Alarm op intensive care
Wie beslist voor wie?
m
Onze taal
'De werkdruk wordt zo langzamerhand onaanvaardbaar hoog'
ENKWIJZER
eu.
k.
ui.
1J'
oe.
ZATERDAG 7 JULI 1990
PAGINA 25
De bijna serene rust is slechts
schijn. Computers houden
nauwlettend de toestand van
de patiënten in de gaten.
Beeldschermen verschaffen
verpleegkundigen de broodno
dige informatie. Nergens zijn
de marges tussen leven en
dood zo smal als op intensive
care. Het Tilburgse Sint Elisa-
bethziekenhuis kwam onlangs
in het nieuws, omdat de direc
tie besloot uit solidariteit met
het actievoerende personeel
een dagje mee te draaien op
deze afdeling, waar het drei
gende personeelstekort, de
psychische spanningen en de
matige beloning een zware
wissel trekken op de verpleeg
kundigen. "In veel ziekenhui
zen wordt de werkdruk zo lang
zamerhand onaanvaardbaar
hoog".
door Leo van Gelderen
Slangetjes, infuusflessen en zuchtende
beademingscylinders bepalen het beeld.
Tussen al die medische high tech bewe
gen de verpleegkundigen zich op een
rustige, doelmatige manier. Monitoren
worden geen seconde uit het oog verlo
ren. Hier werken vaklui, bewust van hun
verantwoordelijkheid.
Geneesheer-directeur Heijne glim
lacht, is trots op zijn afdeling en maakt
daar geen geheim van. "Deze hoog ge
kwalificeerde mensen liggen mij na aan
het hart. Zonder overigens welke andere
groep verpleegkundigen dan ook tekort
te willen doen", voegt hij daar snel aan
toe.
Heijne kijkt even uit het raam, en zegt
dan: "Aan mensen die op deze afdeling
willen werken, worden toch speciale ei
sen gesteld. Allereerst de opleiding. Die
is vrij pittig. Voorts moet je heel goed
binnen een team kunnen functioneren.
En niet te vergeten de psychische druk.
Daar hoeven we niet omheen te draaien.
Patiënten die hier terecht komen, zijn er
heel slecht aan toe. Er gaan dus ook men
sen dood. Dat komt elke keer weer hard
aan bij «de mensen op de afdeling. Je
vecht voor iemands leven en dan glippen
ze onder je vingers vandaan. Daar moet
je tegen kunnen. Je moet het van je af
kunnen zetten. Die problemen vang je op
binnen het team. Je moet ook in de gaten
houden dat de mensen bijtijds gas terug
nemen. Je praat tenslotte veelal over jon
ge mensen. Die moeten hun problemen
ergens kwijt kunnen. De intensive care is
tenslotte geen produktie-afdeling. Als je
al die dingen bij elkaar optelt, wordt er
heel wat van de verpleegkundigen ge
vraagd. En als je dan ziet wat er tegen
over staat. De beloning, de waardering"..
"Nee", verzucht Heijne, "het houdt
niet over". En juist over dat negatieve
beeld dat wordt geschapen door die lage
beloning maakt hij zich zorgen. "Je hebt
er nauwelijks vat op en het beeld is niet
terecht. Werken op een intensive care-af-
deling is en blijft fantastisch".
Behoedzaam
Van regeringszijde kwam onlangs de
„aankondiging dat er voor de gezond
heidszorg extra geld zal worden vrij ge
maakt. Of die financiële injectie zal lei
den tot de gezondmaking van de gezond
heidszorg, is voor Heijne nog een open
vraag.
"Eerst maar eens zien," zegt directeur
Heijne. "Voorlopig moeten we nog heel
wat werk verzetten, om het tij te keren.
Tenslotte praat Den Haag nog niet over
de verdeling van de centeh. De laatste
maanden waren het alleen maar woor
den, ik hoop dat we nu de bewindvoer
ders eindelijk eens op daden kunnen be
trappen. Als werkgever ben ik wel blij
dat we even in de luwte zitten. Het is na
tuurlijk een idiote, bijna schizofrene si
tuatie. Mijn hart ligt bij de mensen ter
wijl ik als werkgever me zakelijk en hard
moet opstellen".
Hij zegt daar veel moeite mee te heb
ben. "Ik voer veel overleg met andere zie
kenhui sdirecties in het land. Je blijft
toch zoeken naar oplossingen. Tenslotte
is de positie van de patiënt in het geding.
