'Eerst spelen we een stukje ska, dan de polka'
'Een orgel, mevrouw, moet stralen'
Solo met cryptische beelden
KLASSIEK I Paul Korenhof
Van Immerseel
Waterig
DDD-ziekte
PAGINA 44
ZATERDAG 14 APRIL 1990
Les Négresses Vertes veroveren Edison met muzikale ratatouille
t goed, voelen, doen i
Schijnbaar vanuit het niets
is Frankrijk opeens mee
gaan doen in popiand. Met
La Mano Negra en Les
Négresses Vertes, twee
steyk verwante groepen,
werd menigeen duidelijk
dat ook in het land van
wijn, stokbrood en
alpinopetten muziek
gemaakt wordt.
La Mano Negra heeft
inmiddels een flinke hit
gescoord en Les Négresses
Vertes was afgelopen
weekend even in het land
om de hun toegekende
Edison op te halen. Zo'n
uitreiking is niets voor Les
Négresses Vertes.
door
Jacob Haagsma
HILVERSUM - Terwijl buiten de
zon fel schijnt, zitten de acht Nege
rinnetjes in studio 21 wat ver
dwaasd voor zich uit te kijken. Ze
wachten tot ze hun liedje mogen
playbacken in Fantastico, het tele
visieprogramma van Robert Long,
die de Edison-winnaars in zijn pro
gramma van afgelopen week ont
ving.
De bandleden zijn druk bezig om
bij te komen van een lange nachte
lijke reis van Frankrijk, waar ze de
avond ervoor nog hebben opgetre
den, naar Hilversum, waar ze nog
wel een poosje verwijderd zijn van
de felbegeerde hotelbedden. Ter
wijl een omroepmedewerker zich
met de armen vol Edison-beeldjes
naar de studiovloer spoedt, Rob de
Nijs een bewonderaarster op leef
tijd van zich af tracht te schudden
en Chris DeBurgh hartelijk als al
tijd afscheid neemt van de receptio
nistes, laat accordeonist Matthias
zich meetronen naar een rustig
plekje om wat vragen te beantwoor
den.
Het is een vrolijk en gevarieerd
gezelschap, dat samen Les Négres
ses Vertes vormt. Acht muzikanten,
merendeels afkomstig uit de zuid-
Franse Camargue, merendeels van
gemengd bloed, en tesamen een le
vend pleidooi voor integratie zowel
op raciaal als op muzikaal gebied.
Op hun tamelijk spectaculaire de
buut 'Mlah' leidde hun onbevangen
kijk op de muzikale historie van
Frankrijk en de rest van de wereld
tot een fris, zonnig en spetterend
brouwsel. Met dit pittige mengel
moesje werd in de vorm van het hi
larische 'Zobie La Mouche' zelfs de
hitparade geïnfiltreerd.
Eerlijkheid
"Er zijn veel redenen waarom we zo
populair zijn", zegt Matthias. "Wij
komen tegemoet aan de verwach
tingen van allerlei mensen. En er zit
iets in onze muziek... niet puurheid,
maar een soort eerlijkheid. Wat we
doen, is in feite vrij simpel. En ons
akoestische geluid, dat doet het ook
goed. Plus het feit dat we er hard
voor werken, iedere keer weer. We
proberen alles zo goed mogelijk te
organiseren. Het is allemaal niet
perfect, maar...goed genoeg".
Les Negresses Vertes worden
vaak in een adem genoemd met La
Mano Negra, ook al zo'n vrolijk
groepje dat graag allerlei mifzikale
stijlen door elkaar husselt. "We zijn
van dezelfde generatie. Maar er is
verchil: zij zijn meer bezig met rock
'n' roll en wij meer met liedjes,
Franse liedjes. Wat wij doen is meer
gebaseerd op de Franse traditie. Nu
is het mengen van allerlei stijlen op
zich al een Franse traditie eri dat
doet La Mano Negra ook, maar wij
gaan meer uit van de stijlen die al
langer deel uitmaken van de Franse
cultuuur".
