'In mijn roman is Leiden de eeuwige stad' Herman Stevens debuteert met veelgeprezen Mindere Goden POPI bijdragen: Jan Rijsdarrt Erna Straatsma, Wim Koevoet Brave Candy Betty Boop Komiek Ongepolijst Rockformatie Tower heropgericht Nostalgie Sketches en echt cabaret bij Roomburg ZATERDAG 2 JUNI 1990 PAGINA 41 Van onze redacteur Emiel Fangmann LEIDEN "Nee, onder de lijn Assen-Meppel heb ik niemand aangetroffen die het een moeilijk boek vond. Dat studenten in Groningen er moeite mee hadden, ligt misschien aan de Leidse sfeer van het boek". De in Leiden woonachtige Herman Stevens spreekt over zijn bij de Arbeiderspers verschenen debuutroman Mindere goden. Eerder, tijdens zij studie, vestigde hij een naam met essays in literaire tijdschriften. Mindere goden beschrijft anderhal- slechts op de aankleding van een ve dag in het leven van de cardio- boek. De roman bevat veel beelden, loog-in-opleiding Theo Elsenaar, die men dan ten onrechte als sym- die wanneer de roman begint aan de bolen ziet. En een meisje noemde vooravond van zijn huwelijk staat, het een boek met 'een decadente Zijn verloofde, letterenstudente Lu- yuppiecultuur' over mensen die cia van Swinden, heeft het plan op- nooit uit de gymnasiumsfeer los- gevat om op de trouwdag in kleine braken. Volgens mij legt dat een kring Shakespeare's komedie A beetje rancune bloot. Een beetje Midsummer Night's Dream op te gymnasium schijnt eerder tegen je voeren. Met een speciale bedoeling, dan voor je te spreken." zoals zal blijken. De ontwikkelin- G6Ïsol66rd gen in die kleine kring worden ge toond vanuit Theo's oogpunt. Zo samengevat lijkt het verhaal een cliché. Dat is het ook en de 34- jarige Stevens is de eerste om dat toe te geven: "Je kunt zeggen: Een gevoelig meisje, in dit geval ook nog intelligent, en een typisch mannelij ke arts met een bord voor zijn kop." De wijze echter waarop Stevens zijn roman heeft geschreven, dwong het respect af van alle critici. Hij werd geen veelbelovende, maar een vol wassen schrijver genoemd, voor zien van een lyrische stijl en een subtiele ironie. Dezelfde ironie kenmerkt het ge sprek met Stevens, die zich 'gere serveerd' en 'laconiek' noemt. "Sinds de wieg heb ik niet zoveel te derheid ondervonden. Ik was er een beetje ontroerd door" zegt hij. Al voordat het boek in de winkels lag, ontvingen Groningse studenten in de letteren een drukproef. Zij kre gen op de colleges van Volkskrant- criticus Arnold Heumakers de op dracht Mindere goden te recense ren. Stevens was bij een afsluitend college aanwezig. "Het bleek voor sommige mensen toch een moeilijk opgave te zijn. Als je zo'n halve neerlandicus bent en geleerd hebt dat je niet voor je lol leest, maar al tijd met het koppie er boven. Dan zit je op te letten wat de symbolen met elkaar te maken hebben en dat kan wel eens een teleurstelling zijn. Maar het meisje dat opmerkte: 'Ik zou Stevens willen vergelijken met een tovenaar', beviel me wel, al thans wat ze schreef. Maar ze was een beetje een pinnig type en dat was wel weer een teleurstelling." "Sommigen studenten zagen toch te weinig dat het een boek was dat over mensen gaat en letten Stevens volgde het gymnasium in Rotterdam, en dat maakt nieuws gierig naar de obligate vragen naar de jeugd van een schrijver. Stevens: "Ik was inderdaad wel het eenzelvi ge, geïsoleerde kind zoals je wel va ker hoort. Ik weet wel dat ik het ver velend vond als de andere kinderen zich met mij gingen bemoeien. Dan was ik altijd gauw weg. Ik geloof dat ik omstreeks mijn zeventiende het plan had te zijner tijd te gaan schrij- Stevens studeerde twee jaar gele den af in de klassieke talen aan de Leidse universiteit. Tcoh