Die raakt op een gegeven moment door
onderbezetting in de knel. En dat kan
nooit de bedoeling van de gezondheids
zorg zijn. Met anderen ben ik van mening
dat we niet moeten wachten op Den
Haag. Ook nu niet. Natuurlijk hebben we
de bewindvoerders nodig voor het geld.
Maar de ziekenhuizen moeten het zelf in
de breedte zoeken. Maak de werkom
standigheden prettiger. Zorg voor een
goede sfeer. Je moet het tenslotte samen
doen. En zeker op de intensive care komt
dat vooral de verzorging van de mensen
die van jou afhankelijk zijn ten goede".
Tekort
De personeelssituatie op zijn intensive
care is (nog) niet nijpend te noemen.
"Maar", zegt Hejjne, "als ik naar andere
ziekenhuizen kijk, wórd ik daar niet vro
lijker van. Willen ze straks niet verzui
pen, dan moet ér in veel ziekenhuizen
echt iets gebeuren. De werkdruk wordt
er zo langzamerhand onaanvaardbaar
hoog. Wij mogen hier niet eens klagen,
terwijl er toch al sprake is van een tekort.
Wat ik al eerder zei, je vecht, nee je knokt
tegen dat verdraaide negatieve beeld. De
opleiding is meer dan pittig en de men
sen horen daarnaast alleen maar slechte
dingen. Terecht of onterecht, dat doet er
niet zoveel toe. We moeten met de zie
kenhuizen weer naar een natuurlijk
evenwicht. Gezamenlijk dë opleidingen
stevig ter hand nemen. Kijk, afvallers
hou je altijd. Maar de opleiding moet dat
op kunnen vangen. Het moet niet zo zijn
dat je bij elke leerling die afhaakt extra
grijze haren krijgt. Ook moeten we blij-
Heijne: "Iemand die een paar jaar op intensive care heeft gewerkt,komt daar met een flink pak extra geestelijke bagage vandaan". notoGP
ven hameren op het feit dat iemapd die
hogerop wil in de gezondheidszorg te
recht kan op de intensive care van elk
ziekenhuis. Tenslotte gaat het om hoog
waardige medische verzorging. Je krijgt
te maken met hartbewaking, beade
mingsapparatuur moet je in de gaten
houden en als er problemen dreigen
moetje vaak zelfstandig beslissingen ne
men. Dat klinkt toch niet zo slecht".
Carrière maken in de verpleegkunde is
een zaak die moeilijk ligt in de gezond
heidszorg. Directeur Heijne is de laatste
om dat te ontkennen. "De leidinggeven
de functies liggen niet voor het opschep
pen. En uiteindelijk hebben de artsen
het altijd voor het zeggen. Gelukkig
dringt bij medici steeds meer het besef
door dat we het met z'n allen moeten kla
ren. Het is een goede zaak dat er steeds
minder doktoren zijn die te pas en te on
pas op hun strepen gaan staan".
Meer ruimte
"Dat betekent automatisch dat het ver
plegend personeel meer ruimte krijgt om
zich te ontplooien. Vandaar dat ik altijd
zeg dat de mensen die er de hersens en de
instelling voor hebben het beste de oplei
ding voor de intensive care kunnen gaan
volgen. Het werk op die afdeling geeft
ontzettend veel voldoening. Iemand die
een paar jaar op de intensive care heeft
gewerkt, komt daar met een flink pak ex
tra geestelijke bagage vandaan".
Hij wijst op een bed. Omgeven door
slangen en apparatuur ligt daar een pa
tiënt. "Vroeger kwam iemand die aan
zijn schildklier was geopereerd op deze
afdeling terecht. Dat is nu niet meer aan
de orde. Nu liggen er mensen die een vre
selijk ongeluk hebben gehad of een hele
zware operatie achter de rug hebben. In
de meeste gevallen is er toch sprake van
een levensbedreigende situatie. Dat
geeft wel aan hoe de specialisaties lig
gen. Hier is niet iedereen tegen bestand".
"In de begeleidende sfeer houden we
de leerlingen dan ook scherp in de gaten.
Een enkele keer komt het voor dat we na
verloop van tijd iemand af moeten raden
door te gaan met dit werk. Dat is hard. Ik
heb daar toch wel moeite mee. Waarom?
De mensen die hiervoor kiezen, hebben
een instelling waarvoor ik bewondering
koester. Als het dan om wat voor reden
niet lukt, is dat jammer. Niet alleen voor
de leerling, maar ook voor ons. Al was
het alleen maar omdat we de mensen zo
verdomd goed kunnen gebruiken".
Een man staat voor de rechtbank. Hij
heeft zijn vrouw om het leven gebracht.
