rnvi =ié=i:wh: m et recept voor n atoombom is vrij simpel Toekomst van de tijd is wanorde Winterslapers leren ons organen te conserveren Ziekte van Alzheimer sterk erfelijk bepaald Beetje handige hobbyist kan met juiste middelen zelf bom fabriceren Samenwerking onderzoek ruimte DINSDAG 17 APRIL 1990 EINDREDACTIE HANS SONDERS Het aantal landen dat over een atoombom kan beschikken, dreigt nog steeds toe te nemen. Een land als Irak (onlangs weer in opspraak door de poging om ontstekers voor atoombommen uit Engeland te smokkelen) bijvoorbeeld, is in staat in elk geval één A-bom maken. Irak bezit namelijk 12,5 kilo hoogverrijkt uranium, voldoende voor een atoom bom. In principe is het vrij simpel om zelf zo n ding te fabriceren. Maar er zijn (gelukkig) een paar maren aan ver bonden. Als je niet de beschikking hebt over genoeg geld, goederen en mensen, is het risico groot datje zelf het eerste slachtoffer wordt. door Wim Raayen Tot in de jaren zeventig hadden de grootmachten de werking van de atoombom angstvallig uit het zicht van de buitenwereld weten te hou den. Maar in 1979 toonde het Ameri kaanse tijdschrift Analog aan dat het atoomgeheim niet langer ge heim was. Iedereen die dat per sé zou willen, zou met de beschikbare informatie en de juiste middelen thuis een bom kunnen maken. De auteur deed fijntjes uit de doeken hoe een beetje doe-het-zelver een atoombom in elkaar kan knutselen. Het recept gaat uit van ongeveer vijftien kilo Uranium-235. Daarmee is een bom te maken die alles ver woest binnen een straal van 500 me ter. Het gebied waarbinnen de ra dio-actieve werking dodelijk is, heeft een straal van ongeveer twee kilometer, terwijl de fall-out nog slachtoffers zal maken tot op 60 a 80 kilometer. De gevolgen van zo'n bom zouden in een dicht bevolkt ge bied catastrofaal zijn: pakweg 250.000 doden en 400.000 gewon den. Voor het maken van een atoom bom is allereerst een huis nodig van twee verdiepingen met kelder. Ver volgens twee staven dynamiet (eventueel buskruit of TNT), vijf tien zakken cement, twintig kubie ke meter zand en grind en natuur lijk Uranium-235 of plutonium. Om te beginnen moet het U-235 worden verdeeld over twee gelijke delen. Daaruit moeten twee halve bollen worden gemaakt. Om het U- 235 in die vorm te krijgen dient het te worden bewerkt met een acety- leen-brander omdat die een maxi male vlamtemperatuur van 2632 graden Celcius heeft. Wel is enige voorzichtigheid geboden: uranium heeft namelijk de vervelende eigen schap om explosief te ontbranden. Het smeltende uranium moet in een halve keramieken bolvorm worden opgevangen. Alweer een waarschu wing: wie zich zonder bescherming in dezelfde ruimte bevindt als het smeltende uranium, krijgt genoeg radio-actief gas binnen om terstond het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen. Het is daarom aan te bevelen om gebruik te maken van een nauwkeurige afstandsbedie ning, een luchtdichte afsluiting be kleed met ongeveer vijf ton lood. En houd afstand (minstens vijftien me ter). Boor nu twee gaten recht boven elkaar in de vloeren van de begane grond en de eerste verdieping. Breng vervolgens een staalpijp van zes meter (acht centimeter door snee) aan van de kelder naar de eer ste verdieping. Bevestig aan de on derkant van de pijp één van de bol len, met de platte kant boven. Het uranium moet wel de eerste halve seconde bij elkaar blijven. Gebeurt dat niet. dan begint een krachtige De onderdelen 5. draadeind, 6. hulsel. reactie. Het resultaat is een 'atoom voetzoeker' die in een fractie van een seconde een flinke bende maakt van de onmiddelijke omge ving. Om dit effect tegen te gaan, wordt de kelder gevuld met zand en ce ment teneinde het zaakje bij elkaar te houden. Bij het mengen moet veel water worden toegevoegd, zo dat het geheel flink stevig wordt. Completeren De constructie van het afvuurme- chanisme is niet veel ingewikkel der. Bevestig bovenaan een stuk vliegengaas om te voorkomen dat een stuk gereedschap, of het andere brok U-235 per ongeluk in de pijp valt. Las er vervolgens een extra pijp van een meter op. Neem daarna een iets korter stuk koperen pijp (6.5 centimeter) en