Japanner is niet meer trouw
Revolutionair plan voor berging
'supergeheime' Sovjet- duikboot
Deze krant brengt
in zomermaanden
misdaad-estafette
IREPORTAGE i
'Die aai over
m'n bol mis
ik het meest'
PORTIERS
ZATERDAG 30 JUNI 1
Eenzame ouderen
AMSTERDAM "*s Morgens zet ik
eerst de radio aan. Je moet wat
geluid om je heen hebben. Maar het
ergste van het alleen-zijn is toch wel
datje nooit meer die aai over je bol
krijgt".
De uitspraak komt van een oudere
vrouw in de Amsterdamse
Admiralen- en Postjesbuurt. Zij
maakt deel uit van de ruim twintig
procent ouderen die wonen in dit
westelijk deel van de stad. Maandag
verscheen de documentaire
'Verlegen met de tijd', waarin de
eenzaamheid bij ouderen in dit
stadsdeel centraal staat.
Aanleiding tot de film vormde de
constatering van hulpverleners uit
deze wijk, dat ondanks veel
inspanningen, de eenzaamheid
onder hoogbejaarden hardnekkig
bleef bestaan. Vier jaar geleden
richtten zij zich tot de
Wetenschapswinkel van de Vrije
Universiteit.
De vakgroep Sociologie onderzocht
vervolgens hoe de hulp- en
dienstverlening verbeterd zou
kunnen worden onder bejaarden
met grote
eenzaamheidsproblemen. Het
onderzoek resulteerde in een
cursus voor hulpverleners. Op basis
van dit materiaal ontstonden tevens
de film en het boek 'Uit
eenzaamheid', beide bestemd voor
de hulpverlening in het land.
De buurt kent een netwerk van
hulpverlenende instanties. Naast de
gebruikelijke gezinszorg,
wijkverpleging, huisartsen en
andere instellingen is er een klein
legertje vrijwilligers actief. Ze zijn
verenigd in een hulpdienst,
telefooncirkels, ouderenbonden of
felicitatiedienst voor ouderen. Er
zijn drie buurthuizen met veel
ouderenactiviteiten, er rijdt een
eigen buurtbus rond en een
bejaardentehuis biedt tijdelijke
verpleging, maaltijden en
activiteiten voor de buurtbewoners.
Ondanks al die voorzieningen valt
eenzaamheid niet te voorkomen, zo
is gebleken. En het zijn vooral de
hulpverleners, professioneel en
niet-professioneel, die vaak geen
raad weten met deze problematiek.
Mieke Schram, een van de
samenstellers van het boek, werkte
jaren als hulpverleenster in deze
buurt. "Vroeger zei je vaak tegen
iemand die eenzaam was: ga wat
doen in het buurthuis. Nu we deze
cursus hebben gevolgd, kijkje meer
waardoor iemand eenzaam is.
Daarvoor kunnen verschillende
oorzaken bestaan. Het kan komen
door het verlies van een partner,
maar bijvoorbeeld ook door gebrek
aan sociale contacten. De
machteloosheid die je rond dit
onderwerp vroeger voelde, is door
deze cursus weggenomen. Je leert
beter herkennen waar de
problemen zitten en daarmee om te
gaan".
Of, zoals een andere
hulpverleenster in de film zegt:
"Heel belangrijk is datje met de
ouderen stap-voor-stap aan de slag
gaat". Dat klinkt eenvoudiger dan
het is. Temeer gezien de verdere
vergrijzing die Nederland de
komende jaren te wachten staat.
Is op dit moment nog de helft van
alle mannen boven de 85 jaar
alleenstaand, in het jaar 2000 zal dat
ruim 60% zijn. Oudere
alleenstaande vrouwen zijn er nog
veel meer. Op dit moment is rond de
70% van de vrouwen boven de 85
jaar alleenstaand. In 2000 zal dat
percentage tot 80 zijn opgelopen.
Overigens hoeven mensen met
weinig sociale contacten niet
eenzaam te zijn, terwijl omgekeerd
iemand met veel contacten zich
toch heel eenzaam kan voelen. Zo
hoeft sociaal isolement ook niet ten
koste van de humor te gaan, ook al
is die soms wat bitter.
