Hij werd vege
tariër. Als anderen hun "vleselijke
lusten" botvierden, maakte hij zich
kwaad. Niets beviel hem beter dan
lijden. Hij begon zich een profeet te
wanen. In dit boek wordt hij iro
nisch afgeschilderd als een "ge
neesheer van de zieke maatschap
pij". Bekend is zijn kolonie Walden,
waar hij op kosten van zijn bejaarde
moeder een paradijs wilde stichten.
Natuurlijk moest het plan rampza
lig aflopen, laat Fontijn weten. Nee,
deze biograaf wordt meer door af
keer dan door bewondering gedre
ven. Ambivalentie kan hém in geen
geval verweten worden.
HANS WARREN
Tweespalt. Het leven van Frederik van
Eeden tot 1901, door Jan Fontijn. Uitg.
Querido. 65,
De Britse schrijver, schilder en
marxistisch kunstcriticus John
Berger (1926) woont sinds 1972,
toen hij met zijn roman 'G' de Book-
erprize won, in een dorp in de Haute
Savoie. Daar, aan de voet van de
Franse Alpen, is hij als nieuwbak
ken boer steeds minder een vreem
deling geworden. Maar een échte
kleine boer onder de kleine boeren
wordt hij nooit. Het dorp is al eeu
wen 'het middelpunt van de wereld'
en Berger heeft er domweg een te
korte geschiedenis. Maar wat de
boeren daar uitdragen, zegt Berger
wel luid en duidelijk: 'voor het jaar
2000 zijn wij als klasse geëlimi
neerd'.
In de dit jaar voltooide trilogie
'De vrucht van hun arbeid' (een
dubbelzinnige verwijzing naar Jo
hannes 4:38) roept hij aan de hand
van tientallen personages het toen,
nu en straks op van een niet eens
exotische (boeren)gemeenschap
die met haar zeden en wereldbe
schouwing op punt van verdwijnen
staat.
Van de trilogie is alleen het derde
deel 'Lilac and Flag' nog niet in het
Nederlands vertaald. De twee ande
re delen beide verhalenbundels
kwamen hier al wel uit, vreemd
genoeg in de verkeerde volgorde. In
1988 verscheen 'Ver weg in Europa',
het tweede deel, pas onlangs ge
volgd door deel één: 'Het varken
aarde'. De personages (zowel men
sen als dieren) zijn van een kracht
die soms bijna mythologisch is.
Streven en mislukken, leven en
Ze hebben echt wat je noemt een
'plek', de mannen, vrouwen en die
ren van het dorp, omdat hun voor
ouders daar een plek hadden. De
veranderingen komen er langzaam,
door een fundamenteel ongeloof in
De Vooruitgang. En dus is de ge
schiedenis er alom tegenwoordig.
Een rots herinnert iedereen aan het
meisje dat daar in 1833 te pletter
viel. Dat moment is nauwelijks ver
der weg dan de oorlog. Bij het zoe
ken naar een verstopte waterbron
kom je de grote afdeksteen tegen
die een dorpeling daar ooit heeft
neergelegd.
Een houten wijnpers uit 1802 is
nog steeds een wijnpers en geen 'an
tiek'. De dieren hebben namen en
als het oude paard naar het slacht
huis is gebracht, krijgt het nieuwe
paard de naam van het oude. Het
bewerken van het land en de zorg
voor het vee zijn cyclisch van aard.
En dus is elke gang met paard en
wagen of schapen naar de weiden
een herinnering aan al die andere
keren; net als de jaarlijkse slacht
van het varken. Kortom: wat ge
beurd is, gebeurt nog steeds een
beetje.
De dood betekent rouw, maar
dwingt ook tot snel, prozaïsch han
delen om het leven dat doorgaat te
overleven. Als de vrouw des huizes
overlijdt, koopt de weduwnaar de
dag na de begrafenis een melkma
chine. De ondoorgrondelijke, inti- gemaakt met van het dagelijkse le-
miderende natuur wordt, tastbaar
Dat de boeken in omgekeerde
volgorde zijn uitgebracht is alleen al
merkwaardig omdat in 'Het varken
aarde' (het als tweede verschenen
deel I dus) twee essays staan die
zonder meer zijn bedoeld als toe
lichting, zoniet inleiding, op de
trilogie. Een 'good old' toelichting,
jazeker. Berger heeft niet de behoef
te lezers naar zijn bedoelingen te la
ten raden. Hij is, zoals hij schrijft in
'Historisch nawoord', als de dood
dat zijn trilogie wordt aangezien
voor 'het zuivere amusement waar
toe de literatuur grotendeels is ver
worden'.
