m i =iM Invloed tv op gedrag niet alleen negatief Ruimtekanon van 800 meter lang Jurist niet blind voor realiteit Beenmergpunctie onnodig voor bepalen ijzertekort Geen 'ijzeren koppeling' groei en energieverbruik 'Japanse Edison' presenteert motor die op water loopt WHO steunt toch aidsconferentie WOENSDAG 9 MEI 1990 PAGINA 11 EINDREDACTIE HANS SONDER? ROTTERDAM (GPD) - Gewoon bloed afnemen volstaat om de oorzaak van bloedarmoede bij reumapatiënten op te sporen en daarmee is een beenmergpunctie niet meer nodig. Dat heeft Gerard Vreugdenhil, vorige week gepromoveerd aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, ontdekt. Reuma veroorzaakt klachten als moeheid, gewrichtspijnen en stijfheid van de gewrichten, waardoor patiënten beperkt zijn in hun beweeglijheid. Reumapatiënten hebben vaak bloedarmoede, waardoor hun klachten over moeheid kunnen toenemen. De twee meest voorkomende oorzaken van bloedarmoede zijn ijzertekort en anemie (bloedarmoede) bij chronische ziekten. Het is niet eenvoudig een onderscheid te maken tussen deze twee oorzaken. Onderzoek van Vreugdenhil laat zien dat uit bepaalde eiwitten in het bloed, alsmede uit de hoeveelheid hemoglobine in de rode bloedlichaam pjes, is vast te stellen wat het ijzertekort is. Bloedarmoede dat is veroorzaakt door ijzergebrek, is te behandelen door het geven van ijzer. Uit het onderzoek blijkt dat bij bloedarmoede bij chronische ziekten deze behandeling weinig resultaat heeft. Bij deze pa tiënten is een middel dat ijzer uit de ijzervoorraden van het lichaam losmaakt, wel effectief. Over de oorzaak van bloedarmoede bij chronische ziekten vond Vreugdenhil dat in het bloed van deze patiënten een stof voorkomt die de bloedaanmaak kan remmen. De aanwezigheid van deze stof, Tumor Necrosis Factor, lijkt volgens Vreugdenhil van oorzakelijke betekenis voor bloedarmoede van chronische ziekten. Het elektriciteitsgebruik is sinds 1977 met 21 procent gestegen, ter wijl het totale energiegebruik in die periode met twee procent toenam. Dat schrijft de Algemene Energie- raad in een advies aan de minister van Economische Zaken over ener giebesparing. Energie wordt voor vele toepas singen gebruikt, zoals verwarming, elektriciteit en transport. Sinds de oliecrisis begin jaren zeventig be vordert de overheid energiebespa ring. De Algemene Energieraad heeft onderzocht welke vruchten dit beleid heeft afgeworpen en wel ke besparingsmogelijkheden nog onbenut zijn. Daartoe is het energie gebruik van het jaar 1977 vergele ken met dat van 1988, het laatste jaar waarover volledige gegevens beschikbaar zijn. Het is echter onduidelijk waarom het jaar 1977 is gekozen. Na dit jaar was het energiegebruik sterk in be weging: eerst vond er tot 1979 een toename plaats met tien procent, vervolgens een daling met vijftien procent tot 1983, waarna het ener giegebruik weer steeg. Deze ont wikkeling wordt vaak verklaard als samenhangend met de sche crisis eind jaren zeventig, be gin jaren tachtig en de economische opleving in de periode daarna. Tussen 1977 en 1988 is het totale energiegebruik met twee procent gestegen, bij een groei van het Bru to Nationaal Produkt (de waarde van de goederen en diensten die jaarlijks worden geproduceerd) met 24 percent. Dit is een breuk met het verleden. In de periode 1960 tot 1970 steeg het energiegebruik bijna twee keer zo snel als het Bruto Nationaal Produkt. Daarna werd vaak de theorie van de "yzéren koppeling" gebruikt, die er vanuit ging dat één procent groei van het Bruto Natio naal Produkt een groei van even eens één procent van het energiege bruik vereiste. Op die ijzeren koppeling baseer de de overheid de energiescenario's en derhalve ook de behoefte aan kerncentrales. Uit het advies van de Algemene Energieraad blijkt dat de ijzeren koppeling niet bestaat. Hooguit kan men stellen dat de groei van het elektriciteitsgebruik van 21 procent