Een slechtlopende
buurtbewoonster, die door haar
handicap nog maar weinig haar
huis uit komt, vertrelt in de film:
"Ik haak al tien jaar, maar nu
ontstaat het probleem dat ik dit spul
nergens meer kwijt raak. De
wijkzuster heeft me al eens gezegd
dat ik naar een bejaardenhuis moet
gaan. Ik zei: na jou, daar krijg je me
niet. Toen kon ik een dagje mee met
de Zonnebloem. Nou, mooi niet.
Daar kom je nog beroerder vandaan
dan je ging".
ROTTERDAM/MOSKOU
Diep, heel diep op de bodem van
de Noordelijke IJszee, op de
grens met de Barentszzee ligt een
onderzeeër. Het schip is op z'n
huidige verblijfplaats een van de
best bewaarde geheimen van de
Russische marine. Niemand kan
er bij. En daarmee is het tegelij
kertijd ook een van de grootste
zorgen van de Sovjet-admirali
teit.
De Komsomolets is een onder
zeeër uit de Mike-klasse, zoals de
ze Sovjet-duikboot-categorie in
westerse kringen wordt aange
duid. Het schip liep in mei 1983
van stapel van de marinewerf in
Severodvinsk, een havenstad aan
de Dwinabaai bij de Witte Zee.
Volgens internationale literatuur
werd de Komsomolets een jaar la
ter, in het najaar van 1984, in
dienst genomen.
Titanium
Het speciale aan de Komsomolets
is het materiaal waarvan het schip
is gemaakt: titanium, een supers
terke, maar tegelijkertijd zeer
lichte (en dure) metaalsoort. De
toepassing van dit metaal maakt
het mogelijk dat de onderzeeër op
zeer grote diepte kan opereren.
Twee kernreactoren zorgen voor
de voorstuwingsenergie. Daar
naast is het schip van voor tot
achter volgestouwd met de
nieuwste snufjes op het gebied
van elektronica.
De Komsomolets is het enige
schip in de Mike-klasse en heeft
vanwege de toepassing van titani
um, de kernreactoren en hun koe-
lingswijze èn de geavenceerde
elektronica de karakteristieken
'supergeheim' en 'experimen
teel'.
Volgens een opgave van Jane's
Fighting Ships (1989-1990), hèt
maritieme naslagwerk, is de Mi
ke-klasse het vervolg op de expe
rimenten met schepen uit de Alfa
klasse en bedoeld om te zijner tijd
de onderzeeërs uit de Akula- en
Sierra-klasse te vervangen.
De twee kernractoren aan
boord worden gekoeld door een
vloeibare metaalsoort, vermoede
lijk een verbeterde variant op de
lood-bismut-koeling van de reac
toren in de schepen uit de Alfa
klasse. Voordeel van toepassing
van een vloeibare metaal-koeling
Een experimentele duikboot van de Mike-klasse, zoals op de bodem van Noordelijke IJszee ligt verborgen.
is niet alleen ruimtewinst in de
machinekamer, maar vooral ook
krachtwinst.
Voor de liefhebbers: de
Komsomolets heeft naast de twee
kernreactoren twee turbomoto
ren, die een zevenbladige schroef
kunnen aandrijven. De topsnel
heid wordt geschat op 26 knots,
ongeveer 60 kilometer per uur. Er
is ruimte voor 70 bemanningsle
den.
Brand
een patrouille in de Noordelijke
IJszee verging de Komsomolets.
We schrijven 7 april 1989, 's mor
gens vroeg. Kortsluiting, dicht in
de buurt van de reactorruimte,
wordt genoemd als oorzaak van
een brand, die het schip tijdens
de patrouille naar de oppervlakte
dwingt. Een poging van de 68-
koppige bemanning het vuur te
blussen onder meer door cap
sules freongas te openen mis
lukt, vermoedelijk omdat door de
enorme hitte het luchtverver-
singssyteem gaat lekken en zuur-
stóf blijft toestromen.
De brand kost aan 42 Russische
zeelieden het leven. Het meren
deel van de slachtoffers bezwijkt
aan de giftige dampen die bij de
brand vrijkomen, anderen vinden
de dood in het ijskoude water van
de Noordelijk IJszee, nadat enor
me hitte delen van de romp van
de onderzeeër doet smelten en
het schip uiteindelijk zinkt. Door
SOS-signalen gealarmeerde Sov
jet-marineschepen redden 26 be
manningsleden van de
Komsomolets.