Ze leefden al ruim twintig jaar met el
kaar, een heel normaal huwelijk. De man
staat absoluut niet bekend als een agres
sief persoon. Niemand die hem ooit op ge-
weldadig gedrag heeft kunnen betrap
pen. De mensen die hem kennen, zijn van
verbazing omgevallen toen zijn daad be
kend werd. Maar ze zijn helemaal ver
bijsterd op het moment dat de man voor
het gerecht zegt: "Ook dat heeft ze me nog
Deze beschrijving komt niet uit het sce-
narioboek van een film of een toneelstuk,
maar uit het werkelijke leven, uit een
rechtszaak die een paar maanden gele
den in Heidelberg plaats had.
Met zijn uitlating lijkt de echtgenoot de
zaak op haar kop te zetten: per slot van
rekening was ondubbelzinnig vastge
steld wie in dit geval de dader was en wie
het slachtoffer. Hij heeft haar omge
bracht, zoals hij ook zelfheeft bekend, en
niet omgekeerd. Maar zijn uitlating
toont aan, dat hij zich het slachtoffer
voelt en zijn vrouw als dader ziet.
Als we de toedracht van het geval re
construeren, wordt duidelijk hoe hij tot
deze zienswijze kwam. Het begon met een
banale ruzie, een twist om niks, die ver
volgens uit de hand liep. Beiden wilden
gelijk hebben en gelijk krijgen, en geen
van beiden wilde toegeven. De kwestie
waarom het aanvankelijk was begon
nen, was snel vergeten: vanaf een be
paald moment ging het er alleen nog
maar om wie won, wie de machtigste
was. Het was figuurlijk (en later ook let
terlijk) een gevecht op het scherp van de
snede.
In twintig jaar huwelijk leren mensen
elkaar voldoende kennen om te weten hoe
ze de ander het best kunnen kwetsen, het
pijnlijkst onder uit kunnen halen. In de
hitte van het gevecht is elk middel geoor
loofd en is geen krenking groot genoeg.
En ten slotte grijpt degene, die zich in de
hoek gedrukt voelt en het onderspit moet
delven, naar het mes. Een man die vijftig
jaar lang als een vredelievende man door
het leven ging, een burger in de ware zin
des woords, wordt moorddadig, wordt
een moordenaar. Hoewel hij als enige
overlevende van het slagveld terugkeert,
blijft de vraag open of hij ook de slag ge
wonnen heeft.
Het mag misschien vreemd lijken om
bij zo'n tragische gebeurtenis winst- eri
verliesrekeningen te' gaan opmaken.
Toch is het zinvol om er op die manier
naar te kijken, omdat zulke berekenin
gen vaak wel degelijk de onbewuste en
emotionele achtergrond van het gebeuren
Waar ging het gevecht in wezen om?
Zeker niet om overleven. Eji waarschijn
lijk evenmin om het zakelijke probleem
waarmee de zaak aan het rollen kwam.
Waar het om ging (en waar het steeds om
gaat) was: de ander niet te laten bepalen
wat er gebeurt. Het idee dat de ander de
macht heeft, aan de touwtjes trekt, be
paalt wat er gebeurt. In het hierboven be
schreven geval was het voor beiden on-
verdragelijk dat de partner het voor het
zeggen zou hebben. Ieder afzonderlijk
probeerden ze die dominante positie te
veroveren. Het was als in een spel, waar
in er maar een kan winnen en een 'remi
se' niet tot de mogelijkheden behoort.
Zich bij een nederlaag neerleggen zou
door beiden als pure zelfverloochening
ervaren zijn. In zoverre vocht ieder van
de partners om het behoud van zijn oj
haar identiteit als een zelfstandig indivi
du.
Vanuit dit perspectief bekeken, wordt
het al moeilijker om te beoordelen wie ge
wonnen heeft. Want de vermeende over
winnaar ziet zichzelf niet als zodanig.
Hij wilde zijn vrouw niet ombrengen en
heeft het toch gedaan. Hij heeft niet het
gevoel dat het zijn eigen beslissing is ge
weest, maar dat hij er door haar toe ge
bracht is. En om dat punt ging de strijd
eigenlijk. Om het punt namelijk, dat de
ander bepaalt wat jij doet, dat de ander
boven of 'up' is en jij onder ligt of 'down'
bent.