vul dat met lood. Het tweede stuk uranium wordt in een passende uitholling onderaan geplaatst. Boor dan een stalen draadeind aan de andere zijde zo'n dertig centimeter in het lood. Bij el kaar bedraagt de massa van de af- vuureenheid zo'n veertig kilo. Maak nu een schroefdeksel op de pijp en boor daarin een gat waar het draadeind doorheen past. Boor ook door het draadeind een gat, waarin een spijkertje past. Daar komt de af- vuureenheid aan te hangen. Boor tevens tegenover elkaar twee gaten in de staalbuis, vlak boven het gaas, en breng een veiligheidspin aan in de vorm van een stevige bout. Tenslotte: plaats de afvuureen- heid en leg het fijngesneden explo sief er in een bakje bovenop. Breng de twee contacten van een elektri sche ontsteker aan. Plaats vervol gens de deksel en het spijkertje. Uw atoombom is nu compleet! Rest nog het aansluiten van een klok en het verwijderen van de vei ligheidspin. Als de klok schakelt, ontploft het chemisch explosief met ruim voldoende kracht om de afvuureenheid de pijp in te jagen. Door de val van de 40 kilo zware ontsteker komt genoeg energie vrij voor de enorme explosie. Stralingsprobleem moet houden. Zo is er het stralings probleem. Een verblijf van een paar minuten in een ruimte met U-235 is al dodelijk. Om alles te beveiligen is zo'n zes a acht ton lood nodig en een duikersuitrusting (om schone lucht in te ademen). En dan nog iets: hoe aan U-235 of plutonium te komen. Je kunt het per slot van rekening niet bij de dro gist op de hoek kopen. En als je het al hebt, zal het uranium gezuiverd moeten worden, want het bestaat maar voor drie procent uit het be geerde U-235, de rest is U-238. Voor een bom is minimaal 97 procent U- 235 nodig. Het zuiveren is een allerminst eenvoudige, zeer kostbare zaak. Met de modernste technieken - als die al beschikbaar zijn - kan het ja ren duren voordat je de gewenste hoeveelheid zuiver U-235 hebt. Om dat je gegarandeerd een dodelijke stralingsdosis oppikt bij het eventu eel stelen en vervoeren van urani um, rest maar weinig tijd. Een prak tisch probleem derhalve. Het is daarom misschien verstandiger er maar helemaal niet aan te beginnen. In de maanden die aan de winter voorafgaan slaan ze een flinke voorraad voedsel in of ze zorgen voor een weldoorvoed lichaam. En als de eerste sneeuwvlokken vallen, draaien ze zich nog eens extra om in hun warme legerste de en vallen dan in een diepe, die pe slaap. Hun hartslag wordt be duidend lager en ook de lichaam stemperatuur daalt. Er zijn dieren waarbij de li chaamstemperatuur zonder pro blemen tot onder het vriespunt daalt. De evolutie heeft hun stof wisselingsproces voorzien van een hele reeks biochemische trucs dat in werking treedt zodra het kwik zakt en dat voorkomt dat de vrieskou lichaamsweefsel beschadigt. door Ben Apeldoorn Insecten spannen de kroon. Om de kou te weerstaan wordt in hun lichaam glycerol aange maakt, dat werkt vriespuntverla- gend en voorkomt dat het insect daadwerkelijk bevriest. De be kende huisvlieg kan dankzij dit stroperige, alcoholische goedje li chaamstemperaturen weerstaan tot tien graden onder nul. Door de verhoogde glycerolconcentratie verandert het lichaamsvocht bo vendien in een glasachtige sub stantie inplaats van in ijskristal len die de lichaamscellen zouden doen scheuren. Een 'vorst-bestendige' kikker soort maakt in het lichaam grote hoeveelheden glucose aan om de winter te trotseren. De glucose verhoogt de concentratie van het waterbestanddeel van het bloed en dat voorkomt weer dat het wa ter bevriest waardoor celweefsel, als gevolg van het dikker gewor den bloed, zou uitdrogen. Bepaalde soorten struiken en bomen zijn nog veel strengere kou gewend, zo kan de galnoot van de in de poolstreken voorko mende Arctische wilg, dankzij de aanmaak van glycerol, wel 55 gra den vorst verdragen. Rattennier Dit alles wordt met argusogen ga degeslagen door geneeskundigen die zich bezighouden met orgaan transplantaties. Al vele jaren wor den organen als nieren en harten met succes overgebracht van het ene in het ander menselijke li chaam. Voorwaarde daarbij is dat de donor direct voorhanden is. Het gaat dan vaak