Het skelet in de beerput Profiel van de Moord De Baarnse moordzaak en de geruchten over klassejustitie ZA'lLKUAU.lUJUmiyyU EXTRA PAGINA 35 Lennaert Nijgh reconstrueerde de beroemdste moordzaken uit de vaderlandse geschiedenis. In de serie Moord Doodslag vandaag de geruchtmakende Baarnse moordzaak. PLAATS EN TIJD: De tuin bij de villa van de familie H. in Baarn, dinsdagochtend 2 augustus 1960, omstreeks 01.00 uur. SLACHTOFFER: Theo Mastwijk, een 14-jarige scholier uit Soest. DADERS: Henk W.16 jaar oud, al dan niet in samenwerking met Boudewijn H., 17 jaar. Medeplichtige: EwoutH., broer van Boudewijn H., 16 jaar. MOTIEF: Angst voor verraad van kruimeldiefstallen en het ontdekken van het feit dat ze Theo Mastwijk verborgen voor de justitie. Eigenlijk is nooit ten volle opgehelderd wat zich tussen de jongens heeft afgespeeld. AFLOOP: De meest geruchtmakende Nederlandse moordzaak van na de Tweede Wereldoorlog. Door een paar blunders van justitie bij de aanhouding van de verdachten - de oudste broer H. zag kans om uit het voorarrest te ontsnappen - ontstonden geruchten over klassejustitie. De verdachten kregen bij het proces in 1963 straffen van negen tot zes jaar opgelegd en terbeschikkingstelling van de regering. Alle drie zagen af van hoger beroep. Op 27 oktober 1961 vond een metse laar in de tuin van een villa in Baarn een menselijk geraamte in een oude beerput. Volgens de gerechtelijke patholoog-anatoom Zeldenrust was het skelet van een vrouw en dateer de het uit de oorlog. Op 4 november bleek het in Baarn gevonden geraamte van veel recen ter datum. De politie had drie teena gers aangehouden die er van ver dacht werden een vriendje te heb ben vermoord. De onlangs overleden dr. Jan Zel denrust was toen al een grootheid in zijn vak. Maar zelfs de grootste maakt wel eens fouten. Dit is het ge raamte van een vrouw uit de bezet tingstijd, zei hij. Het kwam indertijd wel meer voor dat er resten werden gevonden van clandestien begraven onderduikers. Bij de Baarnse politie werkten twee rechercheurs met de bijna ver zonnen klinkende namen Pit en Smit. Smit was een al wat oudere man met een merkwaardig geheu gen voor kleine en schijnbaar onbe tekenende dingen. Er was een res tant textiel dat niet was aangetast door de ongebluste kalk. Smit had het gevoel dat hij dat motiefje ken de. Pit en hij gingen daarmee tegen het oordeel van de toen al zeer ge respecteerde Zeldenrust in. Onderzoek op het laboratorium stelde hen in het gelijk: spijkerbroe ken bestonden niet in de oorlog. Bo vendien betrof het lapje textiel een restant van een overhemd met een opvallend dessin. Pit kon het niet uit zijn hoofd zetten: hij had dat mo tiefje ergens gezien. Hij bladerde in het opsporingsre gister. "Is Theo Mastwijk al terug?", vroeg hij. Mastwijk stond bekend als een moeilijk geval. Hij was on der toezicht geplaatst van de Kin derbescherming, had geen ambities en kon slecht leren. Hij spijbelde veel, liep van huis weg en raakte be trokken bij kleine diefstallen. Begin juli 1960 gaf zijn vader gaf hem als vermist op. Rechercheur Pit zocht de foto op die de politie van Mastwijk had ge maakt nadat hij op 20 juni van het jaar ervoor was aangehouden op een gestolen bromfiets. Hij droeg een opvallend overhemd. Pit knik te. "Theo Mastwijk is wel degelijk terug". Arrestaties In 1960 had de Baarnse politie lucht gekregen van een paar inbraken en diefstallen van bromfietsen in de buurt; de naam Henk W. was toen al