in de beschouwde periode vrijwel gelijk op gaat met de groei van 24 procent van het Bru to Nationaal Produkt. Ontwikkeling Per sector heeft zich de volgende ontwikkeling voorgedaan: Het brandstofgebruik per wo ning voor verwarmingsdoeleinden nam af met 38 procent, maar het elektriciteitsgebruik per woning bleef gelijk. Het aantal woningen nam met een miljoen toe, zodat het totale energiegebruik in woningen daalde met 21 procent. Het aantal kilometers dat werd gereisd steeg met 21 procent tot 151 miljard kilometer. Omdat auto's zuiniger werden, nam het energie gebruik door het personenverkeer met slechts vijf percent toe. In de industrie is de warmtebe hoefte een stuk gedaald, terwijl het elektriciteitsgebruik met 26 procent is gestegen. De som van daling van verwarming en toename van stroom geeft voor de industrie een daling van het totale energiege bruik met negen procent. Bij de overige economische sec toren (land- en tuinbouw, dienstver lening en overheid) bleef het ener giegebruik nagenoeg gelijk, terwijl daar een aanzienlijke produktie- groei werd gehaald. Tussen 1977 en 1988 steeg het aandeel van de 'dienstverlening' in het Bruto Na tionaal Produkt van 37 naar 56 pro cent. De invloed van het overheidsbe leid op deze ontwikkelingen is vol gens de Energieraad moeilijk vast te stellen. De isolatieprogramma's hebben wel effect gehad, maar bij het verkeer kan dit niet worden ge zegd. Bovendien zijn de energiesta tistieken onvoldoende. HERMAN DAMVELD Veel Amerikaanse onderzoekers beweren dat de televisie meer agressief gedrag tot gevolg heeft. Prof. dr. Oene Wiegman van de vakgroep psychologie aan de Universiteit Twente vindt dat verband veel te zwart-wit. "Er is geen enkele grond voor om te beweren dat de samenleving door de televisie drie maal zo agressiefis. De tv kan namelijk ook een positie ve invloed hebben op het gedrag van mensen. Dat neemt echter niet weg dat agressieve beelden agressief gedrag veroorzaken". "Een tijd geleden hebben we een experiment gedaan met een band recorder. We lieten een persoon luisteren naar een band waarop een stem heel snel sprak. Wat bleek? De proefpersoon ging zelf ook heel snel praten. Hij nam dus het gedrag over van de spreker op de band", vertelt Wiegman. door Wim Raayen Met dit voorbeeld geeft hij aan dat mensen heel gemakkelijk zijn te be ïnvloeden. Mensen imiteren, vaak onbewust, gedragingen van ande ren. Dat gebeurt ook bij agressieve beelden op de televisie. Wiegman: "Er is duidelijk een aantoonbaar verband tussen agressieve televisie programma's en agressief gedrag. In Nederland hebben wij laborato riumonderzoek gedaan naar het ef fect van dergelijke film voorbeel den. Daaruit bleek dat kleuters be duidend agressiever werden na het zien van een agressieve film". In tegenstelling tot zijn Ameri kaanse collega's heeft Wiegman ook andere soorten gedragingen bestu deerd. Zo bleek uit het onderzoek dat prosociaal -tegenovergestelde van agressief- gedrag, waarbij ie mand een ander bevoordeelt of steunt, door prosociale filmbeelden kan worden overgedragen. "Het is dus niet zo dat de televisie alleen ne- gatief gedrag veroorzaakt. Ameri kaanse onderzoekers verdedigen die stelling wei en laten daarvoor veel factoren achterwege. Zo komt de wetenschap in dienst te staan van een bepaalde boodschap. Voor al mensen die denken dat de duivel in de televisie zit, voelen zich ge steund door die wetenschappelijke bijval". Door aan te tonen dat het niet zo zwart-wit ligt, hebben we veel kri tiek over ons heen gekregen. We hebben namelijk alle oude resulta ten van toch gerenormeerde onder zoekers op de helling gezet. Toen de Amerikanen met een boek kwamen over de invloed van de televisie op gedrag, kwamen wij met een tegen- boekje. Dat is ons natuurlijk niet in dank afgenomen". Op de vraag of de televisie het ge middelde gedrag van mensen agres siever heeft gemaakt