was hij geen 'eeuwige student'. "Ik heb na mijn eindexamen gewoon een paar jaar nominaal niets gedaan. Ik had wat geld, ik reisde wat en ik zat thuis te lezen. Er was een periode dat ik elk weekeinde wel een stuk van Shakespeare las. Ik was in die tijd een volstrekt onmaatschappe lijk wezen. Maar in feite heb ik toen te veel en te snel gelezen". Rond zijn vijfentwintigste kwam Stevens naar Leiden. "Omdat ik vond dat ik de oude talen niet goed genoeg ken de, je moest de literatuur kennen vond ik. Een beetje vanuit het oude renaissance-ideaal: je moet er door heenwoordat je zelf kan beginnen." En dat hij voor Leiden koos was op een bepaald moment geen vraag meer: "Ik liep met mijn favoriete tante in Amsterdam langs een ge bouw. En ik vroeg haar wat dat voor een rotzooi was, al die graffiti op de muren en jongelui die op de trappe tjes zaten alsof het de Dam was. Mijn tante zei: 'Dat is de letterenfa culteit'. Waarop ik zeker wist dat ik in Leiden ging studeren." Tijdens zijn studie begon hij es says te publiceren in literaire tijd schriften als Maatstaf en De Revi- De Leidse schrijver Herman Stevens: "Leiden is een.vrij cultuurloze studentenstad." sor. "Toen om een zakcentje te ver dienen" zegt hij. Ze waren met een voor Nederlandse begrippen op merkelijke vaart, lichtheid en hu mor geschreven. Een essay mijzelf. Want het is natuurlijk niet hoofdstukken vooruit. Nieuwsgie- zo dat een uitgever je kan opdragen righeid hoe het afloopt kan ook voor een boek te schrijven. Ik ben nu met de schrijver een motor zijn." een tweede roman, met als titel Een Cf ra o+n m nor schone slaap, bezig, - straatrumoer /estdijks De Dokter en het lich- heb ik een 'voorschot geweigerd. Over Mindere goden praten is niet te meisje viel uitgever Martin Ros Het moet eerst klaar zijn, anders gemakkelijk voor Stevens: "Je bent op. Om het anders te zeggen: Ros voel ik mij onder economische druk zag in Stevens een geboren schrij- staan en ik wil geen verplichtingen "J* 1S ver. Stevens: "Anderen vroegen voelen. Ik wil juist terug gaan ik zelf niet ging schrijven, de tijd van Proust, 1 zat te schrijven als kunstenaar- omdat ik zo op de loop ging met boek van een ander. Maar Martin streepje-ariïbteloos burger." Ros wilde eigenlijk na mijn afstude ren die essays bundelen. In die tijd ben ik fictie gaan schrijven. Toen schreef hij Mindere goden af was, heb ik tegen Ros gezegd: Als je het leuk vindt, mag je het hebben. En als je het niet leuk vindt, dan vind ik het leuk voor rerknoopt dat het nog afstandelijk over te •raten." De personages uit het boek leven voor Stevens zodanig, dat hij van hen gewag maakt als waren het dierbare vrienden en kennissen. 'Herman Stevens is geen auteur Natuurlijk wilde een radio-maker die schema's maakt. Mindere goden onlangs weten in hoeverre het boek autobiografisch was. Wie de toon van het boek geproefd heeft weet welk antwoord Stevens gegeven mijn hoofd moet hebben. "Ik antwoordde dat tijdsbestek acht maanden, waarin hij maar v nig herschreef. "Nee, ik had de niet' zitten. Ik dacht hoogstens twee ik classicus i geen medicus, dat ik nooit verloofd was en ook niet van plan ben me te verloven. En dat ik bovendien geen rijbewijs heb, terwijl er toch fenomenaal wordt gecrossed in dit verhaal." Wat geen toeval is, is de sfeer van het boek. Hoewel de naam Leiden nergens valt, moet het toch duide lijk zijn, volgens Stevens en ande ren, dat het een typisch 'Leids' boek is. En volgens Stevens een boek met straatrumoer: "Ja, de Leidse hoog leraar Anbeek vroeg jaren geleden om straatrumoer in de Nederlandse literatuur en wat krijg je dan? Een boek als De slag om de Blauwbrug