Wat vinden we bij nadere analyse
zoal terug in de hutspot, of nee: rata
touille die het gezelschap ons voor
zet? Franse chansons, Spaanse en
Italiaanse invloeden, Noordafri-
kaanse ritmes - in het bijzonder de
Algerijnse rai -, Carai'bische ritmes,
noem maar op. Volgens Matthias
liggen al deze muzikale deelgebie
den lang niet zo ver uit elkaar als je
op grond van hun regionale sprei
ding zou denken. "De ska- en
rocksteadybeat heeft veel van de
polka. Dus spelen we soms eerst
een stukje ska om dan door te gaan
met de polka. Voor een revolutio
nair lied".
Immigratie
Nu zijn al deze muzikale vormen
wel in Frankrijk terug te vinden -
dankzij de immigratie, die al even
zeer bij het land hoort als eerderge
noemde wijn, stokbrood en alpino
pet. Matthias is het eens met de stel
ling dat de band alleen al daardoor,
én door het feit dat de leden zonder
uitzondering van gemengde af
komst zijn, een statement tegen het
spook van racisme vormt, Matthias
zelf heeft een Italiaanse moeder,
verder circuleert er onder meer
Spaans, Pools en Algerijns bloed
door de aderen van de muzikanten.
(Zo krijg je vanzelf groene negerin-
Maar de groep is er niet op uit om
een boodschap op het publiek over
te brengen en daarom vindt Matthi
as het niet erg dat de meeste men
sen de Franse teksten wel niet kun
nen verstaan. "De mensen verstaan
wat ze willen verstaan. Het is niet
aan mij of de band om te zeggen:
denk dit. beweeg zo, luister daar
naar. Dat zijn onze zaken niet. Maar
ze voelen ongetwijfeld iets als ze
ons zien. Onze ambiance, onze ener
gie. Je hoeft geen Frans te kennen
om met ons mee te voelen. Toen we
jong waren luisterden we naar En
gelstalige muziek, zonder er ook
maar iets van te begrijpen. Geen
probleem".
Uit de rock 'n' roll heeft de band
wel iets opgepikt, maar niet zozeer
in muzikale zin. "We spelen onze
muziek alsof het rock 'n' roll is,
maar er is geen rock 'n' roll in onze
liedjes. Alleen in de intentie, in de
manier waarop we ze brengen. Maar
we zijn meer een soort orkest dan
een band, ook al omdat we akoes
tisch spelen. Ik denk dat iemand als
Jaques Brei nog intenser is dan een
rock 'n' roll-zanger. Meer passie. En
mensen als hij zingen over hele be
langrijke, elementaire zaken, over
het leven. Er zijn niet veel rockzan
gers die dat doen".
In haar uiterlijke verschijning - de
groezelige pakken, de bakkebaar
den - lijkt de groep beïnvloed te zijn
door de zogeheten Apachen, de jon
gerencultuur die tot de jaren vijftig
de straten van Parijs beheerste.
"Heel Parijs is erdoor beïnvloed,
maar het is nu ook weer niet zo dat
we er echt dingen van hebben over
genomen. We zijn zoals we zijn, zo
moet je het zien. Maar die cultuur is
er niet meer. Verdrongen door de
Nouvelle Vague: veel 'cleaner', veel
intellectueler".
Les Negresses Vertes gaan nogal
prat op hun straatcultuur: niet dat
ze nog op straat spelen, maar met
hun instrumentarium zouden ze
zonder probleem kunnen doen. Be
schouwt Matthias wat ze doen wel
als kunst? "Het is kunst, maar niet
op een conceptuele manier in ieder
geval. We spelen zoals we ons voe
len en als we ons niet goed voelen
doen we niets".
