Meestermagiervan Art Nouveau
Bijzondere juwelen tot 29 juli in Rijksmuseum
René Lalique:
Bittertje
Bad voor lange mensen
Kunststof en
het milieu
Keuken voor lange mensen
met wat extra kastruimte
Broodrooster
met kruimella
MAANDAG
PAGINA 17
Voordat de Franse kunstenaar René Lalique zich uitsluitend
ging toeleggen op de kunst van het glasmaken, maakte hij
sieraden. Acht van zijn wonderbaarlijke scheppingen zijn
29 juli te zien op de overzichtstentoonstelling 'Juwelen
1850-1920' in het Amsterdamse Rijksmuseum (Stadhouders
kade 42 in Amsterdam). Zijn werk, dat nauwelijks onder één
noemer is te vangen, betekende het begin van een nieuwe
periode in de beeldende kunst. Elke klakkeloze herhaling
beschouwde hij strijdig met het begrip kunst en daarin be
trok hij ook zijn keuze van materialen.
Hij maakte gebruik van materialen waaraan collega's tot
dan nauwelijks aandacht hadden geschonken: niet-edele
metalen en natuursteen. Bij Lalique stond niet de waarde
van het sieraad in klinkende munt centraal, voor hem telde
uitsluitend de schoonheid van het perfect uitgevoerde ont
werp. Zijn creaties spreken van ongebreidelde fantasie en
creativiteit, van sublieme beheersing van het métier.
Zeker als sieraadkunstenaar bleef hij de grootste van de
Art Nouveau. Lalique bleef de magiër die als geen ander zijn
maanlicht kon laten glijden over een koele, mysterieuze
droomwereld. Afkijkend bij de natuur, bevolkte hij die met
vrouwenfiguren, vogels en reptielen, insecten, bomen en
bloemen.
De tentoonstelling 'Juwelen 1850-1920' is een overzicht
van wat de Franse Art Nouveau-stijl aan sieraadkunst heeft
opgeleverd. Het grootste deel van het getoonde is afkomstig
van het Schmuckmuseum uit de stad Pforzheim. Dit Duitse
mekka van de sieraadkunst dateert van 1767 toen Markgraaf
Karl Friedrich von Baden er werkplaatsen stichtte voor ju
weliers en horlogemakers. Sindsdien heeft de stad zich ont
wikkeld tot internationaal centrum van de edelsmeedkunst.
Omstreeks 1877 werd de basis gelegd voor de huidige col
lectie van het museum en volgden vele aankopen in binnen-
en buitenland. Thans kan de schitterende collectie van het
museum als representatief worden beschouvyd voor de ver
schillende stijlperioden die het sierraad heeft ondergaan.
Pas in 1938 werd de verzameling voor het publiek openge
steld. Het Rijksmuseum vulde de collectie uit Pforzheim
aan met veertig eigen stukken uit dezelfde periode.
René Jules Lalique wordt op 6 april 1860 in het Franse
plaatsje Hay aan de Marne, in de Champagnegeboren
maar verhuist al snel naar Parijs. Op het Lycee Turgot
wint hij zijn eerste prijs voor tekenen. Zestien jaar oud,
wordt hij als leerling aangenomen in het atelier van de
edelsmid Louis Aucoc. Daarnaast volgt hij een opleiding
aan de Ecole des Arts Décoratifs in Parijs. Na twee jaar
beheerst hij het vak van goudsmid tot in de finesses. Om
zijn kennis te vergroten gaat hij in 1878 naar Engeland
om lessen te volgen aan het Sydenham College.
Door
Marij van Donkelaar
Als hij twee jaar later in Parijs
terugkeert studeert hij beeld
houwkunst aan de Ecole Ber
nard Palissy, maar begint dan
al met zijn ontwerpen van be
hang, textiel en sieraden de
aandacht te trekken. Als free
lance ontwerper krijgt hij op
drachten van gerenommeerde
juweliers als Boucheron, Car-
tier, Gariod, Hameliii, Jaquet
en Renn, maar ook van zijn
oude leermeester Aucoc.
