Een levensavond in majeur m Emotionele blessures Onze taal ENKWIJZER 'Ik mankeer van alles, maar voel me intens gelukkig' -V& eu. ij- ui. oe ZATERDAG 30 JUNI 1990 PAGINA 29 DOOR JOOP VAN DER HORST Het laatste deel van de bijbel heet in het Grieks Apocalyps. Het is het gedeelte met de duistere toekomstverwachtingen, de voorspellingen van wereldschokkende rampen en bloedstollende gruwelen. De Nederlandse naam van dit laatste bijbel boek is bekend genoeg: Openbaringen. Toch heet het feitelijk anders, ledereen die een bijbel in huis heeft, kan het zelf na gaan. En het maakt niet uit welke editie men heeft, een oude of een moderne, een katholieke of een protestantse, allemaal noemen ze het laatste bijbelboek:...Open baring. Enkelvoud dus. Dat is correct, want in het oorspronkelijke Grieks is de naam ook een enkelvoud. Hoe kan dit? Hoe is het mogelijk dat de meeste mensen deze naam als meervoud in hun hoofd hebben? Waar komt dat meervoud vandaan? De verklaring is jaren geleden al eens gegeven in een taalkundig vaktijdschrift: het meervoud is een vergissing, in vroeger eeuwen ontstaan door de oude Statenver taling, de bijbelvertaling uit 1637. Die oude vertaling was overigens zelf niet fout maar is verkeerd begrepen. Dat is alleen te be grijpen voor wie iets weet van de geschie denis van de Nederlandse taal. Ooit, eens, lang geleden, eindigden veel Nederlandse woorden op -evrouwe, zon- ne, mane. Aan het eind van de Middeleeu wen, in de 15de en 16de eeuw, waren de ze woorden in Holland al verkort tot vrouw, zon, maan, maar in sommige delen van het taalgebied, onder andere in Vlaande ren, bleef men spreken van vrouwe, zonne en mane. Toen in de 17de eeuw de Staten bijbel gemaakt werd, koos men soms voor de on-Hollandse Vlaamse vormen, die men toen wel chic vond klinken. Onder an dere Openbaringe, een enkelvoud, maar wel een Vlaams enkelvoud want in Holland zei men al Openbaring. Rechtzinnige protestanten, die geen tit tel of jota van de bijbel oversloegen, spra ken deze (Vlaamse!) vorm volledig uit, in clusief de laatste e. Net zoals het een blijk van rechtzinnigheid was om Here te zeg gen, en niet Heer. In de oren van het gewo ne kerkvolk in Holland klonk de uitspraak openbaringe als een meervoud. En zo kre gen hele generaties van trouwe kerkgan gers steeds weer openbaringe te horen. De predikant bedoelde er geen meervoud mee maar het klonk voor gewone mensen wel als een meervoud. En zo zou het dan gekomen kunnen zijn dat zelfs nu nog me nige Hollander denkt dat het laatste bijbel boek 'Openbaringen' heet. Eerlijk gezegd past een meervoud trou wens wel zo goed bij dit bijbelboek. Het is een aaneenschakeling van visioenen en beelden, die tezamen best Openbaringen hadden kunnen heten. Bovendien zijn er veel andere bijbelboeken die ook een naam in het meervoud hebben: Koningen, Kronieken, Psalmen, Spreuken, Klaaglie deren, Romeinen, Korinthiërs, Galaten. In zo'n rij valt Openbaringen niet op. Met Duinkerken is het in feite ook zo ge gaan. Een Frans stadje in een Neder landstalig gebied, ooit eens berucht als ha venplaats van zeerovers. De Franse naam Dunkerque komt van de Nederlandse naam af en niet andersom. Maar hoe is de Nederlandse naam? Andere steden en dorpjes in die buurt heten Adinkerke, Kaaskerke, Klemskerke, Middelkerke, en zovoort. De echte naam is dus stellig Duin- kerke, zonder -n. Kerke is enkelvoud,, maar we zitten daar in een dialectgebied' waar die oude -e nog uitgesproken wordt. Waarom kreeg Duinkerken een -n erbij en al die andere plaatsjes niet? Dat komt waarschijnlijk doordat alleen Duinkerken in de Tweede Wereldoorlog zo bekend ge worden is. Overal in België en Nederland werd erover