Thyssen-expositie
;in Den Bosch
I DEN HAAG (GPD) - Komend na-
jaar zijn twaalf topwerken uit de le-
gendarische collectie van kunstver-
zamelaar baron Hans-Heinrich
4 Thyssen-Bornemisza te zien in het
Noordbrabants Museum in Den
Bosch. De werken, waaronder het
beroemde schilderij 'Mata Mua' van
J Paul Gauguin, zullen deel uitmaken
I van de tentoonstellling 'Een feest
t van kleur: post-impressionisten uit
particuliere collecties'.
De totale expositie zal bestaan uit
s bijna honderd schilderijen uit na-
#tionaal en internationaal particulier
bezit die zelden of nooit in het open-
J baar zijn vertoond, aangevuld met
enkele bijzondere schilderijen uit
museale collecties.
I Baron Thyssen-Bornemisza heeft
toegezegd de officiële opening te
verrichten. Voorzover bekend, bezit
{Thyssen na de Britse koningin de
grootste particuliere kunstcollectie
ter wereld. Het is waarschijnlijk de
laatste keer dat de baron zo'n groot
aantal van zijn belangrijkste schil-
derijen uitleent. Het grootste deel
f van zijn collectie wordt aan het ein-
i de van dit jaar overgebracht naar
(Madrid.
Naast Mata Muta van Gauguin
worden uit de Thyssen-collectie on
der meer werken van Kandinsky.
Bonnard, Van Gogh, Ensor en Cé-»
zanne tentoongesteld.
'De Rode Bloem', theaterproduktie in de re
gie van Canci Geraedts en met Titus Tiel
Groenestegen in de belangrijkste rol. Pia
nist- Paul Komen. Gezien op 13 april in de
Leidse Schouwburg.
LEIDEN - Associatief samen
hangende theaterbeelden, ge
luidsfragmenten en tekstcitaten:
'De Rode Bloem' is het soort thea
ter dat van iedere toeschouwer af
zonderlijk verlangt met behulp
van dit materiaal zijn of haar ei
gen voorstelling te maken.
De titel van deze produktie ver
wijst naar een novelle van de Rus
sische schrijver Wsewolod
Garsin. Daarin projecteert een in
woner uit een krankzinnigenge
sticht zijn opvattaingen over het
kwaad in de wereld op drie klap
rozen in de tuin van de inrichting.
Wanneer die bloemen na veel
moeite door hem zijn geplukt
zijn (en daarmee 'dus' het kwaad
uitgeroeid) sterft de man in volle
tevredenheid.
Dit verhaal vertelt Titus Tiel
Groenestege in een ruimte die on
miskenbaar een gesticht voor
stelt. Terwijl er constant sprake is
van een gaan en komen van pa
tiënten die traag en gestileerd
zich voortbewegen, is Groeneste
ge als een niet nader aangeduide
buitenstaander aan het woord en
lijkt zich af en toe te identificeren
met de bloemen plukkende man
over wie hij vertelt. Zoals dit ver
haal de voorstellingswereld van
een geesteszieke man begrijpelijk
probeert te maken, zo wordt in
andere tekstfragmenten een po
ging ondernomen om de zeg
gingskracht van de schilderijen
van Vincent van Gogh en diens
scheppingsdrang onder woorden
te brengen. Daarmee contrasteert
dan weer de gekte van de Van
Gogh-kermis die aan bod komst
als Titus Tiel Groenestege ons
Van Gogh-koeken, -wijn, -shawls,
-stropdassen en -puzzels laat zien.
Een theatrale speurtocht naar
de drijfveren van een gedreven
mens (vooropgesteld dat dit hier
de bedoeling was) moet zijn eigen
uitdrukkingsvorm vinden. Ken
nelijk geïnspireerd door de
ideeënwereld van theatertheore
ticus Antonin Artaud heeft de re
gisseuse daartoe een veelheid van
weliswaar intrigerende, maar
vaak ook erg cryptische beelden
gecreëerd. Ongetwijfeld het re
sultaat van improvisaties waar je
als toeschouwer buiten staat. Dat
geeft de voorstelling onwillekeu
rig iets vrijblijvends, en laat een
gevoel van onbehagen achter.