van Adri van der Heijden over de rellen bij de inhuldiging van de ko ningin. Dat is alleen boeiend voor die niets anders te doen hebben dan wat stenen uit de straat de rukken. Pure sensatiejournalis- tiek. Mensen moeten zich kunnen herkennen. Het straatrumoer van alledag is dat iemand tegen een boom aanrijdt bijvoorbeeld." (zoals in Mindere goden gebeurt, red.). De brug over de Vliet speelt in het begin van het boek wel een rol: de jongen en het meisje ontmoeten el kaar op die brug en de vonk slaat over. "Theo denkt dat het een lots bestemming is dat hij Lucia daar ontmoet en dat is, denk ik, een voor hem typerende fout. Ik heb natuur lijk niet voor niets een medicus als hoofdfiguur genomen. Met hun af werende denkwijze zijn sommige dingen in het leven dan net iets te ingewikkeld voor hen. Ze denken dan: gewoon doorgaan. Dat is de ty pische botheid van een medicus, want medici zijn soms botte men sen. Lucia stelt dat aan de kaak." Mentaliteit Maar de Leidse sfeer in het boek komt volgens Herman Stevens ook voort uit de mentaliteit van de hoofdfiguur Theo, die in Leiden ge studeerd moet hebben. "Wat mij al tijd in de Leidse studentenwereld is opgevallen is een heel rationalisti sche, zij het met ironie afgebluste, manier van kijken tegen elkaar. Neem Lucia's hartsvriendin Esther. Zij is het meisje dat hogerop wil en zoekt een goede partij. Ik heb ge probeerd ergens zo'n typisch Leid se conversatie weer te geven, waar in Esther bij. Lucia naar Erik, een vriend van Theo, informeert. Zo van: wie is zijn vader en wat doet-ie. Ironisch, maar niettemin.... Typisch Leids, zoals ik merkte, want in links Groningen snapten ze daar niets van. En Erik zoekt het geestelijke en vindt dat niet in Leiden. Leiden is een vrij cultuurloze studenten stad, als je het klassieke studenten milieu beziet. Je kunt een dropout worden en op de Klikspaanweg gaan zitten, maar daar vind je nu ook niet echt het paradijs". Maar Stevens kan zich tenslotte even goed vinden in de zoeker Erik als in de corpsbal Theo: "Het is ook wel leuk, zo'n volkomen op het soci ale vertoon gerichte studentenstad. Door die dikke huid van het sociaal vertoon, duurt het lang voordat hier iets doorgedrongen is. Zo gezien is Leiden de eeuwige stad." Dat het met de 'dikke huid' van de hoofdfiguur Theo onvoorspel baar, afloopt ligt voor de hand bij een schrijver als Stevens. "Maar dit boek is met ironie geschreven, want ik ben het met die Leidse sfeer eens en het er ook niet mee eens. Het is te leven, want simpele manier." Candy Dulfer - 'Saxuajity' (Ario- la) Na de samenwerking met Prince en Dave Stewart kon Candy Dulfer er bijna niet onderuit om snel zelf met een plaat op de markt te ko men. Steeds heeft de jonge Broek in Waterlandse volgehouden niet geïn teresseerd te zijn in het opnemen van eigen plaatwerk, maar na het in ternationale succes van 'Party man' en 'Lily was here' kwam het er dan toch van. Dulfer heeft voor haar debuutal bum 'Saxuality' de hulp ingeroepen van gitarist Ulco Bed. Hij schreef vier van de tien nummers en even zo veel samen met de saxofoniste. Pa Dulfer schreef 'Home is not a house' en 'So what' tenslotte is een Miles Davis-cover. Dat alleen Dulfers naam op de co ver van de cd staat is door de grote inbreng van Bed eigenlijk onte recht. Behalve het schrijven van nummers is Bed ook verantwoorde lijk voor al het gitaarwerk. Dulfer daarentegen is op 'Saxuality' veel minder 'aanwezig' dan je zou ver wachten. De sax is in elk nummer te horen maar spetterrende solo's ont breken. Alleen in de afsluiter van Hans Dulfer, laat Candy zich even gaan. 