Een musketier in zijn land van herkomst Lessen in verbeeldingskracht Schrijver Du Perron halve eeuw geleden in Bergen overleden Bibliotheken ontstemd over nieuwe leengeld-regeling ZATERDAG 12 MEI 1990 KUNST PAGINA 41 Bedrijfskantinelol van Suver Nuver Suver Nuver met "De weg van het vlees". Concept en spel: Peer van den Berg, Dette Glashouwer, Henk Zwart. Spel: Bo Fay, Pie- ter Hes, Lucas Verbeek. Gezien op 11 mei in het LAK-theater alwaar nog vanavond. LEIDEN - Een homo-erotische nepstriptease of een staaltje grommend circusworstelen vrije stijl; het Amsterdams-Friese ge zelschap Suver Nuver is weer in town. De twee eerdere voorstel lingen van het trio Peer van den Berg, Dette Glashouwer en Henk Zwart, "Suver Nuver" en "Gleon", waren dank zij de com binatie subtiele mime en vette theatrale grappen een doorslaand succes. De overrompelende naï viteit in confrontatie met het aan gepaste leven der volwassenen, hebben in "De weg van het vlees" echter plaats gemaakt voor revue- sketches waar je onderbroek van af zakt. Van het lachen weliswaar, want de weg van het vlees is leuk. Maar ook teleurstellend. In samenwerking met drie ouwe rotten uit de revuewereld (ge boortejaren 1911, 1914, 1928) po gen de drie jonge honden (ge boortejaren 1957, 1960 en 1958) een brug te slaan tussen theater toen en nu. Een gouden idee dat dikwijls leidt tot komische scènes waarin de ouwetjes als afgedaan tussen de planten geïnstalleerd worden. Zoals ook hun herinne ringen aan de good old days en hun lichamelijke onvermogens in het belachelijke getrokken wor den. Behendig en geslepen pik ken de jonkies de trucs van de vo rige generatie. Gordijntje open, gordijntje dicht: dit is theater zoals al sinds de middeleeuwen op de markten staat. Een gevoelig chansonnetje hier, een exhibitionistisch dansje daar en het publiek ligt plat. Oma danst de Lambada. Het hoera pretpakketgehalte steekt schril af tegen de vorige produkties die nog enigszins aan diepgang deden. In het program maatje staat het al beschreven: "de toeschouwer dompelt zich onder in vergetelheid". Effe weg uit de dagelijkse sleur. Jazeker, maar meer iets voor perso- neelsfeestjes in de bedrijfskanti- Goh, ik lijk wel boos. Teleurge steld. Suver Nuver was toch hart stikke leuk? Ik heb me toch maar een kwartier van de anderhalf uur verveeld? Wat zeur ik nou? Ik heb best wel veel en heus hard zitten lachen. INGRID VAN FRANKENHUYZEN Hans Dulfer directeur Paradiso AMSTERDAM (GPD) - Saxofonist/schrijver/radiopresentator Hans DiU- fer wordt per 1 juli directeur van Paradiso in Amsterdam. Dulfer (49) volgt Huib Schreurs op, die begin dit jaar directeur is geworden van de Beurs van Berlage. Hans Dulfer is al sinds de jaren zestig een aandachttrekkende figuur in de Nederlandse jazz-scene. Hij verwierf bekendheid met bands als de Peri kels, Heavy Soul inc., Reflud en Reffslug en in ontelbare gelegenheids combinaties met muzikanten uit uiteenlopende disciplines van jazz tot heavy-metal. Samen met zyn dochter Candy presenteert hij maandelijks sessieavonden in Paradiso en is via de radio te horen als presentator van het VPRO-programma Midnight hour. In het literaire circuit vergaarde Dulfer waardering met zijn columns over het muzikantenbestaan. Lange tijd combineerde hij zijn muzikanten- bestaan met een baan als verkoper bij een Opelgarage in Amsterdam, maar nam daar vorig jaar ontslag. Dulfer is gekozen vanwege zijn "zeer goede re latie met jongeren en zijn duidelijke visie op het culturele leven in Amster dam", aldus zakelijk leider van Paradiso, Herman Voogd. nog vergeefs gepoogd een blad op te zetten, Noesantara, waarin zowel de Nederlanders, als de Indonesiërs en de indo's elkaar hadden kunnen ontmoeten, maar er was geen geld. Rob Nieuwenhuys is daar na de oor log wèl in