WIJNAND ZEILSTRA'
Organist-dirigent Jan Schmitz (74) verlaat Hartebrugkerk
yfi t
LEIDEN Op de Eerste Paasdag na de Hoogmis zal de parochie
van de Hartebrugkerk op de Haarlemmerstraat zijn organist-diri
gent Jan Schmitz een receptie aanbieden om 11.45 uur in de Ro
manenzaal. Het is met spijt in het hart dat ze hem (op zijn eigen
verzoek) laten gaan. Hij verkeert met zijn 74 jaren nog in goede ge
zondheid, maar terwijl zijn leeftijdgenoten het rustig aan kunnen
doen, had deze musicus zijn wekelijks terugkerende reizen naar
Leiden (hij woont in Den Haag), zijn koorrepetities en zijn dubbel
functie als organist en dirigent tijdens de Hoogmis, iedere zondag
opnieuw. Met ihgang van tweede paasdag kan hij vrij over zijn tijd
beschikken.
Een portret.
piepenbroek: Ouverture "De Vo
gels" - Marsyas, suite - Hymne -
Elektra, suite. Emmy Verhey
(viool). Residentie Orkest o.l.v.
Hans Vonk. Chandos CHAN 8821.
Alleen maar hele oude (Sweelinck)
6f heel moderne Nederlandse mu-
£iek op cd's verkrijgbaar? Daarin
Jijkt nu dankzij de inspanningen
%-an Theo Muller, artistiek directeur
tan het Residentie Orkest, verande-
fing te komen. Nog maar nauwe-
B.lks in functie wist hij het Engelse
jabel Chandos te interesseren in
niemand minder dan Alphons Die-
fcenbrock (1862-1921), door velen
feezien als de belangrijkste Neder
landse componist van de afgelopen
iweehonderd jaar. Chandos. dat
gich in tien jaar tijd ontwikkeld heft
tot een toonaangevend label met
ëen breed repertoire en opvallend
patuurlijke opnamen, zag wel iets in
lo'n onbekende Nederlander en
Inaakte een plan voor drie cd's,
'aarvan kort geleden de eerste op
e markt kwam. Het werd een boei
ende kennismaking met muziek die
aansluit bij de 'kleinere' Franse en
Duitse romantici uit de tweede helft
Fan de vorige eeuw. In plaats van de
exuberantie van Mahler en Strauss
poren we een soort 'geromantiseerd
•lassicisme', alles keurig netjes be-
fedeneerd en met niet al te veel
émoties. Het is echter onmisken
baar vakkundig geschreven muziek
én zeker niet ongeïnspireerd, en dat
feeldt vooral voor DiepenbrQcks be
kendste werk, de toneelmuziek bij
ffilektra) van Sophokles, waaruit de
Joor prof. Reeser samengestelde
suite werd opgenomen. De Mar-
(yas-suite en de ouverture De Vo
gels (Diepenbrock was van huis uit
elassicus!) ademen dezelfde vak
kundige, beheerste stijl, maar de
(Hymne) voor viool en orkest blijft
(vat zweverig, mogelijk omdat Em-
yiy Verhey toch iets zinderends
jpiist. waardoor de muziek wat wate-
fig blijft. Over het algemeen goede
prestaties van het Haagse orkest,
èen grote inzet van Vonk en de
{oortreffelijke opname doen de
■est.
Mahler: Symfonieën nrs. 1-10.
Martina Arroyo, Edith Mathis, El
sie Morison, Erna Spoorenberg
(sopraan), Julia Hamari, Norma
Het lijkt wel voorbeschikt dat de
man die hem zo'n zeventien jaar ge
leden opmerkzaam maakte op de
vacante betrekking van organist-di-
Jos van Immerseel.