gesproken, en dan klonk Duinkerke in de oren van menigeen als een meervoud. En vandaar waarschijnlijk dat men het ook zo ging schrijven. Tot zelfs in woordenboeken en atlassen spreekt men nu van Duinkerken, wat toch heus een vergissing is voor Duinkerke. Tachtig worden is geen ver dienste. Tachtig worden op de manier van Daan Modderman, da's andere koek. Want een ding staat vast: hondenman, paardenkenner en NCRV- per soonlijkheid Daan Modderman heeft gelééfd. Intens, mogen we wel zeggen. Onlangs lag hij in het ziekenhuis. Modderman werd ooit getroffen dooreen beroerte, zijn hart klopt niet meer als zou moeten. Modder man is bovenal kankerpatiënt. Zwaarmoedigheid is hem niet temin vreemd. "Het wordt tijd dat je komt, binnenkort ga ik hemelen of ergens anders naartoe. Mijn taak is hier vol bracht". door Dirk Willem Rosie Daan Modderman verwierf landelijke bekendheid door in het legendarische NCR V-televisieprogramma 'Showroom op te treden als de man met zijn eigen, door paarden voortbewogen lijkwagen. Dat rijtuig staat nu al heel wat jaartjes onaangeroerd in de schuur naast zijn schilderachtige huis 'De Haverkist', dat middenin de Onzalige Bossen bij De Steegh staat. De laatste keer dat de lijk koets van stal werd gehaald was op het moment dat de NCRV besloot een aantal Showroom-succesnummers te herhalen. Een prettig gestoorde pastoor sprak bij de lijkwagen de gebruikelijke prevele menten. Hij werd ruw onderbroken door Daan, die liggend in zijn rijtuig plotse ling de zwarte gordijnen wegsloeg. Ho- die mihicros tibi", baste Modderman. Heden ik, morgen gij. Of iets van die strekking. Modderman kan smakelijk vertellen over z'n leven in het algemeen en in het bijzonder over zijn toevallige sprong op de 'Gooise matras'. "Jan Fillekers en Henk van der Horst hadden voor hun programma 'Showroom' een interview gemaakt met een man, wiens vrouw he lemaal furieus was geworden toen ze daarvan hoorde. 'Dat is een programma met allemaal gekken, daar moet jij nodig tussen gaan zitten!, had ze gezegd. Dat ging dus niet door. Zaten ze met een gat. Wat nu! De eindredacteur van dat pro gramma kende een vriend van mij, Nico Bogaart. 'Weet jij niet nog een gek, Ni co?' 'Ja, ja, ja. Nou ja, een gek...' En toen kwam hij met mij op de proppen". Avontuur "Ze zijn toen bij me geweest'. Ik zeg: aan mij heb je niks, ik heb hier niet eens elek triciteit. Kwamen ze met een grote vrachtwagen aanzetten, die elektriciteit opwekte. Dat ronkte als de pest, ze moes ten dat ding 150 meter het bos in rijden, anders konden ze niks opnemen. Maar ik vond het wel lollig, ben altijd in geweest voor avontuur. Als kind al las ik alle boe ken van Karl May". "Ze vroegen aan me: 'Waarom wil je toch met een lijkkoets begraven wor den?' Da's toch duidelijk. Ik ben mijn he le leven een paardepummel geweest, dan ga ik toch niet in zo'n stinkende automo biel liggen!" Vervolgens werd Daan met een zekere regelmaat gevraagd voor NCRV-radio- programma's als 'Rozegeur en prikkel draad' en 'De tafel van vier'. Op televisie verscheen Daan in een forum met Peter Faber, Renate Rubinstein en Hans van den Bergh, een programma genaamd 'Daar zegje zo wat'. Daan: "Ik zeg op' een gegeven moment tegen Rik Felderhof van de NCRV: 'Wat wil je toch elke keer met zo'n pummel, ik weet alleen wat van paarden en honden. Ik wil niks met die radio en televisie te maken hebben. Al leen als ik je daar een plezier mee kan doen. Zegt Rik: 'En tóch vraag ik je. Om dat jij een filosoof bent. Je bent een hu moristische filosoof. De manier waarop jij kunt lachen om dingen, waarop je kunt versimpelefi wat iedereen verder zo enorm belangrijk vindt. Dat vinden wij levenskunst, zegt