Dat gevaar ligt overigens wel de
gelijk op de loer. Want de verhalen
zijn vrijwel zonder uitzondering
ontroerend en virtuoos geschreven.
Ook ontbreekt in de vertellingen de
polemische toon die Berger in 'His
torisch nawoord' wel aanslaat. Ze
zijn realistisch en. zonder dat het
opvalt, vol begrip. Aan een ander
gevaar ontkomt Berger op eigen
kracht. Dat gevaar is de valse
nostalgie: bloed en bodem-bier uit
Limburg of bloed en bodem-choco
laderepen uit Zwitserland. Dat
soort leugens vertelt Berger niet.
Het leven van de kleine boeren
wordt in de verhalen op geen enkele
manier geromantiseerd of gepropa
geerd. Dat zou naïef zijn, weet ook
Berger. Omdat het leven van de
laatste kleine boeren ('de overleven-
i geleende metaforen. 'Hij heeft den') geen idylle is en omdat hun rol
sociaal-economisch allang is uitge
speeld. Zo gaan die dingen. Bergers
doel is veeleer een leegte te schet
sen in de stedelijke consumptie
maatschappij; een gemis aan 'plek',
aan 'geschiedenis', aan 'continuï
teit'.
Een gemis ook aan een werkelijk
directe en diepe confrontatie met
wat er op aarde écht toe doet. Het is
een gemis dat door het verdwijnen
van de wereldbeschouwing van de
ze boeren in een flits, maar daarbij
in volle omvang, wordt belicht. In
de woorden van de oude boer Mar
cel: 'De wereld heeft de aarde achter
zich gelaten.' Berger lijkt daar aan
toe te voegen: en er een enorme, ge
vaarlijke oppervlakkigheid voor te
ruggevonden.
De trilogie is dus vooral in die zin
een bezinning op een 'dreigende
historische eliminatie'. Ik vind die
missie van Berger groots, temeer
daar zijn verhalen ook nog eens een
keer 'grootser' zijn dan zijn bedoe
lingen alleen. De boeren in het dorp,
die hem maar een matige boer vin
den, hebben dat in ieder geval er
kend. In het plaatselijke souvenir-
winkeltje staan Bergers boeken.
Tussen de mini-koeiebellen en op-
windbare marmotten.
GERTJAN VAN SCHOONHOVEN
'Het varken aarde', John Berger. Ver
taling: Sjaak Commandeur. Uitg. De
Bezige Bij./37,50. Bij dezelfde uitge
ver verscheen 'Ver weg in Europa' en
verschijnt volgend voorjaar de verta
ling van 'Lilac and Flag'.
Onsmakelijkheden
rond middernacht
De Amerikaanse schrijver Dean R.
Koontz wordt in zijn werk niet be
lemmerd door de grenzen van de
werkelijkheid. Hij glijdt daar onbe
kommerd overheen en jongleert
naar hartelust met allerlei mogelij
ke en onmogelijke onnatuurlijke
verschijnselen. Dat deed hij al in
zijn drie voorgaande verhalen on
der meer in 'Motel van de angst' en
'Weerlicht' en dat doet hij nu
weer in zijn jongste boek 'Midder
nacht'.
Maar het gaat bij Koontz net als
bij Stephen King, de ongekroonde
koning van het Amerikaanse grie
zelgenre. Zette hij in zijn eerste boe
ken nog maar enkele schuchtere
stappen over de grens van de reali
teit, daarna is hij allengs driester ge
worden. Zijn verhalen kwamen
steeds verder van de realiteit af te
staan. Met als bijkomstigheid dat de
finesses van de beschreven onna
tuurlijke vertoningen alsmaar on
smakelijker werden. Een lijn die
ook in 'Middernachtwerd doorge
trokken.
Opnieuw vormt een klein idyl
lisch Amerikaans stadje met de
romantische naam Moonlight Cove
het decor voor een lange reeks
van gruwelijkheden. Heel simpel
samengevat worden die veroor
zaakt door een op hol geslagen ge
niale computerfanaat, die de Nieu
we mens wil creëren. Een geheel
door de computer geprogrammeerd
wezen dat leeft zonder een enkel ge
voel of emotie.
Helaas zaten er nogal wat fouten
in de berekeningen van het genie.