Sinds die vroege vrijdagmor
gen rust de Komsomolets op de
bodem van de Noordelijke IJs
zee. Positie: ongeveer 190 kilome
ter ten zuiden van Bereneiland,
een eilandje dat behoort tot de ei
landengroep Spitsbergen, nog
juist op het noordelijkste puntje
van het Noorse continentale plat.
Diepte: ruim 1600 meter.
Twee grote gevaren bedreigen
het wrak. Een van die twee is 'de
vijand'. Het ligt voor de hand dat
andere mogendheden (lees: de
Verenigde Staten) grote belang
stelling hebben voor deze experi
mentele Sovjet-onderzeeër. Het
andere gevaar schuilt in het
schip, in de reactorkamer wel te
verstaan.
Smit Tak
Als het op bergen aankomt, is
men tegenwoordig in het maritie
me wereldje snel uitgekeken. Het
Rotterdamse bergingsbedrijf
Smit Tak heeft internationaal
naam gemaakt met vele bergings
operaties. Hollands glorie in opti
ma forma. De Amerikaanse mari
ne heeft de kennis ook wel in
huis, maar komt om voor de hand
liggende redenen niet in aanmer
king voor het lichten van de
Komsomolets.
Smit Tak heeft 'luisterposten'
over de hele wereld. Bij het eerste
het beste noodsein gaan ook in de
eigen meldkamer in Rotterdam
de alarmschellen rinkelen. Ber
gingsdeskundigen steken dan
vrijwel meteen de koppen bij el
kaar, zoeken contact met de eige
naar van het betrokken schip en
proberen een bergingscontract in
de wacht te slepen. Ook bij het
opvangen van de eerste noodsig
nalen van de Komsomolets veer
den de Rotterdamse bergers op.
De berging van de Komsomo-
Iets vormt echter een probleem.
Een eerste berekening leerde al
snel dat voor het lichten van de op
ruim 1600 meter diepte gelegen
onderzeeër in totaal zo'n 135 kilo
meter staalkabel nodig is. Die ka
bel zou dan bovendien minimaal
10 centimeter dik moeten zijn.
Dat levert een totaal kabelge
wicht van ongeveer 3000 ton op.
Dat maakt de kabel onhandel
baar. Bovendien: zo'n enorme
massa trekt het bergingsvaartuig
mee naar de zeebodem. Pro
bleempje dus.
Smit Tak heeft voor de Sovjet
marine een revolutionair plan op
gesteld. Voor de bergingsoperatie
wil het Rotterdamse bedrijf ge
bruik maken van een nog te ont
werpen vaartuig dat de onder
zeeër van de zeebodem met een
grijparm moet oppakken. De
grijparm komt te hangen aan ka
bels die zijn gemaakt van het su
persterke twaron-vezel, een snuf
je van Akzo. Smit Tak heeft dan
ook toenadering gezocht tot Ak
zo, kabelfabricant Verto en de
offshore-specialisten IHC-Gusto
Engeneering en Heerema. De vijf
bedrijven vormen een consor
tium.
Diepzeemijnbouw
De belangen van de bedrijven
gaan verder dan de berging van
de Komsomolets. Met name Smit
Tak heeft al jaren grote belang
stelling voor het werken op grote
diepten. Nu, zeker de laatste ja
ren, de verdiensten in de ber
gingssector geen vetpot zijn, wil
de Rotterdamse firma de aan
dacht verleggen naar andere ter
reinen, onder meer de diepzee
mijnbouw.
Woensdag is in Moskou het
contract tussen de Russen en Ne
derlanders getekend voor een
voorbereidingsstudie over de
berging. Smit-Tak heeft daarbij
de leiding. Een woordvoerder van
het bedrijf raamt de kosten van
de totale berging op rond de 400
miljoen gulden.
Voor Smit Tak zelf is met de
operatie een investering van 40
miljoen gulden gemoeid. Heere
ma levert het kraanschip waar
mee de 'Komsomolets' omhoog
wordt getakeld. Dat schip wordt
met behulp van IHC aangepast.
