De sluipmoordenaar geeft gas Van tol naar houderschapsbelasting De individuele vrijheid van de weggebruiker botst met verkeersveiligheid ZATERDAG 7 JULI 1990 EXTRA PAGINA 31 Amsterdam en Den Haag zijn de vriendelijke aanwijzingen van postbus 51 en Veilig Verkeer Nederland meer dan zat. In de hoofdstad zijn grote borden geplaatst met de afbeelding van een bloedig tafereel. 'Vijftig was teveel' staat bij een slachtoffer van een verkeersongeluk. In Den Haag is bij oversteekplaatsen voor voetgangers aangegeven hoeveel doden er tot nu toe zijn gevallen. Het is de vraag of de acties wat uithalen. Maar ze maken wel duidelijk waar het om gaat: de verkeersveiligheid is in het geding. Voor het eerst sinds 1985 nam vorig jaar het aantal verkeersslachtoffers weer toe. Er kwamen in 1989 precies 1546 Nederlanders om in het verkeer, onder wie 115 kinderen jonger dan 14 jaar. Er moet iets gebeuren. Maar wat? "Jammer genoeg heeft bij de politie de bestrijding van criminaliteit een aanzienlijk hogere prioriteit". door Jeroen Dirks De structurele alcoholcontrole in de Leidse regio is een succes gebleken: "In Nederland vallen ongeveer 250 doden per jaar door alcohol in het verkeer. Als je het 'Leidse effect' naar het hele land toe vertaalt, zou dat 65 doden hebben gescheeld". «oto Henk Bouwman) voort te zetten, maar ook uit te breiden naar snelheidscontroles en het dragen van de autogordel. Als nu iemand in de Leidse regio wordt staande gehouden voor een alcoholcontrole, wordt ook ge keken of de gordel vast zit. Wordt er op snelheid gecontroleerd, dan volgt meteen een meting van het bloedalco- holgehalte. "De politie moet dan voor niemand een uitzondering maken", zo benadrukt Mathijssen nogmaals. De achterliggende gedachte is dat de pakkans groter moet zijn. De automobi list moet meer kans lopen gesnapt te worden. Of hij daadwerkelijk vaker ge pakt wordt, is punt twee. Wetenschap pers mogen daarom graag onderscheid maken tussen de subjectieve pakkans en de objectieve pakkans. Maar volgens Mathijssen maakt het succes in Leiden duidelijk dat met een goed en structureel politie-toezicht maatregelen doelmatig kunnen worden ingevoerd. En dat ze worden nageleefd. "Jammer genoeg is het nog steeds zo dat bij de politie bestrij ding van criminaliteit een aanzienlijke hogere prioriteit heeft", aldus Mathijs sen. Meer, maar vooral efficiënter politie toezicht lijkt dus de oplossing te zijn. Inschatten Maar meer politietoezicht betekent niet dat het ei van Columbus is ontdekt. Ver- keerspsycholoog Talib Rothengatter van het Verkeerskundig Studiecentrum in het Groningse Haren wijst er op dat de automobilist de pakkans toch al veel te hoog inschat ("Laten we daarom geluk kig zijn"). Maar een gevolg van dat ver keerde inschattingsvermogen is wel dat meer politie geen zin heeft: "Laten we eens zeggen dat de pakkans nu één op honderdduizend is. Als je de politie-in- spanning verdubbelt, en dat kost ontzet tend veel moeite, dan kom je dus terecht op een pakkans van één op vijftigdui zend. Het verschil is moeilijk in te schat ten: het probleem van de kleine getal len". Rothengatter geeft toe dat met een goede voorlichting de subjectieve pak kans even wordt vergroot. Toen de vori ge minister Korthals Altes (justitie) in felle bewoordingen aankondigde dat de automobilist die 121 km per uur reed op de bon zou worden geslingerd, nam de gemiddelde snelheid inderdaad terug. "Maar dat was maar voor heel eventjes. Het is hetzelfde als met mijn hond. Als ik 'm bestraffend toespreek en 'm in de mand stop, komt even later z'n pootje er al weer uit. Voordat ik het weet, zit hij daarna weer op de bank", aldus de ver- keerspsycholoog. Nog even