'Eerst spelen we een stukje ska, dan de polka' 'Een orgel, mevrouw, moet stralen' Solo met cryptische beelden KLASSIEK I Paul Korenhof Van Immerseel Waterig DDD-ziekte PAGINA 44 ZATERDAG 14 APRIL 1990 Les Négresses Vertes veroveren Edison met muzikale ratatouille t goed, voelen, doen i Schijnbaar vanuit het niets is Frankrijk opeens mee gaan doen in popiand. Met La Mano Negra en Les Négresses Vertes, twee steyk verwante groepen, werd menigeen duidelijk dat ook in het land van wijn, stokbrood en alpinopetten muziek gemaakt wordt. La Mano Negra heeft inmiddels een flinke hit gescoord en Les Négresses Vertes was afgelopen weekend even in het land om de hun toegekende Edison op te halen. Zo'n uitreiking is niets voor Les Négresses Vertes. door Jacob Haagsma HILVERSUM - Terwijl buiten de zon fel schijnt, zitten de acht Nege rinnetjes in studio 21 wat ver dwaasd voor zich uit te kijken. Ze wachten tot ze hun liedje mogen playbacken in Fantastico, het tele visieprogramma van Robert Long, die de Edison-winnaars in zijn pro gramma van afgelopen week ont ving. De bandleden zijn druk bezig om bij te komen van een lange nachte lijke reis van Frankrijk, waar ze de avond ervoor nog hebben opgetre den, naar Hilversum, waar ze nog wel een poosje verwijderd zijn van de felbegeerde hotelbedden. Ter wijl een omroepmedewerker zich met de armen vol Edison-beeldjes naar de studiovloer spoedt, Rob de Nijs een bewonderaarster op leef tijd van zich af tracht te schudden en Chris DeBurgh hartelijk als al tijd afscheid neemt van de receptio nistes, laat accordeonist Matthias zich meetronen naar een rustig plekje om wat vragen te beantwoor den. Het is een vrolijk en gevarieerd gezelschap, dat samen Les Négres ses Vertes vormt. Acht muzikanten, merendeels afkomstig uit de zuid- Franse Camargue, merendeels van gemengd bloed, en tesamen een le vend pleidooi voor integratie zowel op raciaal als op muzikaal gebied. Op hun tamelijk spectaculaire de buut 'Mlah' leidde hun onbevangen kijk op de muzikale historie van Frankrijk en de rest van de wereld tot een fris, zonnig en spetterend brouwsel. Met dit pittige mengel moesje werd in de vorm van het hi larische 'Zobie La Mouche' zelfs de hitparade geïnfiltreerd. Eerlijkheid "Er zijn veel redenen waarom we zo populair zijn", zegt Matthias. "Wij komen tegemoet aan de verwach tingen van allerlei mensen. En er zit iets in onze muziek... niet puurheid, maar een soort eerlijkheid. Wat we doen, is in feite vrij simpel. En ons akoestische geluid, dat doet het ook goed. Plus het feit dat we er hard voor werken, iedere keer weer. We proberen alles zo goed mogelijk te organiseren. Het is allemaal niet perfect, maar...goed genoeg". Les Negresses Vertes worden vaak in een adem genoemd met La Mano Negra, ook al zo'n vrolijk groepje dat graag allerlei mifzikale stijlen door elkaar husselt. "We zijn van dezelfde generatie. Maar er is verchil: zij zijn meer bezig met rock 'n' roll en wij meer met liedjes, Franse liedjes. Wat wij doen is meer gebaseerd op de Franse traditie. Nu is het mengen van allerlei stijlen op zich al een Franse traditie eri dat doet La Mano Negra ook, maar wij gaan meer uit van de stijlen die al langer deel uitmaken van de Franse cultuuur". Wat vinden we bij nadere analyse zoal terug in de hutspot, of nee: rata touille die het gezelschap ons voor zet? Franse chansons, Spaanse en Italiaanse invloeden, Noordafri- kaanse ritmes - in het bijzonder de Algerijnse rai -, Carai'bische ritmes, noem maar op. Volgens Matthias liggen al deze muzikale deelgebie den lang niet zo ver uit elkaar als je op grond van hun regionale sprei ding zou denken. "De ska- en rocksteadybeat heeft veel van de polka. Dus spelen we soms eerst een stukje ska om dan door