gevallen in verband met een in braak in een leegstaand hotel en in een pakhuis, maar die ontkende dat toen zó zelfverzekerd dat ze hem weer lieten gaan. Hij had de politie in juli 1960 het verhaal verteld dat Theo Mastwijk over de grens naar België was gevlucht. Ook twee schoolkameraden van Henk werden ernstig aan de tand gevoeld: de broers Boudewijn en Ewout H. De politie wist dat Henk W. met de jongens bevriend was. Bovendien was Theo Mastwijk des tijds in de buurt van de 'Chinese vil la' gezien, waar zich die beerput in de tuin bevond ep die moet alleen ingewijden bekend zijn geweest. Boudewijn, inmiddels student, werd na een nacht in Leiden te zijn doorgezakt, gearresteerd in Amster dam. Ewout logeerde bij familie in Den Haag. Hij had erbij gestaan, toen de timmerman het lijk vond. Ewout en Henk bekenden na een uitgebreid verhoor. Boudewijn, evenwel, hield bij hoog en bij laag vol van niets te we ten. Mr. Overbeek, officier van justi tie in Utrecht, kwam daarom naar het politiebureau van Baarn. Praat te vergeefs een paar uur op de jon gen in. Het werd twee, drie uur 's nachts. Ga nou maar slapen, zei Overbeek ten slotte, en gebaarde dat Boudewijn naar zijn cel kon worden teruggebracht. Boudewijn verliet, de kamer in het gezelschap van een agent. Tenminste, dat dacht mr. Overbeek. In werkeliikheid stapte hij doodgemoedereerd door een niet afgesloten buitendeur de vrijheid tegemoet. Beest De volgende dag stortte de hele pers van Nederland zich op het geval, aangevoerd door De Telegraaf. Het was merkwaardig genoeg deze krant eerder dan De Waarheid of Het Vrije Volk die de suggestie deed: het is doorgestoken kaart, ze houden hem de hand boven het hoofd. Aanvankelijk deed het ver haal de ronde dat de verdachte zo sterk was als een beer en met ge weld de agenten van zich afhad ge houden. Er zou zelfs geschoten zijn. Dat Boudewijn sterk was, was waar, maar er was gewoon niemand. De paniek is algemeen en bijna voelbaar. Er werd langer dan 24 uur gezocht in de bossen rond Baarn. Tips werden nagetrokken. En het werd al snel duidelijk waarop de al gemene opwinding in het land was terug te voeren: het sociale verschil tussen daders en slachtoffer. Dat het gezin H. met acht perso nen (vader, moeder en zes kinderen) een huis met 42 kamers bewoonde, viel om te beginnen al niet zo best in het Nederland van 1961, waar nog grote woningnood heerste. De vlucht van Boudewijn kreeg een spectaculair slot. Tot het uiter ste getergd hadden de mensen deze zware dienst gedraaid, onder de spottende blikken van heel Neder land. Sommige politieagenten had den zo weinig geslapen dat ze met een brandende sigaret in hun mond in slaap vielen. Maar ze waren klaar wakker toen ze van pers en publiek te horen kregen dat de gezochte al een halve dag bij zijn ouders thuis zat. Het Beest: een jongen van 18, die 24 uur door de regen zwierf en die ten slotte huilend de beschut ting van het ouderlijk huis zocht. Er werd niet langer om het hoofd van Boudewijn geroepen, geroepen werd om dat van mr. Overbeek. Hogerop Het drama had zich als volgt afge speeld. De vrienden Ewout, Boude wijn en Henk hadden zich aan in- braakjes schuldig gemaakt en Henk misschien aan nog meer. Om streeks begin 1960 kwam Theo Mastwijk in beeld. Hij was 'wegens huiselijke moeilijkheden onder toe zicht geplaatst'. Het grapje met de brommer, die overigens niet door Henk of de anderen was gestolen, bracht hem in moeilijkheden. Het is nodig om te