Procter, Marjorie Thomas (alt),
Donald Grobe (tenor), Dietrich
Fischer-Dieskau (bariton), Franz
Crass (bas), diverse koren, Symfo
nie-orkest van de Bayerische
Rundfunk o.l.v. Rafael Kubelik.
DG 429 04-2 (10 cd's).
CD's zijn duur en voor de 'grote
symfonieën van Mahler betaalt men
gauw honderd gulden per stuk.
Daarom nu extra aandacht voor een
heruitgave van een complete Ma-
hler-cyclus van rond 1970, verkrijg
baar voor de totaalprijs van circa
tweehonderd gulden. Daarvoor
krijgt men natuurlijk geen digitale
opnamen, maar dat hoeft ook niet.
Ik heb altijd medelijden met mu
ziekliefhebbers die aan de DDD-
ziekte lijden en niet horen dat een
goede analoge opname (ADD of
AAD) soms veel beter klinkt dan
menige digitale versie. Sterker nog:
het woordje 'digitaal' zegt absoluut
niets over de opname of de kwalitpit
daarvan, doch alleen iets over het
daarbij toegepaste procédé. Dat
verschil kan hoorbaar worden in
iets meer helderheid of de totale af
wezigheid van ruis (een digitale op
name kan daardoor ook afgrijselijk
doods en analytisch worden), maar
vaak is het verschil onder normale
omstandigheden niet eens te mer
ken. (Het ergste is dat handige lie
den hierop inspelen en (goedkope
DDD-opnamen' uitbrengen van een
geluidskwaliteit om van te huilen -
om over de kwaliteit van de uitvoe
ringen maar te zwijgen).
Uitzonderingen bevestigen de re
gel en natuurlijk bestaan er ook
kwalitatief uitstekende DDD-opna
men in lagere prijsklassen, maar de
echte muziekliefhebbers zal hope
lijk op zijn oren afgaan en niet op
drie kleine lettertjes op een doosje.
Voor die liefhebbers zijn deze opna
men die Kubilik twintig jaar gele
den in München maakte en die bij
een nog steeds voortreffelijke ge
luidskwaliteit leidden tot een Ma-
hler-cyclus (inclusief het Adagio uit
de Tiende), die als geheel nog steeds
tot de beste registraties gerekend
moet worden. Van vrijwel iedere
symfonie kan wel'een nog betere
uitvoering gevonden worden maar
ik ken geen complete cyclus die ik
liever zou aanbevelen. Het vinden
van gelijkwaardige uitvoeringen
van de Zesde en Zevende wordt al
moeilijk, maar van de Achtste ken
ik zeker geen cd-versie die die van
Kübilik overtreft. En dan voor die
prijs....
Schubert: Die schone IVIüllërin.
Hein Meens (tenor), Jos van Im
merseel (fortepiano). Globe GLO
5022.
Schubert: Winterreise. Max van
Egmond (bariton), Jos van Immer
seel (fortepiano). CCS 0190.
Het lijkt de omgekeerde wereld,
maar deze twee liederencycli van
Schubert breng ik ditmaal vooral
onder de aandacht vanwege de be
geleiding. Schubert op een fortepia
no is niet gewoon meer, maar het is
wel opmerkelijk als dezelfde pianist
met hetzelfde instrument op twee
verschillende merken met twee ver
schillende solisten twee verschil
lende cycli op zo'n instrument ho
ren begeleiden. Van Immerseel
doet dat voortreffelijk met een hoe
veelheid kleuren en schakeringen
die we nog enkele jaren geleden ooit
van zo'n 'primitief instrument ver
wacht zouden hebben. Wie daar een
heel mooi voorbeeld van wil horen,
beluistere 'Der Leiermann', het
laatste lied uit de cyclus 'Winterrei
se', waar hij erin slaagt uit zijn in
strument (en Clarke uit 1988, kopie
van een Walter uit 1790) de klanken
van een buikorgeltje op te roepen.