kan volgens de hoogleraar pamelijk geen ant woord worden gegeven. "Om dat te onderzoeken zijn we eigenlijk te laat, zoals bij veel onderzoek naar effecten. Als je de waarheid wil we ten, dan had het onderzoek moeten beginnen toen de tv nog niet was in geburgerd. Zodoende had het ver schil gemeten kunnen worden". Onderzoek De resultaten van kortstondig labo ratoriumonderzoek geven geen ant woord op de vraag hoe mensen op lagere termijn op de televisie reage ren. Daarom hebben Wiegman en zijn Nederlandse collega's tegelijk met onderzoekers uit de Verenigde Staten, Finland, Polen, Australië en Israël een grote groep kinderen (van zeven tot elf jaar oud) gevolgd voor een periode van drie jaar. In Neder land deden 466 kinderen mee aan het onderzoek. Ze moesten op een programmalijst invullen welke pro gramma's ze hadden gezien. Om het agressieve gedrag van de kinderen te meten werd de zogenaamde peer rating techniek gebruikt. "De kinderen kregen daarbij een lijst waarop een aantal agressieve gedragingen stond genoemd en ze moesten daarbij aangeven wie van hun klasgenoten zich hieraan wel eens schuldig maakte. Ook prosoci aal gedrag werd in ons onderzoek gemeten", aldus Wiegman. Uit het onderzoek blijkt dat er een significant verband bestaat tussen agressie en het kijken naar geweld op de televisie. Toch bieden de re sultaten weinig steun voor de hypo these dat het kijken naar geweldadi- ge beelden leidt tot agressief ge drag. "Er kwam eveneens uit dat kijken naar geweld nauw samen hangt met het kijken naar televisie in het algemeen, dus inclusief pro- sociale beelden. Kinderen die veel naar agressieve beelden kijken, staan ook bloot aan prosociale tele visiebeelden en die mogen niet ge scheiden van elkaar worden beke ken". Intelligentie Bij laboratoriumexperimenten kun je agressieve van prosociale beel den gescheiden onderzoeken. In de werkelijkheid is dat niet mogelijk. Wiegman: "Daarom kun je op grond van resultaten van ons lange ter mijn-onderzoek niet concluderen dat agressieve beelden leiden tot een verhoging van agressief gedrag, noch dat prosociale beelden proso ciaal gedrag oproepen". Er zijn ook nog andere problemen die langdurig onderzoek in de wer kelijkheid bemoeilijken. Zo is intel ligentie een storende factor. Intelli gente kinderen kijken doorgaans minder televisie en staan dan ook minder bloot aan geweld, terwijl de ze kinderen doorgaans minder fy siek agressief gedrag vertonen. Stellingen Voorstandurs van un werkuluk riegoereuze wijzuging van du spelling van du Needurlantsu taal diennun zig tu reejaalie- zeerun, dat un derguluku dras- tiesu vuranduring van ut woort- beelt voor veelun vurlies van kot- baaru tijt en voor du maatsgapij als guheel grootu naadeelugu konsukwenties kan buteekunun. Doordat de overheid dikwijls na laat, de In verband met weg werkzaamheden tijdelijk ge plaatste verkeersborden na beë- eindiging der werkzaamheden onmiddellijk te verwijderen, on dermijnt zij zeil de gedragsge trouwheid van de burgers. (P. van der Kooij. Rijks Univ. Leiden) Een minister van verkeer en wa terstaat die in het zicht van een nauwelijks beheersbare zee spiegelstijging het graven van holen tot haar prioriteit maakt, heeft alle reden zich zorgen te maken over de kwaliteit van het Noordzeewater. De sloop van het middeleeuwse Utrecht zoals in de 18de eeuw aangevangen met de vernieu wing der voorgevels, wordt thans met rijkssubsidie voltooid bij de restauratie van de achter gelegen bouwdelen. Het eerste van hun vier ambtsja ren dienen ministers ook zichzelf te salariëren als zijnde in oplei ding. (Rogier Versteeg, Rijks Univ. Leiden) Clint Eastwood tijdens een van de vele knokpartijen in de speelfilm De Prijsvechter. Hoewel de VS blijven vasthouden aan discriminerende reisbeperkin gen voor aidspatiënten en met het aidsvirus besmette personen, heeft de Wereld Gezondheidsorganisatie WHO