Zijn creaties degenereren al te ge
makkelijk en worden vreemde we
zens met glanzend gele ogen, die
snauwende, sissende geluiden ma
ken, zich bewegen als dieren en ja
gen op...bloed. Of hun vingertop
pen versmelten met de bedrading
van de hun dirigerende computers,
waardoor ze volledig één worden
met de machine. Hun ogen worden
vervangen door toetsen. En met het
opsommen van bijzonderheden
zouden we nog wel even kunnen
doorgaan.
Slechts een viertal mensen in het
stadje kan ontkomen aan die zoge
naamde transformatie. Maar hun le
ven wordt ernstig bedreigd door het
steeds groeiende leger van ont
spoorde gedegenereerden. Omdat
alle verbindingen van Moonlight
Cove met de buitenwereld zijn ver
broken kan dat kwartet 'normalen
een gedesillusioneerde FBI-agent,
een knappe actrice, een jong meisje
die haar ouders zag degenereren en
een aan de rolstoel gekluisterde oor
logsinvalide uit Vietnam ook geen
hulp van buiten inroepen. Ze moe
ten op eigen houtje aan die griezels
zien te ontkomen.
Eigenlijk jammer dat Dean R.
Koontz zichzelf niet wat heeft kun
nen afremmen bij de beschrijving
van de onsmakelijke details van het
gruwelijke lot dat een groot aantal
personen in zijn verhaal moet on
dergaan. Ik vind het een dissonant
in zijn van opzet zo sterk verhaal.
Dat hij computergekte tot in het
absurde laat doorlopen is een vrij
heid die hij mag nemen. Dat hij daar
een heel dorp slachtoffer van laat
worden, ook uitstekend. Hij plaatst
als tegenwicht een kwartet prachtig
uiteenlopende typen bij elkaar.
Vooral de invalide oorlogsveteraan
met zijn hond vormt een kostelijk
duo. Het had een spannend en boei
end verhaal kunnen opleveren als
de aandacht niet zo sterk was afge
leid door de vele bloeddorstige,
smoezelige en modderige details.
KOOS POST
'Middernacht', Dean R. Koontz. Uitg.
Luitingh. 34,90.
Het komt zelden meer voor dat de
publicist van een artikel of een boek
zijn auteursnaam vooraf laat gaan
door zijn academische titel. Niet
prof.dr. Van het Reve schreef de ge
schiedenis van de Russische litera
tuur maar Karei van het Reve, en
niet prof.dr. Anbeek de geschiede
nis van de Nederlandse literatuur
maar Ton Anbeek.
In beide gevallen zou het gebruik
van de titel niet misstaan hebben
want Van het Reve is slavist van
studie en Anbeek neerlandicus, en
wij lezers willen graag worden voor
gelicht door mensen met een dege
lijke opleiding. Zo'n titel geeft hou
vast, hopen we. Indien de geleerde
tenminste praat of schrijft over een
vakonderwerp. De mode wil het an
ders.
Je schrikt even wanneer je ziet
dat het boek 'Uitersten. Beschou
wingen over menselijk gedrag' is
geschreven door dr. A. J. Dunning.
Waarom die doctorstitel? Dunning,
zo leert ons de tekst op de achter
kant van het boek, is hoogleraar in
de cardiologie aan de Universiteit
van Amsterdam, geen socioloog,
geen historicus, en zijn veertien es
says hebben niet de bedoeling bij te
dragen aan de door hem beoefende
wetenschap. Jeanne d'Arc, Freud,
Mahler, Maria-verering, ketters,
kannibalisme, Braille, Verlaine,
Baudelaire; allerlei mensen en on
derwerpen worden behandeld; een
socioloog of historicus zou zich over
de keuze van onderwerpen niet hoe
ven te schamen.
Toch heeft het zin dat Dunning
zijn titel gebruikt. Ik lees overigens
liever 'dokter' dan 'doctor'. Hoe
veelzijdig, erudiet, gretig, kunstzin
nig, wijsgerig Dunning ook is, hij
wil duidelijk medicus zijn. Hier is
een arts aan het woord, daarover
laat hij geen twijfel bestaan. Met
doktersblik worden de verschijnse
len bekeken. Met een "ouderwetse"
doktersblik? Dunning is per se geen
technocraat, geen specialist die zich
bij zijn stiel houdt. Hij karakteri-
seert zijn bundel als "een korte bio
medische, beschrijvende catalogus
van bekende specimina van harts
tochtelijk gedrag, bedoeld tot lering
en vermaak beide en de lezer moet
niet rekenen op moraal of explica
tie", en doet zijn werk daarmee te
kort.