Rik". Stapelverliefd "Bij 'De tafel van vier' kregen we het gro te probleem voorgelegd van een burge meestersdochter, een studente aan de universiteit, die stapelverliefd was ge worden op een leuke, maar doodeenvou dige man, een straa'tmaker. Daar wilde ze mee trouwen. We zitten daar met zijn vie ren aan tafel en de één zegt: 'Wat erg nou', en de ander zegt: 'Wat zonde van zo'n meisje, krijgt ze vast spijt van' en de derde zit van 'Hoe brengen we dat meisje aan d'r verstand dat ze dat niet moet doen'. Ik zit zo'n beetje te lachen, Op een gegeven moment vraagt Rik: 'Daan, hoe zie jij het probleem?' Ik zeg: 'Dit is geen probleem, er zijn geen problemen, je kunt alles oplossen'. 'Maar hoe wil je dit dan oplossen?' 'Doodeenvoudig. Die burgemeester moet in zijn dorp sierbe strating aan laten leggen, da's tegen woordig in de mode. Dat jaagt geloof ik de auto's bij de winkels weg. Dan zit die aanstaande schoonzoon zich daar rot te werken, dus die verdient als de pest en als die dan maar lang genoeg aan het straten is weet die dochter ondertussen wel of ze 'm echt zo leuk vindt. En als dat dan zo is, leven ze lang, rijk en gelukkig". Daans vader was een marine-officier, een echte zeebonk. Zijn moeder was een dochter van Mr. Van Eek, Den Haags grootste advocaat en gedurende 33 jaar lid van de Tweede Kamer. Zijn ouders waren al 20 jaar getrouwd toen hun eer ste kind werd geboren. Drie jaar later volgde een tweeling van wie Daan er één was. "Mijn ouders waren doodsbang dat mijn tweelingbroer en ik zwakkelingen zouden worden. Toen zei een oom van mij: 'Die kinderen moeten paardrijden, daar worden ze groot en sterk van". Zwart schaap "Ik ben het zwarte schaap van de fami lie", vervolgt Daan onomwonden. "Mijn broers zijn keurig nette mensen gewor den. Ze zijn gaan studeren en hebben respectabele functies bekleed. Mij von den ze te dom. Dat kan ik heel goed be grijpen, want ik zat op het gymnasium in Den Haag en het interesseerde me alle maal geen bal. Ik heb dan ook nogal wat gedoubleerd en ik moest op een gegeven moment van mijn ouders zelfs naar Zut- phen, naar een plattelandsmeester. Na negen jaar haalde ik eindelijk mijn diplo- "Mijn vader zei tegen me: je gaat naar Leiden, rechten studeren, en dan word je maar bankier, want die verdienen ten minste geld. Maar dat kende ik wel: je een beetje uitsloven voor vrouw en kin deren, die fijn gaan sporten, terwijl jij bij het elektrische licht zit te zwoegen! En dan ben je zestig en krijg je een beroerte. 'Pa heeft niks te willen, pa eet alleen maar pillen'. Dat leek mij dus niks". "Ook domme mensen hebben wel eens een goed idee. En het mijne was: niet gaan studeren. Want ik was al een domme gymnasiast en wat heb je er nou Een manier om je tegenstanders te ver slaan is hun hoofd te gebruiken". Deze merkwaardige uitspraak komt uit een al even merkwaardig boek met als titel 'Theorie en Praktijk van het Sportman- schapdat in 1947 van de hand van de Engelsman Potter verscheen. Het boek is naar mijn mening een absolute 'must' is voor iedere toekomstige bondscoach. Want het gaat over de kunst een tegen stander op sportief gebied met behulp van psychologische trucs uit zijn even wicht en concentratie te brengen. Met die psychologische oorlogsvoering moet je al ruim voor een wedstrijd begin nen. Om ervoor te zorgen datje opponent zodanig geïrriteerd of onzeker raakt, dat hij in zijn hoofd alleen nog maar met jouw beledigingen of intimidaties bezig is, in plaats van zich op de wedstrijd voor te bereiden. Onbetwist kampioen in het uitdelen van de psychologische knock-outs, zoals die in het boek beschreven staan, was zwaargewicht bokser Mohammed Ali. In de voorbereiding op