te gaan met de polka. Voor een revolutio nair lied". Immigratie Nu zijn al deze muzikale vormen wel in Frankrijk terug te vinden - dankzij de immigratie, die al even zeer bij het land hoort als eerderge noemde wijn, stokbrood en alpino pet. Matthias is het eens met de stel ling dat de band alleen al daardoor, én door het feit dat de leden zonder uitzondering van gemengde af komst zijn, een statement tegen het spook van racisme vormt, Matthias zelf heeft een Italiaanse moeder, verder circuleert er onder meer Spaans, Pools en Algerijns bloed door de aderen van de muzikanten. (Zo krijg je vanzelf groene negerin- Maar de groep is er niet op uit om een boodschap op het publiek over te brengen en daarom vindt Matthi as het niet erg dat de meeste men sen de Franse teksten wel niet kun nen verstaan. "De mensen verstaan wat ze willen verstaan. Het is niet aan mij of de band om te zeggen: denk dit. beweeg zo, luister daar naar. Dat zijn onze zaken niet. Maar ze voelen ongetwijfeld iets als ze ons zien. Onze ambiance, onze ener gie. Je hoeft geen Frans te kennen om met ons mee te voelen. Toen we jong waren luisterden we naar En gelstalige muziek, zonder er ook maar iets van te begrijpen. Geen probleem". Uit de rock 'n' roll heeft de band wel iets opgepikt, maar niet zozeer in muzikale zin. "We spelen onze muziek alsof het rock 'n' roll is, maar er is geen rock 'n' roll in onze liedjes. Alleen in de intentie, in de manier waarop we ze brengen. Maar we zijn meer een soort orkest dan een band, ook al omdat we akoes tisch spelen. Ik denk dat iemand als Jaques Brei nog intenser is dan een rock 'n' roll-zanger. Meer passie. En mensen als hij zingen over hele be langrijke, elementaire zaken, over het leven. Er zijn niet veel rockzan gers die dat doen". In haar uiterlijke verschijning - de groezelige pakken, de bakkebaar den - lijkt de groep beïnvloed te zijn door de zogeheten Apachen, de jon gerencultuur die tot de jaren vijftig de straten van Parijs beheerste. "Heel Parijs is erdoor beïnvloed, maar het is nu ook weer niet zo dat we er echt dingen van hebben over genomen. We zijn zoals we zijn, zo moet je het zien. Maar die cultuur is er niet meer. Verdrongen door de Nouvelle Vague: veel 'cleaner', veel intellectueler". Les Negresses Vertes gaan nogal prat op hun straatcultuur: niet dat ze nog op straat spelen, maar met hun instrumentarium zouden ze zonder probleem kunnen doen. Be schouwt Matthias wat ze doen wel als kunst? "Het is kunst, maar niet op een conceptuele manier in ieder geval. We spelen zoals we ons voe len en als we ons niet goed voelen doen we niets". Thyssen-expositie ;in Den Bosch I DEN HAAG (GPD) - Komend na- jaar zijn twaalf topwerken uit de le- gendarische collectie van kunstver- zamelaar baron Hans-Heinrich 4 Thyssen-Bornemisza te zien in het Noordbrabants Museum in Den Bosch. De werken, waaronder het beroemde schilderij 'Mata Mua' van J Paul Gauguin, zullen deel uitmaken I van de tentoonstellling 'Een feest t van kleur: post-impressionisten uit particuliere collecties'. De totale expositie zal bestaan uit s bijna honderd schilderijen uit na- #tionaal en internationaal particulier bezit die zelden of nooit in het open- J baar zijn vertoond, aangevuld met enkele bijzondere schilderijen uit museale collecties. I Baron Thyssen-Bornemisza heeft toegezegd de officiële opening te verrichten. Voorzover bekend, bezit {Thyssen na de Britse koningin de grootste particuliere kunstcollectie ter wereld. Het is waarschijnlijk de laatste keer dat de baron zo'n groot aantal van zijn belangrijkste schil- derijen uitleent. Het grootste deel f van zijn collectie wordt aan het ein- i de van dit jaar overgebracht naar (Madrid. Naast Mata Muta van Gauguin worden uit de Thyssen-collectie on der meer werken van Kandinsky. Bonnard, Van Gogh, Ensor en Cé-» zanne tentoongesteld. 