los van de vraag of meer poli tie-toezicht de pakkans van overtreders van de verkeersregels vergroot, en wat dat allemaal kost, noemt Rothengatter een veel groter probleem. "Mensen zijn niet bereid een hoge mate van politie toezicht te tolereren. Dan schreeuwt ie dereen moord en brand", stelt hij. De verkeerspsycholoog ontkent het veel aangehaalde voorbeeld van de Verenig de Staten waar meer politie-toezicht een veiliger verkeer tot gevolg zou hebben. Rothengatter: "Ze hebben daar net de maximum snelheid verhoogd omdat die niet te handhaven was. Ook de hoeveel heid overtredingen verschilt niet zo veel van die bij ons". "Eigenlijk zijn er maar drie mogelijkhe den: Je breidt het politietoezicht enorm uit. Maar dat wordt niet geaccepteerd omdat men bang is voor een politiestaat. Mogelijkheid twee is uitbreiding van de sociale controle. Maar dat is ook niet leuk, want we wonen niet graag in Baten burg of een ander kleinschalig dorp waar de sociale controle groot is. De laatste mogelijkheid is dat je ieder z'n gang laat gaan. En dat is ook niet acceptabel", stelt de verkeerspsycholoog. "Het komt er op neer dat iedereen bereid is maatregelen te accepteren zolang ze niet effectief zijn". Volgens Rothengatter is roeien met de riemen die we hebben de enige mogelijk heid om het verkeer veiliger te maken. Opmerkelijk genoeg wijst hij daarbij net als Mathijssen een reeks nieuwe maatre gelen zoals Maij-Weggen die voorstelt niet af. "Licht overdag? Op z'n minst zou je dat moeten doen. In het algemeen: als je een maatregel kunt invoeren die effect heeft, moetje dat vooral doen. In veel ge vallen zal natuurlijk wel doorgerekend moeten worden wat het de automobilist kost en of je van dat geld niet wat anders zou kunnen doen. Of je daar niet meer mee kunt bereiken. Misschien dat je wel meer kunt doen met het geld dat verlich ting overdag kost, als je het via de belas ting int. Maar dat is een bijzaak". Voorlichting Maatregelen, een goed politie-toezicht (maar dus niet met een sterk uitgebreid korps) en een gericht vervolgingsbeleid noemt Rothengatter de "minst slechte oplossing". Daarbij hoort volgens hem ook een goede voorlichting, niet alleen in het algemeen maar ook aan "de vergeten groep", de scholieren tussen 12 en 18 jaar die het nu vaak zonder enige vorm van verkeersonderwijs doen, maar vaak wel op de bromfiets stappen. "En de brom fiets is een rampzalig probleem als het om verkeersveiligheid gaat", aldus de' verkeerspsvcholooe. Maar zelfs als al die maatregelen worden ingevoerd, zal het aantal verkeersslacht offers te groot blijven. Rothengatter: "Een samenleving moet zich afvragen: vinden we het aantal ongelukken accep tabel? Zo niet: dan moet er kennelijk wat gebeuren en niet alleen bij de anderen, maar ook bij onszelf. Als rijden onder in vloed een probleem is, hoeveel politie controles ben je dan bereid te onder gaan? Hoeveel persoonlijke vrijheid wil je daarvoor inleveren? Dat is te bereke nen, maar is het ook toelaatbaar?" "We hebben ooit eens een vergelijkend onderzoek gedaan tussen het verkeers gedrag in Noorwegen, Nederland en Spanje. Daaruit bleek dat men in het Scandinavische land bereid is het gedrag aan te passen om te voorkomen dat onge lukken plaatshébben. Meer controles waaraan mensen zich onderwerpen, en zo. In Spanje daarentegen is men bereid een x-aantal ongelukken te accepteren onder het mom 'we hechten zo aan onze individuele vrijheid'. In Nederland zitten we letterlijk tussen Noorwegen en Span je in. Aan de ene kant willen we die vrij heid beknotten, aan de andere kant hechten we te zeer aan onze individuele vrijheid om al te veel controles te onder gaan. In Nederland is allebei