Het was eerst de bedoeling dat
IHC een speciaal schip hiervoor
zou ontwikkelen maar dat duurt
de Russen te lang. Alleen Heere
ma had een geschikt hefschip
voorhanden, dat het bedrijf ge
bruikt voor de offshore.
TOKYO Wat nog geen twee jaar
geleden ondenkbaar was, begint nu
in Japan ongekende vormen aan te
nemen. Werknemers van grote be
drijven ontvluchten de zekerheid
van een levenslange arbeidsover
eenkomst en beginnen, soms op het
hoogtepunt van hun carrière, aan
een nieuwe baan. Het 'baantje-wis
selen' is zelfs zo populair aan het
worden dat men van een nieuwe ra
ge spreekt.
Traditiegetrouw worden de werk
nemers van grote Japanse bedrij
ven altijd geselecteerd als ze in het
laatste jaar van hun studie zitten. In
oktober vinden grootscheeps wer
vingsacties plaats, waarna in april
van het jaar daarop de nieuwe lich
ting massaal in dienst treedt.
Die nieuwe werknemers binden
zich in principe voor de rest van
hun leven aan hun werkgever. In
ruil daarvoor kunnen ze rekenen op
sociale zekerheid en periodieke
promoties, totdat ze op 60-jarige
leeftijd met pensioen gaan. Theore
tisch gezien zijn ze weliswaar vrij
om een andere baan te kiezen, maar
in de praktijk is het erg moeilijk om
van werkgever te veranderen.
Oudere werknemers
Een steeds nijpender personeelste
kort heeft er echter voor gezorgd
dat de traditionele Japanse arbeids
politiek met rasse schreden plaats
moet maken voor de vrije werving
zoals die in het Westen gebruikelijk
is. Ervaren middenkader, tot voor
kort bij sollicitaties met wantrou
wen bekeken, wordt nu met open
armen binnengehaald. Vorig jaar
bleek maar liefst 65 procent van de
grote Japanse bedrijven bovendien
zelf actief oudere werknemers te
werven.
In de strijd om de gunst van de
sollicitant laten veel bedrijven geen
middel onbeproefd. In de weten
schap dat de aandacht van de werk
nemers in spé tegenwoordig meer
uitgaat naar het aantal vakantie
dagen dan naar de notering op de
beurs, is men tot alles bereid. Of het
nu een kortere werkweek, extra va
kanties of flexibele werktijden be
treft.
Een grote elektronicafabrikant
gaat zelfs zo ver medewerkers die
langer dan vijfjaar in dienst zijn een
'opfrisvakantie' te bieden van een of
meerdere maanden. Om de vakan
tie te bekostigen worden leningen
verstrekt tot maar liefst 30.000 gul
den.
Carrière
Voor buitenlandse bedrijven met
vestigingen in Japan biedt de nieuw
verworven vrijheid van het Japanse
middenkader unieke mogelijkhe
den. Naarmate de Japanner meer
aan zijn carrière en minder aan zijn
bedrijf denkt, groeit de bereidheid
om in dienst te treden bij een niet-
Japans bedrijf.
Het aanstellen van Japans kader
personeel stelt buitenlandse bedrij
ven in staat beter door te dringen in
het door persoonlijke relaties be-
kort vaak voor zijn leven ac
plotseling een rage geworden.
heerste zakenleven. Japanners r
ring vastbesloten lijkt geen onge-
ken tijdens hun studietijd vaak schoolde buitenlandse werknemers
vrienden voor het leven. Oud-stu- toe te laten, is de werkgevers er veel
denten va
siteit van
netwerk v
kringen e
i contacten in regerings- ende bereidheid om door middel
i het bedrijfsleven.
Voor de miljoenen werknemers
in kleinere produktiebedrijven is
het veranderende arbeidsklimaat Toch zal het, ondanks alle verande-
Zomertijd
op een geheel andere manier
belang. De levenslange arbeids
overeenkomst was voor hun nooit
weggelegd. Als er al sprake is van
enige zekerheid, dan is die groten
deels afhankelijk van de mentaliteit
en de bereidheid van de werkgever.
