Vreemde vrienden tussen twee oorlogen OEKEN Lucas Bols als romantische vervalsing Het verraad van Rotterdam Het milieu nuchter op een rijtje gezet NFORMATIEF WOENSDAG 18 APRIL 1990 Zeven eeuwenoude familiebedrijven geportretteerd Mei 1940. De verwoesting van Rotterdam in beeld. De Duitse overval op Rotterdam in de vroege ochtend van 10 mei 1940 is zorgvuldig voorbereid. Op het moment van de inval woonden in de stad ongeveer 280 leden van de Duitse NSDAP, de nationaal-socia- listische partij van Adolf Hitler. Bij hen berustte veel zeggenschap over bedrijven, havens, kaden, pakhui zen en schepen. Ook heeft nazi- Duitsland Rotterdam aan het einde van voorjaar 1940 geïnfiltreerd met enkele honderden jonge Duitsers in burger. Bovendien werden syste matisch uniformen en materieel de stad binnengebracht, vooral in "kis ten met inboedels van Duitse joden die het nog was toegestaan te emi greren". De Rotterdamse journalist Loek Elfferich concludeert dit na 10 jaar onderzoek in zijn boek Rotterdam werd verraden. Het minutieus in kaart gebrachte verhaal van 400 ge tuigen en uitgebreid archiefonder- zoek is strijdig met opvattingen van gerenommeerde historici als dr. L. de Jong. De Jong heeft altijd be weerd dat overtuigende bewijzen ontbreken voor de stelling dat Rot terdam werd verraden. Tot nu toe gold als waarheid: op 10 mei 1940 zijn de Duitsers Neder land binnengevallen. Zij deden dat onder meer door 's morgens vier uur het vliegveld Waalhaven te bombarderen en een uur later met parachutisten op Waalhaven te lan den. In het hart van de stad streken ongeveer tegelijkertijd twaalf wa tervliegtuigen neer op de Nieuwe Maas. Het geringe aantal Duitsers van de Waalhaven zou zich dan later gevoegd hebben bij hun genossen van de Nieuwe Maas. Bewijs "Voor de verhalen dat vantevoren wapens waren opgeslagen ont breekt elk overtuigend bewijs", schrijft De Jong. Elfferich nu be weert dat het groepje Duitse infan teristen dat uit de watervliegtuigen stapte, wel degelijk kon beschikken over zwaar materieel en eigen ver voermiddelen dat ter plaatse aan wezig. was in allerhande ruimtes van genoemde NSDAP-ers. Binnen een straal van 200 meter bij de brug- gehoofden van de vroegere Wil lemsbrug, hét voorwerp van strijd in mei 1940, waren niet minder dan vijf NSDAP-ers gevestigd met hun bedrijven. De schrijver onderbouwt zijn stellingen als volgt: de troepen die rond vijf uur op de Nieuwe Maas waren geland kregen pas tegen ne genen versterking van de parachu tisten die op Waalhaven waren ge land. Maar in de tussenliggende pe riode zijn zij waargenomen op het Noordereiland (gelegen tussen bei de Maasoevers) en ook op de noor doever met licht geschut en of mo torrijwielen met zijspan. Dat zwaardere materieel kan on mogelijk zijn meegebracht in de wa tervliegtuigen eh nog minder ver voerd in de rubberboten waarmee de manschappen" van de dobberen de vliegtuigen naar de wal peddel- Nieuwe Uitgaven Non-fictie De ogen van de sfinx, Erich von Daniken. Kritische studie' op basis van documen ten over de Oude Bgyptenaren. Uitg. Lui- tingh-Sijthoff. f39.90. De Bono's kleine denk cursus, Edward de Bono. Een praktische training in crea tief en effectief denken. Veen Uitgevers, f 14,90. Werkvakanties in het buitenland. Stichting Exis belicht de voor- en nade len van werkvakantie in sportkampen, hotels en op campings. Bruna Uitg., f 14,90. Symbool en werkelijkheid, Han M.M. Fortmann. Essays over religie en cultuur 1962-1970. Uitg. Anbo, f22,50. Brieven van Multatuli, gekozen