Heel fraai!
In beide gevallen lijkt het of de
solisten zich heel paradoxaal naar
hun begeleider richten, waarbij de
combinatie Meens-Immerseel in
'Die schone Müllerin' het beste re-
slutaat oplevert. Hun benadering is
doortrokken van melancholie en in
gehouden lyriek, en hoewel ik de
stem van tenor Hein Meens aanvan
kelijk ietwat kleurloos en niet
overal even gaaf vond, ben ik deze
benadering steeds meer gaan waar
deren. Hier horen we een vertolking
van een zeldzame homogeniteit,
misschien te intiem voor de con
certzaal, maar uitermate fraai in een
schemerige huiskamer.
Ook in 'Winterreise', de eerste uit
gave op het nieuwe label Channel
Classics, treft de 'kleine' benade
ring, maar hier overtuigde het resul
taat mij minder. Immerseel is
prachtig, maar Van Egmond lijkt
wel in de microfoon te willen krui
pen en neemt zijn stem soms zover
terug dat er bijna geen klank meer
op zit. Heel merkwaardig is boven
dien zijn frasering met een soms ui
terst ongewone ritmiek. Bewonde
raars van deze Nederlandse bariton
zullen ongetwijfeld blij zijn met de
ze uitgave, maar mijn interesse
bleef vooral uitgaan naar Jos van
Immerseel.
door
Monica Schiks
rigent, René Verhoeff, na Pasen de
dirigeerstok overneemt. De andere
functie, die van organist, zal worden
bekleed door Folkert Grondsma,
vriend van Jan Schmitz en evenals
Verhoeff een bekende naam.
René Verhoeff zal het koor nieuw
leven in moeten blazen. Het door
Jan Schmitz tot bloei gebrachte
Caeciliakoor, toentertijd een van de
mooiste kerkkoren in Leiden met
een uitgebreid repertoire aan, mis
sen en motetten, is de laatste jaren
vergrijsd en verspreid als kaf in de
wind. Veel animo om iedere zondag
weer opnieuw de mis te zingen is er
niet. "Je krijgt er niemand meer
bij", zegt Jan Schmitz. "Jongelui
komen niet naar de kerk. Studenten
zijn net wakker tegen die tijd. Er
biijft zo weinig over. Net een zaak
die failliet gaat. Het sloopt je ge
woon dat je er niemand bij krijgt.
Toen dacht ik: laat ik ermee stop
pen, het is wel genoeg geweest".
Over orgels is hij anders nog niet
uitgepraat. "Als klein jongetje ging
ik elke zondag mee naar het koor
waarin mijn vader zong. Omdat er
weinig plaats was, werd ik altijd op
de orgelbank gezet en zo heb ik van
jongs af aan die indrukken als het
ware met de paplepel meegekregen.
Op een goed moment trok ik eens
de stoute schoenen aan en probeer
de op het orgel te spelen, wat ik de
organist had zien doen. Onder aan
moediging van de organist ben ik
toen steeds meer gaan spelen. Eerst
Marialiedjes, laten kwamen de mis
sen en op het laatst verving ik de or
ganist. ik mocht van mijn vader niet
in de muziek: 'Daar is niets aan te
verdienen, ga jij maar bij Schoevers
boekhouden studeren'. Maar daar
had ik geen zin in en stiekem heb ik
lessen genomen en mijn eerste exa
men gedaan".
Van zijn leermeester en vriend
Flor Peeters, bekend Belgisch com
ponist en organist die drie jaar gele
den is overleden, heeft hij de liefde
voor de Franse romantische en mo
derne orgelschool meegekregen.
Op gelukzalige en bijna eerbiedige
fluistertoon: "Jaaa, dat is préchtig!"