Eind 1885 neemt hij het ate
lier van Jules Destapes over.
Het jaar daarop breidt hij uit
met een tweede ruimte aan dew
rue Quatre Septembre. Hij ex
perimenteert met materialen
als hoorn, email, zilver en
goud, maar ook met onedele
metalen. Edelstenen als dia
mant, opaal, maansteen, to
paas en amethyst hebben dan
al zijn voorkeur, evenals het
gebruik van grillig gevormde
barokparels en natuursteen.
In 1890 vestigt hij zich als
vooraanstaand sieraadkun
stenaar op de hoek van de rue
Thérèse en de avenue de
l'Opera en trouwt in datzelfde
jaar met Augustine Ledru. Hij
begint zich in toenemende
mate met het maken van glas
bezig te houden. Een materi
aal dat hem steeds heviger en
tenslotte als enige zal boeien.
Laliques ster rijst snel als hij
Siegfried Bing, animator van
de Art Nouveau, tot klant
krijgt. Ook de opera-zangeres
Emma Calvé en de exentrieke
en actrice-Sarah Bernardt, die
zich na tournees door Europa
en de Verenigde Statent op
het toppunt van haar roem be
vindt, behoren tot zijn vrien
denkring. Voor Bernardt
maakt hij tussen 1891 en 1894
diverse sieraden.
Meesterwerken
Zij introduceert Lalique bij
Calouste Sarkis Gulbenkian,
Armeens financier, oliemag
naat en humanist. Hij heeft
zich tot levenstaak gesteld
een collectie van louter onge
schonden meesterwerken bij
een te brengen. Het resultaat
is dë te zien in het naar hem
genoemde Gulbenkian Muse
um in Lissabon. In de vijftig
jaar dat Gulbenkian met Lali
que bevriend blijft koopt hij
zo'n honderdvijftig werken
van hem aan, voornamelijk
unica. Het is aan zijn mecenas
Gulbenkian te danken dat de
mooiste sieraden van Lalique,
als representatieve collectie
van diens periode als edel
smid, bijeen zijn gebleven.
Lalique wordt in eigen land
geëerd, zijn naam raakt onver
brekelijk verbonden met de
Art Nouveau die, als stijl in
Engeland ontstaan, in Frank
rijk tot grote bloei komt. In
1897 wordt hij onderscheiden
met de Chevallier de la Légion
d'Honneur. Van 1895 tot 1909
exposeert hij regelmatig in
vooraanstaande Parijse sa
lons en wordt hij door kunst
critici in de Franse pers uitzin
nig bejubeld. Op de wereld
tentoonstelling in 1900 in Pa
rijs is daar ook een paviljoen
met door Lalique ontworpen
representatieve series van zijn
sieraden. In datzelfde jaar
wordt zijn zoon Mare geboren
en ontwerpt hij zijn eerste par
fumflacon, waarvan er talloze
zullen volgen voor beroemde
parfumiers als Coty, D'Orsay,
Houbigant, Roger et Galet,
Worth en Ricci.
Onder de aandacht van het
grote publiek gekomen begin
nen Laliques creaties ook in
ternationaal de aandacht te
trekken. Zijn sieraden zijn in
1902 te zien op de Espozione
in Turijn. In datzelfde jaar
neemt hij in Parijs zijn intrek
in een galerie aan wat toen de
Cours la Reine, maar nu de
Cours Albert Ier heet. Van dit
huis maakte Lalique, in sa
menwerking met de architect
Feine, een voor die tijd zeer
ongewoon gebouw. In het
tijdschrift Art et Decoration
uit 1902 wijdt Tristan Destève
èen uitgebreid artikel aan dit
huis onder de titel „La maison
de René Lalique". Een impo
sante reeks van binnenhuis-
ontwerpen volgt.