door Hugo Brandt Corstius. Hugo Brandt Cor- stius maakt een keuze uit de Minnenbrie- ven en de Brieven en Documenten van Eduard Douwes Dekker, een openhartig relaas over het gevoelsleven van de au teur. Uitg. Querido, f39,90. Vijvers en waterplanten staan centraal in dit van tal van kleurenfoto' informatieve boekje. Uitg. Zomer en Keuning. Voortijdig afscheid, Ellie Wolf. Het verhaal van een 13-jarig joods meisje over haar onderduikperiode tijdens de Tweede Wereldoorlog. Uitg. Kok Educa tief. f 12,50. Bronovo 1865-1990 door prof.dr. M.J. van Lieburg beschrijft 125 jaar wel en wee van dit Haagse ziekenhuis. Van 's-Gravenhaagsche Diakonesseninrich- ting tot Ziekenhuis Bronovo. Uitg. Kok, f95.00 Economentaal. A.F. van Zw.eeden en F.G. van Herwaarden stelden een woor denboek op voor de lezer die wegwijs wil worden in de wereld van economie, beurs en financiën. Uitg. Academie Ser vice, f29,90. Salieri, in de schaduw van Mozart. In de biografie van de componist plaatst historicus Volkmar Braunbehrens hem in een ander en veel beter daglicht dan in de film Amadeus gebeurde. Uitg. de Prom, f35,00 Fictie Moordende liefde, Orania Papazoglou. Ironisch geschreven, absurde thriller over detective-schrijfster die een lijk uit een kast in haar nieuwe huis ziet vallen. Uitg. Furie, f24,50. den. Bovendien zijn manschappen uit de watervliegtuigen gesigna leerd terwijl zij zich met papieren en sleutels in de hand naar pakhuizen op het Noordereiland begaven en contacten legden met particulieren op woonadressen. Bij het vliegveld Waalhaven zijn, nog voor de parachutisten daar landden, op een ponton ongeveer 100 mannen waargenomen bij het lossen van materiaal uit een schip. Eenderde van die mannen was in uniform, de anderen waren in bur ger. Het materiaal dat zij losten werd van de ponton via een smalle loopbrug in een soort trekkarretjes met fietswielen naar de wal ge bracht. Duizenden Rotterdammers hebben die trekkarretjes later op de dag gezien, toen de Duitsers vanaf de Waalhaven naar het hart van de stad trokken. Elfferich werpt in zijn boek ook op andere zaken nieuw licht. Zo heeft hij de hand gelegd op een do cument dat klaarheid brengt in het aantal slachtoffers van het bombar dement van 14 mei op de stad. Het gaat om 1147 inwoners, hoger dan altijd werd geschat. Het bombarde ment volgde een dag nadat de Duit sers duidelijk was geworden dat hun aanval van de afgelopen dagen geen meter verder kwam dan waar hij was begonnen. Elfferich noemt Rotterdam stad van de eerste dreun in het smoel van Hitier. "Het bom bardement was het gevolg van het feit dat in jouw hart Hitier zijn eer ste nederlaag leed". Onwaarschijnlijk Het Rijksinstituut voor Oorlogsdo cumentatie zal het door dr. L. de Jong (in deel drie) geschetste beeld van de inval in Rotterdam overi gens niet wijzigen. Dr. C.M. Schui ten, de nieuwe directeur van het RIOD, vindt de visie in het boek "opmerkelijk" maar ook "hoogst onwaarschijnlijk". Hij heeft in het onderzoek van Elfferich te weinig bewijzen gevonden. "Het is moeilijk het verhaal van ooggetuigen die 50 jaar geleden din gen waarnamen, tientallen jaren la ter op hun woorden te geloven. Hebben zij het wel goed gezien? Ac cepteer je dat dan als bewijs?", zijn de vragen die Schuiten zich daarbij stelt. Dat Duitsers materieel uit pakhuizen hebben gehaald betwij felt hij. "Het ligt voor de hand dat er in een wereldhaven als Rotterdam veel Duitsers aanwezig waren. Duit se documenten om de beweringen van Elfferich te staven heb ik verder niet