geslaagd. Maar meer dan een marginaal blad is dat in die re volutietijd nooit kunnen worden". "De invloed van Du Perron is ach teraf dan ook niet groot geweest. Al leen de generatie van '45, met wie hij veel contact heeft gehad, is aan hem verwant. Maar daar is niet veel meer van over. Mensen als Chairil Anwar en Soewarsih Djojopoespito zijn overleden. Alleen Sitor Situmo- rang, die nu in Den Haag woont, is nog typisch iemand van die rich ting. Ananta Toer heeft hem nooit ontmoet, maar hij is wel erg in Du Perron geïnteresseerd, vooral in wat hij over Multatuli schreef." Kosmopoliet "Ten aanzien van de Nederlandse li teratuur zou je misschien kunnen zeggen dat zijn bijdrage daarin is bepaald door zijn internationale in stelling. Hij was een kosmopoliet, zijn optreden was daardoor verfris send". "Voor het huidige Indonesië is Du Perron een vergeten schrijver. Tamelijk intellectueel, dus moeilijk verkoopbaar. Bovendien hebben Indonesiërs niet zo'n leestraditie. Ze zijn meer gericht op toneel en het voordragen van gedichten. Van de Nederlands letterkunde is daar weinig meer bekend. Er is wel het een en ander vertaald, waaronder werk van Slauerhoff, maar of dat ook wordt gelezen.... Alleen Car- miggelt heeft een zekere populari teit en natuurlijk Multatuli", aldus Snoek. Alleen een enkeling zou zich daar later deze d'Artagnan nog blijven herinneren. Zoals Soewarsih Djo jopoespito. Toen zij in 1953 op de Algemene begraafplaats in Bergen zijn graf bezocht schreef zij daar over in de jaren zeventig in het blad Tirade: ....'toen had ik de gewaarwor ding, dat hij naast me stond, naar zijn eigen graf keek en me lachend vroeg: "Zoek je mij hier, in dit lege grafIk ben er al lang uitgevlogen. Mijn ziel laat zich niet insluiten door zand en aarde en een formeel grafzerkje op de koop toe. Raad eens waar ik nu ben? Natuurlijk met -je mee, naar Indonesië". Het boek 'De Indische jaren van E. du Perron' is geschreven door Kees Snoek en werd uitgegeven bij Nijgh en van Dit mar te Am sterdam. Prijs f 65, -. In het Letter kundig Museum in Den Haag is tot 3 september een tentoonstelling te zien, gewijd aan het leven en werk van Menno ter Braak en E. du Perron. De Indische jaren van E. du Perron. door Hans Visser ALKMAAR Zijn vriend Adriaan Roland Holst, is die dag in het dorp nog een dokter gaan halen. Maar het was al te laat. Op 14 mei 1940 overleed in het Noordhollandse Bergen de schrijver Charles Edgar du Perron aan de ge volgen van een hartaanval. Pas 40 jaar jong. Diezelfde dag benam zijn literaire boezemvriend Menno ter Braak zich van het leven. Samen zouden zij de terreur van de nazi's tegen wie beiden al zo lang hadden gewaar schuwd, niet hoeven ondervinden. Du Perron was een paar maanden daarvoor met zijn vrouw Bep de Roos teruggekeerd uit zijn 'land van herkomst', de toenmalige kolonie Nederlands-Indië. Ze woonden vlakbij Eddy's vriend, de dichter Adriaan Roland Holst. Maar toen in die meidagen van 1940 het verderop in de weilanden gelegen militaire vliegveld Bergen al direct bij de Duitse inval zwaar werd bestookt vond het echtpaar Du Perron on derdak aan de Eeuwige Laan bij de ouders van de schilderes Giseole Waterschoot. De dood van beide auteurs schok te literair Nederland en Roland Holst dichtte een indrukwekkend In Memoriam. Maar in Nederlands- Indië, waar Du Perron een grote in vloed op het culturele en journalis tieke leven had. werd zijn dood pas veel later bekend. Het was het Alge meen Indisch Dagblad De Prean- gerbode, dat bijna vier maanden la ter. op 6 augustus het nieuws uit het door de bezetting geïsoleerde land bekendmaakte: 'Uit Zwitserland werd heden tele grafisch bericht ontvangen, dat blij kens daar te lande ontvangen mede delingen overleden is de heer E. du Perron, de bekende schrijver, die