Het enorme personeelstekort, dat
juist in de kleine industrie bijzon
der hoog is, begint van die groep ar
beiders echter een kostbaar goed te
maken. Zeker nu de Japanse rege
ringen, nog wel even duren voordat
alle Japanners zich hebben losge
maakt van het 'mijn-bedrijf-syn-
droom. Dat bleek onlangs weer,
toen een onderzoek uitwees dat
meer dan de helft van de werkne
mers tegen de invoering van de zo
mertijd is. Dat leidt alleen maar tot
langer overwerken, vonden de
meeste ondervraagden. Want voor
het donker naar huis, dat doe je toch
niet....
Om de portiers kom je in Oost-
Europa niet heen. Je treft ze in ieder
openbaar gebouw: glazen hokjes bij
de deur, waarin een al wat oudere
man of vrouw in stofjas en met
behoorlijk veel zitvlees. Ze waren en
zijn de trouwste aanhangers van de
communistische partijen, omdat ze
heel goed weten dat ze aan dat
systeem hun positie danken.
Het eerste datje bij binnenkomst
dient te doen, is hun onwil
overwinnen. Bezoekers zijn per
definitie om te negeren, af te
snauwen, af te poeieren en, als er
maar enigszins een reden voor is,
niet te helpen. Hun nut is
twijfelachtigmaar ze zijn de plaag
van iedere Oosteuropese burger.
'De portier kan niets voor je doen,
maar hij kan wel zorgen dat er niets
voor je gebeurt", schreef een
Tsjechische schrijfster ooit en ze kon
het weten. Als vrouw van een
politieke gevangene had ze veel
ervaring met de soort.
We waren dus wel wat gewend.
Maar de man met wie we nu te
maken kregen, was een
buitengewoon exemplaar. Ten
eerste, hij zat niet, hij liep. Verder
was hij betrekkelijk jong en droeg
een rood fantasiekostuum met
gouden tressen en een pet.
Bovendien had hij niet zomaar
zitvlees, maar was ronduit
monsterachtig vet. En hij viel in nog
een ding op: hij maakte ons het
leven niet zuur bij binnenkomst,
maar bij het weggaan.
In een ding onderscheidde hij zich
niet van al die andere portiers: hij
had een functie van niets, maar hij
wist er iets van te maken. Hij had
namelijk, op zijn belachelijke en
geheel eigen wijze, macht. Hij was
nachtportier bij het Praagse
Panoramahotel. En wij waren, om
drie uur 's nachts na een borrel bij
vrienden, zijn prooi. Onze
nachtportier had namelijk een zeer
belangrijke functie: hij wees de
klanten van het hotel hun taxi toe.
Met recht een machtspositie: het
Panoramahotel ligt vrijwel aan de
rand van de stad en taxi's zijn om
die tijd de enige mogelijkheid van
Hij combineerde zijn werk met een
gezond gevoel voor eigenbelang.
Geld wilde hij hebben, en niet
weinig. Voor een tip van een dollar
of vijf was hij bereid een taxi te
leveren. Hij had zijn handeltje goed
opgezet, want klagen bij de receptie
bleek een zinloze bezigheid. "De
eerste metro gaat om half vijf
vertelde de gladde receptionist
vriendelijk.
Geen dollars, geen taxi, zo simpel
lag dat. De ene taxi na de andere
kwam, de deur zwaaide vriendelijk
open, we gingen zitten, maar nog
voor we een adres hadden kunnen
opgeven, greep onze portier in. "Het
spijt me, de taxi is bezet", mompelde
de chauffeur en hij reed liever leeg
weg dan met de portier ruzie te
krijgen.
De portier rekende er duidelijk op
dat de tijd in zijn voordeel zou
werken en we uiteindelijk wel
zouden betalen. Maar tegen
psychologische oorlogsvoering was
deze dikzak niet opgewassen. Nadat
we hem een half uur lang bij iedere
stap jennend op de voet waren
gevolgd, stonden de
zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd.
En nooit hebben we een
Oosteuropese portier zo blij zien
kijken toen hij uiteindelijk
béhxdpzaam de taxideuren voor ons
kon openzwaaien.
Het kan geen toeval geweest zijn
geweest dat onze taxichauffeur het
door ons opgegeven adres verkeerd
begreep. Hij reed ons zeer
behulpzaam en met gezwinde spoed
naar de dichtsbijzijnde agenten.
"Problemen met hotel? vroeg hij
nog belangstellend. Zijn Engels was
te slecht om hem te vragen hoe hij het
zelf met de plaatselijke maffia
redde.