bedenken dat het 1960 is, de jeugd had toen wei nig te vertellen. Op het politiebu reau hadden ze Theo op een vader lijke, maar barse manier de oren ge^ wassen en er natuurlijk iets drei gends aan toegevoegd in de trant van: "Jij gaat naar een tehuis!" Wat Theo voor een jongen ge weest is, weten we niet precies. Hij behoorde tot de kennissenkring van Henk. De jongens H.' kenden hem niet en kenden dat soort men sen helemaal niet. Waarom had Henk toen aan Theo voorgesteld hem te laten onderduiken? Omdat Theo anders iets ging verraden maar dat had hij al gedaan en Henk, die immers was verhoord voor de diefstalletjes, wist dat dus ook. Is er meer geweest, iets waar mee Theo Henk chanteerde, zoals zijn raadsman tijdens het proces be weert? De enige voor wie Mastwijk ge vaarlijk kan zijn geweest, is Henk. De hoge positie van de broers was in feite nooit in gevaar, alleen reali seerden ze zich dat misschien niet. Henk, de timmermanszoon, zou over lijken moeten gaan om hoger op te komen, maar hij kon ook diep vallen. "Allemaal onzin," zou de president later zeggen. "Dat is nog geen reden om iemand te vermoor den!" Daar is nooit een antwoord op ge komen van de jongens. Jam Het deed wel uiterst merkwaardig aan, die al dan niet helemaal vrijwil lige ballingschap van Theo Mast wijk op het torenkamertje. Ze had den hem geblinddoekt naar de villa gebracht. Hij was er wel eens eerder geweest, op een feestje van Boude wijn. Vijf en een halve week zat Mast wijk daar, zonder dat de andere ge zinsleden iets merkten. Het huis was heel groot, niemand kwam ooit op de zolder, 's Avonds werd Theo op het dak gelucht; al die tijd ver toonde hij geen teken van ongeduld en probeerde ook niet te vluchten. Hij kreeg eten, bijna alleen brood met jam. Ze hadden het plan om hem in een vermomming met ge verfd haar naar het buitenland te smokkelen. Aan dat geverfde haar was al te zien dat het toch een beetje om een kinderachtig bedenksel ging. Eind juli was er nog niets ge beurd. Daarna raakten de broers in de problemen: niettegenstaande hét volkomen gebrek aan contact dat ze blijkbaar met hun ouders hadden, gingen ze wel braaf mee op vakantie naar Zwitserland. Toen bleek dat het immense huis leeg achterbleef, een ploeg schilders de boel zou komen opschilderen, moesten ze Mastwijk wegwerken. Op de 31e juli ontstond hoe en door wie dan ook het plan hem te vermoorden. Wie het bedacht heeft, is in nevelen verhuld gebleven. Vol gens de psychiatrische rapporten: alle drie. Rovertje Ze wilden het zo 'clean' mogelijk doen, daarom werd eerst aan gif ge dacht. Het gebruik van de oude beerput als graf voor het slachtoffer lag min of meer voor de hand; Ewout is met het ongebluste kalk- plan komen aanzetten. Het is vreemd dat nergens in de proces gang iemand hem daarover is gaan ondervragen. Hoe kwam hij daar nu eigenlijk bij? Ongebluste kalk ont wikkelt grote hitte, en bijtend gas als er water bij komt. Misschien dat Ewout ergens had gelezen of ge hoord dat een menselijk lichaam daarin geheel oplost. Dat is dus niet zo, zelfs textiel doet dat niet hele maal; ongebluste kalk werd wèl als ontsmettingsmiddel bij het begra ven van kadavers gebruikt. Door het halen van kalk en het openleggen van de put creëerden ze de bewijzen van moord. Een school voorbeeld van moord. De vergifti gingspoging volgens Boudewijn onschuldige tabletten opgelost in bier haalde niets uit. Toen ze gin gen kijken hoe het met het slachtof fer er voor stond