om een kwestie van slechts enkele uren. Daarom wordt naar methoden gezocht om complete donororga nen gedurende veel langere tijd in optimale conditie te houden Tot dusverre is dat alleen gelukt met minieme beetjes celweefsel on der diepgekoelde omstandighe den. Gregory Fahy en zijn medewer kers van het Amerikaanse Rode Kruis in Rockville menen de stof wisselingsprocessen van dierlijke overwinteraars inmiddels vol doende te hebben afgekeken om zich te kunnen storten op het gro tere werk: het conserveren van een rattennier. Eerst doordrenkten zii --n nier onder hoge druk (1.0C nos- feer) met een chemisch i .ngsel waarin een sterk op glycerol gelij kende stof zat. De concentraties van de stoffen liggen net onder het niveau van wat de nier nog kan hebben, maar zijn toch hoog genoeg om bij 1.000 atmosfeer tot in de kleinste haarvaatjes en cel len door te dringen. Daarna werd de nier in een is- opentaan-bad gekoeld tot 130 gra den onder nul. Om te voorkomen dat de nier tijdens het terugbren gen tot lichaamstemperatuur als nog zou bevriezen werd het or gaan 'gebaad' in radiogolven van een bepaalde frequentie. Vorstschade Ondanks al die voorzorgsmaatre gelen bleek de nier het proces niet zonder vorstschade te zijn doorgekomen. "Wat er precies is gebeurd, we ten we nog niet", zegt Fahy, "De schade kan in ieder geval niet ver oorzaakt zijn door ijskristallen. Als het lukt nieren een jaar lang te conserveren zijn we niet alleen in staat om aan de vraag naar nieren te voldoen maar ook in de helft van alle gevallen optimale trans plantaties te verrichten waardoor de levensduur van de getrans planteerde nieren bijna verdub belt. Het is echt een geweldige mijlpaal als we die hindernis met succes zouden kunnen Het is een vreemde situatie dat voor veel inwoners van de regio Amsterdam het Academisch Zie kenhuis Leiden per openbaar vervoer sneller te bereiken is dan het Academisch Medisch Centrum, het ziekenhuis van de Universiteit van Amsterdam. In de discussie over het toepas sen van euthanasie dient men zich te realiseren dat de over heid zélf 'economische euthana sie' pleegt door bijvoorbeeld het laten voortbestaan van lange wachtlijsten voor bestraling van kankerpatiënten en het grote te kort aan bedden voor 'intensive care' verpleging. (Peter Sminia, Univ. van Amsterdam) Vrijwel alle sportbeoefenaren ouder dan 17 jaar hebben sportrelevante afwijkingen of klachten over hun gezondheid. Het gebruik van doping tijdens de Tour de France is vele malen minder gevaarlijk voor de ge zondheid dan het rijden van de Tour de France. (G.C. van Enst, Univ. van Amsterdam) Om extra te benadrukken dat er maar weinig zo mysterieus en ongrijpbaar is als het begrip tijd, ging in het Haagse Omniver- start. Heel wat geniale resulteerden in spookach- sum onlangs het planeta- geesten hebben al nage- tig aandoende formules en riumprogramma 'De Toe- dacht over de tijd. Ge- theorieën die merendeels komst van de Tijd' van dachten die gedeeltelijk al in het begin van deze eeuw vorm kregen met het baanbrekende werk van Albert Einstein. Tijd is een begrip dat zich op al le mogelijke manieren in ons le ven heeft genesteld. Er is geen onderdeel van ons bestaan waarin het begrip tijd niet op de één of andere indringende wijze om de hoek komt kijken. Het is heel moeilijk iets te bedenken dat helemaal niets met tijd heeft te maken. Onze dagindeling (het woord zegt het al) is er één van tijd en de natuur zelf helpt ons ons aan allerlei tijdmarges te houden. Velen vinden zelfs dat tijd geld is. Maar geld is tastbaar en tijd daaren tegen op geen enkele wijze. Dat is vreemd eigenlijk: iets waar we zó van doordrongen zijn, dat zó alom aanwezig is, is tegelijkertijd totaal onzichtbaar en onbeïnvloedbaar. We kunnen er alleen de gevolgen van waarnemen, we kunnen zien dat de tijd voortschrijdt, aan onze secondenwijzers, aan het opkomen en ondergaan van hemellichamen ouder worden. Bijna de helft van de Alzheimer-patiënten heeft een eerste-graads familie lid dat ook aan de ziekte lijdt. In de familie van Alzheimer-patiënten wordt tevens vaker de ziekte van Parkinson aangetroffen. Dat blijkt uit een on derzoek