Middeleeuwen de Katharen werden
behandeld, hij heeft medelijden
met de heilige Catherina van Siena,
hij toont iets van minachting voor
de Franse decadenten die in onech
te paradijzen leefden en hij glim
lacht bij het vertellen over het "con
sult" dat Gustav Mahler bij Freud
onderging, op een wandeling door
Leiden. Moralistisch is hij niet en
evenmin geeft hij verklaringen.
Sigmund Freud gaf componist Gustav Mahler i
deling geestelijke bijstand.
Maar hij voelt zich betrokken bij de
gebeurtenissen, hij is verbaasd, ge
schokt en hij heeft veel gevoel voor
humor.
De bundel is verdeeld in vier
hoofdstukken. In het eerste gaat het
over het hart, als symbool en als or
gaan. Er wordt in verteld over Jean
ne d'Arc en Gilles de Rai, en ook
over het 'soldatenhart' uit de Eerste
Wereldoorlog. De leek leest tot zijn
verbazing: "Het hart was in 1912, bij
de voltooiing van de Sacré Coeur,
beter voorstelbaar in religie en sen
timent, dan in de geneeskunde van
alle dag". Zulk soort opmerkingen
alleen al maken de lektuur boeiend.
In het tweede hoofdstuk wordt
het gebruik van het mes behandeld.
En hoe gevarieerd! De maagd Cor-
day stak Marat dood met een keu
kenmes, dat is het eerste essay.
Volgt een uiteenzetting over de ont
leedkunde en de lugubere lijkenro
vers van vroeger. In een derde stuk
wordt gesneden tot behoud van de
mannelijke potentie. In het vierde
tot behoud van de sopraanstemmen
van jongetjes. Dit essay, "Viva il co-
tello. Het offer van de mannelijk
heid voor de Italiaanse opera" is een
van de aardigste van het boek.
In het derde deel gaat het om "ui
tersten met God en gebod": de
maagdelijke geboorte, de ketters,
Anorexia religiosa. In het vierde
worden het menseneten, de ontwik
keling van het blindenschrift en de
rol van opium en absinth bij het ma
ken van duivelsverzen behandeld.
Dunning componeert zijn stuk
ken met zorgvuldige avontuurlijk
heid, en houdt van dramatische scè
nes. Zijn boek is uitstekend inge
richt. Erg mooi schrijft hij niet. Bij
voorbeeld: "Grootgebracht in een
weversgezin in Siena werd ze ge
boren kort voor Zulke slordig
heden zouden moeten zijn gecorri
geerd. Zij hinderen niet wezenlijk.
ALFRED KOSSMANN
Uitersten. Beschouwingen over men
selijk gedrag, dr. A.J. Dunning. Uitg.
Mculenhoff, 34,50.
Martha Gellhorn is al even onder
weg door het onherbergzame land
schap van Kenya en Oeganda als ze
doorkrijgt dat de Afrikaan die haar
moet begeleiden helemaal niets
kan. De 23-jarige Joshua uit Nairobi
is nog te belazerd om uit de
Landrover te stappen als het regent,
's Avonds blijft hij liever binnen, op
z'n door Gellhorn betaalde hotelka
mer. En net als de Amerikaanse die
hij begeleidt, weet hij absoluut niet
wat te doen als ze samen oog in oog
staan met een leeuw. Geen wonder
dat Gellhorn hem bij de eerste de
beste gelegenheid terugstuurt naar
het 'veilige' Nairobi.
De trektocht met Joshua is een
van de voorvallen waarover Martha
Gellhorn schrijft in de zojuist in het
Nederlands vertaalde bundel Rei
zen met mijzelf en anderen. Gell
horn was jarenlang oorlogscorres
pondente voor verschillende Ame
rikaanse bladen. Over de ervarin
gen die ze aan de diverse fronten op
deed, verscheen eerder het opmer
kelijke boek Het gezicht van de oor
log. Gellhorn was op slag beroemd.
De inhoud van Reizen met mijzelf
en anderen wijkt nogal af van wat
Gellhorn eerder liet zien. Hoewel ze
ook nu een bezoek brengt aan het
front (in het China van begin jaren
veertig), ligt de nadruk in de nieuwe
reeks verhalen meer op haar eigen
ervaringen. Met enige regelmaat
laat ze doorschemeren zich het
liefst te bevinden in een comforta
bel hotelletje met schone lakens.
Tegelijkertijd echter heeft ze er 'n
handje van om in de goorste pen
sionnetjes op de meest afgelegen
plaatsen terecht te komen.