tot voor weinige maanden in Neder- landsch-Indië vertoefde'. Musketier Als een d'Artagnan, één van drie musketiers, een held uit zijn jeugd, trok Du Perron daar ten strijde te gen de harde koloniale mentaliteit van die dagen. Het land was zo an ders dan hij zich in zijn jeugdherin neringen verbeeldde. Indrukken waarop hij zijn belangrijkste werk, de roman 'Het Land van herkomst' baseerde. Het boek verscheen in 1935 en een jaar later keerde hij wer kelijk vanuit Europa op Java terug. Over zijn ervaringen gaat het vori ge week verschenen boek 'De Indi sche jaren van E. du Perron', een dissertatie van Kees Snoek, docent aan de sectie Nederlands van de Universitas Indonesia te Depok (na bij Jakarta). De schrijver komt daar in naar voren als Indische jongen met Frans bloed. Wat dat inhoudt werkt Snoek systematisch verder uit, met als zwaartepunt, het deel waarin hij de stimulerende rol van Du Perron schetst in de ontwikke ling van het Indonesische zelfbe wustzijn. Even terug in Nederland zegt Snoek: "Hij was als kind uit planter skringen voorbestemd voor een ko loniale carrière, maar werd later in Europa intellectueel beïnvloed door mensen als André Malraux en André Gide. Vooral toen hij in Pa rijs correspondent was. Terug in In- dië werd hij een soort goeroe, voor veel nationalistisch denkende Indo nesiërs. Maar lang niet voor ieder een, want hij had een nogal uitge sproken mening over allerlei zaken. Ook als hij nu zou hebben geleefd, zou hij daar bepaald niet 'regu' zijn geweest". Frans Du Perron had van nature een nogal Franse achtergrond. Niet alleen door zijn afkomst, aldus Snoek, maar vooral ook omdat de hogere Europese kringen in het oude Indië nu eenmaal sterk Frans waren ge oriënteerd. "Als zulke mensen verlof hadden gingen ze niet naar Nederland, maar naar Europa. Ze begonnen met Frankrijk, want daar was de cul tuur. Toch had Du Perron naast dat Franse toch ook veel wat typisch In disch was. Niet door zijn bloed, maar door zijn opvoeding." zegt Snoek. "Kinderen groeiden daar op in een v.eel grotere vrijheid. Seksu eel waren ze vroeg rijp. Dat ze met de inlandse huishoudster sliepen was normaal". "Toen hij later in België woonde, zette zijn moeder daar nog steeds haar Indische stijl van leven voort. Dat ging zelfs zo ver dat Du Perron met hun Waalse huishoudster sliep. Later trouwde hij haar zelfs, maar toen hij ontdekte dat ze intellectu eel en in kameraadschap toch niet zijn gelijke was, scheidde hij van haar. Dat Simon Vestdijk toen een verhouding met haar had, kon Du Perron verder weinig schelen. Toen hij later Elisabeth de Roos leerde kennen, bleek die juist wel aan dat ideaal te voldoen. Zij is voor hem de haast romantische 'enige grote lief de' geworden. Sindsdien is hij ver anderd en gerijpt". Onderweg naar Indië ontdekte Du Perron dat er met zijn geboorte land iets aan de hand was. En toen hij in 1936 aan wal stapte en werd opgewacht door vrienden die hem toefluisterden dat daar goed te le ven viel, als hij maar niet hardop zou praten over de NSB, die in In dië, vooral in planterskringen popu lair was. Bekend was hij daar bij Kees Snoek: "Hij had absoluut lak aan etiquette". zijn aankomst nog allerminst, hoe duidelijk zijn rol in het Nederlandse literaire en ook politieke leven als li terator en anti-fascist ook was ge weest. Doodgezwegen "Zijn roman 'Het Land van her- 'Zwarte Kunst', soloprogr Helmert Woudenberg. G de Leidse Schouwburg. LEIDEN - Twee stoelen en één klein tafeltje: meer decormateri aal is er niet. Helmert Wouden berg speelt 'in' de donkerblauwe gordijnen van het toneel. Op de vloer is door de belichting een rechthoekig speelvlak afgeba kend. Met zijn lijvige gestalte beent Woudenberg rondkijkend over dit podium - als een beeld houwer die zijn nog ruwe materi