Dimensie
Lalique heeft zich nooit ge
conformeerd aan wat in de
tweede helft van de 19de eeuw
in bepaalde milieu's als bon
ton gold: het neo-klassisisme
dat teruggreep op historische
stijlen als Gothiek, Renais
sance en Rococo. Wel heeft hij
zich als veel anderen door de
Japanse kunst laten inspire
ren en profiteerde in hoge ma
te van Japanse vakkennis. Die
invloed wordt in zijn werk
echter pas in tweede instantie
zichtbaar. In één oogopslag is
Lalique als de maker te her
kennen. Zijn appel- of prui-
mebloesem, bloeiende Wiste
ria of druivenranken herinne
ren slechts in de verte aan wat
Japanse calligrafen op rijstpa
pier penseelden.
Lalique heeft, daarentegen,
wel sterk het werk van zijn
tijdgenoten beïnvloed. Van
George Fouquet en Lucien
Gaillard, beide stammend uit
juweliersgeslacht, zijn in het
Rijksmuseum werkstukken
te zien. Hun vorm- en kleurge
bruik herinneren aan werk
van Lalique. Maar hoe fraai de
hanger van Fouquet en hoe
sierlijk de kam van Gaillard
ook, zij bezittën niet de tover
kracht waarmee Lalique een
extra dimensie wist op te roe
pen. Tijdens de Art Nouveau-
periode bleef Lalique met kop
en schouders boven zijn
kunstbroeders uitsteken.
Wezenlijk anders dan de
Franse Art Nouveau zijn de
aanverwante kunststromin
gen uit de omringende Eu
ropese landen. In Duitsland
onstond onder invloed van de
Fransen de Jugendstil. Die
bevatte aanvankelijk veel-
Franse stijl-elementen, maar
miste haar sierlijke raffine
ment. Representatief voor de
Duitse Jugendstil is het werk
van Th. Schmuz-Baudiss en
A. Rhüle dat symmetrisch op
gebouwde lijnpatronen bevat.
Niet representatief maar wel
oorspronkelijk is de ietwat ba
rokke broche die van Wilhelm
Lukas von Cranach wordt ge
toond. België nam in de Art
Nouveau een belangrijke
plaats in, maar meer op archi
tectonisch gebied dan in de
siersmeedkunst. De sieraden
Wie Lalique's sieraden met aan
dacht bekijkt moet met een klein
bombardement van gevoelens reke
ning houden. Bij een eerste aanblik
treffen zijn sieraden door het fijnzin
nig gebruik van koele kleuren. Paar
se bleekblauwe, en groene, soms
ook geel-bruine of ivoorkleurige
emailleringen. De combinatie daar
van met ivoor, hoorn en glas, gevat
in smalle randjes van goud of zilver,
roepen een wonderlijk gevoel van
harmonie op. De spaarzaam ge
bruikte edelstenenen als opaal, dia
mant, maansteen en amethyst,
evenals de veelvuldig toegepaste
barokparels, geven door de promi
nente plaats het object een magi
sche glans.
Maar er is meer te beleven. Bin
nen de voor Lalique zo karakteristie
ke windingen van ranken, takken,
sprieten of veren gebeurt iets. Het is
alsof je door een venster in een we
reld kijkt waarin iets bijna gaat ge
beuren of waar zojuist iets gebeurd
is. Soms een landschap, een bloe
semtak of wingerd, dan weer een
vrouwenfiguurtje, een paard een
toefje ranke anemonen of een uit
bundig bloeiende Wisteria.
Elk sieraad lijkt een magisch cen
trum te hebben waar de blik naartoe
wordt getrokken maar waarbij ook
het gevoel ontstaat dat het eigenlijk
niet voor gewone mensenogen is
bestemd.
van Philippe Wolfers, een
veelzijdig kunstenaar, zijn on
miskenbaar beinvloed door
het werk van Lalique.
