Spaans verliest terrein in Spanje
Nederland kantorenland
'Castellano' zit ook
mondiaal in de knel
PAGINA 20
EXTRA
VRIJDAG 4 MEI 1990
De officiële Spaanse taal, het Castilliaans, wordt bedreigd.
Mondiaal staat het weliswaar vierde op de ranglijst achter het
■Chinees, Engels en Hindoe, en het wordt nog altijd gesproken
door rond 500 miljoen personen, maar er is sprake van een
neergaande spiraal. In eigen land winnen het Catelaans, het
Baskisch en het Galego terrein en het 'Castellano' komt ook
universeel in de knel doordat het Spaans van Latijns-Amerika
zich steeds meer als een eigen taal aan het ontwikkelen is. De
cijfers spreken boekdelen. Van de Spaanssprekenden woont
nog slechts negen procent in Spanje zelf. De rest onderhoudt
geen direct contact meer met wat de Spaanse cultuur kan wor
den genoemd. "En als onze taal niet gedragen wordt door haar
culturele gewicht, dan verkeert zij in een ernstige crisis".
door Ruud de Wit
Het Olym
pisch stadion
op de Mout juich
waar in 1992 de
atletieknum-
mers van de
Catalaanse
Olypische Spe
len worden ge
houden.
De Spaanse kroonprins Felipe de Bour
bon bracht vorige week zijn eerste offi
ciële bezoek aan Catalonië. Dit bezoek
was vanwege de geringe monarchisti
sche gevoelens aldaar met de nodige be
langstelling tegemoet gezien. Vorig jaar
september, bij de opening van het gere
noveerde Olympisch Stadion op de
Montjuich. was koning Juan Carlos ten
slotte ook al geconfronteerd met protes
ten door Catalaanse republikeinen.
Het bezoek van de Prins van Asturias,
zoals de Spaanse kroonprins wordt ge
noemd, was daarom goed voorbereid.
Don Felipe verscheen alvorens naar Bar
celona af te reizen op de Catalaanse tele
visie en richtte zich tot de Catalanen in
hun eigen taal. Toch werd zijn vier dagen
durend verblijf in de noordoostelijke au
tonome provincie ontsierd door republi
keinse betogingen. Zo verlieten zes ge
deputeerden het Catalaanse parlement,
toen de kroonprins er zijn opwachting
maakte.
Zelfs een bezoek van Don Felipe aan
La Moneta, de 'Zwarte Maagd van de
Montserrat', die het symbool is van het
Catalaanse onafhankelijkheidsstreven,
bleek niet voldoende te zijn om de reser
ves van de Catalanen ten opzichte van de
sympatieke Spaanse kroonprins weg te
Respect
Toch kan na het bezoek geconcludeerd
worden dat de kroonprins in Catalonië
indruk heeft gemaakt, niet in het minst
omdat hij zich consequent van het Cata
laans bediende. Want de taal speelt in de
autonome gebieden binnen het Spaanse
koninkrijk een essentiële rol. Door Cata
laans te praten, heeft de erfgenaam van
de Spaanse troon in ieder geval blijk ge
geven van respect voor diepgewortelde
sentimenten.
Hoe belangrijk dé eigen taal in Catalo
nië is, valt met vele voorbeelden te illu
streren. Een tijdje geleden schreef een
Catalaanse culturele vereniging een brief
aan de spelers van FC Barcelona met het
dringende verzoek om voortaan geen in-
Felipe de Bourbon: respect voor
sentimenten.
terviews meer in het Spaans te geven.
Kennelijk goed op de hoogte van de Ca
talaanse gevoelens lieten de spelers be
leefd weten begrip te hebben voor het
verzoek. "Maar", voegden ze er direct
aan toe, "onze drukke bezigheden als
profvoetballer maken het onmogelijk
om taallessen te nemen".
In Madrid werd om dit verzoek trou
wens hard gelachen. Want ook al stelt
Barcelona zich als Catalaanse club op, in
de huidige selectie en de trainingsstaf is
amper een Catalaan te vinden. Nederlan
ders, Basken, een Braziliaan en een
Deen, en ook nog een aantal 'gewone'
Spanjaarden domineren de selectie. De
Catalaanse inbreng blijft beperkt tot de
speler Soler en tweede trainer Rexach.
Niet alleen in Catalonië speelt het 'cultu
rele eigen' en dus ook de taal een al
lesbepalende rol in het dagelijks leven.
