Een levensavond
in majeur
m
Emotionele blessures
Onze taal
ENKWIJZER
'Ik mankeer van alles, maar voel me intens gelukkig'
-V&
eu.
ij-
ui.
oe
ZATERDAG 30 JUNI 1990
PAGINA 29
DOOR JOOP VAN DER HORST
Het laatste deel van de bijbel heet in het
Grieks Apocalyps. Het is het gedeelte met
de duistere toekomstverwachtingen, de
voorspellingen van wereldschokkende
rampen en bloedstollende gruwelen. De
Nederlandse naam van dit laatste bijbel
boek is bekend genoeg: Openbaringen.
Toch heet het feitelijk anders, ledereen
die een bijbel in huis heeft, kan het zelf na
gaan. En het maakt niet uit welke editie
men heeft, een oude of een moderne, een
katholieke of een protestantse, allemaal
noemen ze het laatste bijbelboek:...Open
baring.
Enkelvoud dus. Dat is correct, want in
het oorspronkelijke Grieks is de naam ook
een enkelvoud. Hoe kan dit? Hoe is het
mogelijk dat de meeste mensen deze
naam als meervoud in hun hoofd hebben?
Waar komt dat meervoud vandaan?
De verklaring is jaren geleden al eens
gegeven in een taalkundig vaktijdschrift:
het meervoud is een vergissing, in vroeger
eeuwen ontstaan door de oude Statenver
taling, de bijbelvertaling uit 1637. Die oude
vertaling was overigens zelf niet fout maar
is verkeerd begrepen. Dat is alleen te be
grijpen voor wie iets weet van de geschie
denis van de Nederlandse taal.
Ooit, eens, lang geleden, eindigden veel
Nederlandse woorden op -evrouwe, zon-
ne, mane. Aan het eind van de Middeleeu
wen, in de 15de en 16de eeuw, waren de
ze woorden in Holland al verkort tot vrouw,
zon, maan, maar in sommige delen van
het taalgebied, onder andere in Vlaande
ren, bleef men spreken van vrouwe, zonne
en mane. Toen in de 17de eeuw de Staten
bijbel gemaakt werd, koos men soms voor
de on-Hollandse Vlaamse vormen, die
men toen wel chic vond klinken. Onder an
dere Openbaringe, een enkelvoud, maar
wel een Vlaams enkelvoud want in Holland
zei men al Openbaring.
Rechtzinnige protestanten, die geen tit
tel of jota van de bijbel oversloegen, spra
ken deze (Vlaamse!) vorm volledig uit, in
clusief de laatste e. Net zoals het een blijk
van rechtzinnigheid was om Here te zeg
gen, en niet Heer. In de oren van het gewo
ne kerkvolk in Holland klonk de uitspraak
openbaringe als een meervoud. En zo kre
gen hele generaties van trouwe kerkgan
gers steeds weer openbaringe te horen.
De predikant bedoelde er geen meervoud
mee maar het klonk voor gewone mensen
wel als een meervoud. En zo zou het dan
gekomen kunnen zijn dat zelfs nu nog me
nige Hollander denkt dat het laatste bijbel
boek 'Openbaringen' heet.
Eerlijk gezegd past een meervoud trou
wens wel zo goed bij dit bijbelboek. Het is
een aaneenschakeling van visioenen en
beelden, die tezamen best Openbaringen
hadden kunnen heten. Bovendien zijn er
veel andere bijbelboeken die ook een
naam in het meervoud hebben: Koningen,
Kronieken, Psalmen, Spreuken, Klaaglie
deren, Romeinen, Korinthiërs, Galaten. In
zo'n rij valt Openbaringen niet op.
Met Duinkerken is het in feite ook zo ge
gaan. Een Frans stadje in een Neder
landstalig gebied, ooit eens berucht als ha
venplaats van zeerovers. De Franse naam
Dunkerque komt van de Nederlandse
naam af en niet andersom. Maar hoe is de
Nederlandse naam? Andere steden en
dorpjes in die buurt heten Adinkerke,
Kaaskerke, Klemskerke, Middelkerke, en
zovoort. De echte naam is dus stellig Duin-
kerke, zonder -n. Kerke is enkelvoud,,
maar we zitten daar in een dialectgebied'
waar die oude -e nog uitgesproken wordt.