het titelgevecht in 1964 tegen Sonny Liston haalde hij de meest bizarre trucs uit om zijn tegenstan der op de kast te krijgen. Zo reed hij om twee uur 's nachts met een grote bus naar het huis van Liston, remde piepend en krijsend voor de voordeur, begon vervol gens als een idioot te toeteren en te schel den en Liston uit te dagen om op het gras veld voor zijn huis met hem op de vuist te gaan. Een andere keer zocht hij Liston op in een casino in Las Vegas. Hij deed alsoj hij een sheriff uit het Wilde Westen was en beval Liston als de bliksem zijn biezen te pakken en ervoor te zorgen dat hij voor zonsondergang de stad uit was. Tijdens het wegen, vlak voor de wed strijd, speelde Ali een krijsende krank zinnige die door zijn helpers in bedwang aan om een domme jurist te worden? Ik dacht: hoeveel pikeurs en stalknechten kennen Latijn en Grieks? Dat zijn er niet zo veel. Dus als ik het paardenvak in ga, denkt iedereen: wat een knappe vent, die spreekt zijn talen. Je moet altijd dat doen watje genade is, want dat gaatje gemak kelijk af'. "Nu gingen mijn beide broers braaf studeren en die kregen daarvoor een toe lage van mijn vader. Toen pa hoorde dat ik de paarden in wilde zei hij: 'Daar be taal ik je niet voor'. Ik zeg: 'Hoor eens hier, vader. Ik moet toch ergens van le ven? Want wat heeft u mij tot nu toe ge leerd? Latijn en Grieks! Daar kan ik toch niet van leven!'. Toen kreeg ik de helft van de studietoelage die mijn broers kre gen". Modderman leerde het vak voor de oor log in Duitsland. Eerst in Lippe-Det- mold, later in het heilige der heiligen: Hauptgestüt Trakehnen in Oost-Pruisen, op dat moment het belangrijkste paar denfokkerij-bedrijf ter wereld met 1700 paarden. Daar waar geen buitenlandse pottenkijker langer dan een paar weken mocht verblijven (de produktie van ca- valerie-paarden viel onder het defensie geheim), hield Daan het twee jaar uit. "Ik had geluk: ik was er nog maar net en toen kwam Hitier aan de macht. Dat wil zeg gen: alle ambtenaren met verstand van zaken werden er plotseling uit gesode mieterd en vervangen door nazi's die van moest worden gehouden. Maar tegen die tijd wist Liston al lang niet meer hoe hij het had en hij liet zich in de match als een blinde beer een scheldnaam die alweer Ali voor hem had bedacht uitschake len. Ali's lichtend voorbeeld werd door Sugar Ray Leonard gevolgd in zijn ge vecht om het wereldkampioenschap wel- tergewicht in 1981. In de eerste ronden deed hij niks anders dan zijn tegenstan der, de Panamees Roberto Duran, uitla chen, pesten en de meest grove beledigin gen toeslingeren ten overstaan van mil joenen kijkers. In de achtste ronde stak Duran in wanhoop zijn armen in de lucht en gaf op, terwijl hij de woorden sprak die door kenners als het bewijs van een succesvolle 'psych-out' worden gezien "No mas, no mas" ("niet meer, niet Maar niet alleen bij het boksen, ook bij andere sporten komt veel van dit fraais voor. Zo heeft tennisser John McEnroe eens bekend dat zijn woede-uitbarstin gen voor een deel gespeeld zijn en bedoeld om zijn tegenstander uit diens concen-N tratie te halen. Als een lijnrechter in zijn ogen een fout maakt, pleegt hij als een- wilde tekeer te gaan. Tijdens die opvoe ring is zijn tegenstander veroordeeld tot lijdelijk toekijken. En zoals altijd wan neer we iemand zien die volslagen over zijn toeren is, houdt het beeld daarvan ons nog een tijdje bezig. Ondertussen kunnen we ons dan nikt goed concentre ren op waar we eigenlijk mee bezig wa- Zelfs het zo vreedzaam ogende schaak spel staat bol van de psycho-trucs. Een beetje wereldschaker neemt naar een tweekamp een hypnotiseur of telepathist mee, zet 'm steeds op de eerste