'Brandstichter is vaak
uit de boot gevallen'
Kinderprostitutie
als seksuele missie
REPORTAGE
Jeugd sticht meer buitenbranden
PAGINA 2
DINSDAG 10 JULI 1990
GEESTELIJK LEVEN
De gemiddelde jeugdige
brandstichter in Nederland is een
vijftienjarige jongen. Hij woont
op het verstedelijkte platteland,
zit op een school voor lager
beroepsonderwijs, spijbelt
weinig, drinkt meerdere pilsjes
per week, heeft geen vaste
verkering en sticht in zijn eigen
woonomgeving buitenbrandjes.
Bij voorkeur samen met wat
vriendjes. En hij heeft ervaring:
hij begon al voor zijn elfde met
fikkie stoken. Als de politie deze
jongeren in de kraag weet te
vatten, scheelt dat de brandweer
jaarlijks dik 13.000 keer
uitrukken.
Volgens cijfers van het Centraal
Bureau voor de Statistiek is
opzichte van 1988 het aantal
branden in ons land vorig jaar met
15 procent toegenomen. Ruim
38.000 meldingen kwamen er in
1989 binnen, tegen dik 33.000 in het
voorgaande jaar. De forse stijging
blijkt voor een belangrijk deel te
wijten aan het explosief groeiend
tal 'buitenbranden'.
De buitenbrand valt het
eenvoudigst te definiëren als
'brand in de open lucht, niet aan
een gebouw of ander onroerend
goed'. Deze categorie liep met
maar liefst 25 procent op tot 25.228
gevallen. Baldadigheid en het uit
de hand lopen van spelletjes met
vuur zorgen voor 32 procent van de
meldingen, op de voet gevolgd
door de opzettelijke
brandstichting met 27 procent.
Technische oorzaken werden bij
18 procent van alle buitenbranden
geturfd: autobranden en -
brandjes vormen hiervoor een
belangrijke verklaring. Het
resterend deel van de rapporten
meldt 'oorzaak onbekend'.
DEN HAAG - De 'gemiddelde
jeugdige brandstichter', goed voor
ruim 50 procent van alle buiten
branden, is weinig kieskeurig. Zijn
brandende lucifer verdwijnt zowel
in een simpele gemeentelijke prul
lenbak 'het vuur bleek reeds ge
doofd toen de eerste uitrukeenheid
arriveerde', meldt het brandweer-
rapport als onder een reusachtige
stapel pallets naast een bedrijf op
een druk industrieterrein 'inge
zet werden zes stralen lagedruk, as
sistentie werd verleend door de be
drijfsbrandweer, de schade aan roe
rende objecten en omliggende per
celen bedraagt naar voorlopige ra
ming twee ton'.
De politie reageert uiterst serieus
op alle gevallen, waarbij een dader
bekend wordt. Brigadier A. van
Donselaar deed als medewerker
van de afdeling Kinder- en Zeden
politie van het gemeentelijké korps
in Amersfoort de nodige ervaring
op met jeugdige brandstichters.
Zijn bevindingen in het 'verstede
lijkt platteland' een middelgrote
Scholen zijn vaak het doelwit van brand stichtende randgroepjongeren. Volgens het ministerie van justitie mede
uit frustratie, omdat zij in het onderwijs uit de boot zijn gevallen. (archieffoto)
stad met een van oudsher agrari
sche omgeving staan model voor
die bij veel korpsen in het hele land.
"In heel veel gevallen verdwijnt
de brandstichter in het struikgewas
of om de hoek van het winkelcen
trum. Je hebt echt een heterdaadje
nodig wil de schuldige tegen de
lamp lopen. Dat zijn dus voorname
lijk toevalstreffers", geeft Van Don
selaar toe.
Als de jeugdige aan het bureau is
afgeleverd, moet één vraag onmid
dellijk worden beantwoord. Is er
sprake van spel, baldadigheid of
uit de omstandigheden", legt de
brigadier uit. "Een brandstichter
die wegens een psychische stoor
nis, blijft vaak in de buurt om het ef
fect van zijn daad te volgen. Hij ope
reert altijd in zijn eentje, en volstaat
ook niet met een ouwe krant in het
bushokje. Hij mikt op meer".