Of dat gebeurt voor haar werk,
zoals in China of in het Caraïbisch
gebied, of privé, zoals op haar trek
tocht door Afrika, maakt voor haar
verhalen niet veel uit. "Hoe afschu
welijk de vorige reis ook was, we ge
ven de hoop niet op dat de volgende
t-eis beter zal zijn - God mag weten
waarom", waarschuwt Gellhorn al
meteen in de inleiding. Prompt
volgt een reeks avonturen, waarbij
uitputting, viezigheid en ellende
een hoofdrol spelen. In Oost-Afrika
blijken de mensen nogal eens te
stinken, in China en de Sovjetunie
doen ze alles behalve je verder hel
pen en in het Caraïbisch gebied
wordt het leven beheerst door de
immer dreigende orkaan. Ook al is
Gellhorn een Amerikaanse, de
Amerikaanse ambassade blijkt
maar zelden hulpvaardig. "En zo
snel klop ik toch niet aan", schrijft
Toch bieden de verhalen in Rei
zen met mijzelf en anderen interes
sant leesvoer. Gellhorn kan de el
lende, als het moet, goed relativeren
en aarzelt niet soms controversiële
of kritische conclusies te trekken.
Bovendien geeft ze een aardig over
zicht van de levensomstandigheden
in een aantal gebieden zonder dat ze
daarbij al te egoïstisch overkomt.
Uiteindelijk kun je toch niet anders
dan jaloers zijn op wat Gellhorn al
lemaal meemaakt.
Wat dat betreft is het zonde dat
we twaalf jaar hebben moeten
wachten op de Nederlandse verta
ling van de bundel. Tegelijk biedt
de uitgever hoop, want de vertaling
van Gellhorns derde bundel The
View from the Ground verschijnt dit
najaar.
JEROEN DIRKS
Reizen met mijzelf en anderen, Martha
Gellhorn. Uitg. Amber, 39,90.
Nieuwe Uitgaven
De jongen die ik was, Tobias Wolff. Het
autobiografische verhaal van Tobias
Wolffs jeugd in Amerika. Toby is door
echtscheiding van zijn vader en broer ge
scheiden en trekt op met zijn moeder,
met wie hij een bijna telepathische rela
tie heeft. Uitg. Bert Bakker, ƒ34,90.
Gifpijlen. Een reis door Nieuw-Gui-
nea, George Monbiot. Schrijver, van ori
gine bioloog, kwam via zijn werk voor de
BBC op het spoor van de verdelging en
vervolging van Papoea's door Indonesië
in het voormalig Nederlands Nieuw-Gui-
nea. Een aanklacht. Uitg. De Arbeiders
pers. 49,90.
De dood van Methusalem, Isaac Bashe-
vis Singer. Verhalenbundel waarin won
derdoeners, mystici en demonen het de
cor vormen. Uitg. De Arbeiderspers.
19,90.
Nog steeds getrouwd, verhalen en brie
ven, Garrison Keillor. Vertellingen over
liefdes en licht satirische stukken over
de Amerikaanse politiek van de bekende
auteur van 'Lake Wobegon'. Veen, uitge
vers. 19,90.
moordenaar in Norfolk. De 'dichterlijke'
inspecteur Dalgliesh helpt de plaatselij
ke recherche. Uit. De Boekerij, ƒ29,90.
Amerikaanse Whiskey, Andrzej Szczy-
piorski. Verhalen die een doorsnede ge
ven van de Poolse samenleving. Uitg.
Amber, 34,50.
Italië, Rusland, Midden-Oosten, Indo
nesië. Vier boekjes over zeden en ge
woonten in deze landen. Uitg. Bzztóh.
Prijs per stuk: 9,90.
Kinderboeken
Het grote boek van Paulus de Boskabou
ter. Jean Dulieu. Het bebaarde vriendje
van de jeugd beleeft weer nieuwe avon
turen met Salomo, Oehoeboeroe en an
dere bosbewoners. Uitg. Leopold.
29,90.
Het teken van de leeuw, Ann Pilling.
Vertaling: Liesbeth Teixeira de Mattos.
Voor kinderen vanaf 9 jaar. Uitg.
Ploegsma. 26,90.
Non-fïction
Variaties met groenten, frisse voorge
rechten, smakelijke groenteschotels en
complete maaltjden. Uitg. Zomer en
Keuning Boeken BV. 34,90.
Dichters, Denkers, Rebellen, Krug. Es-
J.H. Kok BV. 45,00.
Als anderen hun vleselijke lusten botvierden, maakte hij zich kwaad. <fo
'Wat gebeurd is, gebeurt nog steeds eeii beetje'