aal betast. Wat hij ons in deze uiterst sober vormgegeven ruimte voor ogen tovert, zijn de produkten van de verbeelding. Ze zijn opgeroepen door de spelprestaties van een ac teur van formaat die zijn fantasie- produkt de kracht van een bezwe ringsformule meegeeft. Het zijn als het ware lessen in verbeel dingskracht, omdat er in Wou- denbergs benadering ook iets be- lerends zit. Soms lijkt het alsof hij demonstreren wil, hoe je al spe lend de gewenste situaties zelf kunt creëren. Voor een deel zit dat in de - door hem zelf geschre ven - verhaallijn van het stuk, voor een deel ook komt dat door de uitvoerige beschrijving van de plaats van handeling. Van het publiek eist hij opperste concentratie. Tijd- en ruimtedi mensies lopen in elkaar over, en één van de hoofdpersonen in het verhaal is een magiër die dit en persoonsverdubbelingen veroor zaakt. Spanning tussen een mor rende menigte en een machtheb ber leiden tot een weddenschap. Drie broers gaan na elkaar die uit daging aan. Wie wint, ontvangt al le bezittingen van de machtheb ber. Met hulp van de magiër blijft de machthebber aan het bewind, totdat de jongste broer zich on danks alle verliezen blijft verzet ten. Hij wordt dan ook de nieuwe machthebber; weliswaar volgens het plan en met gedoogsteun van de magiër. Het stuk eindigt dien tengevolge in een cyclische struc tuur zoals het begon: balkonscè ne met de machthebber die de confrontatie met het morrende volk aangaat. Woudenberg speelt niet op de lach. 'Zwarte kunst' is een puur toneelmatige solo, waarin het pu bliek door hem wordt uitgedaagd om zijn fantasielijn te volgen. Een gecompliceerd verhaal met on verwachte wendingen en werke lijkheidsniveaus: Woudenberg beschikt over de kwaliteiten om dat over te brengen. WIJNAND ZEILSTRA. komst' was daar zelfs min of meer doodgezwegen. Het was te porno grafisch, laster aan het adres van zijn ouders. En toen Snoek tijdens zijn onderzoek de plaatsen bezocht waar Du Perron had geleefd en stuitte op wat familieleden, schud den die het hoofd. Ze konden zich Eddy nog wel herinneren, maar wat jammer dat hij zo 'onaardig over zijn familie' had geschreven". Toch duurde het een aantal maan den voordat Du Perron zich zou gaan ontplooien. In het blad 'Kri tiek en opbouw' begon hij een vlam mende polemiek met Zentgraaff. Die viel Du Perron en 'Het Land van herkomst' daarin zo sterk aan dat de auteur later aan vrienden kon melden dat de verkoop van zijn boek behoorlijk toenam. Die polemiek bracht Du Perron tot zijn grootste verdienste in Indië. Nationalistisch denkende Indone siërs voelden zich daardoor aange sproken, onder wie de latere eerste premier van Indonesië, Sutan Sjahrir. Ze zochten schriftelijk con tact met hem en niet zelden zocht hij zelf die mensen daarna op. Hij ontwikkelde zich daarbij menig maal tot een belangrijk katalysator. 'Het atoom der sociale wereld', noemde Ter Braak zijn vriend. Wat het betekende om als Euro peaan bij 'inlanders' op bezoek te gaan blijkt uit een verhaal van Soe warsih Djojopoespito, de schrijfster die hij zou stimuleren tot het schrij ven van de Nederlandstalige roman 'Buiten het gareel'. Ze beschrijft daarin haar kennismaking met het echtpaar Du Perron. Haar man zat op een dag thuis Du Perrons boek over Multatuli 'De man van Lebak' te lezen, toen hij opeens een Euro pees hoofd zag verschijnen. Hij dacht dat het de P.I.D. was, de Poli tieke Inlichtingen Dienst. Hij sloeg het boek dicht en zette een nors ge zicht: 'Het zweet brak mijn man uit en hij vertelde dat hij minutenlang sprakeloos bleef en zijn Hollands to taal was vergeten. De bezoeker was beslist niet verlegen, hij ging op een charmante manier op een stoelleu ning zitten en, terwijl zijn ene been rusteloos bengelde, zei hij, dat het hem speet, dat hij ons niet