De vrouw heeft het leven gegeven zon
der 'down' te gaan. Zij is om zo te zeggen
met geheven vaandel een eervolle dood
gestorven. Achtergebleven is de man die
zichzelf niet meer terugkent, die het maar
niet bevatten kan dat hij zoiets gedaan
heeft. En die bovendien het gevoel heeft
door haar het slachtoffer!?) gemani
puleerd te zijn.
Het voorbeeld mag dan nogal drastisch
zijn, het laat wel duidelijk zien dat op het
terrein van menselijke relaties het den
ken in eenvoudige oorzaak!gevolg ketens
niet erg bruikbaar is. In de wisselwer
king tussen mensen gelden andere regels
dan in de mechanica of de techniek. Als
iemand op straat tegen een kiezelsteen
door René Diekstra
hoogiëraar psychologie të Heiden
schopt, beweegt de steen zich met de ener
gie die het door de schop meegekregen
heeft. Er is een rechtlijnig verband tussen
de schop en de beweging van de steen, of
ook: tussen degene die schopt en de steen.
We hebben hier een oorzaak!gevolg ver
band, waarbij het gevolg niet op de oor
zaak terugslaat.
Heel anders is het al, wanneer we met
dezelfde energie de hond van de buren
een (rot)schop verkopen. Hoe het beest
zich nu beweegt, is niet met zekerheid te
voorspellen. Of het jankend wegloopt oj
bijt, hoe het bijt en waarin het bijt hangt
minder af van de hoeveelheid energie die
de schop bevat dan van andere factoren:
van de pijn die de schop veroorzaakt,
van de plaats die getroffen wordt, van de
grootte en de angst van de hond en van de
houding van de aanvaller als de hond wil
bijten.
We hebben hier dus geen rechtlijnig,
maar een circulair oorzaak/gevolg ver
band: het gevolg (de reactie van de hond
beïnvloedt de oorzaak (de schopper) die
vervolgens weer doorzijn reactie de reac
tie van de hond beïnvloedt, enzovoorts.
De uitkomst is dus nooit met zekerheid te
voorspellen, hoogstens met een bepaalde
mate van waarschijnlijkheid. Wat geldt
tussen mens en hond, geldt in nog sterkere
mate tussen mens en mens.
Bij langdurige conflicten tussen men
sen kun je niet spreken in termen van "hij
is de oorzaak (of schuld) en zij is het
slachtoffer" of omgekeerd. Ze zijn
meestal beiden zowel oorzaak als slacht
offer van het conflict. Het heeft daarom
DOOR JOOP VAN DER HORST
Den Haag mag eindelijk gewoon Den
Haag heten. Ook de Hagenezen zien nu
zelf in dat 's-Gravenhage echt niet meer
kan. Wat iedereen binnen en buiten Ne
derland al lang wist, is nu ook tot Den Haag
doorgedrongen. Voortaan geen graal
meer.
's-Gravenhage dankt zijn naam aan de
Hollandse graaf Willem II die in 1247 be
sloot een kasteel te bouwen in de nabijheid
van het daar gelegen jachtslot Die Haghe.
Floris de Vijfde liet omstreeks 1280 de
Hooge Sale bouwen, de latere Ridderzaal.
In de 14de eeuw groeide er een dorpje
rondom dit kasteel en dat werd het dorp
van der Haghe genoemd.
Wat is een graaf eigenlijk? Oorspronke
lijk was hij een ambtenaar van de koning,
een opzichter. De Latijnse naam is comes,
'metgezel' en vandaar dat een graaf in het
Frans comte heet, wat door de Engelsen
als count is overgenomen. In de vroege
Middeleeuwen vertegenwoordigde een
graaf de koning en verzorgde hij namens
de koning de rechtspraak in een bepaald
gebied. Later werden zijn bevoegdheden
uitgebreid en verzorgde hij het hele be
stuur in dat gebied. In de feodale tijd werd
het ambt van graaf een leen, de graaf werd
leenman van de koning. Ook werd het
ambt weldra erfelijk, waardoor de graven
veel machtiger werden dan hun voorvade
ren, die slechts opzichter of rechterlijk
ambtenaar waren. In de praktijk had de ko
ning of de keizer weinig meer te vertellen
en de graaf werd een tamelijk zelfstandig
heerser in zijn graafschap. De Hollandse
graven Willem II en Floris V bijvoorbeeld
waren officieel leenmannen van de Duitse
Keizer.
Later, veel later, toen het leenstelsel
was afgeschaft, was graaf alleen nog een
adellijke titel, hoger dan baron en jonk
heer. Als koning Willem III in cognito op
reis ging. gaf hij zich uit voor de Graaf van
Buren.