'De Rode Bloem', theaterproduktie in de re gie van Canci Geraedts en met Titus Tiel Groenestegen in de belangrijkste rol. Pia nist- Paul Komen. Gezien op 13 april in de Leidse Schouwburg. LEIDEN - Associatief samen hangende theaterbeelden, ge luidsfragmenten en tekstcitaten: 'De Rode Bloem' is het soort thea ter dat van iedere toeschouwer af zonderlijk verlangt met behulp van dit materiaal zijn of haar ei gen voorstelling te maken. De titel van deze produktie ver wijst naar een novelle van de Rus sische schrijver Wsewolod Garsin. Daarin projecteert een in woner uit een krankzinnigenge sticht zijn opvattaingen over het kwaad in de wereld op drie klap rozen in de tuin van de inrichting. Wanneer die bloemen na veel moeite door hem zijn geplukt zijn (en daarmee 'dus' het kwaad uitgeroeid) sterft de man in volle tevredenheid. Dit verhaal vertelt Titus Tiel Groenestege in een ruimte die on miskenbaar een gesticht voor stelt. Terwijl er constant sprake is van een gaan en komen van pa tiënten die traag en gestileerd zich voortbewegen, is Groeneste ge als een niet nader aangeduide buitenstaander aan het woord en lijkt zich af en toe te identificeren met de bloemen plukkende man over wie hij vertelt. Zoals dit ver haal de voorstellingswereld van een geesteszieke man begrijpelijk probeert te maken, zo wordt in andere tekstfragmenten een po ging ondernomen om de zeg gingskracht van de schilderijen van Vincent van Gogh en diens scheppingsdrang onder woorden te brengen. Daarmee contrasteert dan weer de gekte van de Van Gogh-kermis die aan bod komst als Titus Tiel Groenestege ons Van Gogh-koeken, -wijn, -shawls, -stropdassen en -puzzels laat zien. Een theatrale speurtocht naar de drijfveren van een gedreven mens (vooropgesteld dat dit hier de bedoeling was) moet zijn eigen uitdrukkingsvorm vinden. Ken nelijk geïnspireerd door de ideeënwereld van theatertheore ticus Antonin Artaud heeft de re gisseuse daartoe een veelheid van weliswaar intrigerende, maar vaak ook erg cryptische beelden gecreëerd. Ongetwijfeld het re sultaat van improvisaties waar je als toeschouwer buiten staat. Dat geeft de voorstelling onwillekeu rig iets vrijblijvends, en laat een gevoel van onbehagen achter. WIJNAND ZEILSTRA' Organist-dirigent Jan Schmitz (74) verlaat Hartebrugkerk yfi t LEIDEN Op de Eerste Paasdag na de Hoogmis zal de parochie van de Hartebrugkerk op de Haarlemmerstraat zijn organist-diri gent Jan Schmitz een receptie aanbieden om 11.45 uur in de Ro manenzaal. Het is met spijt in het hart dat ze hem (op zijn eigen verzoek) laten gaan. Hij verkeert met zijn 74 jaren nog in goede ge zondheid, maar terwijl zijn leeftijdgenoten het rustig aan kunnen doen, had deze musicus zijn wekelijks terugkerende reizen naar Leiden (hij woont in Den Haag), zijn koorrepetities en zijn dubbel functie als organist en dirigent tijdens de Hoogmis, iedere zondag opnieuw. Met ihgang van tweede paasdag kan hij vrij over zijn tijd beschikken. Een portret. piepenbroek: Ouverture "De Vo gels" - Marsyas, suite - Hymne - Elektra, suite. Emmy Verhey (viool). Residentie Orkest o.l.v. Hans Vonk. Chandos CHAN 8821. Alleen maar hele oude (Sweelinck) 6f heel moderne Nederlandse mu- £iek op cd's verkrijgbaar? Daarin Jijkt nu dankzij de inspanningen %-an Theo Muller, artistiek directeur tan het Residentie Orkest, verande- fing te komen. Nog maar nauwe- B.lks in functie wist hij het Engelse jabel Chandos te interesseren in niemand minder dan Alphons Die- fcenbrock (1862-1921), door velen feezien als de belangrijkste Neder landse componist van de afgelopen iweehonderd jaar. Chandos. dat gich in tien jaar tijd ontwikkeld