Fignon houdt niet van afwachten Breukink: afrekenen met verleden TOUR'90 Ik ben wielrenner om aan te vallen, niet om toe te kijken gramma, de medische begeleiding, zelfs de sfeer in de Gisbers ploeg is hem op het lijf geschreven. Hetgeen hij, na een half jaar, ook grif erkent. Streng Over de verschillen van een wieler leven onder Post en onder Gisbers: „De druk bij Gisbers is minder, hij laat zich ook niet zo gauw uit zijn evenwicht bréngen. Het program ma dat ik voor het seizoen was over eengekomen te rijden, wordt streng nageleefd. Ook als er blessures zijn, of als de prestaties bij de anderen eens tegenvallen. Afspraken zijn af spraken, je rijdt je programma en daarmee basta. Dat was onder Post wel anders. Die wilde nog wel eens tussendoor wisselen als hij vond dat de ontwikkelingen binnen zijn ploeg of in het peloton daar aanlei ding toe gaven". In alle rust en stilte heeft Erik Breukink naar deze Tour kunnen toewerken. Lang liet hij niets van zich horen in de uitslagenlijsten, totdat zijn naam weer eens hele maal boven kwam drijven na een klimtijdrit in de Ronde van Zwitser land. Goed voor de moraal, natuur lijk, zo vlak voor het cruciale, over drie weken uitgesmeerde, evene ment van dit wielerjaar, de Tour. Want ook Breukink beseft dat hij dan tóch eindelijk met de billen bloot moet. Het hele jaar heeft hij al les kunnen en mogen richten op de Tour, maar vanaf de proloog in Futuroscope zal hij zijn jaarsalaris van naar schatting acht ton, moeten waarmaken. De Waalse klassiekers liepen voor hem op een teleurstelling uit omdat hij rond die tijd last kreeg van een kaakholte-ontsteking, een 'mal heur' waarvoor hij nu nog steeds met 'spoelingen' wordt behandeld. Bijna triomfantelijk: „Weer een ver klaring van het feit dat je voelt dat je niet tot de bodem van jé mogelijk heden kan raken. Het heeft al een hele tijd gesukkeld en bij de behan delingen van die kaakholte-ontste king heb ik nu veel baat". Zodat niets een goed Touroptre den in de weg staat. Of wel? Breu kink zelf, reageert zoals altijd ui terst bedachtzaam en weinig spec taculair op dit soort vragen. „We zullen wel zien". En: „Als ik me goed voel, moet ik voorin mee ku- nen komen". Uitpakken Maar dan, ineens een stuk concre ter: ..De Tour zoals die er nu liet. is me eigenlijk op het lijf geschreven. Als ik me goed voel, zijn normaal gesproken die twee langere tijdrit ten in m'n voordeel. Maar je hoort mij niet zeggen dat ik even zal uit pakken. Wie ben ik om dat te stel len? Ik ben in het eindklassement van de Tour ooit twaalfde geworden en heb in '88 de witte trui gewon nen, maar daar hield het wel mee op. Laat ik eerst die prestatie nu maar eens verbeteren, laat ik probe ren door constant te rijden in vooral de bergetappes eerst maar eens pro beren een goede plaats bij de eerste tien te krijgen, dan zie ik daarna wel verder". Bij Erik Breukink krijg je vaak het gevoel, dat het wielerleven een beetje langs hem heengaat. Zijn cri tici zeggen dat het hem ontbreekt aan het heilige vuur en dat de PDM- kopman daarom nooit een Tour zal winnen. Kwaad zie je hem zelden, met de vuist op tafel slaat hij ook al niet. Breukink neemt soms ook na drukkelijk afstand van het métier: zijn privacy is hem heilig, de inter views houdt hij het liefst maar bui ten de deur of wikkelt hij telefo nisch af. Dood Na enig aandringen wenst de ren ner die afstandelijkheid tegen te spreken. Behalve met zijn eigen verantwoordelijkheden, zegt hij zich wel degelijk bezig te hebben gehouden met bijvoorbeeld de dood van ploeggenoot Johannes Draaijer. „Daar schrik je wel even van, die jongen was kerngezond. Ik heb er voor mezelf geen conclusie uitgetrokken, anderen, zoals Ja cobs, Pedersen, Kersten en Schurer