Nouveau riche
Na de eeuwwisseling ontwik
kelde zich onder invloed van
Weense ontwerpers, zoals Ge-
org Kleemann, in Duitsland
de Geometrische Stijl. De
Duitser Richard Riemer-
schmid is daarvan een goede
exponent. In het Wenen van
die tijd bloeide, onder aanvoe
ring van architect Josef Hoff
mann de Wiener Werkstatte
op en in Engeland, dat zelf
met de Palingstijl de aanzet
tot de Art Nouveau gaf, kwam
het Arts Crafts Movement
van William Morris Van de
grond. Dat vond weer weer
klank in Scandinavië. De
werkstukken van Archibald
Knox, die van de Deen Georg
Jensen en die van de Noor
Carl Christian Fjerdingstad
getuigen van die stijlontwik
kelingen in noordelijker stre
ken.
Kort voor de eeuwwisse
ling, in 1894, maakte de litho
graaf Jan Toorop in opdracht
van de Nederlandse Olie Fa
briek in Delft (later Calvé),
een sla-olie affiche met lang
gerekte vrouwenfiguren. Zijn
Art Nouveau-stijl sloeg enorm
aan in Nederland en ging zelfs
de geschiedenis in als de Sla-
olie-stijl, die in de Zakelijke
Richting uitmondde en die
zich, na 1923, nog eens ver
nieuwde in de Nieuwe Zake
lijkheid. Die werd vooral aan
gehangen door schilders, later
ook door architecten als Ber-
lage. Als stijlbloempje van de
Zakelijke Richting dienen de
sieraden van Bert Nienhuis,
een ceramist die af en toe ook
sieraden ontwierp.
De Art Nouveau-kunste-
naars verzetten zich tegen de
laatste stuiptrekkingen van
de laat-romantiek van rond de
eeuwwisseling, tegen het te
gemoetkomen aan de protse
rige smaak van de 'Nouveau
Riche', rijke fabrikanten die
goed hadden verdiend aan de
industrialisering. De sieraden
van de Art Nouveau-periode
weerspiegelen, elk op eigen
wijze, de geschiedenis van het
land van herkomst, en tegelijk
de uitlopers van een tijdgeest.
René Lalique is de geestelijke
vader van deze stijlperiode ge
bleven. Kort na de eeuwwis
seling, in 1903 en 1905 expo
seert hij in Londen, maar het
eind van zijn creatieve pério
de als sieraadmaker begint
zich dan al af te tekenen.
Vier jaar later begint hij een
glasatelier annex glasfabriek
in Combs-la-ville bij Fontai
ne bleau. Hij legt zich daar in
toenemende mate op het ma
ken van glas en glasobjecten
toe en als in 1914 de Eerste .we
reldoorlog uitbreekt, bepaalt
hij zich geheel tot zijn oude
liefde, het glas. Van dat latere
werk is bekend dat hij vele ob
jecten maakte van geblazen
en geperst glas, ook wel com
binaties van beiden en veelal
ongekleurd. Hij maakte gla
zen beelden, vazen en schalen
in hoogreliëf, flacons en-
drinkserviezen, maar ook gla
zen deurpanelen.
In 1929 ontwerpt hij het
Pullman interieur van de Wa
gon Lits. In 1933 maakt hij
voor de kerk van Saint Heiier
op het eiland Jersey het hoog
altaar en de ramen. In 1936
volgt een interieurontwerp
voor het luxe lijnschip 'Nor
mandie'. Een fontein voor de
stad Parijs in 1938 en een .glas
servies voor het Engelse vor
stenhuis vormen nagenoeg
zijn laatste creaties. De Twee
de wereldoorlog maakt hij, ge
plaagd door reuma, nog mee.
Hij sterft, vijfentachtig jaar
oud, op 1 mei 1945 in Parijs.
Zijn werk wordt voortgezet
door zijn enige zoon Mare,
eveneens een talentvol ont
werper. Sinds diens overlij
den in 1977, wordt de nalaten
schap van René Lalique be
heerd door zijn enige klein
kind, Marie-Claude Lalique.
Voetbal
Ik hoop van harte dat Ne
derland wint met voetbal
len. Met het wereldkam
pioenschap. Want dat zal
dan weer op me afstralen
als ik daarna op reis ben,
ergens in een of ander ver
land. Zoals twee jaar gele
den. Ik was toen met weinig
geld op wereldreis en zat in
een klein louche hotelletje
in 't hartje van Los Angelos.