een pro bleem", aldus Rothengatter. Dat verklaart waarschijnlijk ook waar om op de ene plaats in Nederland een bord met een afbeelding van een bloedig tafereel staat, terwijl veertig kilometer verderop juist wordt gegokt op een per manente controle om de verkeersveilig heid te vergroten. Van allebei wat. Maar het blijft de vraag of de acties op deze manier wat uithalen. Het cliché is dat het verkeer de grootste sluipmoordenaar van Nederland is. Maar wetenschappelijk medewerker René 1 Mathijssen van de Stichting Weten schappelijk Onderzoek Verkeersveilig heid (SWOV) mag het cliché graag aan halen om op het belang van een veilig verkeer te wijzen. Waar veel van de aan dacht van publiek en politie uit gaat naar het pakken van 'echte' moordenaars, daar wordt de automobilist weinig in de weg gelegd. Maar als er niets gebeurt val len de komende 10 jaar nog eens 16.000 verkeersdoden te betreuren. Vandaar dat Mathijssen blij is met bij na alles wat er gebeurt en met wat wordt voorgesteld, ook al gaat het dan soms om politiek omstreden maatregelen. Een voorlopig rijbewijs^ een opleiding voor bromfietsers, terugbrengen van de maxi mum snelheid; de wetenschappelijk me dewerker schaart zich niet graag bij de groepen critici in de Tweede Kamer en onder de auto-lobby die vinden dat het om 'luchtballonnetjes' gaat. Zoals het nu gaat, kan het volgens Mathijssen immers niet doorgaan. Pleitbezorger Mathijssen is vooral een warm pleitbe zorger van de verplichting voor automo bilisten om dimlicht overdag te voeren. Minister Maij-Weggen (verkeer) moest het voorstel daartoe deze week voorlopig terugnemen omdat de Kamer meer wil weten over de gevolgen. Mathijssen kan echter weinig begrip opbrengen voor de critici die erop wijzen dat de voordelen nog niet wetenschappelijk zijn aange toond. "Waarom zou je het eigenlijk niet doen? Volgens een aantal onderzoeken scheelt het wel tien tot elf procent aan slachtoffers. Daar staat dan één onder zoek tegenover dat het geen invloed heeft op de verkeersveiligheid. Wij vin den gewoon dat het snel moet gebeuren. Het kan immers snel en het is lang gele den dat een maatregel werd voorgesteld waarvan zo'n groot effect te verwachten was. Dan moeten we terug naar de tijd van de autogordel en de plaatsing van ge- leiderails (vangrails, red.) langs autowe gen". Mathijssen benadrukt dat de invoering van welke maatregel dan ook wel ge paard moet gaan met (extra) politietoe zicht. En dan niet een tijdelijke controle of een eenmalige actie, maar een vrijwel continue controle die ertoe leidt dat de automobilist altijd het idee heeft dat hij gesnapt kan worden. De medewerker van de SWOV weet wat dat betreft waar hij het over heeft, want hij is direct be trokken bij een langdurig experiment in de regio Leiden. Fuik Tot in 1988 was de politie daar gewoon één of- tweemaal per jaar een grote alco holactie te houden. Maar in oktober 1988 begon de politie in samenwerking met de SWOV met regelmatige alcoholcon troles op vaste punten in Leiden en de •dorpen in de buurt. Iedereen die in de fuik reed, moest deelnemen aan de alco holtest. Mathijssen stond er soms zelf, bij om te kijken of de agenten niemand oversloegen. Automobilisten met een al coholpromillage tussen de 0,5 (twee pils jes) en 1,3 konden meteen betalen (lik- op-stuk). Bij een alcoholpromillage bo ven de 1,3 werd Justitie ingeschakeld. De proef verliep opmerkelijk succes vol. In april 1989 al bleek het aar^al rij ders onder invloed met een kwart ge daald en in oktober 1989 was dat effect ondanks een vermindering van politie toezicht in stand gebleven. Mathijssen: "In Nederland vallen ongeveer 250 do den per jaar door alcohol in het