publieksrij en laat het gerucht verspreiden, dat de man van afstand gedachten van de te- niks wisten. Zo raakten mijn papieren zoek en kon ik rustig blijven zitten. Ik werd daar Gestüts-assistent". Toen Modderman terugkwam wist hij meer van de rijpaardfokkerij dan zijn broers van obligaties. "In Duitsland heb ik ontdekt dat de wereld van corruptie aan elkaar hangt. Ik moest op een gege ven moment examen doen. Vlak voordat ik de manege binnenrijd, neemt mijn baas me even apart. Hij haalt iets uit zijn zak en smeert het mijn paard in de bek: grof zout. Dat brandt natuurlijk als de hel, dus dat paard maar kauwen, kau wen, kauwen. Ik kreeg na afloop een bij zonder compliment over de Maultatig- keit van mijn paard. Ik had die dressuur- proef met zo'n lichte, levendige hand ge reden, zeiden ze. Haha!" Het zwarte schaap van zo'n chique Haagse familie te zijn is een rol waar Daan niet trots op is. Maar hij schaamt zich er evenmin voor. Zijn levensvervul ling, op de rug van jachtpaarden in vlie gende galop achter een meute jachthon den aan gaan, lag voor hem net zo voor de hand als carrière maken en geld verdie nen voor een ander. Hij heeft, net als ie der ander, datgene gedaan wat hem ge lukkig maakte. Er zijn alleen wat weinig mensen die zich kunnen voorstellen dat je 53 jaar lang gelukkig kunt zijn in de Onzalige Bossen, zonder stromend wa ter, met petroleum-lampen en een 'doos' voor de dagelijkse behoefte. Goed bekeken "Het leven hier in het bos is heerlijk ge weest. Ik ging één keer in het jaar naar het dorp voor een paar nieuwe klompen. Ze zeiden: 'Die vent is gek'. Maar ik had het goed bekeken hoor. Want ik heb hier wijsheid geleerd, in de natuur, met God als mijn buurman. Want God is ook in het bos, hij is hier nader dan in de Am sterdamse hoerenbuurt". "Het belangrijkste in het leven is, dat je gelukkig bent. Ik mankeer van alles, ging kortgeleden bijna dood aan kanker, en elke dag prijs ik de Heer dat ik zo ge lukkig ben. Ik lag in het ziekenhuis op een kamer met een pastoor die ook kan ker had en we hebben elke dag gelachen. Je moet de genade leren zien, wie dat niet kan is dom". Zijn vrienden van de Koninklijke Ne- derlanjlsche Jachtvereeniging boden Daan ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag een diner aan op Kasteel Mid- dachten bij Isabella Gravin Zu Orten- burg. "Daar ben ik het slachtoffer van. Dat heeft helemaal geen zin, want ik ben niks meer. Het is voorbij, mijn jongen, ik heb mijn tijd gehad. Binnenkort ga ik he melen, of ergens anders naartoe. Mijn taak is achter de rug. Ik was een schakel in de ketting, ik heb doorgegeven wat mij is geleerd. Ik was een dienaar van de paardenwereld en daar had ik een heer lijk leven aan te danken". Te oordelen naar zijn békketrekkerij tegen Rijkaard, na diens overtreding en gele kaart, deed Voller zijn complimen ten in het. veld nog eens dunnetjes over. En met succes. Rijkaard ging over de rooie en kreeg een rooie. Bovendien be vestigde Rijkaard de theorieën van Vól ler door voor de ogen van de halve wereld als een op drift geraakte onopgevoede in fantiele kikker te gaan staan spugen. Het gevolg was dat Nederlands beste speler van het moment het veld moest ruimen, de organisatie van het elftal ontregeld raakte en de pot werd verloren. Dat Vól ler zelf ook moest ophoepelen was verve lend, maar het offer dubbel en dwars waard. Rest nog de vraag, waarom nou net Rijkaard op zo'n kinderlijke manier zijn beheersing verloor. Het antwoord op die vraag is van belang, omdat er voor toe komstige bonds- en andere coaches lering uit te trekken valt. De redenering dat dg spelers onder grote druk stonden en nou eindelijk eens wat moesten laten zien