'Saxuality' is een gedegen maar veel te braaf album. Behalve 'There goes my neighbourhood' en 'Gèt the funk' (volgens George Clinton- concept) is er geen enkele verras sing. 'Saxuality' en 'Heavenly city' zijn sterk door Prince beïnvloede dansmelodietjes, 'Pee Wee' en 'Donja' zijn supersoft a la Kenny G en 'Jazzid' is een gepolijste jazzhou- E.S. Madonna - I'm Breathless (WEA) Madonna heeft zich met haar nieuwe cd al de naam van de vlees geworden Betty Boop verworven. Dat is niet zo gek als je haar hoort zwijmelen en kirren op I'm Bre athless. Het nieuwe album bevat nummers uit en geïnspireerd door de film Dick Tracy die in oktober in Nederland in première gaat en waarin Madonna en Warren Beatty de hoofdrollen spelen. De film speelt in de jaren dertig en dat is op het album goed te horen. Of de trou we fans van de disco-zangeres daar gelukkig mee zullen zijn is zeer de vraag want met uitzondering van de hitsingle Vogue laat Madonna zich van een heel andere k^nt horen: soms jazzy en sensueel, een andere keer als hitsige nachtclubzangeres, soms ook swingend, maar dan op de manier van de Andrew Sisters. Het album opent met een sterk - Madonna. nummer (He's A Man), maar het peil zakt daarna toch wel af. Een aantal nummers zijn gewoon vervelend (I'm Going Bananas) of zelfs irritant en zo weinig subtiel (Following You) datje broek,er yanaf zakt. Dat van dit album nog veel hitsingles kunnen worden getrokken lijkt op z'n minst twijfelachtig. In het slotnummer Vogue zingt Madonna 'Strike A Pose' (Neem een pose aan). Dat is wat zij zelf ook doet op I'm Breathless. Soms overtui gend, maar over het geheel geno men is het toch iets teveel van het goede: een clichématige jaren der tig sound (of wat daar voor door gaat). Volgende keer maar weer ge woon disco. J.R. Steve Vai - 'Passion and warfare' (Food for thought) De gitaar zal fceker tot aan de eeuwwisseling het belangrijkste muziekinstrument blijven in pop en rock roll. Eén van de mensen aan wie dat is te danken, is de Ameri kaanse virtuoos Steve Vai, die zijn sporen reeds verdiende bij Zappa en David Lee Roth. Vai maakte van het gitaarspel weer één groot avon tuur met onbeperkte mogelijkhe den. Met Vai in je band moet de man achter de muziekcomputer weer te rug naar het achterste hoekje van het podium. Vai is bij mijn weten ook de eerste komiek op snaren. Tot dusverre maakte hij één so loalbum maar dat was meer een de monstratieplaat, bedoeld voor ver gevorderde gitaristen die er nog wat grappen en grollen wilden bijleren. Vai's tweedè slaat alles. Menig gi tarist zal na beluistering de neiging krijgen zijn instrument, versterker en randapparatuur van de hand te doen want met 'Passion and Warfa re' wordt een ieder duidelijk dat de absolute top nog heel ver weg, ei genlijk onbereikbaar is. Een klein uur lang komen er de meest ongelofelijke geluiden langs- gezeild die allemaal op de juiste plaats vallen in de veertien ijzerster- ke composities. De luisteraar is na afloop uitgeput, zo wordt hij van het ene uiterste naar het andere uiterste geslingerd: het mooist zijn de drie ontroeren de ballads, de meeste humor vind je op 'The audience is listening' waar Vai zijn gitaar een gesprek laat voe ren met een schooljuffrouw en het rpeest gevaarlijk voor je speakers is 'Alien Water Kiss': een pakkerd waarbij alle oceanen van de aarde zich in je huiskamer lijken te stor ten. WK The Jeff Healey Band - Hell to pay' (Arista) Reeds na de eerste tien tellen van 'Full Circle', het eerste stuk van zijn tweede cd, heeft de blinde gitarist- /zanger Jeff Healey alle bezorgd heid weggenomen: zijn geslaagde debuut heeft gelukkig geen gepo lijste opvolger gekregen. Het aantal ballads is zelfs teruggebracht naar nul en zijn fantastische gitaarwerk is nog meer naar voren gemixed. 