Waarom kreeg Duinkerken een -n erbij en
al die andere plaatsjes niet? Dat komt
waarschijnlijk doordat alleen Duinkerken
in de Tweede Wereldoorlog zo bekend ge
worden is. Overal in België en Nederland
werd erover gesproken, en dan klonk
Duinkerke in de oren van menigeen als
een meervoud. En vandaar waarschijnlijk
dat men het ook zo ging schrijven. Tot zelfs
in woordenboeken en atlassen spreekt
men nu van Duinkerken, wat toch heus
een vergissing is voor Duinkerke.
Tachtig worden is geen ver
dienste. Tachtig worden op de
manier van Daan Modderman,
da's andere koek. Want een
ding staat vast: hondenman,
paardenkenner en NCRV- per
soonlijkheid Daan Modderman
heeft gelééfd. Intens, mogen
we wel zeggen. Onlangs lag hij
in het ziekenhuis. Modderman
werd ooit getroffen dooreen
beroerte, zijn hart klopt niet
meer als zou moeten. Modder
man is bovenal kankerpatiënt.
Zwaarmoedigheid is hem niet
temin vreemd. "Het wordt tijd
dat je komt, binnenkort ga ik
hemelen of ergens anders
naartoe. Mijn taak is hier vol
bracht".
door Dirk Willem Rosie
Daan Modderman verwierf landelijke
bekendheid door in het legendarische
NCR V-televisieprogramma 'Showroom
op te treden als de man met zijn eigen,
door paarden voortbewogen lijkwagen.
Dat rijtuig staat nu al heel wat jaartjes
onaangeroerd in de schuur naast zijn
schilderachtige huis 'De Haverkist', dat
middenin de Onzalige Bossen bij De
Steegh staat. De laatste keer dat de lijk
koets van stal werd gehaald was op het
moment dat de NCRV besloot een aantal
Showroom-succesnummers te herhalen.
Een prettig gestoorde pastoor sprak bij
de lijkwagen de gebruikelijke prevele
menten. Hij werd ruw onderbroken door
Daan, die liggend in zijn rijtuig plotse
ling de zwarte gordijnen wegsloeg. Ho-
die mihicros tibi", baste Modderman.
Heden ik, morgen gij. Of iets van die
strekking.
Modderman kan smakelijk vertellen
over z'n leven in het algemeen en in het
bijzonder over zijn toevallige sprong op
de 'Gooise matras'. "Jan Fillekers en
Henk van der Horst hadden voor hun
programma 'Showroom' een interview
gemaakt met een man, wiens vrouw he
lemaal furieus was geworden toen ze
daarvan hoorde. 'Dat is een programma
met allemaal gekken, daar moet jij nodig
tussen gaan zitten!, had ze gezegd. Dat
ging dus niet door. Zaten ze met een gat.
Wat nu! De eindredacteur van dat pro
gramma kende een vriend van mij, Nico
Bogaart. 'Weet jij niet nog een gek, Ni
co?' 'Ja, ja, ja. Nou ja, een gek...' En toen
kwam hij met mij op de proppen".
Avontuur
"Ze zijn toen bij me geweest'. Ik zeg: aan
mij heb je niks, ik heb hier niet eens elek
triciteit. Kwamen ze met een grote
vrachtwagen aanzetten, die elektriciteit
opwekte. Dat ronkte als de pest, ze moes
ten dat ding 150 meter het bos in rijden,
anders konden ze niks opnemen. Maar ik
vond het wel lollig, ben altijd in geweest
voor avontuur. Als kind al las ik alle boe
ken van Karl May".
"Ze vroegen aan me: 'Waarom wil je
toch met een lijkkoets begraven wor
den?' Da's toch duidelijk. Ik ben mijn he
le leven een paardepummel geweest, dan
ga ik toch niet in zo'n stinkende automo
biel liggen!"
Vervolgens werd Daan met een zekere
regelmaat gevraagd voor NCRV-radio-
programma's als 'Rozegeur en prikkel
draad' en 'De tafel van vier'. Op televisie
verscheen Daan in een forum met Peter
Faber, Renate Rubinstein en Hans van
den Bergh, een programma genaamd
'Daar zegje zo wat'. Daan: "Ik zeg op' een
gegeven moment tegen Rik Felderhof
van de NCRV: 'Wat wil je toch elke keer
met zo'n pummel, ik weet alleen wat van
paarden en honden. Ik wil niks met die
radio en televisie te maken hebben. Al
leen als ik je daar een plezier mee kan
doen. Zegt Rik: 'En tóch vraag ik je. Om
dat jij een filosoof bent. Je bent een hu
moristische filosoof. De manier waarop
jij kunt lachen om dingen, waarop je
kunt versimpelefi wat iedereen verder zo
enorm belangrijk vindt. Dat vinden wij
levenskunst, zegt Rik".