eerder had kunnen opzoeken'. En ze besluit met het vertrek van het echtpaar: 'Toen gingen die twee weg, nagekeken uit alle huizen, twee Europeanen, iets vreemds voor het straatje, dat tot nog toe slechts don kere mensen had gekend'. Typisch Du Perron, aldus Snoek. "Hij had absoluut lak aan etiquette. Hij at ook heel onbeschoft. Bij Koets, de latere Amsterdamse wet houder, heeft hij wel eens zijn mes aan het tafellaken afgeveegd. Hoe wel hij toen later in een briefje schreef: 'Ik geloof dat ik mijn mes aan uw tafellaken heb afgeveegd'. In het vuur van het gesprek stond hij bij zulke dingen helemaal niet stil. Hij kon werkelijk enorm praten. Roland Holst werd daar tureluurs van, helemaal suf geluld". Thuiskomen Snoek gelooft niet dat Du Perron uit teleurstelling over het Indië zoals het was geworden naar Neder land is teruggekeerd. "Toen hij er heen ging wist hij dat hij een ideaal beeld in zijn herinnering koesterde. Hij wilde er vooral ontdekken wie hij zelf was en daarin is hij geslaagd, zijn terugkeer naar zijn land van herkomst is hij ook altijd blijven zien als een thuiskomen". "In 1939 is hij naar mijn idee voor al weggegaan omdat hij niets meer kon betekenen voor het land. Du Perron zag dat de revolutie niet meer was te vermijden en zag daar in geen rol voor zichzelf. Hij had AMSTERDAM De Nederlandse bibliotheken hebben ontstemd gerea geerd op het plan van minister d'Ancona van WVC om met ingang van 1 januari 1992 de subsidiëring van het leengeld te staken. d'Ancona wil de vijf miljoen gulden gebruiken voor een nieuw letterenbeleid, waarbij meer rekening wordt gehouden met literaire auteurs. Nu zouden vooral schrij vers als Mien van 't Sant en Appie Baantjer van haar beleid profiteren. De bibliotheken zeggen het gat niet zomaar te kunnen opvullen. Dit jaar beta len zij 7,5 miljoen aan leenvergoeding, volgend jaar tien miljoen. Nog eens vijf miljoen extra is uitgesloten. Een woordvoerster van het Nederlands bibliotheek- en lektuurcentrum (NBLC) spreekt van een 'weinig fraaie gang van zaken'. Volgens de plan nen van d'Ancona zouden in de toekomst alleen de bibliotheken verant woordelijk zijn voor het leenrecht. Een gevolg hiervan zou volgens het NBLC zijn dat leners meer contributie moeten betalen en de bibliotheken minder boeken kunnen aankopen'. POP Bijdrage: Jan Rijsdam, Paul v. d. Kooij en Wim Koevoet. Plant zijn woorden dat muziek zijn panacee is, zijn wondermiddel voor de werkelijkheid, voor alles wat hem uit zijn balans heeft gebracht. Af en toe klinkt het net of Led Zeppelin na tien jaar is herrezen en ook in de teksten grijpt Plant af en toe terug naar deze supergroep. Plant voegt daar echter van alles aan toe en is duidelijk klaar voor de jaren '90. pvdK Fleetwood Mac Fleetwood Mac Behind the Mask (Warner Bros) Van Fleetwood Mac niets dan goed. De kwaliteit van deze groep staat ei genlijk al van meet af aan buiten kijf. Dat geldt ook voor de nieuwe cd 'Behind the Mask'. De dertien nieuwe composities op dit album hebben allen de kwaliteit die we van Fleetwood Mac gewend zijn. Geluidstechnisch is het album on miskenbaar een topprodukt. En toch, toch missen we iets op deze cd. Of het te maken heeft met het vertrek van Lindsey Bucking ham uit de gr&ep, met het stempel dat zijn vervangers, Rick Vito en Billy Burnette, op dit nieuwe album drukken of met de onvermijdelijke verveling die toeslaat als we voor de zoveelste keer het serene stemge luid van Stevie Nicks beluisteren? vermoedelijk is het van alles wat? Eigenlijk is de constante kwali teit van Fleetwood Mac heel ge- Black Box Black Box. (foto p.r.) woon geworden. Het mystieke ele ment is er af. De 13 songs op het nieuwe album zijn een beetje teveel 'middle of the road' geworden. Alle dertien goed, maar zonder verras singen. 