Veelvuldig heeft hij dan ook reizen
naar Frankrijk ondernomen om er
orgels te beluisteren en te bespelen,
onder meer dat van de St. Clotilde
in Parijs, het orgel waar de grond
legger van deze traditie César
Franck op gespeeld en geïmprovi
seerd heeft.
"Als U eens in Parijs bent, me
vrouw, moet u beslist daar naar toe
gaan. Dat vind ik het mooiste orgel
van Parijs, met registers, warm en
fluwelig van toon".
Zwelkast
Dat de Hartebrugkerk een roman
tisch orgel bezat met een schitteren
de klank was een mooie samenloop
van omstandigheden. "Ook al heeft
het natuurlijk geen zwelkast en te
Jan Schmitz bij zijn huisorgel.
weinig vulstemmen, in zijn totali
teit is het een mooi orgel. Dat is ook
te danken aan de prachtige akoes
tiek van de kerk. Dat móet een orgel
hebben: een orgel, mevrouw, moet
stralen!"' Jammer genoeg was het
tot op de draad versleten. "Toen ik
het voor het eerst 2ag, dacht ik: nou,
dat ziet er niet gek uit, mooi front!
Maar ja, toen ging ik spelen en toen
dacht ik, de klank is mooi, maar de
rest...poehh. Het was net een oude
jas, je past hier nog wat aan en lapt
daar wat op, maar op een gegeven
moment is het op. Dan moet het he
lemaal gerestaureerd worden".
Om dit kleine, maar mooie Maar-
schalkerweertorgel uit 1877 voor
het nageslacht te bewaren heeft Jan
Schmitz ware gevechten moeten le
veren om goedkeuring te krijgen
van Monumentenzorg. De eerste
25.000 gulden heeft hij bij elkaar ge
kregen door het organiseren van or
gelconcerten, waarbij hij bekende
solisten overhaalde om mee te wer-
(foto Klaar Schipper)
ken. "Caroline Kaart en Marco Bak
ker heb ik gehad. Mensenkinderen,
dat werd goed bezocht! Jaa, dat
trok!". Tegenwoordig zijn er zoveel
orgelconcerten dat de toeloop be
droevend is. Zeker in vergelijking
met het buitenland, waart in de
Notre Dame in Parijs elke zondag
middag duizenden mensen de eer
biedwaardige kathedraal binnen
stromen om naar het orgel te luiste
ren. Meer publiek zou er misschien
komen als het interessanter wordt
gemaakt. Door bijvoorbeeld inter
pretatieconcerten te houden waar
bij dezelfde werken door verschil
lende organisten worden geïnter
preteerd. Het repertoire zou iets
meer gevariëerd kunnen worden
met laat-Franse en hedendaagse
muziek. Er zou meer geïmprovi
seerd kunnen worden. Jan Schmitz
houdt niet op erover te fantaseren.
Voorlopig lijkt het er alleen maar op
dat deze levenskrachtige maestro
nu tijd heeft om zich weer eens fijn
met muziek bezig te houden.
België stopt bijdrage Stichting Vertalingen
DENHAAG/BRUSSEL (ANP) - De Belgische minister van cultuur, De-
wael, wil niet meer meebetalen aan het werk van de Stichting Vertalingen
in Amsterdam. Deze stichting, die vertalingen maakt van Nederlands en
Vlaams literair werk, werd tot nog toe door Nederland en België samen ge
financierd. Dewael vindt onder meer dat de stichting te weinig aan het
Vlaamse werk doet.
Een woordvoerster van WVC heeft dat gisteren bevestigd. Ze zei dat nog
bestudeerd moet worden hoe de stichting verder moet worden gehand
haafd. Door de beslissing van Dewael is ongeveer een derde van het voor
de stichting beschikbare geld weggevallen.
Behalve meer aandacht voor Vlaams werk, had Dewael ook graag inte
gratie van de Stichting Vertalingen in de Nederlandse Taalunie gewild. De
voorzitter en directeur van de Stichting, De Wit, zou zich daar altijd tegen
hebben verzet.