Stapelverliefd
"Bij 'De tafel van vier' kregen we het gro
te probleem voorgelegd van een burge
meestersdochter, een studente aan de
universiteit, die stapelverliefd was ge
worden op een leuke, maar doodeenvou
dige man, een straa'tmaker. Daar wilde ze
mee trouwen. We zitten daar met zijn vie
ren aan tafel en de één zegt: 'Wat erg
nou', en de ander zegt: 'Wat zonde van
zo'n meisje, krijgt ze vast spijt van' en de
derde zit van 'Hoe brengen we dat meisje
aan d'r verstand dat ze dat niet moet
doen'. Ik zit zo'n beetje te lachen, Op een
gegeven moment vraagt Rik: 'Daan, hoe
zie jij het probleem?' Ik zeg: 'Dit is geen
probleem, er zijn geen problemen, je
kunt alles oplossen'. 'Maar hoe wil je dit
dan oplossen?' 'Doodeenvoudig. Die
burgemeester moet in zijn dorp sierbe
strating aan laten leggen, da's tegen
woordig in de mode. Dat jaagt geloof ik
de auto's bij de winkels weg. Dan zit die
aanstaande schoonzoon zich daar rot te
werken, dus die verdient als de pest en
als die dan maar lang genoeg aan het
straten is weet die dochter ondertussen
wel of ze 'm echt zo leuk vindt. En als dat
dan zo is, leven ze lang, rijk en gelukkig".
Daans vader was een marine-officier,
een echte zeebonk. Zijn moeder was een
dochter van Mr. Van Eek, Den Haags
grootste advocaat en gedurende 33 jaar
lid van de Tweede Kamer. Zijn ouders
waren al 20 jaar getrouwd toen hun eer
ste kind werd geboren. Drie jaar later
volgde een tweeling van wie Daan er één
was. "Mijn ouders waren doodsbang dat
mijn tweelingbroer en ik zwakkelingen
zouden worden. Toen zei een oom van
mij: 'Die kinderen moeten paardrijden,
daar worden ze groot en sterk van".
Zwart schaap
"Ik ben het zwarte schaap van de fami
lie", vervolgt Daan onomwonden. "Mijn
broers zijn keurig nette mensen gewor
den. Ze zijn gaan studeren en hebben
respectabele functies bekleed. Mij von
den ze te dom. Dat kan ik heel goed be
grijpen, want ik zat op het gymnasium in
Den Haag en het interesseerde me alle
maal geen bal. Ik heb dan ook nogal wat
gedoubleerd en ik moest op een gegeven
moment van mijn ouders zelfs naar Zut-
phen, naar een plattelandsmeester. Na
negen jaar haalde ik eindelijk mijn diplo-
"Mijn vader zei tegen me: je gaat naar
Leiden, rechten studeren, en dan word je
maar bankier, want die verdienen ten
minste geld. Maar dat kende ik wel: je
een beetje uitsloven voor vrouw en kin
deren, die fijn gaan sporten, terwijl jij bij
het elektrische licht zit te zwoegen! En
dan ben je zestig en krijg je een beroerte.
'Pa heeft niks te willen, pa eet alleen
maar pillen'. Dat leek mij dus niks".
"Ook domme mensen hebben wel
eens een goed idee. En het mijne was:
niet gaan studeren. Want ik was al een
domme gymnasiast en wat heb je er nou
Een manier om je tegenstanders te ver
slaan is hun hoofd te gebruiken". Deze
merkwaardige uitspraak komt uit een al
even merkwaardig boek met als titel
'Theorie en Praktijk van het Sportman-
schapdat in 1947 van de hand van de
Engelsman Potter verscheen. Het boek is
naar mijn mening een absolute 'must' is
voor iedere toekomstige bondscoach.
Want het gaat over de kunst een tegen
stander op sportief gebied met behulp
van psychologische trucs uit zijn even
wicht en concentratie te brengen.
Met die psychologische oorlogsvoering
moet je al ruim voor een wedstrijd begin
nen. Om ervoor te zorgen datje opponent
zodanig geïrriteerd of onzeker raakt, dat
hij in zijn hoofd alleen nog maar met
jouw beledigingen of intimidaties bezig
is, in plaats van zich op de wedstrijd voor
te bereiden.