Voor deze in verhouding weinig
voorkomende klantjes staat, mits
zij al geen duimendik dossier heb
ben, een legertje professionele
hulpverleners klaar. De politie fun
geert daarbij hooguit als doorgeef
luik, al dan niet met inschakeling
van de kinderrechter en Raad voor
de Kinderbescherming.
Veel vaker echter zit de politieman
of -vrouw tegenover een beteuterde
puber, die een uurtje geleden in de
groep nog de luidruchtige held was
met zijn prachtfik. Is het zijn eerste
wapenfeit, dan worden de ouders
ingeschakeld, 'die zich meestal
doodschrikken'. Het lukt vrijwel al
tijd om, na een aanhouding, de
schade te beperken tot dat ene ge
val. Van Donselaar: "Je ziet dat
groepen vaak doorgaan, en dan van
kwaad tot erger, als niet wordt inge
grepen".
"Om te beginnen", zei Bert, "je
moetje vooral rustig houden. Twee"
- zijn wijsvinger richtte zich op het
rode adressenboekje - "daarin
staan de namen van de mensen van
wie er één waarschijnlijk de moor
denaar van Karin is". Hij aarzelde,
heel even. "Ik besef dat het niet ge
makkelijk zal zijn, maar als ik jou
was, zou ik zelf proberen uit te vin
den wie de moordenaar is". Hij boog
zich naar voren en schonk me een
vaderlijke blik. "Weet je, ik voel me
een beetje schuldig. Tenslotte is het
mijn schuld dat jij nu tot aan je oren
in de drek staat. Ik had je niet mee
uit stappen moeten nemen. Daarom,
maar alleen als je dat wilt, ben ik
bereid je een handje te helpen. Maar
niet nu. Morgen. Ik weet niet of je het
beseft, maar je staat op het punt op
nieuw van je stokje te gaan. Ga
naar huis. Slapen. Morgen moet je
immers fit zijn". Verdwaasd keek ik
hem aan.
"Er zal een buurtonderzoek wor
den ingesteld en de politie zal onge
twijfeld een babbeltje met Moniek
maken. Zo zullen ze je op het spoor
komen". Hij haalde diep adem. "En
wat zeg je dan?". "Dat we tot een
uur of twaalf bij haar zijn geweest
en daarna samen naar huis zijn ge
gaan". "Heel goed".
Ik kwam wezenloos overeind en
liep voor hem uit naar de deur. Bert
had gelijk: ik was het punt van in
storten nabij. Mijn knieën knikten
en mijn armen hingen er als ver
doofd bij. "Tot morgen", zei Bert
achter mijn rug. "En maak je niet te
sappel". Ik mompelde iets terug.
Achter me werd de deur met een
zachte klik gesloten.
De koele avondlucht zorgde voor
enige verbetering in mijn geestes
toestand. Op een of andere manier
stond het me echter tegen de sleutel
in het slot van mijn huisdeur te ste
ken en naar binnen te gaan. Op een
of andere manier voelde ik me ver
schrikkelijk schuldig en nu het huis
binnengaan dat ik al die jaren had
gedeeld met Lizzy, stond voor mijn
gevoel gelijk aan het plaatsen van
mijn handtekening onder een
schuldbekentenis. Maak jezelf niet
gek, Max, dacht ik meteen. Ontspan.
Ik besloot een ommetje ge maken.
De huizenblokken en eengezins
woningen in de vertrouwde omge
ving, zagen er in mijn ogen anders
uit dan voorheen. Afstandelijk, een
beetje vijandig zelfs. Een half blak
verderop reed een bestelbus een
kruispunt op. Ik liep door en pas
seerde winkelgevels. Toen zag ik
haar. Lizzy. Als een schaduw schoot
ze een zijstraat in. Ik dacht niet na,
vroeg me niet af hoe het mogelijk
was dat ze hier en niet in Zwitser
land was, en begon te rennen. Ik
zeilde de hoek om. Ze had een nieu
we jas gekocht, registreerde ik auto
matisch.