snijdt geen hout. Want a) dat gold voor alle spelers en b) Rijkaard was nou net een van de weinigen die in de vooraf gaande partijen wel redelijkgoed had gespeeld. Het antwoord is vermoedelijk eerder te vinden in de uitkomsten van een onderzoek van de Amerikaanse psycholo gen Ogilvie en Howe. Zij vonden dat rela tieproblemen meer effect hebben op het gedrag van topsporters dan alle ahdere mogelijke spanningsbronnen tezamen. Een sporter die, zoals Rijkaard, met dergelijke problemen kampt, kan zijn sport gebruiken als een manier om zijn spanningen (wat) kwijt te raken en dus toch redelijk presteren. Maar er hoeft maar weinig extra spanning of irritatie bij te komen en de kans is groot dat hij ontregeld raakt. Vooral als die irritatie gevolg is van het feit, dat iemand je per soonlijk onheus bejegent. De moraal: emotionele blessures zijn minstens zo belangrijk voor het spelver- loop als fysieke blessures. De vraag is al leen of de KNVB aan vier jaar wel ge noeg heeft om dat in de gaten te krijgen. Levenskunstenaar Daan Modderman: "Ik wil in een lijkkoets, ik ga niet in een stinkende automobiel liggen' (foto GPD) door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden bepaald niet verwonderlijk zou zijn ge weest als het met hem erbij anders was gelopen. Net zo min dat het verwonder lijk is, dat het nou net Vóller was die Rijk aard letterlijk en figuurlijk 'rood' deed aanlopen. Want volgens mij verdient Vóller een plaatsje in de galerij van Ali, Sugar Ray, John en Aljechin. Al voor de wedstrijd was hij in het openbaar begon nen met 'psych-outs' tegen Nederland uit te delen. Hij complimenteerde ons on der andere als "het meest onbeschaafde volk ter wereld", "kampioenen van de wansmaak" en gaf onomwonden aan twee jaar lang naar de gelegenheid te hebben uitgekeken "om eindelijk dat on beschaafde tuig een lesje te leren". Sommige journalisten interpreteerden deze uitspraken als een aanwijzing dat Vóller overspannen was, maar daar ge loof ik geen bliksem van. Want wie derge lijke dingen zegt, overspannen of niet, heeft in elk geval ook de bedoeling de an der op de kast te jagen, uit zijn concen tratie te halen. Het zou mezelf niet ver bazen als Voller daarbij stilzwijgend de instemming had van zijn bazen. Want normaal gesproken zou een coach ofvoet- balbestuurder een speler voor zulke pu blieke beledigingen aan het adres van een bevriende natie tot de orde hebben ge roepen. Ik kan me tenminste niet voor stellen, dat Van Breukelen ongehinderd had mogen uitkramen dat hij zich ver kneuterde over de gelegenheid om dat stelletje bosapen uit Kameroen linea rec ta naar hun jungle terug te sturen. genstander kan storen. En dat gebeurt ook. Niet omdat de man echt zulke magi sche krachten bezit, maar omdat de te genstander zo wordt afgeleid door de vent die daar op de eerste rij steeds naar 'm zit te staren, dat hij zijn gedachten niet goed bij het spel kan houden. Een minder subtiele maar niet minder effectieve truc haalde naar verluidt de Rus Aljechin, die twee jaar tevoren de wereldtitel aan onze landgenoot Euwe had verspeeld, uit in de herkansing in 1937. Aljechin hield, om het vriendelijk te zeggen, van een stevige borrel en wist dat Euwe een gruwelijke hekel had aan de stank van drank. Dus zorgde de Rus er steevast voor dat hij voor een wedstrijd wat gedronken had, en ging dan over het bord hangend zijn alcoholisch-riekende adem richting Euwe blazen. Of het daar aan gelegen heeft is niet zeker, maar Eu we verloor die keer inderdaad. Het is evenmin zeker dat Nederland te gen West-Duitsland verloren heeft omdat Rijkaard eruit werd gestuurd, hoewel het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 29