besloten de zesde Internatio nale Aidsconferentie, eind juni in San Francisco, toch te steunen. Evenals bij de vijf voorgaande In ternationale Aidsconferenties is de WHO mede-sponsor. "Ook wanneer wij ernstige geval len van crimineel gedrag willen on derzoeken", zegt Wiegman, "stuiten we op die problemen. Een aantal ja ren geleden was er in de VS een spelletje Russisch roulette op de tv te zien. Kort na de uitzending ble ken diverse mensen het te hebben nagedaan, met als gevolg een aantal dodelijke slachtoffer. De weten schap was helaas niet bij machte te bewijzen dat de desbetreffende uit zending daaraan schuldig was. Er bleven namelijk een aantal kwes ties onbeantwoord waaronder de vraag of deze mensen zich vroeg of laat niet op een andere 'heroïsche' wijze van het leven zouden hebben beroofd. Dit neemt niet weg dat dit 'spelletje' voorheen in de Westerse wereld onbekend was en plotseling toevallig na die uitzending popu lair werd". Onderzoekers van de Amerikaanse Sandia National Laboratories (SNL) werken een plan uit voor de bouw van een 800 meter lang 'ka non' waarmee ladingen tot onge veer 100 kilogram zwaar voor een veel lager bedrag in de ruimte kun nen worden 'geschoten' dan bij ge bruik van conventionele raketten. Maar voordat de eerste dreunen van het kanon zullen daveren moeten eerst nog de nodige barrières wor den geslecht. Eén daarvan is de vraag hoe je aan de stroom moet ko men die het kanon gaat consume- door Ben Apeldoorn In plaats van kruit als explosie middel bij het afschieten van grana ten gebruikt het kanon van de SNL- onderzoekers stroom. Het principe ervan is dan ook niet hetzelfde als van de bekende, conventionele ka nonnen, zoals die van een tank of van de 'Dikke Bertha's die in de Eerste Wereldoorlog vanuit Duits land zware granaten over Zuid- Limburg heen België in schoten. De werking van het kanon lijkt enigszins op dat van magnetische apparatuur dat het aandrijfmecha nisme regelt van experimentele treinen die boven hun spoor zwe ven. De loop van het nog te bouwen kanon bestaat uit een groot aantal zware, cirkelvormige spoelen waar door gedurende een kort moment een geweldig grote stroom loopt. Midden in de draadspoelen zweeft een soort magnetische 'emmer', een 450 kilogram zware aluminium cy linder die aan één kant open is, voorzien van enkele supergeleiden de magneten. De stroomstoten in de spoelen veroorzaken in en rond de magneten een dermate sterke in- ductiestroom dat de emmer een enorme versnelling, meer dan dui zend maal de zwaartekracht (1.000 g), ondervindt. In vakkringen wordt het electromagnetische 'kanon' dan ook wel 'massa-aandrijver' ge noemd. In de plannen van de SNL- onderzoeksgroep bevat de emmer een 400 kilogram zwaar projectiel dat een rakettrap en de nuttige la ding herbergt. Eenmaal in de buurt van de 'vuur mond' gekomen, aan het uiteinde van de 800 meter lange loop, wordt de emmer ineens afgeremd en het projectiel schiet het luchtruim in met een snelheid van zes kilometer per seconde. In de bovenlagen van de atmosfeer ontbrandt de raket- trap die de snelheid van de nuttige lading nog verder opvoert om deze te brengen in een parkeerbaan om de aarde. De onderzoekers wijzen er op dat de nuttige massa in verhouding tot het totale lanceergewicht veel gro ter is dan bij gangbare lanceringen met behulp van grote raketten die behalve hun lading ook nog zichzelf omhoog moeten stuwen en maar een fractie van de totale lanceer- massa naar het uiteindelijke doel kunnen brengen. Goedkoper Volgens de natuurkundige Miles Palmer van de voor het Amerikaan se ministerie van defensie werken de Internationale Organisatie voor Wetenschappelijke Toepassingen kan het kanon 10.000 kleine satellie ten of andere nuttige ladingen veel goedkoper in een baan om de aarde brengen dan conventionele raket ten. De vraag rijst natuurlijk wie er nu, behalve de beheersorganisatie