Het volgende ogenblik keek ze
over haar schouder, zag me komen,
met wapperend jasje, pompende be
nen en mechanisch bewegende ar
men, en gilde het uit. Voor ik haar
geruststellend toe kon roepen dat ik
het was, zat ze niets te vrezen had,
schopte ze haar schoenen uit en be
gon ook te rennen.
"Lizzy", schreeuwde ik. "Lizzy
blijf staan!". En ik zette nog eens ex
tra aan. Mijn schoenzolen klepper
den over de trottoirtegels. Nog vijf
tien meter, nog tien. De laatste me
ters wist ik er nog een versnelling
extra uit te persen. Mijn hand
kwam omhoog, pakte haar schoudei
vast. Happend naar lucht keken wi
elkaar aan. De schrik was groot.
Voor me stond een mij volslagen
teit', zoals deze onlangs weer bleek
uit de resultaten van een onderzoek
onder jong-volwassenen. Vrijwel
niemand uit de leeftijdsgroep tot
dertig jaar grijpt in wanneer hij ge
tuige is van een strafbaar feit, noch
eigenhandig, noch door de politie te
bellen.
"Zo kunnen jeugdgroepen afglij
den van clubjes die zich een beetje
vervelen tot echt criminele bendes.
Of het om brandstichting, vernie
ling of winkeldiefstal gaat, ze kun
nen ongestoord de grenzen steeds
verleggen en zoek dan als politie
maar uit watje er tegen kunt doen".
Slachtoffer
Opereert de politieman evenals de
bemanning van de bluswagen aan
de achterkant van het probleem, het
Nederlands Brandpreventie Insti
tuut probeert aan de voorzijde de
schade te beperken. Woordvoerder
A. Dolsma hamert op het nut van
enerzijds voorlichting aan mogelij
ke brandstichtertjes en anderzijds
aan bedrijven en instellingen, die
het slachtoffer kunnen worden.
Over de activiteiten voor leerlin
gen van het basisonderwijs kan hij
kort zijn. Brand is vuur waar het
niet hoort, en de lespakketten 'Spe
len met vuur' en 'Vuur, vriend of vij
and?' verhelderen genoegzaam dat
een onschuldig maar spannend
vuurtje in een levensbedreigende
brand kan omslaan. "In feite probe
ren wij de angst voor vuur, dat on
beheersbaar is wanneer het uit de
hand loopt, er vriendelijk in te ram
men", aldus Dolsma.
"Heel veel schade door baldadige
brandstichting is te voorkomen met
omheiningen van terreinen, inclu
sief schoolpleinen, het opruimen
van losse rommel, het afsluiten van
containers en keten en het maken
van onregelmatige controleronden.
Als ik over een willekeurig indus
trieterrein rijd of door een winkel
centrum in een buitenwijk sjouw,
kan ik om de honderd meter een
leuke plek met lekker brandbaar
materiaal aanwijzen. De nonchalan
ce is vaak onvoorstelbaar groot".
Onschuldig
Mevrouw dr. J. Junger-Tas, hoofd
van het Wetenschappelijk Onder
zoek en Documentatie Centrum
van het ministerie van justitie, op de
betrekkelijke onschuld van het
vuurtje stoken binnen de totale
jeugdcriminaliteit, 'met alle respect
voor de ergerlijke en soms gevaarlij
ke gevolgen'.
"Brandstichting is een typisch
jeugddelict. Op een gegeven leeftijd
verdwijnt het. Er zit ook geen gewin
aan, evenmin als andere vormen
van vernieling profijt opleveren. Dit
in tegenstelling tot de vermogens
delicten die op latere leeftijd, als het
fout blijft gaan, de brandstichting
vervangen: winkeldiefstal, inbraak,
heling, noem maar op".
Junger wil daarmee het ver
schijnsel niet bagatelliseren. Toch
beschouwt zij deze narigheid als
een vorm van vrijetijdsbesteding en
heeft zij de overtuiging dat het aan
tal hobbyisten in deze sfeer niet
zorgwekkend toeneemt. "Er is een
grote massa, die voor het vijftiende
jaar wel eens een vuurtje heeft ge
stookt. Daarna blijft er een kleine
restgroep over die nog een paar jaar
doorgaat. Die groep moet wel heel
ernstig worden genomen".