aangetroffen". Loek Elfferich: Rotterdam werd verraden. Uitgeverij Uniepers, f 69,-. Bijna iedereen die wel eens een fles Bols jenever ziet kent de man met baardje en kalotje: Lucas Bols, de beweerde grondlegger van de nu in Nieuw Vennep gevestigde stoker van gedistilleerd. Een romantische vervalsing, een bedacht portret, meer is het niet. Zelfs Spaanse kraag is niet authentiek. Maar het neemt niet weg dat de daarbij ver melde oprichtingsdatum 1575 van een eerbiedwaardige leeftijd ge tuigt. In Eeuwenoud, de lange levens van zeven Nederlandse bedrijven beschrijft de journalist Wim Wenne- kes de ondernemingen die de uit zonderlijke leeftijd van enkele eeu wen tot zelfs 642 jaar hebben be reikt. De in het boek beschreven huizen van negotie en fabriqueurs waren vaak van oorsprong familie bedrijven, maar de meeste hebben zich ontwikkeld tot multinationale, naamloze vennootschappen. Zo verkeert Bols in het illustere gezelschap van het van oorsprong Zaanse meelconcern Wessanen, dat is onstaan uit een in 1765 opgerichte 'zekere negotie in Mostaard-, Cana- rij- en andere zaaden'. En wat te denken van Van Lanschot Ban kiers, in 1737 gegrondvest door Cor- nelis van Lanschot, van oorsprong detaihandelaar in kruidenierswa- us Mees, telg van een Akens vlees houwersfamilie, vestigde zich in 1720 in Amsterdam als makelaar in wissels. Hij associeerde zich in 1762 met de vier firmanten Hope, afkom stig uit een Quakersgeslacht en al veel langer actief in handel, finan ciering en dienstverlening. Voortgekomen uit het tijdperk van opbloeiende industrie zijn Dou- we Egberts en Van Nelle. In 1753 begon matroos Egbert Douwes een zaak, die hij later overdeed aan de schrijnwerker en naamgever van het concern Douwe Egberts. De fir ma Van Nelle kwam voort uit het winkeltje anno 1782 van Jan en Henrica Van Nelle aan de Rotter damse Leuven-haven. Wortels Aantoonbaar zijn wortels in Neder land van de firma Bols in 1634. Ar chieven van de stad Amsterdam melden de vestiging van Pietér Ja- ■cobszoon Bols, afkomstig uit het land van Gulik, als distillateur in 't Lootsje aan de Amsterdamse Rozen gracht. Van een Lucas Bols is echter geen sprake. Er zijn aanwijzingen dat de leden van de familie Bols het stokersvak al eerder elders uitoefenden. Tussen Keulen en Maastricht, in het Duitse Brauweiler, stond vóór 1600 een ge reformeerdefamilie Bols te boek als 'branders' en bestuurders van het dorp. Roomse priesters veroordeel den hun produkt als Teufelswasser en katholieken was het verboden van graan, een godsgeschenk, alco hol te stoken. De eerste produkten uit distilleer derij 't Lootsje waren 'fyne wate ren', getrokken van brandewijn en een melange van kruiden, zaden, schillen en pitten. Het populairst waren likeuren als anisette (met anijssmaak) en kummel (karwij). De burgers van de Gouden Eeuw wilden voortdurend nieuwtjes, waarvoor Bols gebruik maakte van allerlei smaakstoffen die de Neder landse handelsschepen aanvoer den. Likeuren met sinaappelschil- len uit Spanje, laurierbladen (Grie kenland), marasca-kers (Joegosla vië), abrikozenpitten (Frankrijk), engeltjeswortel uit de Alpen, mirre, cacaobonen en Curagao-appeltjes. Genever (uit graan gestookte moutwijn of corenwynwerd pas aan het eind van de achttiende eeuw in het assortiment opgenomen. Voor die tijd distantieerde Bols zich van deze volksdrank die bijnamen als Jan Hagel en liqueur de canaille verwierf. 'Jonge' jenever kwam zelfs niet eerder dan in de tweede helft van de twintigste eeuw uit de Bols-fabrieken. 