van het kanon, bij zoveel kleine kunstmaantjes is gebaat, maar Pal mer denkt vooral aan bevoorra dingspakketten (lucht, water en voedsel) voor het toekomstige inter nationale ruimtestation (Space Sta tion) en materiaal voor expedities naar de maan en de planeet Mars. Het is dus zaak om al die 'schoten' feilloos te richten om de pakketten in de gewenste baan te krijgen. Dat is te bereiken door het kanon on wrikbaar te verankeren i paalde richting. Het afvuren moet ook zoveel mogelijk tijdens kalm, windstil weer gebeuren want één flinke windruk hier beneden kan boven toch al gauw zo'n 50 kilome ter schelen. Problemen Maar voordat het elektromagneti sche kanon vuurklaar is moeten nog de nodige, merendeels techni sche problemen worden overwon nen. De plaats waar het kanon moet komen is in ieder geval reeds be kend: het zal worden opgebouwd op de westkust van het Hawaiiaan- se eiland Kauai. Daar begint het eer ste probleem want het het afschie ten is allerminst geruisloos. Elk vliegtuig dat door de geluidsbarriè re gaat produceert een luchtdruk- rimpel die we kunnen horen als een zware dreun. Door de enorme snelheid waar mee het projectiel de loop verlaat zijn die supersonische dreunen op een groot deel van het eiland te ho- Daarnaast is er het probleem van de versnelling (meer dan 1.000 g) waartegen vele soortea satellieton derdelen in hun huidige uitvoering niet bestand zijn en bovendien zoekt men nog naar een oplossing voor de intense luchtwrijving. Lezing 'Vooruitgang in de wetenschap' Yoshiro Nakamatsu met in zijn handen de Enerex, de motor waar mee hij zegt dat auto's op water kunnen rijden. (foto ap> MONROEVILLE - De uitvinder van de floppy disk en het digitale horloge, Yoshiro Nakamatsu, heeft op een uitvindersbeurs in de Vere nigde Staten zijn nieuwste uitvin ding gepresenteerd: een motor die op leidingwater loopt. Nakamatsu, die 'de Japanse Edison' wordt genoemd, zegt dat het vermogen van zijn schone mo tor drie keer zo groot is als dat van een standaard benzinemotor. De motor, de Enerex, is volgens de uit vinder voor alle doeleinden te ge bruiken. De Japanner is van plan om een speciaal voertuig te ontwer pen dat loopt op de Enerex. De 62-jarige Japanner, die meer dan 2.000 uitvindingen op zijn naam heeft staan, zegt creatief te blijven door te luisteren naar dé Vijfde Symphonie van Beethoven en te zwemmen. "Uitvinden doe ik het beste onder water", zegt hij. LEIDEN - Juristen letten niet al leen op de lettertjes van de wet. Zij zijn zich er wel degelijk van bewusi dat recht een sociaal feit is en staan niet los te van de werkelijkheid. De rechtswetenschappers bekomme ren zich erom hoe het recht in de sa menleving werkt en wat voor in vloed het heeft op het gedrag van mensen. Zij zijn niet blind voor ge volgen die het recht kan hebben voor de maatschappij, in het econo misch leven of de volksgezondheid. Een voorbeeld: wanneer een gas buis wordt vernield bij graafwerk zaamheden, zal het graafbedrijf de schade aan de buis moeten vergoe den. Maar hoe zit het met de schade van een van gas afhankelijk bedrijf dat door het incident komt stil te liggen, met de groothandel die goe deren te laat krijgt van dat bedrijf en met de winkels die de klanten door te late bevoorrading 'nee' moe ten verkopen? De juridische plicht tot schadevergoeding moet op eco nomische gronden op een bepaald punt ophouden. Zo kunnen ook de belangen van de volksgezondheid in het recht doorwerken. Een geneesmiddelen fabriek, die juridisch volledig aan sprakelijk is voor de gevolgen van het testen van een nieuw medicijn op mensen, zal de ontwikkeling van nieuv/e middelen terughoudend be naderen. Dat kan een rem op de ont wikkeling van nieuwe geneesmid delen (tegen aids?) betekenen. De rechtswetenschap 'dnder- houdt nauwe banden met de werke lijkheid, zo betoogde de jurist mr. A.M. Hol van de Leidse universiteit onder meer