werden er zelf bang van. Ik heb er veel over nagedacht, maar wat moet je ermee? Een bepaalde onzeker heid hou je toch als topsporter. Je zegt in het begin tegen jezelf: verrek ik moet ook oppassen, maar dat ver ontrustende gevoel ebt weg. Als je met angst blijft rondrijden, kun je beter ophouden. Natuurlijk, datge ne wat wij doen is niet gezond te noemen, maar er zijn ongezondere dingen in het leven." Erik Breukink heeft geen 'specia le' dokter waarbij hij zich regelma tig vervoegt. „De huisarts en teamarts zijn voldoende. Het is be langrijk om goed te luisteren naar de signalen van je eigen lichaam. Ik voel me momenteel erg goed, heb tot dusverre niet het idee gekregen dat er een aanslag op m'n lichaam is gepleegd, de afgelopen jaren". Blozend en inderdaad nog zonder een spoortje van slijtage beant woordt Breukink de vragen. De lo- katie is een hotel op Maastricht-air- port, dat als verblijf rond het NK in Meerssen dienst doet. Breukink maakt, een week voor de Tour, een uiterst ontspannen indruk. „Maar ik voel de druk groeien, straks moet ik er staan, ik ben de hele dag met de Tour bezig, al weken trouwens". LeMond Hij somt het bekende rijtje op als hem naar de kanshebbers op de eindoverwinning in Parijs wordt gevraagd. Maar, opvallend,: „Ook Greg LeMond zit daar weer bij. Pas op hè, hij gaat nu elke dag beter rij den, net zoals vorig jaar. Het is best mogelijk dat hij nog op tijd in vorm komt". Erik Breukink moet binnen zijn eigen ploeg Raul Alcala naast zich dulden als kopman. „Dat is eerder gunstig voor me. We hebben een sterke ploeg, Alcala is in een bloed vorm, wint de Trumptour en Astu- rië, Kelly pakt de eindzege in Zwit serland, dus het moreel van de groep is erg goed, zoals je zult be grijpen. Kelly zal voor niet meer gaan dan de groene trui en de ritze- ges. Dat geldt in principe ook voor Uwe Ampler. Het is in eerste instan tie niet de bedoeling dat'ie voor het klassement gaat rijden. Maar we hebben nogal wat ijzers in het vuur, al met al. Het maakt het voor die renners afzonderlijk alleen maar ge makkelijker". BEEK (GPD) De fonkelende bio- regulator om zijn rechterpols moet kwaadaardige geesten en boze ziek ten weren. Erik Breukink weet niet of het helpt, „maar het is de moeite van het proberen waard". En een haptonoom in huis halen kan ten slotte altijd nog. Wielrenners, topsporters in het al gemeen, zweren bij bijgeloof en bij zekerheden. De shirts waarin Breu kink als coureur faalde, gooide hij in de vuilnisbak, de kleren waarin hij zijn grootste triomfen behaalde, bewaarde hij en trekt hij nu in de koers nog steeds aan. Als Breukink zelf de wijd verbrei de opvatting zou delen dat hij nooit een grote etappe wedstrijd kan win nen omdat hij altijd wel een slechte dag heeft, ergens, hoefde hij er niet eens meer aan te beginnen. Daarom heeft Erik Breukink resoluut beslo ten dat zijn falen in het verleden te maken had met eenmalige gebeur tenissen die gemakkelijk verklaard kunnen worden, of simpelweg met overbelasting. Het is de zekerheid die hij nodig heeft om zijn tanden in weer een Tour, die van '90, te kun nen zetten. Honger „In de Giro ging het vorig jaar fout omdat ik een ram van de honger had. Gewoon een elementaire fout, die ik niet meer zal maken. Het presteren in de Tour de France werd de afgelopen jaren steeds on dermijnd doordat ik daarvoor een Ronde van Italië had gereden, waar in ik alles had gegeven. De drie we ken tussen die twee rittenkoersen waren voor mij te weinig om te her stellen en te veel om m'n conditie vast te houden". Laten we het daar dus maar op houden. Het is ook het houvast dat Erik Breukink, als 26-jarige aanbe land in de zomer van zijn wielerle ven, nodig heeft. Nu zal blijken ol het talent