heft tot een toonaangevend label met ëen breed repertoire en opvallend patuurlijke opnamen, zag wel iets in lo'n onbekende Nederlander en Inaakte een plan voor drie cd's, 'aarvan kort geleden de eerste op e markt kwam. Het werd een boei ende kennismaking met muziek die aansluit bij de 'kleinere' Franse en Duitse romantici uit de tweede helft Fan de vorige eeuw. In plaats van de exuberantie van Mahler en Strauss poren we een soort 'geromantiseerd •lassicisme', alles keurig netjes be- fedeneerd en met niet al te veel émoties. Het is echter onmisken baar vakkundig geschreven muziek én zeker niet ongeïnspireerd, en dat feeldt vooral voor DiepenbrQcks be kendste werk, de toneelmuziek bij ffilektra) van Sophokles, waaruit de Joor prof. Reeser samengestelde suite werd opgenomen. De Mar- (yas-suite en de ouverture De Vo gels (Diepenbrock was van huis uit elassicus!) ademen dezelfde vak kundige, beheerste stijl, maar de (Hymne) voor viool en orkest blijft (vat zweverig, mogelijk omdat Em- yiy Verhey toch iets zinderends jpiist. waardoor de muziek wat wate- fig blijft. Over het algemeen goede prestaties van het Haagse orkest, èen grote inzet van Vonk en de {oortreffelijke opname doen de ■est. Mahler: Symfonieën nrs. 1-10. Martina Arroyo, Edith Mathis, El sie Morison, Erna Spoorenberg (sopraan), Julia Hamari, Norma Het lijkt wel voorbeschikt dat de man die hem zo'n zeventien jaar ge leden opmerkzaam maakte op de vacante betrekking van organist-di- Jos van Immerseel. Procter, Marjorie Thomas (alt), Donald Grobe (tenor), Dietrich Fischer-Dieskau (bariton), Franz Crass (bas), diverse koren, Symfo nie-orkest van de Bayerische Rundfunk o.l.v. Rafael Kubelik. DG 429 04-2 (10 cd's). CD's zijn duur en voor de 'grote symfonieën van Mahler betaalt men gauw honderd gulden per stuk. Daarom nu extra aandacht voor een heruitgave van een complete Ma- hler-cyclus van rond 1970, verkrijg baar voor de totaalprijs van circa tweehonderd gulden. Daarvoor krijgt men natuurlijk geen digitale opnamen, maar dat hoeft ook niet. Ik heb altijd medelijden met mu ziekliefhebbers die aan de DDD- ziekte lijden en niet horen dat een goede analoge opname (ADD of AAD) soms veel beter klinkt dan menige digitale versie. Sterker nog: het woordje 'digitaal' zegt absoluut niets over de opname of de kwalitpit daarvan, doch alleen iets over het daarbij toegepaste procédé. Dat verschil kan hoorbaar worden in iets meer helderheid of de totale af wezigheid van ruis (een digitale op name kan daardoor ook afgrijselijk doods en analytisch worden), maar vaak is het verschil onder normale omstandigheden niet eens te mer ken. (Het ergste is dat handige lie den hierop inspelen en (goedkope DDD-opnamen' uitbrengen van een geluidskwaliteit om van te huilen - om over de kwaliteit van de uitvoe ringen maar te zwijgen). Uitzonderingen bevestigen de re gel en natuurlijk bestaan er ook kwalitatief uitstekende DDD-opna men in lagere prijsklassen, maar de echte muziekliefhebbers zal hope lijk op zijn oren afgaan en niet op drie kleine lettertjes op een doosje. Voor die liefhebbers zijn deze opna men die Kubilik twintig jaar gele den in München maakte en die bij een nog steeds voortreffelijke ge luidskwaliteit leidden tot een Ma- hler-cyclus (inclusief het Adagio uit de Tiende), die als geheel nog steeds tot de beste registraties gerekend moet worden. Van vrijwel iedere symfonie kan wel'een nog betere uitvoering gevonden worden maar ik ken geen complete cyclus die ik liever zou aanbevelen. Het vinden van gelijkwaardige uitvoeringen van de Zesde en Zevende wordt al moeilijk, maar van de Achtste ken ik zeker geen cd-versie die die van Kübilik overtreft. En dan voor die prijs.... Schubert: Die schone IVIüllërin. Hein Meens (tenor), Jos van Im merseel (fortepiano). Globe GLO 5022. Schubert: Winterreise. Max van Egmond (bariton), Jos van Immer seel (fortepiano). CCS 0190. Het lijkt de omgekeerde wereld, maar deze twee liederencycli van Schubert breng ik ditmaal vooral onder de aandacht vanwege de be geleiding. Schubert op een fortepia no is niet gewoon meer, maar het is wel opmerkelijk als dezelfde pianist met hetzelfde instrument op twee verschillende merken met twee ver schillende solisten twee verschil lende cycli op zo'n instrument ho ren begeleiden. Van Immerseel doet dat voortreffelijk met een hoe veelheid kleuren en schakeringen die we nog enkele jaren geleden ooit van zo'n 'primitief instrument ver wacht zouden hebben. Wie daar een heel mooi voorbeeld van wil horen, beluistere 'Der Leiermann', het laatste lied uit de cyclus 'Winterrei se', waar hij erin slaagt uit zijn in strument (en Clarke uit 1988, kopie van een Walter uit 1790) de klanken van een buikorgeltje op te roepen. Heel fraai! In beide gevallen lijkt het of de solisten zich heel paradoxaal naar hun begeleider richten, waarbij de combinatie Meens-Immerseel in 'Die schone Müllerin' het beste re- slutaat oplevert. Hun benadering is doortrokken van melancholie en in gehouden lyriek, en hoewel ik de stem van tenor Hein Meens aanvan kelijk ietwat kleurloos en niet overal even gaaf vond, ben ik deze benadering steeds meer gaan waar deren. Hier horen we een vertolking van een zeldzame homogeniteit, misschien te intiem voor de con certzaal, maar uitermate fraai in een schemerige huiskamer. Ook in 'Winterreise', de eerste uit gave op het nieuwe label Channel Classics, treft de 'kleine' benade ring, maar hier overtuigde het resul taat mij minder. Immerseel is prachtig, maar Van Egmond lijkt wel in de microfoon te willen krui pen en neemt zijn stem soms zover terug dat er bijna geen klank meer op zit. Heel merkwaardig is boven dien zijn frasering met een soms ui terst ongewone ritmiek. Bewonde raars van deze Nederlandse bariton zullen ongetwijfeld blij zijn met de ze uitgave, maar mijn interesse bleef vooral uitgaan naar Jos van Immerseel. door Monica Schiks rigent, René Verhoeff, na Pasen de dirigeerstok overneemt. De andere functie, die van organist, zal worden bekleed door Folkert Grondsma, vriend van Jan Schmitz en evenals Verhoeff een bekende naam. René Verhoeff zal het koor nieuw leven in moeten blazen. Het door Jan Schmitz tot bloei gebrachte Caeciliakoor, toentertijd een van de mooiste kerkkoren in Leiden met een uitgebreid repertoire aan, mis sen en motetten, is de laatste jaren vergrijsd en verspreid als kaf in de wind. Veel animo om iedere zondag weer opnieuw de mis te zingen is er niet. "Je krijgt er niemand meer bij", zegt Jan Schmitz. "Jongelui komen niet naar de kerk. Studenten zijn net wakker tegen die tijd. Er biijft zo weinig over. Net een zaak die failliet gaat. Het sloopt je ge woon dat je er niemand bij krijgt. Toen dacht ik: laat ik ermee stop pen, het is wel genoeg geweest". Over orgels is hij anders nog niet uitgepraat. "Als klein jongetje ging ik elke zondag mee naar het koor waarin mijn vader zong. Omdat er weinig plaats was, werd ik altijd op de orgelbank gezet en zo heb ik van jongs af aan die indrukken als het ware met de paplepel meegekregen. Op een goed moment trok ik eens de stoute schoenen aan en probeer de op het orgel te spelen, wat ik de organist had zien doen. Onder aan moediging van de organist ben ik toen steeds meer gaan spelen. Eerst Marialiedjes, laten kwamen de mis sen en op het laatst verving ik de or ganist. ik mocht van mijn vader niet in de muziek: 'Daar is niets aan te verdienen, ga jij maar bij Schoevers boekhouden studeren'. Maar daar had ik geen zin in en stiekem heb ik