De dijkgraaf en de pluimgraaf herinne
ren ons nog aan de oude betekenis van
graaf: opzichter. Dijkgraaf is een zeer ou
de functie, die al bestaat sedert 1200. Nog
steeds is de dijkgraaf de voorzitter van een
dijkbestuur. De pluimgraaf was de man die
toezicht hield op het gevogelte van de ko
ning. Deze functie bestaat niet meer. maar
op zee heet de man die aan boord zorgt
voor het levende gedierte noa steeds de
pluimgraaf.
De meeste andere graven zijn intussen
totaal vergeten. Bijvoorbeeld de houtgraaf,
de aasgraaf. de watergraaf (bewaard in
Watergraafsmeer), de weigraaf, de kerk-
hofgraaf. de hanegraaf, de meelgraaf. de
burggraaf en de molengraaf.
Van andere komaf is de loopgraaf. Het
tweede gedeelte is afgeleid van het werk
woord graven. Een graaf in deze betekenis
is hetzelfde als een gracht. Ook het woord
gracht of graft is trouwens een afleiding
van graven. Iets ervan is bewaard geble
ven in de naam Bodegraven.
Volgens de woordenboeken is er nog
een derde soort graaf: 'ijzeren spade of
schop', maar die was mij niet bekend. Een
Delftse graaf heeft een vierkante blad en
een Haarlemse graaf loopt naar onderen
spits toe.
Modernere soorten grafen zijn de toto-
graaf, de biograaf en de typograaf Hun
geschiedenis gaat niet terug tot in de Mid
deleeuwen en hun naam is opgebouwd uit
semi-Griekse elementen, met name de
stam van het Griekse woord graphein:
'schrijven'. Vandaar hun meen/oud met
een -f-: fotografen, biografen en typogra
fen, terwijl de Hollandse graven, de dijk
graven en de loopgraven een -v- krijgen.
Toch is het mogelijk dat ze nog heel ver
re familie van elkaar zijn. De geleerden
weten namelijk niet precies waar het
woord graaf vandaan komt. Het is niet uit
gesloten dat het dezelfde stam bevat als
het Griekse graphein. In dat geval is de
graaf oftewel de opzichter van oorsprong
misschien iemand die kon schrijven!
ook weinig zin te gaan uitzoeken wiens
schuld het nou eigenlijk is. Toch doen de
meeste ruziënde paren weinig anders
dan dat. Denk maar eens aan het volsla
gen nutteloze geharrewar onder het mot
to "wie is er nou begonnen, jij toch zeker!
Alsof degene die het eerst zijn of haar
mond opendeed daarmee ook de schuld is
van alles dat daarna gebeurd is. Maa r de
reden van dat geharrewar is natuurlijk,
dat ieder van beide partners hoe dan ook
wil voorkomen zelf het onderspit te moe
ten delven, de mindere te moeten zijn.
Toch is het vaak de moed om wel 'de
mindere te zijn' die niet alleen een einde
maakt aan een volkomen onredelijk con
flict, maar ook een eerlijke verdeling van
de macht mogelijk maakt. Iemand kan
na een tijdlang te hebben getwist zeggen:
"Oké, oké, misschien zit er wat in. wat jij
zegt. Laat me daar eens even rustig over
nadenken en als dat werkelijk zo is, oké,
dan zal ik dat ook eerlijk toegeven".
Daarmee wordt in de eerste plaats voor
komen dat de ruzie werkelijk escaleert.
Bovendien houdt hij of zij in zekere zin de
eet aan zichzelf zonder de ander defini
tief de gordijnen in te jagen. Want zelfs
als ie na een tijdje op het probleem terug
komt en toegeeft, dan is het nog altijd een
eigen beslissing geweest om dat te doen.
Gek genoeg weten partners vaak zelf
niet eens hoe de macht in hun relatie pre
cies verdeeld is. Zo kan het best zijn dat
de man de belangrijke beslissingen
neemt. Hij zegt welke auto er gekocht
wordt, waar de vakantie naartoe gaat.
hoeveel geld, ervoor wordt uitgegeven.
Maar voor buitenstaanders is vaak dui
delijk dat zijn vrouw hem deze dingen
laat beslissen, dat zij hem dominant laat'
zijn. Vaak zonder dat ze zich dat bewust
is, probeert zij hem de autoriteit in huis te
laten zijn, het gevoel te geven dat hij de
controle uitoefent. Maar heeft hij die ook
echt?
Het juiste antwoord is: als we willen
weten wie de baas in huis is moeten we
niet alleen nagaan wie beslist, maar ook
wie beslist wie beslist.