werkelijk in staat is uit te groeien tot een vedette, een win naar. Is Erik Breukink wel een win naarstype? Kan'ie wel diep genoeg gaan? Vragen waarin de twijfel al doorklinkt, maar die de tegenwoor dig in België woonachtige coureur de komende jaren zal moeten beant woorden. Eenmaal bij PDM aanbeland na vier Post-jaren, heeft Erik Breukink niets meer om zich achter te ver schuilen. Alles is aan zijn wensen en kwaliteiten aangepast: het pro- Erik Breukink op weg naar zijn overwinning in de klimtijdrit van de Ronde van Zwitserland. Een morele opsteker, zo vlak voor de Tour. (foto anp> LeMondgefankeerd door zijn zoo?!, een concurrent van Fignon? Laurent Fignon houdt van zijn vak. Eenmaal op de fiets verandert de nukkige vedette i"n één bonk strijd lust. In het voorseizoen was dat ook weer in enkele klassiekers te zien. Zijn gretigheid werd echter niet be loond. Daarna trok een zware val in de Ronde van Italië een dikke streep door zijn rekening. Even leek zijn deelname aan de Tour de Fran ce in het gedrang. Maar de onberekenbare kopman van Cyrille Guimards Castorama- equipe vocht terug. Laurent Fignon staat zaterdag in Futuroscope aan de start van de Ronde van Frank rijk. Als één van de belangrijkste fa vorieten. Tenminste, dat vindt hij zelf. Onlangs, in de Ronde van Luxemburg, was hij tegen alle ver wachtingen in de vriendelijkheid zelve. Zonder problemen gaf hij zijn visie. Over de Tour, de favorieten, zichzelf, het duo Rooks-Theunisse en zijn landgenoten Mottet en Ber nard. Daarbij kwamen ook woor den van kritiek over zijn lippen. Vooral de nieuwe heersende tactiek in het peloton werd door hem niet gespaard. "Mijn val in de Ronde van Italië trok een lelijke streep door de rekening. Een rug- en heupblessure noopten me de strijd te staken. Even zag ik toen ook mijn plannen voor de Tour in duigen vallen. Ik gaf op in Italië en wilde vooral weten wat me mankeerde en ervoor zor gen zo snel mogelijk weer fit te zijn. Als ik niet in de Route du Sud had_ kunnen starten en dat rondje niet" had kunnen uitrijden, had ik een kruis over mijn deelname aan de Tour de France kunnen maken. Ge lukkig is alles tijdig goed gekomen. Er zijn geen problemen meer. De Ronde van Luxemburg stond so wieso reeds op mijn programma. Als ik de Giro had kunnen uitrijden was Luxemburg mijn enige voorbe reiding op de Ronde van Frankrijk geweest". Aanvallen "Ik ben wielrenner om aan te vallen, niet om vanuit het peloton toe te kij ken wat er allemaal gebeurt. Door te attaqueren krijg je vorm. In de Ron de van Luxemburg krijg je daar voor alle gelegenheid. Een koers en tevens een goede training. Ik heb geen testen nodig. Wel voorberei ding. In dat opzicht is de Ronde van Luxemburg ideaal. Het gaat nu weer goed met me. Ik word weer langzaam de oude. Of ik tijdig klaar zal zijn voor de-Tour? Ah, dat weet ik niet. In elk geval niet in de eerste week. Ik heb nog wat achterstand in conditie. Dat ligt voor de hand. Ik heb na mijn opgave in de Giro tien dagen niet op de fiets gezeten. Ik kon gewoon niet. Tien dagen inacti viteit is natuurlijk geen al te beste voorbereiding. Ik zal de eerste Tourweek derhalve nodig hebben om aan mijn conditie te werken". "In de eerste tijdrit zal dan blijken hoe ik ervoor sta. Ik kan nu niet voorspellen of ik dan weer op topni veau fiets. Dat kun je gewoon niet weten. Ik ben geen Greg LeMond, die vantevoren zegt dat hij op die dag zeventig procent is en weer een andere dag tachtig. Dat kan ik niet. Ik doe alles om zo goed mogelijk aan de start te verschijnen. Op wélk moment ik de topvorm beet zal heb ben, weet ik niet. We zullen dat tij dens de Tour wel merken". "In het voorseizoen had ik die conditie in elk geval wel. In enkele klassiekers koos