'Windenwater' Na het overlijden van Lucas Bols was er net veel belangstelling bij de erven voor de stokerij. Een hoge ambtenaap Van 't Wout genaamd nam de zaak rond 1815 over. Ver sterkt met de meesterstoker van concurrent Wynand Fockink (na de Tweede Wereldoorlog door Bols overgenomen) bracht deze het be drijf tot grote bloei. De prijslijst van 1820 biedt een 300 namen tellend as sortiment, waarop ook produkten als 'Windenwater' en 'Het van ouds vermaarde Rijnsche Maagbitter' voorkwamen. Sommige drankjes maakte Bols helemaal niet: zij ston den alleen maar op de lijst om het assortiment van Fockink in aantal te overtreffen. Zes jaar hield Van 't Wout het uit bij Bols: in 1822 verliet hij na knal lende ruzies met de familie van compagnon Temminck de inmid dels zeer goed renderende stokerij en distilleerderij. Temminck bleef enige tijd directeur/eigenaar van Bols. In 1868 nam het wijnkopers geslacht Moltzer de zaak over en daarmee werd de expansie van de fabriek tot ver over de landsgrenzen ingeluid. Telgen van dit geslacht haalden in 1951 twee broers Hart Nibbrig binnen, en zochten bijstand van le den van verwante families. Kort daarna stapte het bedrijf naar de beurs en kreeg het de financiële mo gelijkheden om bestaande bedrij ven over te nemen, hetgeen in een vrij hoog tempo gebeurde. Bootz en Fockink werden ingelijfd, terwijl Bols ook de agentschappen ver wierf voor buitenlandse destilla teurs als Pedro Domecq, Jack Da niels en Ballantines. Het laatste wapenfeit van Bols is de samenwerking met Heineken op het gebied van gedistilleerd en wijn. Dit nadat de stoker in 1976 zich ach ter meervoudige beschermingscon structies had verschanst om Heine ken van het lijf te houden. De wa penspreuk van Bols 'semper idem' (altijd dezelfde) is dan ook niet zo zeer hierop van toepassing, als wel mede op het de wens van Bols om nog een paar eeuwen zelfstandig te blijven. RAYMOND PEIL Fantasieportret van Lucas Bols Negentien jaar voordat koningin Beatrix in de kerstboodschap 1988 droeve woorden ("Langzaam sterft de aarde en wordt het onvoorstelba re, het einde van het leven zelf, toch voorstelbaar") wijdt aan de trieste staat van het milieu, struint journa list F.G. de Ruiter door het Oost franse landschap. Hij is op zoek naar de plek waar de Rijn tot een van de smerigste ri vieren van Europa wordt. Toch nog onverwacht staat hij plotseling bij een grote smeerpijp, waar elke dag zo'n 20.000 ton zout in de vorm van groezelig pekelwater de Rijn in stroomt. Een restprodukt van de ka limij nen dat zonder géne in de rivier wordt gepompt die toch toevallig voorbijstroomt. De woordvoerder van de kalimijnen blijft de vriende lijkheid zelve als De Ruiter uitleg vraagt. Hij wijst naar de overkant van de Rijn. Naar de grote Duitse chemische fabrieken, die endo- sulfan, fenol en andere troep dum pen. "Daar komt de grootste ellende vandaan". De Ruiter schrijft al twintig jaar over het milieu in NRC Handels blad. Soms wat langdradig, maar al tijd begrijpelijk omdat hij hoogdra vende technische termen schuwt. In zijn boek In het Milieu zet hij al die jaren ellende op een rijtje. De troep in de zee, rivieren, bodem en lucht; het komt in aparte thema hoofdstukken aan de orde. Dat stemt niet vrolijk. Na de vervuiling van de Rijn volgt de vervuiling van Noord- en Waddenzee. Voordat de ozonlaag aan de orde komt is er aan dacht voor gifbelten, zoals die in Al phen aan den Rijn en de Volger- meer. "De zweren braken links en rechts open", stelt De Ruiter. "Dit boek is een