lessen genomen en mijn eerste exa men gedaan". Van zijn leermeester en vriend Flor Peeters, bekend Belgisch com ponist en organist die drie jaar gele den is overleden, heeft hij de liefde voor de Franse romantische en mo derne orgelschool meegekregen. Op gelukzalige en bijna eerbiedige fluistertoon: "Jaaa, dat is préchtig!" Veelvuldig heeft hij dan ook reizen naar Frankrijk ondernomen om er orgels te beluisteren en te bespelen, onder meer dat van de St. Clotilde in Parijs, het orgel waar de grond legger van deze traditie César Franck op gespeeld en geïmprovi seerd heeft. "Als U eens in Parijs bent, me vrouw, moet u beslist daar naar toe gaan. Dat vind ik het mooiste orgel van Parijs, met registers, warm en fluwelig van toon". Zwelkast Dat de Hartebrugkerk een roman tisch orgel bezat met een schitteren de klank was een mooie samenloop van omstandigheden. "Ook al heeft het natuurlijk geen zwelkast en te Jan Schmitz bij zijn huisorgel. weinig vulstemmen, in zijn totali teit is het een mooi orgel. Dat is ook te danken aan de prachtige akoes tiek van de kerk. Dat móet een orgel hebben: een orgel, mevrouw, moet stralen!"' Jammer genoeg was het tot op de draad versleten. "Toen ik het voor het eerst 2ag, dacht ik: nou, dat ziet er niet gek uit, mooi front! Maar ja, toen ging ik spelen en toen dacht ik, de klank is mooi, maar de rest...poehh. Het was net een oude jas, je past hier nog wat aan en lapt daar wat op, maar op een gegeven moment is het op. Dan moet het he lemaal gerestaureerd worden". Om dit kleine, maar mooie Maar- schalkerweertorgel uit 1877 voor het nageslacht te bewaren heeft Jan Schmitz ware gevechten moeten le veren om goedkeuring te krijgen van Monumentenzorg. De eerste 25.000 gulden heeft hij bij elkaar ge kregen door het organiseren van or gelconcerten, waarbij hij bekende solisten overhaalde om mee te wer- (foto Klaar Schipper) ken. "Caroline Kaart en Marco Bak ker heb ik gehad. Mensenkinderen, dat werd goed bezocht! Jaa, dat trok!". Tegenwoordig zijn er zoveel orgelconcerten dat de toeloop be droevend is. Zeker in vergelijking met het buitenland, waart in de Notre Dame in Parijs elke zondag middag duizenden mensen de eer biedwaardige kathedraal binnen stromen om naar het orgel te luiste ren. Meer publiek zou er misschien komen als het interessanter wordt gemaakt. Door bijvoorbeeld inter pretatieconcerten te houden waar bij dezelfde werken door verschil lende organisten worden geïnter preteerd. Het repertoire zou iets meer gevariëerd kunnen worden met laat-Franse en hedendaagse muziek. Er zou meer geïmprovi seerd kunnen worden. Jan Schmitz houdt niet op erover te fantaseren. Voorlopig lijkt het er alleen maar op dat deze levenskrachtige maestro nu tijd heeft om zich weer eens fijn met muziek bezig te houden. België stopt bijdrage Stichting Vertalingen DENHAAG/BRUSSEL (ANP) - De Belgische minister van cultuur, De- wael, wil niet meer meebetalen aan het werk van de Stichting Vertalingen in Amsterdam. Deze stichting, die vertalingen maakt van Nederlands en Vlaams literair werk, werd tot nog toe door Nederland en België samen ge financierd. Dewael vindt onder meer dat de stichting te weinig aan het Vlaamse werk doet. Een woordvoerster van WVC heeft dat gisteren bevestigd. Ze zei dat nog bestudeerd moet worden hoe de stichting verder moet worden gehand haafd. Door de beslissing van Dewael is ongeveer een derde van het voor de stichting beschikbare geld weggevallen. Behalve meer aandacht voor Vlaams werk, had Dewael ook graag inte gratie van de Stichting Vertalingen in de Nederlandse Taalunie gewild. De voorzitter en directeur van de Stichting, De Wit, zou zich daar altijd tegen hebben verzet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 44