Onbetwist kampioen in het uitdelen
van de psychologische knock-outs, zoals
die in het boek beschreven staan, was
zwaargewicht bokser Mohammed Ali. In
de voorbereiding op het titelgevecht in
1964 tegen Sonny Liston haalde hij de
meest bizarre trucs uit om zijn tegenstan
der op de kast te krijgen. Zo reed hij om
twee uur 's nachts met een grote bus naar
het huis van Liston, remde piepend en
krijsend voor de voordeur, begon vervol
gens als een idioot te toeteren en te schel
den en Liston uit te dagen om op het gras
veld voor zijn huis met hem op de vuist te
gaan.
Een andere keer zocht hij Liston op in
een casino in Las Vegas. Hij deed alsoj
hij een sheriff uit het Wilde Westen was en
beval Liston als de bliksem zijn biezen te
pakken en ervoor te zorgen dat hij voor
zonsondergang de stad uit was.
Tijdens het wegen, vlak voor de wed
strijd, speelde Ali een krijsende krank
zinnige die door zijn helpers in bedwang
aan om een domme jurist te worden? Ik
dacht: hoeveel pikeurs en stalknechten
kennen Latijn en Grieks? Dat zijn er niet
zo veel. Dus als ik het paardenvak in ga,
denkt iedereen: wat een knappe vent, die
spreekt zijn talen. Je moet altijd dat doen
watje genade is, want dat gaatje gemak
kelijk af'.
"Nu gingen mijn beide broers braaf
studeren en die kregen daarvoor een toe
lage van mijn vader. Toen pa hoorde dat
ik de paarden in wilde zei hij: 'Daar be
taal ik je niet voor'. Ik zeg: 'Hoor eens
hier, vader. Ik moet toch ergens van le
ven? Want wat heeft u mij tot nu toe ge
leerd? Latijn en Grieks! Daar kan ik toch
niet van leven!'. Toen kreeg ik de helft
van de studietoelage die mijn broers kre
gen".
Modderman leerde het vak voor de oor
log in Duitsland. Eerst in Lippe-Det-
mold, later in het heilige der heiligen:
Hauptgestüt Trakehnen in Oost-Pruisen,
op dat moment het belangrijkste paar
denfokkerij-bedrijf ter wereld met 1700
paarden. Daar waar geen buitenlandse
pottenkijker langer dan een paar weken
mocht verblijven (de produktie van ca-
valerie-paarden viel onder het defensie
geheim), hield Daan het twee jaar uit. "Ik
had geluk: ik was er nog maar net en toen
kwam Hitier aan de macht. Dat wil zeg
gen: alle ambtenaren met verstand van
zaken werden er plotseling uit gesode
mieterd en vervangen door nazi's die van
moest worden gehouden. Maar tegen die
tijd wist Liston al lang niet meer hoe hij
het had en hij liet zich in de match als een
blinde beer een scheldnaam die alweer
Ali voor hem had bedacht uitschake
len.
Ali's lichtend voorbeeld werd door
Sugar Ray Leonard gevolgd in zijn ge
vecht om het wereldkampioenschap wel-
tergewicht in 1981. In de eerste ronden
deed hij niks anders dan zijn tegenstan
der, de Panamees Roberto Duran, uitla
chen, pesten en de meest grove beledigin
gen toeslingeren ten overstaan van mil
joenen kijkers. In de achtste ronde stak
Duran in wanhoop zijn armen in de lucht
en gaf op, terwijl hij de woorden sprak
die door kenners als het bewijs van een
succesvolle 'psych-out' worden gezien
"No mas, no mas" ("niet meer, niet
Maar niet alleen bij het boksen, ook bij
andere sporten komt veel van dit fraais
voor. Zo heeft tennisser John McEnroe
eens bekend dat zijn woede-uitbarstin
gen voor een deel gespeeld zijn en bedoeld
om zijn tegenstander uit diens concen-N
tratie te halen. Als een lijnrechter in zijn
ogen een fout maakt, pleegt hij als een-
wilde tekeer te gaan. Tijdens die opvoe
ring is zijn tegenstander veroordeeld tot
lijdelijk toekijken. En zoals altijd wan
neer we iemand zien die volslagen over
zijn toeren is, houdt het beeld daarvan
ons nog een tijdje bezig. Ondertussen
kunnen we ons dan nikt goed concentre
ren op waar we eigenlijk mee bezig wa-
Zelfs het zo vreedzaam ogende schaak
spel staat bol van de psycho-trucs. Een
beetje wereldschaker neemt naar een
tweekamp een hypnotiseur of telepathist
mee, zet 'm steeds op de eerste publieksrij
en laat het gerucht verspreiden, dat de
man van afstand gedachten van de te-
niks wisten. Zo raakten mijn papieren
zoek en kon ik rustig blijven zitten. Ik
werd daar Gestüts-assistent".