verkeer. Als je het 'Leidse effect' naar het hele land toe vertaalt, zou dat 65 doden heb ben gescheeld". Voor de SWOV, die het experiment is blijven begeleiden, is het succes inmid dels reden geweest de proef niet alleen Het verkeer eiste vorig jaar 1546 levens. Voor de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid is het hoog tijd om maatregelen te nemen. <anp> Wegen kosten geld. Jarenlang droegen de gebruikers recht streeks bij aan de kosten van aan leg en onderhoud. Van de oer vorm, de tolheffing inclusief slag boom en wachter, is het geen al te grote sprong naar de modernere versies. doorWiebe Pennewaard De heffing, die de weggebruikers in deze eeuw als bestuurder van gemotoriseerde voertuigen hadden te voldoen, werd even simpel als correct wegenbelasting genoemd. Een overzichtelijke situatie, die al weer geruime tijd tot het verleden behoort. De steeds ingewikkelder inning en verdeling van gelden leidde tot een Wet op de Motorrijtuigenbelasting, een Wet op het Rijkswegenfonds, een Wet Uitkeringen Wegen en, jongste loot aan de stam, een Wet op het Mobiliteitsfonds. In aantocht is de Wet op de Houder schapsbelasting, al is de exacte naam nog niet vastgesteld. Ministers piekeren over spitsvignetten, tolheffingen, elek tronisch rekeningrijden en andere foef jes om op tijd voldoende asfalt op de juis te plek te krijgen. Een doolhof, is de eerste indruk van de eigenaar van een even eenvoudige mid denklasser. Een volkomen ondoorzichti ge materie, dat gedoe over net ledig ge wicht en de aandrijving door een explo siemotor op Eurosuper, etcetera. Verder dan de wetenschap eens per drie maan den 144 gulden te moeten voldoen reikt zijn kennis over 's Rijks motorrijtuigen belasting ook niet. van F. van Bodegraven, hoofd van de af deling Motorrijtuigenbelasting op het ministerie van financiën. Sterker nog: in ons land is het stelsel rond voorheen die goeie ouwe wegenbelasting heel eenvou dig en begrijpelijk. Natuurlijk, er zijn ca tegorieën en uitzonderingen, de provin ciale verschillen bestaan nog steeds en het geld wordt ook niet altijd gebruikt waar het voor bestemd lijkt, maar eén kind dat even de brochures leest kan de was doen. Om een wijdverbreid misverstand ter plekke uit de wereld te helpen: de motor rijtuigenbelasting is niet uitsluitend be stemd voor leuke dingen voor de motor rijtuiggebruiker. De opbrengst stroomt voor het grootste deel naar de algemene middelen, zoals de staatskas officieel heet. Wegen, kunstwerken zoals viaduc ten en tunnel? en de aankleding hiervan komen uit aparte potten, die op verschil lende manieren jaarlijks worden bijge vuld. Redelijk Alleen de opbrengst van de heffingen voor het Rijkswegenfonds en de mobili teitsheffing, waarmee de weggebruiker sinds begin vorig jaar is gezegend, staan in rechtstreeks verband met het wegge bruik. Toch moppert de girerende auto mobilist en de overschrijvende motorrij der zelden over de hoogte van zijn belas ting, weet Van Bodegraven: "De accep tatie van het systeem van motorrijtui genbelasting is heel aardig, het publiek ziet kennelijk de redelijkheid ervan in. Al leidt per definitie elke wet, elke regel geving tot verschillen van inzicht". De Nederlander betaalt voor het daad werkelijke gebruik van de openbare weg. Nog wel, want de aanstaande Wet op de Houdersschapsbelasting, welke die op de Motorrijtuigenbelasting moet vervangen, gaat uit van het eigendom van de personenauto, kleine bestelbus en motorfiets het houderschap. Onge acht het gebruik: in beginsel ook voor de verwaarloosde bestelwagen die zijn laatste dagen als kippenhok op het ach tererf slijt, en voor de uitgeleefde bus die als kantine naast de bouwplaats