dat bij bijna 200 patiënten is verricht door de vakgroep Neurologie van het Groninger Academisch Ziekenhuis samen met de vakgroep Epi demiologie van de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Naar schatting lijdt zeker vijf procent van de Nederlanders boven de 65 jaar aan de ziekte van Alzheimer. Boven de 75 jaar zou dat al een kwart van de mensen zijn. Over de oorzaak, of oorzaken, van deze ernstige hersenaan- doening is nog weinig bekend. Het gezamenlijke project van de universiteiten van Groningen en Rot terdam dateert al van 1980. In gang gezet door de Rotterdamse epidemio loog prof. dr. A. Hofman en de Groninger huisartsen drs. A.J. Lameris en drs. T.A. Tanja zijn in samenwerking met dr. R. Haaxma en drs. R. Saan van de neurologische kliniek van het AZG en drs. W. Schulte van de Soci aal Geneeskundige Dienst in Groningen tussen januari 1980 en juli 1987 198 patiënten met de ziekte van Alzheimer opgespoord die bij het stellen van de diagnose jonger waren dan 70 jaar. Haaxma: "Het gaat hier om een zogenoemd patiënt-controle onderzoek. Via gemeentelijke registers werd bij elke Alzheimerpatiënt een even oude, gezonde controle-persoon gezocht die ook van hetzelfde geslacht moest zijn en uit dezelfde woonplaats als de patiënt moest komen". Een van de grootste problemen bij een dergelijk onderzoek, zegt de Gro ninger neurloog, is het stellen van de diagnose 'dementie van het type Al zheimer'. "Belangrijk is dat er een verval van intellectuele functies is opge treden (men wordt vergeetachtig, men kan minder goed logisch denken) zonder dat deze gepaard gaat met verlammingen of met stoornissen in de coördinatie van bewegingen. Die laatste twee zijn kenmerkend voor een andere grote groep van dementie-patiënten bij wie door afsluitingen in hersenbloedvaten schade in hersenen is ontstaan (multi-infarct demen tie)". Veel filosofen vergelijken de tijd voor ieder individu met een voetspoor door een stille, ongerepte vlakte van fijn zand. Het is onmoge- door Ben Apeldoorn lijk op onze schreden terug te keren om gebeurtenissen in het verleden te herbeleven, over te doen, goed te maken. We kunnen alleen maar om zien terwijl we onze weg vervolgen en ons van elke voetstap van dat spoor, dat teloor gaat in de verte, po gen de bijbehorende gebeurtenis sen te herinneren. Verste diepten Is er eigenlijk ooit een begin ge weest van de tijd? Zo ja, wat was er dan vóór dat begin, een anderssoor- tige tijd? Of was er zoiets als een 'status quo', een soort massa-, tijd en bewegingsloos iets dat 'altijd' heeft bestaan? En hoe begon tijd ei genlijk, beschrijft de tijd een be paalde richting behalve alleen naar de toekomst? Sedert het begin van deze eeuw is men gaan vermoeden dat we het grote geheim van de tijd moeten zoeken in de verste diepten van het heelal. Daar kijken we immers zó ver terug in de tijd dat we getuige zijn van beelden van vlak na het eer ste begin, vijftien miljard jaar gele den, toen het heelal ontstond. Men neemt aan dat toen ook de tijd 'een aanvang' nam. Hoe groter de afstand des te ver der kijken we terug in de tijd. Dat heeft niet alleen iets met afstand te maken maar ook met het licht dat zich met een eindige snelheid (300.000 kilometer per seconde) voortbeweegt. ster op 51 PARIJS (AP) - Het Europese Ruim tevaart Agentschap (ESA) tekent deze maand een overeenkomst met de Sovjetunie die moet leiden tot sa menwerking in het onderzoek in de ruimte. De directeur-generaal van de ESA, Reimar Luest, noemde de overeenkomst een "belangrijke stap voorwaarts. De Sovjetunie heeft een lange ervaring in de ruim te en deze samenwerking zal beide partijen goed doen". Het akkoord voorziet in gezamenlijk onderzoek van het zonnestelsel, aardobserva tie en astronomie vanuit de ruimte. Striptekenaar Albert Uderzo's held Obelix nadert een zwart gat en wordt in dwarsrichting geplet en in de lengterichting uitgerekt. (Gpd> Kijken we naar ee lichtjaar afstand dan een tijd dat bij ons de Tweede We reldoorlog begon. Zou de aarde door wezens van een planeet bij die ster met behulp van een supertele scoop worden gadegeslagen, dan zien die wezens de Tweede Wereld oorlog