Toen Modderman terugkwam wist hij
meer van de rijpaardfokkerij dan zijn
broers van obligaties. "In Duitsland heb
ik ontdekt dat de wereld van corruptie
aan elkaar hangt. Ik moest op een gege
ven moment examen doen. Vlak voordat
ik de manege binnenrijd, neemt mijn
baas me even apart. Hij haalt iets uit zijn
zak en smeert het mijn paard in de bek:
grof zout. Dat brandt natuurlijk als de
hel, dus dat paard maar kauwen, kau
wen, kauwen. Ik kreeg na afloop een bij
zonder compliment over de Maultatig-
keit van mijn paard. Ik had die dressuur-
proef met zo'n lichte, levendige hand ge
reden, zeiden ze. Haha!"
Het zwarte schaap van zo'n chique
Haagse familie te zijn is een rol waar
Daan niet trots op is. Maar hij schaamt
zich er evenmin voor. Zijn levensvervul
ling, op de rug van jachtpaarden in vlie
gende galop achter een meute jachthon
den aan gaan, lag voor hem net zo voor de
hand als carrière maken en geld verdie
nen voor een ander. Hij heeft, net als ie
der ander, datgene gedaan wat hem ge
lukkig maakte. Er zijn alleen wat weinig
mensen die zich kunnen voorstellen dat
je 53 jaar lang gelukkig kunt zijn in de
Onzalige Bossen, zonder stromend wa
ter, met petroleum-lampen en een 'doos'
voor de dagelijkse behoefte.
Goed bekeken
"Het leven hier in het bos is heerlijk ge
weest. Ik ging één keer in het jaar naar
het dorp voor een paar nieuwe klompen.
Ze zeiden: 'Die vent is gek'. Maar ik had
het goed bekeken hoor. Want ik heb hier
wijsheid geleerd, in de natuur, met God
als mijn buurman. Want God is ook in
het bos, hij is hier nader dan in de Am
sterdamse hoerenbuurt".
"Het belangrijkste in het leven is, dat
je gelukkig bent. Ik mankeer van alles,
ging kortgeleden bijna dood aan kanker,
en elke dag prijs ik de Heer dat ik zo ge
lukkig ben. Ik lag in het ziekenhuis op
een kamer met een pastoor die ook kan
ker had en we hebben elke dag gelachen.
Je moet de genade leren zien, wie dat
niet kan is dom".
Zijn vrienden van de Koninklijke Ne-
derlanjlsche Jachtvereeniging boden
Daan ter gelegenheid van zijn tachtigste
verjaardag een diner aan op Kasteel Mid-
dachten bij Isabella Gravin Zu Orten-
burg. "Daar ben ik het slachtoffer van.
Dat heeft helemaal geen zin, want ik ben
niks meer. Het is voorbij, mijn jongen, ik
heb mijn tijd gehad. Binnenkort ga ik he
melen, of ergens anders naartoe. Mijn
taak is achter de rug. Ik was een schakel
in de ketting, ik heb doorgegeven wat
mij is geleerd. Ik was een dienaar van de
paardenwereld en daar had ik een heer
lijk leven aan te danken".
Te oordelen naar zijn békketrekkerij
tegen Rijkaard, na diens overtreding en
gele kaart, deed Voller zijn complimen
ten in het. veld nog eens dunnetjes over.
En met succes. Rijkaard ging over de
rooie en kreeg een rooie. Bovendien be
vestigde Rijkaard de theorieën van Vól
ler door voor de ogen van de halve wereld
als een op drift geraakte onopgevoede in
fantiele kikker te gaan staan spugen. Het
gevolg was dat Nederlands beste speler
van het moment het veld moest ruimen,
de organisatie van het elftal ontregeld
raakte en de pot werd verloren. Dat Vól
ler zelf ook moest ophoepelen was verve
lend, maar het offer dubbel en dwars
waard.