Het betreft veelal randgroepjon
geren, die zich ook aan (voetbal
vandalisme overgeven omdat zij op
tal van plekken voortdurend uit de
boot vallen: thuis, op school, in.
baantjes en relaties. "Brandstich
ting zie je, net als andere vormen
van wangedrag en vernieling, vaak
samenhangen met alcoholmisbruik
en de nodige frustraties uit de vroe
gere jeugd. Het is niet voor niets dat
zo vaak scholen doelwit zijn",
meent Junger.
Dalende lijn
Haar optimisme baseert zij op de
dalende lijn, die haar centrum in
een recent onderzoek naar veel
voorkomende jeugdcriminaliteit
bespeurde. "Wij zijn van nature een
vriendelijk, tolerant volkje en dat is
in de jaren zeventig een klein beetje
uit de hand gelopen. In reactie daar
op worden nu de teugels weer wat
strakker aangehaald. Want ook al is
de schade door brandstichting
meestal niet zo erg groot, het tast
toch de kwaliteit van de samenle
ving aan. En ik erger me ook dood
aan een zwartgeblakerde vuilcon
tainer".
Veel heil ziet Junger in de zoge
naamde HALT-projecten tegen
vandalisme die in tientallen Ne
derlandse steden lopen. Betrapte
jonge vandalen doen nuttig werk
ter voorkoming van verdere rechts
vervolging en om een eventuele
schade te kunnen vergoeden. "En
als je een brandstichter een poosje
zijn handen laat wapperen in een
brandwondencentrum, werkt dat
vaak positiever dan een traditionele
straf', is haar overtuiging.
onbekende jonge vrouw me met gro
te angstige ogen aan te staren. Haar
make-up was er dik opgelegd en
haar rode mond hing half open.
Haar borsten deinden ritmisch op
en neer. Met haar ogen zocht ze naar
een uitweg. Ik bracht mijn handen
omhoog, de palmen in een veront
schuldigend gebaar naar voren ge
keerd. "Sorry", zei ik nahijgend.
"Sorry, ik vergiste me. Ik dacht dat
je mijn vrouw was en aangezien ik
dacht, aangezien jij zo op haar lijkt,
dacht ik..".
Ik hield mijn mond. Het klonk be
lachelijk en ik besefte het ook.
"Viezerik", siste ze. "Sodemieter
op". Een rondgevijlde nagel wees
naar mijn keel. "Raak me met een
vinger aan en ik sloop je". Ze deed
een stap naar achteren. Ik deed het
zelfde.
"Sorry", zei ik opnieuw, en draaie
me om. Hoe had ik zo stom kunnen
zijn? Wat moest ik als zij naar de po
litie zou gaan en mijn signalement
bij de recherche zou achterlaten?
Bankbediende verdacht van poging
tot verkrachting. Ik zag de koppen
al voor me.
Toen ik ten slotte mijn huisdeur
bereikte en half vallend over de
Jacques Post
drempel naar binnen ging, was ik
volslagen op. Ik leunde met een
schouder tegen de gangwand. Ik
luisterde naar een op hol geslagen
pomp, mijn hart, en begon lang
zaam te tellen. Toen ik bij vijftien
was, produceerde de telefoon in de
woonkamer een jengelende melodie
lijn. Politie? Nu al? De zenuwen
gierden door mijn keel
'Family of love' hier niet actief
HILVERSUM - De politie
van Barcelona is een pand
binnengedrongen van de in
ternationale sekte 'Kinderen
van God', waar 22 kinderen
werden vastgehouden en ge
bruikt voor prostitutie. Onder
hen waren ook tien Neder
landse kinderen, die echter
voor de inval naar een onbe
kend adres zijn overgebracht.
Dit berichtte vanochtend de actu
aliteitenrubriek van de KRO,
Echo-Magazine. Gisteren zijn een
drietal Amerikanen, een Engelse
en enige Spanjaarden gearres
teerd. De groep is kinderroof ten
laste is gelegd. Vandaag zouden
de Amerikaanse leiders worden
gehoord, om zo achter de huidige
verblijfplaats van onder meer de
Nederlandse kinderen te komen,
die juist voor de inval spoorloos
verdwenen.