ik voor de aanval. In de Ronde van Vlaanderen en Pa- rij s-Roubaix. Uiteraard had ik graag één van die wedstrijden ge wonnen. Maar de manier van koer sen is zo veranderd, dat ik geen gro te koers op mijn naam kon schrij ven. Ze rijden nu om de tegenstan ders te doen verliezen, zodat zijzelf kunnen winnen. Ze koersen ook niet met je door. Het gaat er nu dus om een ander te doen verliezen. In alle koersen gaat het er zo aan toe". Afwachten "Ik ben dus genoodzaakt mijn tac tiek te ver3nderen. Iedereen zal dat moeten. Ik ben verplicht daaraan mee te gaan doen. want anders win ik niets. We zullen dan wel zien wat het allemaal wordt. Maar die tactiek is niet mijn stijl. Helemaal niet. Ook niet goed voor het cyclisme. Als ie dereen zich beperkt tot afwachten, is er geen koers meer en dan kan om het even wie winnen. Geen goede zaak derhalve. Als het zo doorgaat, zullen er geen mooie wedstrijden meer te zien zijn". Zal deze verandering van wed- strijdaanpak op den duur het einde van de kampioenen betekenen "Nee, dat weer niet. Het zullen al tijd de grote coureurs blijven die de grote koersen winnen. In vind wel, dat er het één en ander aan de huidi ge klassementen veranderd moet worden om de wedstrijden weer boeiend te maken. Er zijn veel te veel klassementen. Twee is meer dan genoeg. Nu vergeet men de eindzege. In de koers wordt niet ge reden omdat een bepaalde renner meer FICP-punten heeft. Vervol* gens wordt niet doorgereden omdat weer een ander vooraan in het we reldbekerklassement staat. Dan wordt weer niet gefietst omdat die en die ploeg hoger geplaatst is in de FICP-ploegenrangschikking. En ga zo maar door. Iedereen zit te reke nen op de fiets. Niemand rijdt meer. Ze willen niet meer koersen. Er is altijd eentje die beter in het één of andere klassement geplaatst is. Al die ditjes en datjes. Het heeft niets meer met koersen te maken. Het is geen sport meer. Eigenlijk voel ben ik me daardoor als renner vaak on gelukkig. Zeker als op die manier gefietst wordt. Ik heb er mijn buik van vol". "De Tour wordt deze keer in te genovergestelde richting gereden. Eerst de Alpen en dan de Pyrenee ën. Dat maakt de Ronde van Frank rijk minder lastig. Maar de renners maken nog altijd de koers. Mis schien wordt het wel een heel moei lijke Tour als er elke dag voluit ge koerst wordt. Maar op dit moment kun je daar nog niets over zeggen". Kanshebbers "Wat de deelnemers betreft, steken er normaal gesproken drie favorie ten bovenuit: LeMond, Delgado en ik. Zij hebben meer kans op de eindzege dan de anderen. Daaron der plaats ik een stuk of zeven, acht renners, die ook kunnen winnen als de omstandigheden in hun voor deel spelen. Bijvoorbeeld, als ze in een grote ontsnapping enkele mi nuten kunnen pakken. Alcala en Breukink kun je in dat rijtje zetten. Een beetje apart plaats ik Bugno, die misschien zoals ik als favoriet bestempeld kan worden. Hij is wel licht in staat een grote Tour te win nen op de wijze zoals hij ook de Giro op zijn naam heeft geschreven. Ik geloof niet dat er nog andere kans hebbers zijn. Ik zou niet weten wie". Mottet? "Als er op kracht gekoerst wordt, is hij kansloos. Wij hebben daar geen problemen mee. Hij wel. Char- ly heeft te weinig inhoud. Hij moet de omstandigheden mee hebben. Hij heeft dat geluk al een keer in de Tour gehad. Hij pakte vier, vijf mi nuten voorsprong en de gele trui. Toch kon hij de Tour niet winnen. Hij eindigde maar als vierde. Nee, ik geloof niet in Mottet. Ik plaats hem bij de zeven, acht andere coureurs. Voor Jeff Bernard geldt hetzelfde". LeMond? "Ik oordeel niet over de aanpak van Greg. Ik kijk alleen goed uit mijn ogen voor hem. Voor LeMond moet je oppassen. Ik zie hem er weer toe in staat een stunt als