ook daadwerkelijk begin- Sterk vervormd Hier hebben we dus twee 'tijdafhan- kelijke' maten: afstand en lichtsnel heid. Maar het wordt nog veel vreemder. Rond 1915 maakte Al- bert Einstein zijn relativiteitstheo rie bekend, de 'theorie van de be trekkelijkheden'. Eenvoudig ge zegd: de beelden die je om je heen waarneemt worden sterk vervormd door allerlei hoedanigheden zoals bewegingen en zwaartekracht. Einstein zocht naar één uniforme, wiskundige beschrijving voor alle natuurwetten ongeacht gesteldheid of beweging. Zijn theorieën leerden dat tijd maar relatief is. In een ruim teschip dat zich met bijna de licht snelheid voortbeweegt, schrijdt de tijd veel langzamer voort dan op aarde. Zó traag dat je, stel dat het mogelijk was vanaf de aarde in zo'n ruimteschip te kijken, met eigen ogen zou kunnen waarnemen dat de klepel van een koekoeksklok inder daad maanden tot jaren nodig zou hebben om één enkele slag te ma ken. Bijna als vanzelf rolde er nog iets heel belangrijks tevoorschijn uit Einsteins becijferingen: zwaarte kracht. In de moderne versies van Einsteins relativiteitstheorie zijn de hemellichamen, groot en klem, niets anders dan vervormingen, 'kuilen' in het 'vlak' waar tijd en ruimte de twee dimensies vormen. Hoe groter de massa des te dieper de kuil is en bij een 'zwart gat', dat zó ontstellend zwaar is dat zelfs het licht er niet meer uit kan ontsnap pen, is die kuil oneindig diep. Een aantal geleerden beschouwt een dergelijk object als een soort 'tunnel' naar een totaal andere tijd. Het vervelende is alleen dat de 'overgang' naar die andere tijd be paald niet zonder kleerscheuren ge maakt zal kunnen worden. Geplet en uitgerekt Reeds wanneer we de rand van de 'mond' van die relativistische stof zuiger beginnen te naderen worden we in de dwarsrichting geplet en in de lengterichting steeds verder uit gerekt als gevolg van de gigantische versnelling. Het vreemde is dat de achterblijvers het sterk vervormde beeld van het ongelukkige ruimte schip tot in der eeuwigheid zullen blijven zien op de 'rand' van tijd en ruimte. Wat er intussen aan boord ge beurt gedurende de vernietigend snelle, tijdloze tocht naar de centra le 'motor' in dat spookachtige ob ject is al helemaal onvoorspelbaar. Temidden van al deze, op zich best interessante speculaties, is de vraag onbeantwoord gebleven waarheen we nu precies gaan met de tijd. Is er trouwens, met al die zwarte gaten en andere relativis tisch zware jongens, eigenlijk niet sprake van 'een heleboel tijden'? Het zijn vragen die zijn komen te liggen op het terrein van de kosmo logie (de leer van de wordingstoe stand en ontwikkeling van het heel al) en iemand die op dit gebied we reldfaam heeft verworven is de Amerikaanse geleerde Stephen Hawking. 'Big crunch' Hawking meent de richting van de tijd te kunnen beschrijven. Hij schreef er een best-seller over: 'A Brief History of Time' waarin hij on der meer kosmologen oproept hun aandacht meer te concentreren op een combinatie van relativiteit en deeltjesfysica. Want, zo stelt hij, in het kleine liggen de geheimen van het immens grote verborgen. 'Waarom' zo vraagt Hawking zich af, 'was het heelal zo geordend tij dens het begin (de 'Big Bang') en waarom is er nu niet sprake van to tale wanorde?' De 'pijl van de tijd' wijst volgens Hawking van orde naar wanorde welke laatste steeds groter wordt naarmate het heelal verder expan deert en maximaal als het heelal weer inkrimpt (de 'Big Crunch'). Die verhouding is niet alleen op kosmische schaal maar ook op onze planeet aanwezig. Hawking denkt dat de gewaar wording van tijd door de mens en kel en alleen een psychologisch ge volg is van het als het ware 'nege ren' van de verhouding tussen orde en wanorde. Kijkend naar de groeiende afval bergen om ons heen lijkt hij de spij ker op z'n kop te slaan. En als het oneindige, maar door tijd en relati viteit toch begrensde heelal weer gaat inkrimpen, wat volgens Haw king vroeg of laat zal gebeuren, gaan onze klokken dan achteruit lo pen? Zal groei dan omslaan in 'te- gengroei'? Want dat is de toekomst van de tijd: wanorde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 15