'Behind the Mask' mist de orginele, verfrissende ideeën die het vorige album 'Tango in the Night' nog wel had. Het was dit al bum waarop Buckingham nog zeer zijn stempel drukte. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat de fris se wind die door de groep waaide zeker geen vooruitgang heeft te weeg gebracht. Black Box mag in Nederland dan geen enorme hit hebben gescoord met de single 'Ride on Time', in En geland was het het afgelopen jaar één van de meest verkochte platen. En niet ten onrechte. Wie het album Dreamland beluisterd kan alleen maar tot de conclusie komen dat er ook in andere Europese landen bin nenkort geen houden meer aan is. Het onweerstaanbaar ritme en de soulvocalen van Black Box kunnen niemand onberoerd laten. Op 'Ride on Time' gaat de zangeres al als een orkaan tekeer, maar nummers als 'I Don't Know Anybody Else' en 'Stri ke it Up' zijn minstens zo waanzin nig. Naast swingnummers bevat Dreamland ook een paar mooie rus tige (intrumentale) nummers waar onder zelfs een heel behoorlijke co ver van de Earth, Wind and Fire hit 'Fantasy'. De balans tussen die twee maakt van Dreamland een heel aar dig produkt. Eigenlijk treffen alle negen nummers de roos. Een ge slaagd swingfeest zonder Black Box lijkt nu ook in Nederland nau- welijk meer mogelijk. Maar, ook na het feest en buiten de discotheek valt er van Black Box best nog te ge nieten. J.R. Tom Verlaine Tom Verlaine 'The Wonder' (Phonogram) Een toepasselijker titel had de uit New York afkomstige gitarist/zan ger Tom Verlaine niet kunnen be denken voor zijn nieuwste album. In tal van muziekbladen (onder meer Q en Oor) is namelijk kort ge leden een album van hem bespro ken dat Kaleidescopin' zou zijn geti teld. Een plaat met die titel is echter nooit in de winkels verschenen en zal dat ook niet meer doen. Bijna twee maanden na deze recensies ligt wel Het Wonder in de bakken. Opvallend is dat de cd begint met een nummer dat Kaleidescopin' is getiteld. Of de andere negen stuk ken hetzelfde zijn als op het nooit uitgebrachte recensie-exemplaar is op dit moment niet te achterhalen. Ook de informatie die is bijgeslo ten bij 'The Wonder' brengt geen licht in de duisternis. Op het hoesje staan slechts de tien titels. Of Ver laine hulp heeft gekregen en van wie, is niet vermeld. Platenmaatschappij Phonogram moet grove nalatigheid worden ver weten. Een dergelijke manier van releasen is schadelijk voor de ar tiest. Zeker voor het kwetsbare type artiest dat Tom Verlaine is. Zijn mu ziek, door het grote publiek afge daan als 'te moeilijk' verdient beter. De muziek op 'The Wonder' is net zo verwonderlijk als alle onbegrijpe lijkheden rondom de release. Al zijn hele gitaristenleven doet Verlaine zijn liefhebbers versteld staan van zijn kunnen. Op 'The Wonder' is het niet anders. Bijna achteloos strooit hij met gitaargeluiden die je nog nooit hebt gehoord en toont hij het gelijk van de stelling aan dat de mo gelijkheden op het instrument der instrumenten onuitputtelijk zijn. En zo is 'The Wonder' reeds nu de zoveelste onopgemerkte klassieker op een rij van Tom Verlaine. WK Robert Plant Robert Plant 'Manie Nirvana' (Es Paranza) Ook op zijn derde solo-album laat Robert Plant, de voormalige zanger van Led Zeppelin, de luisteraar kennis maken met de meest uiteen lopende muziekstijlen. In de wat complexere, melodieuzere num mers pakt dat goed tot zeer goed uit, in de paar eenvoudige rampestamp- nummers veel minder. Het nog im mer imposante geschreeuw kan daarin niet verhullen dat de num mers weinig wol hebben. De moder ne geluidjes maken het er niet beter op. Gelukkig heeft 'Manie Nirvana' ook een tweede kant. het Nirvana. Met sfeer, mooie melodieën en ver rassende wendingen onderstreept

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 41