De Spaans-Mexicaanse ei
genaar had me bedisse
lend eén beetje onder zijn
hoede genomen, en kwam
op een ochtend stralend op
me af. De armen wijd uit
een.
"Weet U wie er heeft ge
wonnen?" vroeg hij me ex
tatisch, en ik viel meteen in
panisch nadenken. Had ik
de presidentsverkiezingen
over 't hoofd gezien? De
plaatselijke gemeente
raadsverkiezingen mogelijk
gemist? Had de man mee
gedaan aan een zangwed
strijd?.... In denverste verte
wist ik niet wat hij bedoelde.
Onbewust van mijn totaal
onbegrip zei hij stralend:
"jullie! jullie zijn kampioe-
n"...en nog wist ik geen be
scheid. Hij wenkte naar een
paar in de hal rondlumme-
lende kleurrijke figuren en
toen die naderbij geslen
terd waren riep hij, vol thea
ter, "kijk, een Hollandse.
Van 't winnend voetbal
team..." en toen begreep ik
dat we gewonnen hadden.
Met voetbal.
Tijdens het gesprek dat
volgde werd me duidelijk
dat het om een Europees
kampioenschap ging; het
leek me nog niet eens zó
hoog, want wat zouden ze
dan wel niet met een we
reldbeker doen, maar ze
waren allemaal zo enthou
siast dat ik toch een beetje
groeide. Vol trots, alsof ik
het winnend elftal dan wel
niet gebaard maar toch
minstens eigenhandig had
getraind. Terwijl ik van
voetbal alleen weet dat het
met elf spelers en een doel
wordt gespeeld, en ik zo
doende zelden of nooit een
wedstrijd zie.
De volgende dag knikten ze
me nog een paar maal
vriendelijk toe als ik de hal
doorkwam en ik koesterde
me in de afgeleide glorie in
woner te zijn van een kam-
pioensland. Ik groeide in
die straling. Net als ik deed
in die taxi, een paar jaar
daarvoor, in Lissabon, waar
de chauffeur bij 't horen van
mijn antwoord op zijn onge
ïnteresseerde vraag waar ik
vandaan kwam in extase
raakte. Op zijn kosten, zo
verzekerde hij me, bracht
hij me langs het stadion van
de Portugese landsclub,
waarvan me de naam even
ontschoten is, Benfica mo
gelijk? En tijdens de rit riep
hij herhaaldelijk halfluid:
"Cruyff, Cryuff, Ajax,
aaaah..." alsof hij een he
mels visoen voor zich zag.
En ook toen groeide ik een
beetje.
De taxi bleek later trouwens
nog knap duur te zijn: zo ex
tatisch was hij nou ook
weer niet. Dat soort glorie is
een beetje voorbij geloof ik.
Cruyff en Ajax zijn niet
meer zulke symbolen dat
taxichauffeurs en obers in
vervoering raken. Zelden
noemt iemand meer die na
men als ze horen dat je uit
Holland komt. Die voetbal
beker moet dus straks echt
worden gewonnen. Zodat ik
me onderweg nog eens
een keer kan zonnen in de
afgeleide glorie van in een
winnend land te wonen.
INA DE RUYTER
De mens blijft nog steeds
groeien, maar onze huizen en
interieurs groeien niet altijd
mee. Lange bedden ja, maar
op veel toiletten zitten lange
slungels vaak heel ongemak
kelijk met de knieën klem te
gen de deur. En de badkamer
is ook niet altijd afgestemd op
mensen van enige lengte.
Denk alleen maar eens aan de
wastafel. Die wordt al tiental
len jaren op dezelfde stan
daardhoogte gemonteerd.