Ook in Galicië, in Baskenland, in Valen
cia, op de Balearen, op de Canarische Ei
landen en niet te vergeten in Madrid
is de eigen identiteit vaak belangrijker
dan het nationale, Spaanse gevoel. In
Barcelona spreekt men niet voor niets
van de 'Catalaanse' in plaats van de
'Spaanse' Olympische Spelen!
Baskenland, oftewel Euskadi, met zijn
zo typerende geschiedenis en taal, staat
daar het meest bekend om. Het Baskisch
is met het Fins en Hongaars de oud
ste taal van Europa en heeft geen enkele
verwantschap met de overige Indo-Eu-
ropese talen. Op politieke gebied vertaalt
zich die eigenzinnigheid in een sterke be
weging voor zelfstandigheid, waarvan de
ETA de extreme exponent is. De ETA
probeert immers met terreur een politie
ke, culturele en economische afschei
ding van Spanje te bewerkstelligen.
Bloeiperiode
De brute onderdrukking van de auto
nome gevoelens onder Franco heeft het
Baskisch afhankelijk van het dialect
Euskara of Euskera genoemd ria de
dood van de dictator een nieuwe bloeipe
riode bezorgd en zelfs vele immigranten
uit andere delen van Spanje spreken nu
deze taal. Onderzoek heeft uitgewezen
dat van de drie miljoen inwoners in de
Baskische provincies eenderde nu Eus
kera batua (standaard Baskisch) spreekt
en dat aantal stijgt met enkele tiendui
zenden per jaar, mede door een auto
noom televisie-station, radiozenders en
kranten.
Het onderwijs in Euskadi is dan ook in
principe tweetalig. Kinderen wier moe
dertaal Baskisch is, krijgen in die taal on
derwijs, terwijl Spaans als tweede taal
wordt onderwezen. Kinderen met
Spaans als moedertaal, volgen daarente
gen Baskisch als tweede taal. Een pro
bleem is wel, dat er niet voldoende leer
krachten zijn die Baskisch als moeder
taal kunnen onderwijzen, maar daaraan
wordt hard gewerkt. Hetzelfde geldt
voor het tekort aan Baskische leermid
delen.
Galego
Een tweede 'autonome' taal, die in Span
je terrein wint, is het Galego, de taal van
Galicië. Galego is, net als het Catalaans,
een romaanse taal en lijkt eerder op Por
tugees dan op Spaans. Ook voor Galicië
geldt, dat het veel immigranten uit ande
re delen van Spanje kent, maar recent
onderzoek heeft uitgewezen dat toch 95
pet van de 3 miljoen inwoners Galego
kan verstaan.
De Galego's beschouwen zich, anders
dan Basken of Catalanen, veel meer als
Spanjaarden. Men hoeft slechts te den
ken aan bekende Galego's als wijlen dic
tator Franco, de conservatieve ex-presi
dent van de Partido Popular, Manuel
Fraga (nu president van Galicië!) en de
Nobelprijswinnaar voor literatuur Ca-
milo Jose Cela.
Toch neemt ook in deze noordwestelij
ke Spaanse provincie het gebruik van
het Galego als dagelijkse taal toe. Op de
scholen wordt nog slechts in 15 pet van
de gevallen inderdaad in Galego les ge
geven. Het zijn de leerkrachten zelf die
daarover kunnen beslissen, maar omdat
er amper lesmateriaal in Galego bestaat,
zal de onderwijstaal in Galicië voorlopig
nog wel overheersend Spaans blijven.
Dat ligt anders in Catalonië. Ruim 90
pet van de bevolking van Catalonië, in
clusief de immigranten, begrijpt Cata
laans, 64 pet kan het spreken, 60,5 pet
weet het te lezen en 31,5 pet kan het
schrijven. Omdat Catalaans ook steeds
meer de onderwijstaal is geworden, lig
gen die percentages nog hoger voor de
jeugd. En hoewel ook het onderwijs in
Catalonië het probleem kent dat er niet
voldoende getrainde en ervaren leer
krachten voor het Catalaans te vinden
zijn en de onderwijsmiddelen nog niet
zijn aangepast, kan men toch van een
volledige tweetalige situatie spreken.
Het is dan ook niet zo vreemd dat bij de
Olympische Spelen van 1992 het Cata
laans de yierde officiële taal zal zijn,
naast het Engels, Frans en Spaans.