vorig jaar op te voeren. Toen speelde hij het klaar. Waarom nu niet. Daarom zal ik hem goed in de gaten houden. LeMond heeft het hele seizoen geen platte prijs gereden en nu vlak voor de Tour begint hij plots weer goed te fietsen. Iedereen doet zoals het hem belieft. Ik zou het niet zoals hij kunnen. Dat is niet mijn natuur, maar als hij het op die manier wel kan, is het des te beter voor hem". Mode "Er zijn er meer, veel meer die de zelfde opvattingen als LeMond heb ben. De nieuwe grote mode is nu: ik rijd die koers om me voor te berei den op die andere wedstrijd. En in die andere wedstrijden verschijnen ze weer aan de start als training op weer een andere koers. Zo hebben de renners minder druk op de schouders en als ze toevallig een goed resultaat behalen is de spon sor content, want het was immers hun bedoeling om zich voor te be reiden. Dat is alleen maar om de zwakheden te verbergen, omdat ze niet in staat zijn hun verantwoorde lijkheden in de koers te dragen. Als zo'n renner in die omstadigheden wint, is de sponsor tevreden; geeft hij van tevoren te kennen, dat hij start om te winnen en hij slaagt niet, is het niet te best voor hem". "Steven Rooks plaats ik ook niet bij de Tourfavorieten. Rooks maakt deel uit van de zeven, acht renners die alleen een kans op de eindzege hebben als ze veel geluk hebben. Rooks is te zwak in de tijdritten. En als Theunisse er bij was geweest, gold voor hem hetzelfde. Geen gro te Tourfavoriet, want hij heeft altijd een slechte dag. In de tijdrit of in een andere etappe. Neen, Theunisse zou in mijn ogen ook geen kansheb- LUXEMBURG (GPD) Eigenlijk hoeft Laurent Fignon niet meer voorgesteld te worden. Zijn erelijst - twee Tourze ges, één keer Giro- en Vuelta-winst en een dubbele triomf in Milaan-Sanremo zijn zijn meest aansprekende successen - is bij het grote publiek bekend. Niemand zal vergeten zijn hoe de vlasblonde Fransman vorig jaar in de bloedstollende slottijdrit met luttele seconden de Touroverwinning aan de Amerikaanse wonderfietser Greg LeMond verspeelde. Ie dereen weet ook. dat Laurent Fignon geen te benijden ka rakter heeft. Daarom ook heeft de grillige Parijzenaar nooit de massa op zijn hand gekregen. Eén ding kan men de inmiddels 29-jarige excentrieke professional - het studentikoze bril letje én de paardestaart zijn nog steeds zijn handelsmerken - niet verwijten: zijn liefde voor het cyclisme. ber geweest zijn. Over zijn affaire wil ik niets zeggen". "Vorig jaar verloor ik de Tour, maar ik heb hem ook twee keer op mijn palmares staan. Wie weet, win ik hem nog een keer of twee. Na tuurlijk was het jammer, dat ik in de vorige Tour op de laatste dag werd geklopt. Ik verloor omdat ik een blessure aan mijn zitvlak had en niet omdat LeMond met een triathlonstuur reed. Daardoor ver loor ik wel enkele secondes. Het deed pijn. Maar het was geen dra ma. Er zijn belangrijkere dingen in het leven. Mijn gezondheid, het ge zin en het plezier in het fietsen. In die volgorde. Als je daarbij de Tour nog kan winnen, is dat mooi meege- Welke Tour we kunnen verwach ten? "Zulke vragen kan ik onmogelijk beantwoorden. Ik kan de toekomst niet voorspellen. En zeker niet het verloop van de Tour. LeMond heeft het hele jaar niets gepresteerd. Del gado is iets minder dan vorig jaar, want hij kon de Ronde van Spanje niet winnen. Ik heb ook niets ge wonnen. Voorts zijn er veel renners die niet aan de verwachtingen heb ben voldaan. Het wordt dus een heel open strijd. Of het tegenover gestelde, heel gesloten. Ik weet het gewoon niet. Zeker nu het mode is om niet meer aan te vallen..." Eenmaal op de fiets verandert Laurent Fignon in één bonk strijdlust. (foto ANps

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 21