Het werkblad in de keuken
EINDREDACTIE
HENK HOUTMAN EN
HENRIËTTE v.d HOEVEN
Er wordt met man en macht
aan gewerkt om ons afval in
goede banen te leiden. En de
schade voor het milieu hierbij
te beperken. Batterijen en
koelkasten inleveren op een
adres dat er de juiste weg
mee weet. Uitzoeken welke
onderdelen voor hergebruik
geschikt zijn. Maar dat is nog
vaak moeilijk omdat je dan
eerst moet weten om welk ma
teriaal het precies gaat. Miele,
fabrikant van keukens en ap
paratuur, begon al ruim tyvee
jaar geleden met het coderen
van de verschillende kunst
stoffen.
Zo staat op stofzuigerhui
zen keurig aangegeven dat die
gemaakt zijn van ABS (acryl-
nitril-butadien-styrol) en
krijgt de pluizenzeef van de
wasmachine (zie foto) de co
dering PP (popypropyleen)
mee. Als de wasmachine het
loodje legt, kan de pluizenzeef
op de juiste manier de recy
cling in.
Toen Miele hiermee begon,
was het een vrij uniek initia
tief. Inmiddels wordt het ge
lukkig door een nog steeds
groeiend aantal fabrikanten
nagevolgd. Dus bij het kopen
van een nieuw apparaat in het
vervolg maar eens navragen
of zelf opletten of de
kunststof onderdelen zijn ge
merkt zodat ze probleemloos
hergebruikt kunnen worden.
De mens wordt steeds
langer. Daaraan passen
we ook onze standaard
inrichtingen van keuken
en badkamer aan, zodat
we ons niet onnodige
hoeven te bukken.
Maar voor wie extra lang is,
moeten voorzieningen
worden getroffen. Voor
mensen langer dan 1,75 mis er
nu een speciale keuken, de
Almat Maxio. Bij dit model
worden werkblad en
onderkasten hoger
geïnstalleerd.
Maxio
Dat kan bij meer keukens.
Vaak wordt dan extra ruimte
onder de kasten niet benut. Er
komt gewoon een hogere
sokkel met even hoge
afdekplint onder. Maar bij de
Maxio is de grotere restruimte
benut voor onderkasten met
een extra dimensie waarin
vier in plaats van drie
legplanken zijn aangebracht.
Of er wordt een
onderbouwkoelkast van
groter formaat (160 liter)
geprojecteerd. De ruimte
onder het fornuis kan voor
een zeer diepe lade worden
benut met daarnaast de
mogelijkheid voor meer van
zulke royale schuifbergingen.
Deze keuken is in een groot
aantal verschillende
frontuitvoeringen leverbaar.
Voor meer informatie:
Almanova, Oisterwijk, telefoon
04242 - 19.120.
Extra kastruimte
is inmiddels aan de grotere
lengte van de gebruiker aan
gepast. Maar wie installeert
wastafels tien of vijftien centi
meter hoger? Kleinaymoeite,
groot plezier. Een stap vooruit
is in elk geval een nieuw mo
del bad van Ucosan. Of liever,
een verlengde uitvoering van
het bestaande type Loire. Dit
bad heeft een lengtemaat van
180 cm bij een breedte van 90
cm. In combinatie met het
rechte voeteneind en ergono
misch gevormde ruggesteun
kan lange Jan hierin ontspan
nen liggen. Omdat zo'n lang
bad wat meer ruimte vraag is
het zo uitgevoerd met vlak
ke bodem dat je er tevens
goed in kunt douchen. Een
extra douchebak hoeft dus
niet. Het model Loire is, even
als alle andere baden van deze
fabrikant, te koop in meer dan
40 kleuren.
Voor meer informatie: Interco-
re, Amsterdam, tel. 020 - 6624522.
De nieuwste broodrooster
van Krups is voorzien van een
opvanglade voor kruimels.
Dat scheelt heel veel ergernis.
Na het roosteren alleen maar
de lade aan de onderzijde er
uit trekken en leegschudden.
Bovendien is de tooster uitge
rust met een elektronische re
geling. Geen kans op verbran
ding. U kunt hierin niet alleen
alle soorten en maten boter
hammen roosteren maar ook
broodjes.