Voor de positie van het Spaans of be
ter het Castilliaans zijn deze ontwikke
lingen niet bepaald gunstig. Over heel de
wereld zijn er weliswaar rond 500 mil
joen personen voor wie het Spaans de
moedertaal is en daarmee komt deze taal
na het Chinees, Engels en Hindoe op de
vierde plaats in de wereldranglijst. Maar
het 'Castellano' wordt ook nog bedreigd
door het Spaans van Latijns-Amerika.
dat zich steeds meer als een eigen taal
aan het ontwikkelen is. Met name de in
vloed van het Amerikaans op het Hispa-
no is erg groot. Spaans is inmiddels de
tweede taal in de VS en groeit daar snel,
maar de inwerking van het Amerikaanse
Engels op dat Spaans is eveneens erg
groot.
Geen contact
De cijfers spreken boekdelen. Van de
500 miljoen Spaanssprekenden woont
nog slechts 9 pet in Spanje zelf. Dat wil
dus zeggen, dat ruim 455 miljoen
Spaanssprekenden al lang geen direct
contact meer onderhouden met wat de
Spaanse cultuur kan worden genoemd.
En met het gegeven dat het Castellano
ook in Spanje zelf in de verdrukking zit,
is er alle reden voor verontrusting. Van
daar dat op het Tweede Internationale
Congres van de Geschiedenis van de
Spaanse Taal, dat onlangs in Sevilla
werd gehouden, menig deelnemèr zijn
bezorgdheid over de positie van het
Castellano heeft uitgesproken.
Met de woorden van de Argentijnse
linguist professor Guillermo Guitarte:
"Als men slechts kijkt naar het aantal
mensen dat de taal spreekt, dan lijkt er
geen gevaar voor het Castellano te be
staan. Maar als onze taal niet gedragen
wordt door haar culturele gewicht, dan
verkeert zij in een ernstige crisis".
Een beetje gemeente lijkt niet meer
zonder een 'kantorennota' te kunnen; een
plan om in het centrum of langs de in- en
uitvalswegen blinkende kantoorkolossen
te bouwen. De komende jaren komt er
totaal acht miljoen vierkante meter
kantoor in Nederland gereed. En er is al
een groot overschot.
door Ad Moerman
Nu al overtreft in Nederland het aanbod-
de vraag naar kantoorruimte met 1,7 mil
joen vierkante meter, zo liet vorige week
de vastgoedbelegger VIB in Zeist weten.
Het wekt dus geen verbazing dat in on-
roerend-goedkringen alom wordt ge
vreesd, dat de 'kantorenmarkt' op instor
ten staat.
En dat. terwijl de gemiddelde huur
prijs voor één vierkante meter kantoor in
Nederland het laagst van Europa is. Pla
noloog professor Bak. tot voor kort
werkzaam bij de Vrije Universiteit in
Amsterdam, vindt dat het tijd wordt dat
de overheid ingrijpt. Hij meent dat er
momenteel sprake is van een 'dolge
draaide markt', "maar mijn belangrijkste
bezwaar is dat het te bouwen quotum in
geen verhouding staat tot de voorspelde
vraag".
Bak voorziet grote leegstand, vooral
van oudere kantoorpanden. De verwach
ting dat startende bedrijven die plaatsen
innemen is volgens hem niet terecht, om
dat er gewoon niet zoveel 'starters' zijn.
Met .name de banken, pensioenfond
sen en levensverzekeringsmaatschappij
en dragen volgens Bak bij aan de wild
groei op de kantorenmarkt. "De investe
ringen in vastgoed maken maar een klein
deel uit van de activiteiten, maar zijn van
belang om de risico's te spreiden, ook al
is het netto rendement in verhouding vrij
laag. Beleggers werken echter graag mee
aan projecten, tonen daarmee hun socia
le verantwoordelijkheid aan de mensen
die meebetalen aan de fondsen. En ze
worden overal met open armen ontvan
gen, het is de wereld van het grote geld".
Bak wijst op twee factoren die de hui
dige ontwikkeling stimuleren. "Wij wor
den steeds meer een dienstensamenle
ving. Maar ook is er sprake van lokaal
chauvinisme. Gemeenten willen liever
kantoren omdat die minder vervuilen
dan industrie".
Bak is niet de enige die problemen sig
naleert. Nationale Nederlanden is in Ne
derland één van de grootste investeer
ders in onroerend goed. Totaal heeft deze
verzekeraar ongeveer zes miljard gulden
in vastgoed gestoken, maar steekt nu al
leen nog geld in zogeheten toplocaties in
de Randstad. Onroerend goed-adviseur
A. de Clercq Zubli van Jones Lang Woot-
ton begrijpt dat beleid. "Op de goede lo
caties zal straks schaarste ontstaan aan
kantoren, terwijl oude kantoorgebou
wen en kantoren op met het openbaar
vervoer slecht bereikbare 'snelwegloca
ties' straks leeg blijven".