'Hell to pay' is dan ook veeleer een ode aan zijn eigen scherpe kantjes geworden dan een slimme, com merciële zet. Liefhebbers van softe middle of the road blues waarin bij voorbeeld Robert Cray grossiert, kopen met 'Hell to pay dan ook de kat in de zak. Zij zullen zich rot schrikken van het Jimi Hendrix-achtige gitaargeweld dat dik vijftig minuten aanhoudt. 'I think I love you too much', waarin Healey een duel aan gaat met de doorgaans toch wat luie gita rist Mark Knopfler (Dire Straits) is zelfs nog een tikkeltje venijniger dan de wild scheurende opener. Pas op het zevende stuk, een ver tolking van Harrison's klassieker 'While my guitar gently weeps' lijkt het gezelschap wat gas terug te ne men. Maar dat is maar schijn want net als op Harrison's eigen interpre tatie tijdens het Bangla Desh con cert wordt er toegewerkt naar een geweldige climax, een gitaristisch offensief dat het stuk een bijkans dramatische wending geeft. WK Marianne Faithfull. Marianne Faithfull - Blazing Away (Island) Na een leven waarin ze zo onge veer alles heeft uitgevreten wat door God is verboden heeft Marian ne Faithfull haar nieuwe album Bla zing Away opgenomen in de St. An ne's Cathedral in Brooklyn, New York. Op het live-album staan der tien songs die het leven van Marian ne Faithfull aaneenrijgen. Vanaf het moment dat het dromerige tiener zangeresje doorbrak met het fraaie, door Mick Jagger en Keith Ri chards geschreven, 'As Tears Go By' tot aan recept werk als 'Broken English' waarmee Marianne Faith full zich wanhopig uit dé goot pro beerde te vechten. Daartussen overbekende songs als 'Sister Mor fine' en 'Working Class Hero' Nostalgie van de bovenste plank dus. Maar, Blazing Away is niet zo maar een opeenvolging van 'grea test hits' van een zangeres die tracht vi^ oude successen nieuwe roem te vergaren. Het album bevat ook nieuwe nummers en is vooral bij zonder door het aangrijpende, door nicotine, alcohol en drugs geteken de stemgeluid van Marianne Faith full dat op een studio-album nogal eens teveel wordt bijgeslepen. Een live-album dat zeer de moeite waard J.R. LEIDEN - De Leidse rockformatie Tower, acht jaar geleden zeer suc cesvol met top-40 hits als See You to night en Goin' Home, is weer bij el kaar. Een try-out-concert in het Zoeterwoudse zalencentrum 'Don Bosco', een maand geleden, was uit verkocht. Daarom treedt Tower morgenavond voor zo'n vijf a zes honderd popliefhebbers opnieuw op in het Leidse Antonius Clubhuis. In het voorprogramma speelt de jonge Leidse band Barefoot Rabbit. Het plakboek ten huize van gita rist van der Hoogt leert dat Tower begin jaren tachtig een bliksemstart in de popmuziek maakte. Het succes kwam voor Tower zo snel toen ze het niet op single uitge brachte See You Tonight bij Jan Rietman en VARA's Popkrant kon den laten horen. De plaat werd ver volgens door Dureco uitgebracht, waarna Frits Spits de rest deed. "Frits Spits is terug dus wij ook" grapt van der Hoogt dan ook. In de Avondspits werd de single zowel Steunplaat als vlak daarna Top- sprinter: een uniek feit voor dat pro gramma. Drie weken daarna stond de plaat 11 in de top-40. De leden van de band hadden er toen, net als nu, andere werkzaamheden bij. Een hectisch leven brak aan, leert het plakboek. En met smeuiige verha len over optredens in Oostduitsland stonden ze bij Jan Rietman. "Als we in de DDR nog twèe keer meer wa ren optreden, had die Muur al zeven jaar geleden neergegaan" zo ver woordt Van der Voort zijn herinne ringen aan die tijd. Het laten horen en zien van een video en geluidsar chief toont iets van de nostalgie