in twee lezingen. Hij deed dat bij het Studium Generale (voor eenieder toegankelijke colle ges) van de universiteit. Het thema van de lezingen was 'Voortgang en vooruitgang in de rechtswetenschap'. "De vooruit gang is moeilijk te meten. Wetboe ken zijn wegwerpartikelen: de pro blematiek verandert voortdurend". Systematisering en wegpoetsen van tegenstrijdigheden, dat is volgens Hol vooruitgang in het recht. Theater Op basis van kritiek op de rechtswe tenschap van de Duitse socioloog Hans Albert, die in Nederland enige weerklank heeft gevonden, belicht te mr. Hol de relatie tussen het recht als wetenschap en recht in de prak tijk van verschillende kanten. Zo bestaat er kritiek op het feit dat de wetenschapper te veel op de stoel van de rechter of andere prak tijkjuristen zou zitten. Hol: "Het is juist de taak van de wetenschapper om de praktijkjurist, of dat nu de rechter, advocaat of bedrijfsjurist is, te adviseren, door aan te geven wat de consequenties in de maat schappij zijn. De wetenschapper moet zich onthouden van een oor deel over wat het beste zou zijn". Hol bestrijdt dat de rechtsge leerdheid niet zou openstaan voor kritiek. "Elke juridische procedure kun je zien als een realistische thea ter-enscenering. De kritische bena dering van het recht krijgt in de rechtszaal in zijn volle omvang ge stalte, doordat beide partijen volop kritiek kunnen geven op elkanders interpretatie van de wet. Op de uni versiteit zijn de juridische weten schappers en studenten niet plotse ling immuun voor kritiek". Het verwijt dat jvlristen eenzijdig bezig zijn en uit zijn op uitspraken die zij op onbetwistbare bronnen (wetten, rechtspraak of gezagheb bende wetenschappers) kunnen te- Een rechtszaak kun je zien als een realistische theater-enscenering. De kritische benadering van het recht krijgt in de rechtszaal in zijn volle om vang gestalte. Urchlef-llIurtrmUe» rugvoeren oordeelt Hol evenmin bezig met het bekritiseren van uit- gegrond. "De praktijkjurist moet spraken van rechters", zich op een gegeven moment bij de Hol zet zich af tegen het technolo- uitspraak van een rechter neerleg- gisch denken dat de Duitser Albert gen. Voor een wetenschapper kan in het recht wil invoeren. Dat den deze uitspraak echter betwistbaar ken gaat ervan uit dat de politiek zijn. Een belangrijk deel van het het eens wordt over welke doelen in rechtswetenschappelijk bedrijf is de samenleving moeten worden na gestreefd. Het recht moet dan aan geven hoe die doelen worden be reikt. "Dat antwoord kan de jurist niet geven. Het recht is niet louter een instrument. Het probeert ook allerlei waarden, die door grote groepen worden onderschreven, ge stalte te geven", aldus Hol. Albert hekelt de oordelen waarop de jurist zich baseert: waardeoorde len die niet zijn gebaseerd op prak- tijkgegevens, niet empirisch zijn onderbouwd. Hol: "Het is te simpel alleen die uitspraken wetenschap pelijk te noemen die empirisch zijn te onderbouwen". Hij wijst op de exacte wetenschap, die met behulp van een deeltjesversneller conclu- sies verbindt aan computergestuur de waarnemingen. Of deeltjes op subatomair niveau serieus waar neembaar zijn is volgens hem even min zonder voorbehoud te zeggen. Hol bestrijdt ook dat het recht zijn morele oordelen (zoals: 'men mag het leven van een mens niet be ëindigen') niet in de praktijk aan kritiek blootstelt. "De vraag of af schaffing van het strafrechtelijke verbod op euthanasie het risico ver groot op nazi-achtige praktijken kan gewoon op de maatschappelij ke gevolgen worden getoetst", illu streerde hij dit. Met juristen hebben wiskundigen weinig gemeen. Eén markant ver schil is niet terecht, vindt Hol: "De juridische wetenschap wordt vaak bekritiseerd en de wiskundige niet. Wiskundigen kunnen hun werk doen zonder dat de beleidsmakers in Den Haag hen storen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 11