journalistiek pro dukt", schrijft De Ruiter. Hij zegt geen woord te veel. De Ruiter schuwt beschrijvingen vol drama tiek. Krachttermen of waardeoorde len komen in zijn werk zelden voor. Emotionele uitspraken worden al tijd in de mond van een ander ge legd. De Ruiters nuchterheid heeft soms een verbijsterende uitwer king. Zoals in zijn beschrijving van natuurreservaat de Rouwkuilen in De Peel. Objectief stelt De Ruiter vast dat het reservaat vlakbij het dorp IJsselstein ligt "dat niet alleen 2065 voornamelijk katholieke zielen telt, maar ook 180.000 varkens, 800.000 legkippen, 200.000 braad- kuikens, 50.000 parelhoenders en 100.000 kalkoenen. Met andere woorden: een centrum van de bio- industrie, waarvan de pentrante ammoniakdampen ook neerslaan op de Rouwkuilen". Het laat zich ra den hoe dat verzuurde natuurge bied er uitziet. In 1988 bezoekt De Ruiter in Noord-Frankrijk een paar stort plaatsen waar legaal Zuidhollands afval wordt gedumpt. Enigszins verbaasd, maar niet verstoord, merkt hij op dat er - ook legaal - een aparte chemische stortplaats is ingericht. Bedrijfsleider Jacky Hau- let klimt daar persoonlijk in de vrachtauto met zwaar giftige troep om te kijken wat gestort gaat wor den. De Ruiter: "Zijn baas diept uit een la de papieren op van Stokker- mans Chroomindustrie bv uit Lei den die hier twee weken geleden nog 20 ton galvanisch afval en ver ontreinigde filters liet dumpen. Vol gens de formulieren was de zaak in orde". Even later sluiten de Fransen onder druk van de eigen bevolking de grens voor giftig afiral uit Neder land. Maar soms ook werkt de nuchter heid van De Ruiter averechts. Dat een journalist in een krant geen waarde-oordelen geeft (behalve op de opinie-pagina) lijkt me prima. Maar een heel boek lang wandaden, ellende en gorigheid debiteren en dan uiteindelijk toch geen oordeel uitspreken, doet wat stram aan. De Ruiter zit twintig jaar lang in het milieu, maar onthoudt ons zijn oor deel. Alleen in de allerlaatste zin van het boek stelt hij vrolijk vast: "Nee, Nederland is nog niet verlo ren". Een merkwaardige conclusie die volgt op een optimistich verhaal over boeren die werken zonder be- strij dings middelen. Het is ongetwijfeld zo dat de op lossingen voor de huidige milieu problematiek voor een groot deel bij de boeren moet worden gevon den. Het valt ook niet te ontkennen dat een kleine, en hopelijk harde kern boeren daaraan wil werken. Maar om daaruit de conclusie te trekken dat Nederland nog niet ver loren is, gaat wat ver. Daarvoor zal veel, heel veel meer moeten gebeu ren. Het is jammer dat De Ruiter daar niet wat vaker op wijst. Aan de andere kant geldt natuurlijk dat het zelfs de koningin met haar droeve woorden niet is gelukt het tij te ke- ren' JEROEN DIRKS De huidige ontwikkelingen in noord-oost Europa zijn op zijn minst verwarrend voor de argeloze toeschouwer. De Sovjetrepubliek Litouwen verklaart zich onafhanke lijk en de beide Duitslanden lijken zich snel aaneen te sluiten. Tussen Duitsland en de Sovjetunie inge klemd ligt Polen, het land dat na de tweede wereldoorlog vier keer in opstand kwam tegen het door de Sovjets opgelegde systeem. Maar nu willen de Polen graag dat de gro te oosterbuur voorlopig militair aanwezig blijft binnen de grenzen van hun voormalige volksrepu bliek. Om de complexe situatie in het gebied te kunnen begrijpen- is het nuttig naar de recente geschiedenis te kijken. In Het duivelspact be schrijft de Duitse historicus Sebas tian Haffner de geschiedenis van de Duits-Russische