Een paar jaar geleden waren deze snel
weglocaties nog zeer populair. Bedrijven
konden in een kantoorpandje langs de
snelweg 'een eigen gezicht tonen'. Maar
alras bleek dat aan deze locaties grote na
delen kleefden; de lunch moest noodge
dwongen op kantoor worden genuttigd
en even de deur uit voor een boodschap
of een stadswandeling was er ook niet
meer bij. Maar ook het overheidsbeleid,
dat gericht is op het terugdringen van de
auto en op het bevorderen van het open
baar vervoer, draagt bij aan de afnemen
de populariteit van 'snelweglocaties'. De
'city-locaties' winnen het, ondanks de
veel hogere huren, uiteindelijk vooral
vanwege de goede bereikbaarheid.
Dat er in Nederland zo'n gigantisch
overschot aan kantoorruimte dreigt,
komt volgens Zubli voor een deel door
grote buitenlandse investeerders (met
name Zweden en Denen). Zij kopen in
Nederland momenteel op grote schaal
kantoren in op een laag rendement. Ze
hopen op huurstijging waardoor het ren
dement dus hoger wordt. Volgens Zubli
stabiliseren de prijzen echter: "Behalve
dan op de echte toplocaties".
Maar ook de Nederlandse gemeenten
treft blaam. De gemeentebesturen zijn
met elkaar in een keiharde concurrentie
slag verwikkeld om bedrijven te werven.
Het liefst in 'schone' kantoren. Daartoe
richten ze een weiland langs de snelweg
in en noemen dat vervolgens 'kantoren
park'. Zubli: "Aan die snelweglocaties
verdienen de gemeenten flink. Ze kopen
voor een paar gulden per meter goedko
pe landbouwgrond op en die verkopen
ze weer voor honderden guldens, nadat
het bestemmingsplan is gewijzigd".
Ook volgens Zubli wordt het hoog tijd
dat de overheid sturend gaat optreden en
bepaalt dat alleen op de toplocaties nog
grond mag worden uitgegeven, en dan
ook nog 'gefaseerd'. Een woordvoerder
van het ministerie van VROM echter:
"Vraag en aanbod en het marktmecha
nisme bepalen de hoeveelheid kantoren
die wordt gebouwd, daar heeft het beleid
van Volkshuisvesting niets mee te ma
ken. Er komen geen kantoren als het
geen rendement oplevert".
Bij het groot-kapitaal, in dit geval ver
tegenwoordigd door verzekeraar AMEV,
is het vertrouwen in het vrije-marktme-
chanisme minder groot dan bij de over
heid. Ook directeur-vastgoed Van den
Berg zou graag 'wat meer regulering' van
VROM zien. "Het overschot ontstaat
doordat iedereen maar in het wilde weg
mag bouwen", zegt de man van AMEV,
dat circa 1,5 miljard gulden heeft belegd
in onroerend goed, maar nu ook alleen
nog maar geld steekt in goed bereikbare
toplocaties in grootstedelijke gebieden.
"Waar ook de kwaliteit van de gebouwen
wordt slechter, het onderhoud wordt
vervolgens verwaarloosd. En straks lig
gen er hele kantoorparken verpauperd
bij".
Hij bestrijdt overigens dat gemeenten
slapend rijk worden met het opkopen
van landbouwgrond en die grond vervol
gens te verkopen voor de bouw van kan
toren. Van den Berg: "De gemeenten
moeten die grond eerst bouwrijp maken,
moeten zorgen voor wegen, riolering en
straatverlichting en dergelijke. Een deel
van die grond wordt ook bestemd voor
woningbouw en dat brengt minder op.
Als dan vervolgens de mogelijkheid tot
uitgifte van de grond minder voorspoe
dig tot stand komt dan verwacht worden
ook renteverliezen geleden. Nee, het gaat
de gemeenten vooral om de werkgele
genheid, die de koopkracht in die ge
meenten in stand houdt. En om de onroe-
rend-goed belastingen".
Wat het inzakken van de kantoren
markt nu precies voor het rendement
van de AMEV-beleggingen in vastgoed
betekent wil Van den Berg niet kwijt. Hij
ziet de toekomst echter wel met zorg te
gemoet. "We zijn nadrukkelijk bezorgd,
dat overschot hangt ons allemaal boven
het hoofd. Maar constateren dat er over
heidsmaatregelen moeten worden ge
troffen, betekent eigenlijk datje al te laat
bent. Hetgeen niet wegneemt dat je die
maatregelen toch moet treffen om een
herhaling van het leed in de toekomst te
voorkomen".