en deze zijn hoofd uit het zolderluik stak, schrokken de drie zo enorm dat ze alle trappen af holden naar de kelder. Nogmaals: het heeft allemaal iets weg van een stel kinderen dat rover tje speelt en het is over dit deel van de gebeurtenissen "dat Ewout later zegt: "Ik had het gevoel dat het niet echt gebeurde". Toch is Theo Mast wijk vermoord, door Henk of Bou dewijn samen, nadat ze hem naar het schuurtje hadden gelokt 'om zich te wassen'. Ze verspraken zich tijdens het verhoor een paar maal en zeiden "om gewassen te worden". Een psy chologische verspreking die niet zonder betekenis was. Omdat wur gen wat ze gerepeteerd hadden niet lukte, sloeg öf Henk öf Boude wijn het slachtoffer op het hoofd met een groot hakmes dat in het schuurtje hing. Beiden hebben stijf volgehouden dat de ander het deed. Kraan Nadat ze Theo in de put hadden la ten zakken, hebben ze de ongeblus te kalk en een paar emmers water over hem heen gegooid, en vervol gens de put met een deksel en zand gesloten. Dat karwei in het holst van de nacht zal ze waarschijnlijk voorgoed bijblijven; hoe we ons die vakantie in Zwitserland moeten voorstellen weet ik ook niet. Een maand later, eenmaal teruggekeerd van vakantie, lieten ze nog wat wa ter door een gat in de put lopen en spraken vervolgens er niet meer over. Na een jaar hebben ze de put nog een keer opengemaakt om de resten van Theo weg te werken, maar wat ze aantroffen was zo weer zinwekkend dat ze het plan opga- In het najaar legde Ewout een kraan aan in het schuurtje. Een on bewuste, bijna mythische manier om de zaak openbaar te maken. Waar dient immers een kraan voor? Om te wassen... schoon te maken. Maar het water (lees: het bloed) kon niet weg de put was immers ver stopt en bleef in plassen staan. Dus kwam er een metselaar om de afvoer weer aan te sluiten op de beerput. Ewout heeft alle kans ge had om toen nog iets te doen met het stoffelijk overschot, om zijn broer te bellen of wat dan óok, maar hij deed niets, hij stond erbij en keek ernaar en zei later alleen: "Ik moest het doen, ik kon niet anders". Dr. Zeldenrust kwam nog even revanche halen voor zijn vergissing: hij haalde ter gerechtszitting een schedel vol rode lijnen tevoorschijn en hield een lang en eetlust bene mend verhaal. Theo was niet aan schedelletsel overleden. Hij was le vend begraven in de ongebluste kalk. Het maakte de officier niets uit. Het bleef moord. Ewout heeft op de uitkijk ge staan, zijn broer zei op het laatste moment te zijn weggelopen, Henk bestreed dat. De advocaten legden een bekwaam rookgordijn, wat me de mogelijk werd gemaakt doordat de zaak in de vorm van drie aparte processen diende. Maar de officier liet zich niet foppen. Het bleef moord. De straffen vielen nog betrekke lijk licht uit. Het drietal is al lang weer op vrije voeten. Het verhaal maakte op mijn gene ratie geweldige indruk. Ik herinner me dat er leeftijdgenoten waren die 's nachts niet meer konden slapen, nachtmerries kregen. Alsof we me de schuldig waren. Dat is dan ver oorzaakt door het gedrag van som mige van onze opvoeders. De woe dende blik waarmee onze klasse-le raar ons aankeek toen we het over de Baarnse moordzaak hadden. Het was een hele generatie, de losgesla gen jeugd die wij daar voorstelden. Ook met kinderen uit de beste fami lies, ook uit villawijkjes. Dat maak te niets uit! Jongeren moesten on der de duim gehouden, je ziet wat er van komt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 35