Volgens Robbert Bosschart,
correspondent van de KRO in
Madrid, hield de politie het be
wuste pand al vier maanden in
het oog. Zij was getipt door om
wonenden die het grote aantal
kinderen verdacht voorkwamen.
De kinderen kwamen slechts
hoogstzelden buiten om 'gelucht1'
te worden.
Uit video-opnamen kon de poli
tie opmaken dat er ook Neder
landstalige kinderen bij waren.
Bovendien was het volgens Boss
chart een komen en gaan van au
to's, waaronder ook wagens met
Nederlandse kentekens.
De kinderen die wel werden
aangetroffen variëren in leeftijd
van elf maanden tot 14 jaar. Vol
gens de Spaanse politie is het niet
uitgesloten dat onder hen zich
ook kinderen bevinden van sek
teleden elders uit de wereld. Het
is bij de 'Children of God', ook
wel 'Family of Love' genoemd,
niet ongebruikelijk dat kinderen
al vroeg van hun ouders geschei
den worden.
De beweging, die in 1$68 in Ca-
lifornië ontstond als een van de
vele uitvloeisels van de hippiebe
weging rondom de persoon van
David Brandt Berg, zegt Christus
in alle radicaliteit te wilen volgen.
De leden wamen al spoedig in op
spraak door het zogenoemde 'flir
ty fishing', waarbij vrouwelijke
leden en kinderen de 'seksuele
missie' vervulden.
Voor het in opdracht van de
overheid gemaakte rappport over
sekten in Nederland, verschenen
in 1984, werd ook de Nederlandse
tak van de 'Kinderen van God' be
studeerd. De conclusie luidde
toen dat de sekte, die vooral in de
jaren zeventig furore maakte, hier
geen enkele invloed meer heeft.
De secretaris van de Nationale
Raad voor de Volksgezondheid
Witteveen, die indertijd bij het
onderzoek naar sekten was be
trokken, verklaarde voor de
KRO-microfoon 'geen enkele
aanwijzing' te hebben dat de 'Kin
deren van God' nu wel weer in
Nederland actief zijn.
Dr. Allan Boesalt
wellicht in politiek
KAAPSTAD (AP) - Dr. Allan
Boesak, die zondag bekend
maakte dat hij al zijn kerkelijke
functies neerlegt in verband met
een buitenechtelijke relatie, gaat
zich waarschijnlijk op een politie
ke carrière storten.
Dit bericht de Zuidafrikaanse
krant 'Business Day*. Boesak, één
van de prominente anti-apart
heidsstrijders, heeft onder andere
goede contacten met het Afri
kaans Nationaal Congres (ANC).
Utrecht voelt niks
voor evangelische
middelbare school
UTRECHT/SOEST (ANP) - De
provincie Utrecht vindt het niet
nodig dat er in Soest een evange
lische school voor middelbaar on
derwijs komt. Gedeputeerde Sta
ten hebben dit geadviseerd aan
het ministerie van onderwijs, dat
in oktober een verzoek van de
stichting 'In de Ruimte' moet be
oordelen.
De provincie beschouwt evan
gelisch onderwijs niet als een
aparte stroming binnen het pro
testants-christelijk onderwijs. Zij
beroept zich daarbij op het minis
terie, dat alleen gereformeerd en
reformatorisch onderwijs als
aparte richting erkent, aldus een
woordvoerder van de provincie.
Er zijn in de regio Soest voldoen
de protestants-christelijke scho
len.
Adjunct-directeur J. C. van Vu
ren van In de Ruimte is niet ver
baasd over het negatieve advies.
Hij verwacht evenmin dat het mi
nisterie positief zal reageren. De
evangelische stichting denkt
daarna echter haar gelijk te kun
nen halen by de Raad van State.
"Zo zijn de gereformeerde en re
formatorische scholen er ook ge
komen", aldus Van Vuren. "Die
school komt er".