Je bent 45, hebt een gelukkig hu
welijk, werkt bij een degelijke
bank. Een rustig, overzichtelijk,
prettig bestaan, zo lijkt het. Tij
dens een reisje van je vrouw naar
een Zwitserse vriendin, ga je een
avondje stappen met de buur
man. De volgende morgen word
je met een enorme kater wakker
in een onbekend bed, naast een
mooie blonde meid. Wat aan haar
echter vooral opvalt, is het grote
mes dat overduidelijk zeer diep in
haar rug is gestoken. Paniek!
Dat overkomt Max de Klerk, de
hoofdpersoon in het misdaad
feuilleton dat in juli en augustus
wordt gepubliceerd in deze krant.
De eerste aflevering staat maan
dag in de krant. Acht weken lang
kunt u vijf keer per week de lotge
vallen van Max de Klerk volgen.
Bij het begin van het verhaal
staat nog niet vast hoe het gaat af
lopen. Het verhaal wordt name
lijk geschreven door acht beken
de Nederlandse auteurs van thril
lers en misdaadromans, die van
elkaar het estafettestokje overne-.
men. Als hoofdstuk een is ge
schreven begint auteur nummer
twee, enz.
Max' lot is dus nog geheel onze
ker: heeft hij de vrouw naast hem
in bed vermoord, misschien tij
dens een uit de hand gelopen
dronken ruzie? Zo niet, wie heeft
het dan wel gedaan en waarom?
Wat heeft hij eigenlijk (gehad)
met dat mens? Waar is de buur
man gebleven?
Op de vragen van deze crimi-es-
tafette zullen antwoorden komen
van Tomas Ross, Jacques Post,
Ina Bouman, Jan van Hout, Ma
nuel van Loggem, Gerben Hellin-
ga, Jacob Vis, en René Appel. Al
len zijn lid van het Genootschap
vcan Nederlandstalige Misdaad
auteurs (GNM). Dat zegt iets over
de kwaliteit van de schrijvers: het
GNM accepteert alleen mensen
die ten minste twee misdaadro
mans hebben gepubliceerd. Het
gaat dus niet om amateurs, maar
om doorgewinterde kenners van
de fictieve misdaad.
En dat zal de arme Max de
Klerk weten ook. Deze wat saaie,
in de hypotheekbranche werkza
me man, in het geheel niet ver
dacht op verstoring van zijn ver
trouwde rustige levensritme, is
opeens het middelpunt van chao
tische taferelen. De politie be
trekt hem bij het onderzoek naar
de moord, aan zijn vrouw kan hij
het moeilijk gaan uitleggen en
zijn baas zal het ook niet snappen.
Voor Max zit er maar één ding
op: zelf gaan rechercheren. Hij
moet zelf deze brute misdaad op
lossen, in de hoop de persoonlijke
schade zo beperkt mogelijk te
houden. Ga d'r maar aan staan: zo
van de hypotheekafdeling van
een bank in de wereld van moord
en doodslag, schone schijn en bit
tere werkelijkheid, van helpers
die je niet kunt vertrouwen en vij
anden die je van dienst zijn.
De misschien wat saaie, maar
EEN AVONDJE STAPPEN
sympathieke bankbediende gaat
samen met zijn buurman (wat
voor rol speelt die eigenlijk?) op
onderzoek uit. Ze komen terecht
in de wat meer obscure delen van
het zakenleven, in de horeca, krij
gen te maken met chantage, pe-
nose, pitbulls en platinablonde
vrouwen. Ondertussen met moet
Max zich de politie op een geloof
waardige manier van het lijf zien
te houden en iets verzinnen voor
zijn vrouw, die elk moment van
vakantie kan terugkomen. Help!
Max de Klerk zal acht weken
lang door de zure appel heen
moeten bijten, voor duidelijk
wordt wie de blonde schone om
zeep heeft geholpen. Kan Max
straks terugkeren in zijn rustige
wereld van hypotheken, vrouw
thuis in rijtjeshuis, of is dat voor
goed verleden tijd. Eind augustus
zullen we het weten.
Tomas Ross, is de schrijver die
het spits afbijt in de crimi-estafet-
te, die u de komende twee zomer
maanden in het LeidschlAlphens
Dagblad zult aantreffen.
(foto GPD)