naar die tijd. Kenmerkend voor Towers groot ste hit See You Tonight was de snel le vioolpartij, gespeeld in 1982 door violist Benny Beer. Om de op de singles volgende elpee 'Titan' in Groot Brittannië te kunnen uitbren- De heropgerichte Leidse formatie Tower met staande slagwerker Ton Hoogenboom en zangeres Marian Pijnaker. Zittend v.l.n.r. slag- en sologi tarist Cor van der Hoogt, basgitarist Ben Peterzen en keyboardspeler Frans Wisse. <f0to pr) gen, moesten klassieke passages weling werd keyboardspeler Frans door een Engels orkest gespeeld Wisse aangetrokken, worden. Tower vond een oplossing De techniek heeft in zes jaar niet door naast Benny Bear op See You stilgestaan. Het was toen op de büh- Tonight voor de elpee een klassiek ne niet mogelijk die vioolpartij 'live intro en outro te schrijven. Uitvoe- uit te voeren. Met rende: The London Symphony Or- Frans Wisse dit chestra, keyboard kan wel. Basgitarist Ben Peterzen voegt daar nog w g voor ons eigenlijk toe: "En mijn vier snarige bas werd toen eigenlijk allemaal te snel" zegt een vijfsnarige. waarmee je net als 1985 de groep verliet. Van der Hoogt to Your HeartMusic en Home of the Pijnaker vormden nog korte tijd Brave. De leden componeren tesa- de formatie Split Decision en brach ten de single 'Action' uit. "Eigenljk" zegt Van der Hoogt "is Split Deci- aangevuld tot het Tower Tower hoopt single te gaan uitbrengen. "Je kunt onze muziek omschrijven als melo dieuze rock, want de tijd van de Slagwerker Ton Hoogenboom keer- symphonische rock de r r de groep terug en als r 'Jonnie meets Hills Mountains' cabara- tesk feestprogramma van L. H. C. Room burg. Gezien op 1 juni in de Leidse schouw: burg. op toneel die iets durve kun- LEIDEN - Met enthousiasme en lef hebben Jon van Gennep, Rob Hillebrand en Frank Montanus een cabaretesk feestprogramma in elkaar gezet. Dit naar aanlei ding van het elfde lustrum van hockeyclub Roomburg. 'Jonnie meets Hills Mountains' (een niet mis te verstane toespeling op de makers ervan) biedt een com binatie van echte cabaretteksten, zang en feestsketches. Ter opluis tering van de lustrumfestiviteiten voldoet dit programma ruim schoots aan de eisen. Er wordt goed gezongen, er is een prima band en er staan een paar Tussen de regels door kun je dan ook merken dat deze groep méér ambities heeft. Men wil iets anders dan alleen maar - om zo te zeggen - 'Hi, ha, hockeylol' bren gen. Die capaciteit is er ook, al wordt die helaas niet optimaal be nut; ongetwijfeld bij gebrek aan voldoende podiumervaring. Wat namelijk ontbreekt, is een regie concept - een strenge regisseur zou met het onmiskenbaar aan wezige talent wonderen kunnen verrichten. 'Jonnie meets Hills Mountains' is een onderhoudend programma, maar er zit beslist veel meer in dan er nu is uitgeko- De parodie op de in het Duits nagesynchroniseerde 'western' zou bijvoorbeeld strakker uitge werkt moeten worden. Een persi flage op Jan van Veen kan echt niet meer, ook al bestaat 'Candle light' na al die jaren nog steeds. Zoiets is gewoon al te vaak ge daan. Het idee van het praatpro gramma 'Lina Live' is goed. Lieneke van Ginkel kan zo'n rol prima spelen, en het perfecte Ronnie Brunswijk-nummer (een prachtige imitatie) mag er zonder meer zijn. Maar waarom twee maal 'Lina Live' - vóór en na de pauze?! Het is onlogisch, het le vert een vertragend extra change ment op en laat de rode draad- functie van zo'n praatprogramma onbenut. Zo zou er nog meer te noemen zijn, het belangrijkste voor Roomburg is echter dat 'Jonnie meets Hills Mountains' als feestprogramma geslaagd is te WIJNAND ZEILSTRA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 41