Als dat ook werkelijk gebeurt,
heeft Nederland zijn eerste evan
gelische school voor mavo, havo
en atheneum. Een evangelische
basisschool bestaat al wel, name
lijk in Amsterdam. Op basis van
een enquête zegt In de Ruimte te
kunnen rekenen op ongeveer 800
leerlingen.
De evangelischen voelen zich
zeer verwant met het reformato
risch en gereformeerd onderwijs,
zegt Van Vuuren, maar kunnen
daar gezien hun eigen identiteit
niet goed aan deelnemen. Evan
gelisch onderwijs is volgens hem
bijbelgetrouw ('de bijbel van kaft
tot kaft') en legt veel nadruk op
getuigend geloof en de persoon
lijke band met Jezus.
Habgood: ...verklaring... ^(foto
Anglicanen laten
vossej acht toch
maar ongemoeid
YORK (ANP) - De Anglicaanse
Kerk van Engeland voelt er niets
voor intensieve veeteelt en de
jacht op vossen te verbieden op
terreinen die kerkelijk eigendom
zijn. De generale synode in York
wilde zich niet aan deze gevoelige
kwestie branden, maar besloot
een algemene verklaring over
omgang met de natuur op te stel
len.
De poging om de kerk achter de
dierenbeschermers te krijgen,
was afkomstig van aartsdeken Er-
nest Stroud van Colchester. De
jacht op vossen en herten hoort
volgens hem in dezelfde categorie
als het inmiddels verboden
hanengevecht en de berebijt
(honden tegen een vastgebonden
beer). Dieren mogen niet mis
bruikt worden voor het plezier
van de mens, aldus Stroud.
Strouds voorstel ontmoette
veel tegenstand in de synode. Mi
chael Oakley vond dat de kerk
zich niet als schoolmeester moest
opstellen: "Nadat ons verteld is
dat roken en drinken slecht voor
ons is, probeert dé meester nu de
meest effectieve vorm van vee
teelt en de jacht te verbieden".
Volgens Oakley zullen kerk
gangers op het platteland geen
enkel begrip kunnen opbrengen
voor een kerkelijk verbod op "de
meest menselijke manier om een
vos te pakken te nemen". Bis
schop Ian Harland van Carlisle
had zelfs de indruk dat in zijn deel
van Engeland alleen maar met
verbazing en ontzetting gerea
geerd zal worden op een dergelijk
verbod.
De synode besloot na een uit
voerig clebat met 201 tegen 175
stemmen de kwestie van de agen
da af te voeren. Een overweldi
gende meerderheid was wel te
vinden voor een voorstel van dr.
John Habgood, aartsbisschop
van York, om een kerkelijke ver
klaring over natuur en milieu uit
te geven.
Habgood blijkt het evenals bis
schop David Sheppard van Liver
pool goed te doen bij de 550 syno
deleden als opvolger van dr. Ro
bert Runcie, de aartsbisschop van
Canterbury. Na tien stemmingen,
waarbij telkens de kandidaat met
de minste stemmen afviel, bleef
dit tweetal over. De uiteindelijke
beslissing ligt overigens bij pre
mier Margaret Thatcher.
Ds. Tanis. De Gereformeerde
Gemeente van Lisse krijgt mor
gen een nieuwe predikant. In een
dienst die om drie uur begint
wordt ds. J. J. Tanis bevestigd
door ds. R. Boogaard uit Leider
dorp. Ds. Tanis zal zijn intrede
preek houden tijdens de dienst
die 's avonds om zeven uur be
gint. Ds. Tanis volgt ds. A. M. den
Boer op die naar Sünnyside (V.S.)
is vertrokken.
Beroepingswerk
Hervormde Kerk: aangenomen i
G. Jeroense kand. Houten, naar Gro
ningen D. M. van de Linde Hattem,
naar Nieuwerkerk (Z.) (herv.-geref.)
mw. H. A. Klip kand. Kampen, naar
Polsbroek H. Russcher kand. Urk.
Christelijke Geref. Kerken: aange
nomen naar Nieuwpoort M. van der
Sluys Kerkwerve.
Gereformeerde Gemeenten: be
dankt voor Aalst R. Boogaard Leider
dorp.