betrekkingen van de eerste- tot de tweede wereldoor log. Diplomatieke geschiedenis wordt vaak verstopt in vuistdikke en gortdroge boekwerken, maar Haffner heeft door zijn kraakhelde re uitleg slechts honderd paginate nodig. Gelukkig laat dat voldoende ruimte voor smakelijke details. De schrijver toont een paar staaltjés re- alpolitik, waar zelfs de voormalige Amerikaanse minister van buiten landse zaken Henry Kissinger zijn vingers bij af zou likken. Lenin Dat begint al in het eerste hoofd stuk, waarin de schrijver aantoont dat de Russische revolutie van 1917 nooit tot stand had kunnen komen zonder steun van het conservatieve Duitsland onder leiding van keizer Wilhelm II. Duitsland voerde oor- log op twee tronten - m het westen tegen Frankrijk en Engeland en in het oosten tegen Rusland. Het land had dringend vrede nodig in het oosten, om in het westenjeen beslis sing te kunnen forceren voordat Amerikaanse troepen zich in de strijd zouden mengen. In Rusland was er maar één partij die vrede wilde sluiten (en daardoor het bondgenootschap met de weste lijke geallieerden zou verbreken), maar de leider van deze Bolsjewis ten bevond zich in ballingschap in Zwitserland. Via Duitsland en Zwe den werd deze Lenin door de Duit sers in een geblindeerde trein naar Rusland gebracht, waar hij na een half jaar de revolutie' wist te force- Daarmee had 'hij voldaan aan de verwachting van de Duitsers, maar er zouden nog moeizame onderhan delingen volgen voordat de oorlog aan het oostfront daadwerkelijk kon worden be-eindigd. In de grensplaats Brest-Litovsk onder handelde een Duitse delegatie van beroepsdiplomaten en militairen met een Russische 'revolutionaire' afvaardiging onder leiding van Trotski. Deze nieuwbakken volkscom missaris had in zijn delegatie een -boer en een arbeider opgenomen, omdat de nieuwe Sovjetunie zich tenslotte een republiek van boeren en arbeiders noemde. Het drong nauwelijks tot deze twee afgevaar digden door waarover werd onder- handejd. Smakelijk beschrijft Haff ner hoe beide, heren slechts opvie len door de .Duitsers 'te shockeren met hun onconventioneel gedrag tijdens diners en andere protocol laire plichtplegingen. Ondanks een sterke wederzijdse af keer werden Duitsland en de Sov jetunie tussen de wereldoorlogen in eikaars armen gedreven, zo luidt Haffners these. Nadat beide landen als verliezers uit de Eerste Wereld oorlog tevoorschijn kwamen, waren de door 'rechts' beheerste Weimar- republiek en de nieuwe bolsjewisti sche machthebbers in Rusland weliswaar ideologische tegenpolen, maar brachten 'gemeenschappelij ke belangen' de partijen rond de on derhandelingstafel. De Duitsers waren nog diep bele digd door het verdrag van Versail les, dat ze na de oorlog was opge legd. Versailles verplichtte Duits land tot herstelbetalingen aan de overwinnaars en verbood een Duits leger. De Russen stonden na hun re volutie volstrekt geïsoleerd in de in ternationale gemeenschap. In 1922 vond in Genua een confe rentie plaats, waar een groot aantal Europese staten bijeen waren. De Engelse premier Lloyd George had plannen gemaakt voor een weste lijk eenheidsfront tegen de Sovjetu nie, waarin voor Duitsland ook een rol zou zijn weggelegd. Hij hield de Duitsers echter aan het lijntje, waar na zij een aanbod van de Russen ac cepteerden om een verdrag te slui ten. Dit verdrag van Rapallo - ge noemd naar een klein plaatsje in de buurt van Genua waar de Duitsèrs en Russen waren ondergebracht - sloeg in als een bom. Niemand had verwacht dat deze