staat, zal betaald moeten worden. Weliswaar ver moedelijk pas per medio 1992, maar toch. Gehandhaafd blijven wel de hoofd principes van de belastingheffing. Hoe meer gewicht de eigenaar in de schaal legt, hoe ernstiger hij de klos is. In spron gen van 100 kilo valt zijn personenvoer tuig in een van de glijdende schalen, be ginnend met de windgevoelige klasse onder de 250 kilo en eindigend in kolos sen van 5050 kilo's. De volgende en op verjaardagsfeestjes tot heftige vergelij kingen leidende norm betreft de beno digde soort brandstof. Diesel en autogas leiden tot toeslagen, die de lagere brand stofprijzen deels teniet doen. Meelifters Dan zijn er de meeliftende heffingen, zoals Van Bodegraven ze omschrijft. Het Rijkswegenfonds bestaat sinds 1965 ter 'aanleg, verbetering en onderhoud van de door het Rijk beheerde wegen', wat in de praktijk neerkomt op een toeslag al weer naar gewichtsklassen met een maximum van ruim 800 gulden. Daar naast mag elke provincie van haar gemo toriseerde ingezetenen ten hoogste 31,7 procent van de motorrijtuigenbelasting eisen: de opcenten. En als tijdelijk bedoeld extraatje ter verbetering van de bereikbaarheid van Randstedelijke economische centra mo gen automobilist en motorrijder 25 gul den per jaar afschuiven - de beroepsver voerders betalen per bus of vrachtwagen het dubbele aan deze zogenaamde mobi liteitsheffing. Deze toeslag zorgde voor pittige politieke discussies, omdat voor het eerst de bestuurders in andere delen van het land expliciet werden uitgeno digd mee te betalen aan de problemen in het langzaam rijdende of al stilstaande westen des lands. De verontwaardiging hierover in ver keerstechnisch rustiger regio was deels gebaseerd op optisch bedrog: langs de omweg van de algemene middelen be taalt elke weggebruiker immers al sinds jaar en dag mee aan de wegen overal in het land. Toch bewegen de opvattingen in en rond het Haagse Binnenhof zich in de richting van het profijtbeginsel. De gebruiker betaalt, waarbij de milieu-as pecten de variant 'de vervuiler betaalt' evenzeer rechtvaardigen. In de praktijk kan dat resulteren in een persoonlijke bijdrage van de bestuurder, die zo nodig om acht uur 's morgens als enige inzittende van zijn vijfpersoons middenklasser tussen Amsterdam en Den Haag moet zoeven. Het spitsvignet, de tunneltol en andere paardemiddelen om zowel het verkeer terug te dringen als de ruimte voor datzelfde verkeer te ver groten op de man en vrouw gerichte, extra toeslagen. Fraude Heeft de houderschapsbelasting tot doel om ook deze prangende kwesties inte graal en voorgoed op te lossen? Van Bo degraven: "Nee, duidelijk niet. De basis opzet van de belasting blijft hetzelfde, in clusief de toeslagen en opcenten. Er zijn hooguit marginale verschillen en enkele administratieve vereenvoudigingen, zoals van de zogenaamde zestigdagen- kaart voor kampeerauto's en oldtimers. Het oogmerk van de houderschapsbelas ting is het verder tegengaan van fraude. Plus de koppeling van een aantal gege vens, die alle op hetzelfde voertuig be trekking hebben". Daarbij komen naast de motorrijtui genbelasting aan de orde het kenteken register, het bestand met geldige rijbe wijzen, de (wa-)verzekering en de perio dieke technische keuring die als APK door het leven gaat. Het aaneénrijgen van deze gegevens versimpelt en ver snelt aanzienlijk de controle op correcte naleving van alle voorschriften. Hoe groot de behoefte is aan een derge lijke koppeling blijkt volgens Van Bode graven uit het gegeven, dat er al in 1966 over werd gesproken bij de behande ling van de nu nog bestaande Wet op de Motorrijtuigenbelasting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 31