Rest nog de vraag, waarom nou net
Rijkaard op zo'n kinderlijke manier zijn
beheersing verloor. Het antwoord op die
vraag is van belang, omdat er voor toe
komstige bonds- en andere coaches lering
uit te trekken valt. De redenering dat dg
spelers onder grote druk stonden en nou
eindelijk eens wat moesten laten zien
snijdt geen hout. Want a) dat gold voor
alle spelers en b) Rijkaard was nou net
een van de weinigen die in de vooraf
gaande partijen wel redelijkgoed had
gespeeld. Het antwoord is vermoedelijk
eerder te vinden in de uitkomsten van een
onderzoek van de Amerikaanse psycholo
gen Ogilvie en Howe. Zij vonden dat rela
tieproblemen meer effect hebben op het
gedrag van topsporters dan alle ahdere
mogelijke spanningsbronnen tezamen.
Een sporter die, zoals Rijkaard, met
dergelijke problemen kampt, kan zijn
sport gebruiken als een manier om zijn
spanningen (wat) kwijt te raken en dus
toch redelijk presteren. Maar er hoeft
maar weinig extra spanning of irritatie
bij te komen en de kans is groot dat hij
ontregeld raakt. Vooral als die irritatie
gevolg is van het feit, dat iemand je per
soonlijk onheus bejegent.
De moraal: emotionele blessures zijn
minstens zo belangrijk voor het spelver-
loop als fysieke blessures. De vraag is al
leen of de KNVB aan vier jaar wel ge
noeg heeft om dat in de gaten te krijgen.
Levenskunstenaar Daan Modderman: "Ik wil in een lijkkoets, ik ga niet in een stinkende automobiel liggen'
(foto GPD)
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
bepaald niet verwonderlijk zou zijn ge
weest als het met hem erbij anders was
gelopen. Net zo min dat het verwonder
lijk is, dat het nou net Vóller was die Rijk
aard letterlijk en figuurlijk 'rood' deed
aanlopen. Want volgens mij verdient
Vóller een plaatsje in de galerij van Ali,
Sugar Ray, John en Aljechin. Al voor de
wedstrijd was hij in het openbaar begon
nen met 'psych-outs' tegen Nederland
uit te delen. Hij complimenteerde ons on
der andere als "het meest onbeschaafde
volk ter wereld", "kampioenen van de
wansmaak" en gaf onomwonden aan
twee jaar lang naar de gelegenheid te
hebben uitgekeken "om eindelijk dat on
beschaafde tuig een lesje te leren".
Sommige journalisten interpreteerden
deze uitspraken als een aanwijzing dat
Vóller overspannen was, maar daar ge
loof ik geen bliksem van. Want wie derge
lijke dingen zegt, overspannen of niet,
heeft in elk geval ook de bedoeling de an
der op de kast te jagen, uit zijn concen
tratie te halen. Het zou mezelf niet ver
bazen als Voller daarbij stilzwijgend de
instemming had van zijn bazen. Want
normaal gesproken zou een coach ofvoet-
balbestuurder een speler voor zulke pu
blieke beledigingen aan het adres van
een bevriende natie tot de orde hebben ge
roepen. Ik kan me tenminste niet voor
stellen, dat Van Breukelen ongehinderd
had mogen uitkramen dat hij zich ver
kneuterde over de gelegenheid om dat
stelletje bosapen uit Kameroen linea rec
ta naar hun jungle terug te sturen.
genstander kan storen. En dat gebeurt
ook. Niet omdat de man echt zulke magi
sche krachten bezit, maar omdat de te
genstander zo wordt afgeleid door de
vent die daar op de eerste rij steeds naar
'm zit te staren, dat hij zijn gedachten
niet goed bij het spel kan houden.
Een minder subtiele maar niet minder
effectieve truc haalde naar verluidt de
Rus Aljechin, die twee jaar tevoren de
wereldtitel aan onze landgenoot Euwe
had verspeeld, uit in de herkansing in
1937. Aljechin hield, om het vriendelijk te
zeggen, van een stevige borrel en wist dat
Euwe een gruwelijke hekel had aan de
stank van drank. Dus zorgde de Rus er
steevast voor dat hij voor een wedstrijd
wat gedronken had, en ging dan over het
bord hangend zijn alcoholisch-riekende
adem richting Euwe blazen. Of het daar
aan gelegen heeft is niet zeker, maar Eu
we verloor die keer inderdaad.
Het is evenmin zeker dat Nederland te
gen West-Duitsland verloren heeft omdat
Rijkaard eruit werd gestuurd, hoewel het