ideologische te genpolen elkaar zouden vinden 'Rapallo' werd bekend als de 'py jamaconferentie'. Haffner be schrijft met veel gevoel voor detail hoe het verdrag tot stand kwam. De Russische delegatieleider Tsitsjerin belde 's nachts het Duitse delegatie lid Von Maltzan uit zijn bed. Deze vond zijn voorstellen zo aantrekke lijk dat hij direct de Duitse delegatie bijeenriep om te overleggen. In py jama werd vergaderd op de hotelka mer van minister van buitenlandse zaken Rathenau. Een dag later werd het verdrag getekend. Tot de machtsovername van Hit- Ier in 1933 zou 'Rapallo' de Duits- Russische betrekkingen regelen. In het geheim begon ook een militaire samenwerking, die tot 1935 zou du ren. Omdat "Versailles' de Duitsers een eigen leger verbood werd op een geheime plaats diep in de Sov jetunie geoefend. De Duitsers kre gen daarbij ook de kans nieuwe wa pens te testen, die - o ironie - tijdens de Duitse aanval op de Sovjetunie in 1941 goede diensten bewezen. Aan de andere kant werd het Sov- jetleger getraind door Duitse offi cieren, waardoor de Russen wel licht in staat waren de Duitsers in de tweede wereldoorlog uiteinde lijk te verslaan. In de slothoofdstukken verklaart Haffner waarom de ambities van Hitler en Stalin op den duur wel moesten botsen. Daarbij merkt hij op dat de tweede wereldoorlog zich niet naar West-Europa had hoeven uitbreiden, als Polen wat minder halsstarrig zou zijn geweest tegen over Duitse eisen. Hitier zou zelfs de verovering van Polen niet gewenst hebben, maar alleen een vrije door gang naar Rusland. Met de Duitse aanval op Polen begon de tweede - wereldoorlog, omdat Frankrijk en Engeland garant stonden voor de Poolse onafhankelijkheid. Hitier vond West-Europa niet inte ressant, in het Oosten zocht hij zijn lebensraum om zijn superieure Ger maanse ras te kunnen fokken, be toogt de auteur. Doordat de Duit sers gedwongen waren eerst met West-Europa af te rekenen, kwa men de plannen om Rusland naar de keel te vliegen nog bijna in de ijs kast terecht. Hoewel Haffner waarschuwt dat speculeren over hoe het had kun nen lopen 'zelden iets oplevert', ont komt hij er zelf ook niet aan: "Het denkbeeld dat Duitsland, mis schien zelfs het gehele Europese continent tot aan de Russische grens, zonder Hitiers aanval op de Sovjetunie nu een SS-staat zou zijn is huiveringwekkend. Aan de ande re kant valt iets te zeggen voor het denkbeeld dat Duitsland nog steeds en Europa misschien reeds vere nigd zou zijn". Op Het Duivelspact valt helaas nog wel iets af te dingen. Zo meldt de uitgever in het voorwoord dat het boek een verkorte en bewerkte versie is van een oorspronkelijk in 1967 verschenen studie. De door Haffner beschreven regio is thans sterk in beweging, waardoor het voor een uitgever aantrekkelijk is het boek nu op de markt te brengen. Vanwege het ontbreken van een li teratuur- en bronverwijzing is niet duidelijk of na 1967 geopenbaard archiefmateriaal in latere versies is verwerkt. In een historisch werk - waarin de auteur bovendien een duidelijk standpunt inneemt - is dat een kwalijke omissie. ERIC-JAN WETERINGS Sebastian Haffner: Het duivelspact; de Duits-Russische betrekkingen van de Eerste tot de Tweede Wereldoorlog. Uitgeverij Becbt, f 24,50. 23 oktober 1939: de Russische minister van buitenlandse zaken Molotov te kent het duivelse vrienschapsverdrag onder het toeziend oog van zijn Duit se collega Von Ribbentrop en de Russische premier Jozef Stalin. <ioto anp>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 23