Het ijzige spel met de dood
t
Iedereen een dief?
ENKWIJZER
Onze taal
Amerikaanse onderzoeker Segall: 'Ik weet zeker dat mensen straks permanent kunnen blijven leven'
di6 m
t
ZATERDAG 14 APRIL 1390
EXTRA
PAGINA 33
In hael Amerika liggen 23
stijfbevroren lijken te wachten op het
moment dat ze weer tot leven zullen
komen. In de hoop dat de medische
wetenschap ooit ver genoeg zal zijn
om ze uit hun eeuwige slaap te
wekken, hebben die mensen er dik
voor betaald om na hun dood te
worden ingevroren. Dat kan bij
organisaties als Trans Time in
Oakland, waar dr. Paul Segall een
wetenschappelijk spel speelt met
leven en dood. De Amerikaanse
gerontoloog zegt aan de winnende
hand te zijn in het (eeuwige) streven
naar onsterfelijkheid en eeuwige
jeugd. "Ik weet zeker dat we over
enkele decennia veel langer dan nu,
permanent zelfs, kunnen blijven
leven".
door Henk Dam
Van buiten ziet het gebouw er niet uit.
Het is niet meer dan een vervallen loods
op het industrieterrein van Oakland. Het
mooist is nog de naam op het gebouw:
Trans Timein schuine, dynamische let
ters. Binnen wacht de bezoeker al even
min veel glamour. Oude meubels, jaar
gangen tijdschriften en kisten en kasten
vormen het rommelige decor.
In die verzameling vallen een paar
futuristisch aandoende voorwerpen zeer
op. Het gaat om een half dozijn drie me
ter hoge, mat-glanzende metalen cilin
ders, een soort grote gasflessen. In de ci
linders bevinden zich. stevig verpakt in
blauw plastic, ondergedompeld in vloei
bare stikstof, bij een temperatuur van
196 graden onder nul, de stijfbevroren lij
ken van vijf mensen. "In elke cilinder
kunnen er twee", legt dr. Segall uit. "En
in deze kleine zitten ingevroren herse
nen van een meisje; weefsel dat te zijner
tijd voor klonen kan worden gebruikt,
een paar huisdieren en een hoofd". Snel
vult hij aan: "Maar dat doen we niet
meer, hoofden. Te macaber. Het geeft
een verkeerde indruk van ons werk".
Ook over de huisdieren wil hij wat
kwijt. "Ik ben daar niet zo voor. Maar
soms is het moeilijk om nee te zeggen. Ik
werd bijvoorbeeld een paar jaar geleden
gebeld door een oudere dame die haar
net overleden kat wilde laten invriezen".
Hij hield aanvankelijk de boot af. Maar
familieleden zeiden hem dat de dame
gek van verdriet zou worden als het niet
mocht. En dus stemde hij toe. "Ze komt
elk jaar even naar 'm kijken. Dan halen
we 'm uit de cilinder en kan ze 'm zien".
Spelletje
Welkom in de wonderlijke wereld van de
cryo-wetenschap. Er zijn 'mensen die
denken dat ze met de dood een spelletje
kunnen spelen, en nog kunnen winnen
ook. Voor hen bestaan er organisaties als
Trans Time.
De gedachte ergchter is dat ooit de me
dische wetenschap knap genoeg zal zijn
om hen niet alleen te genezen van de
kwalen waaraan ze zijn overleden, maar
hen bovendien uit hun eeuwige slaap te
halen. Daarop wachten ze, desnoods eeu
wen lang, volmaakt geconserveerd in
hun kille, stalen graf.
De procedure verloopt als volgt. Zo
snel mogelijk nadat de mensen die inge
schreven staan bij Trans Time zijn over
leden, worden ze naar Oakland overge
bracht. Daar wordt hun bloed uit hun li
chaam gepompt want bloed klontert
bij lage temperaturen en zou alle weef
sels beschadigen en vervangen door
een beschermende vloeistof. Vervolgens
worden de lijken in een grote houten
vrieskist gelegd, bij een temperatuur van
min 79 graden. Daarna maken de stoffe
lijke resten nog één reisje: naar de cilin
der en het stikstof.
In heel Amerika wachten op die ma
nier nu 23 diepgevroren mensen op het
moment, waarop ze als Lazarus zullen
herrijzen. Nog eens 400 mensen hebben
ingetekend bij Trans Time en een hand
jevol vergelijkbare organisaties, en zul
len dus na overlijden on ice worden ge
zet, zoals dat in cryo-jargon heet.
Goedkoop is het niet. De invriesproce-
dure kost bij Trans Time 50.000 dollar.
Daarna moet per jaar 450Ó dollar worden
betaald aan wat we maar onderhouds
kosten zullen noemen. Het stikstof bij
voorbeeld gelijkdelijk verdampt geleide
lijk en moet om de zoveel tijd worden
aangevuld. Segall: "Wij raden onze men
sen aan een fonds te stichten, met 80.000
dollar in aandelen en zo. Dat moet dan 10
procent per jaar opleveren, waarvan 4500
dollar naar ons gaat. De rest wordt bij de
hoofdsom gevoegd, als verzekering te
gen inflatie".
Alleen al uit zo'n detail blijkt, dat de
cryo-wetenschappers geen clubje hob
byisten zijn. Er wordt in dit gezelschap
serieus nagedacht. Alleen één ding lijkt
toch niet erg te kloppen. Want dood is
toch dood? Als deze mensen waren inge
vroren terwijl ze nog leefden, dan was
daar nog iets bij voor te stellen geweest.
Maar dit zijn lijken.
Dr. Segall slank, John Lennon-bril-
letje en zwart, piekerig haar lacht fijn
tjes. Dan legt hij het met zachte stem uit.
Dood is niet dood. Dood is een stadium,
een fase. "Er leven nu mensen die vol
gens alle traditionele normen dood zijn
geweest. Hun hart klopte niet meer, er
was geen hersenactiviteit. Dus wat is dan
nog dood? De medische wetenschap kan
mensen van steeds verder terugbrengen.
Van hoe ver morgen? En overmorgen?"
Hij lacht weer. "Wij in de cryo-busi-
ness zeggen het altijd zo: dood en bevro
ren zijn is het op-een-na beroerdste datje
kan overkomen. Gewoon dood zijn is het
Wm- iMw an
H
De invriezing uitgebeeld op een Airbrush-tekening van Frans Verschoor. Wachten op de verrijzenisdesnoods eeu
wen lang, volmaakt geconserveerd in het kille, stalen graf.
slechtst. Bij ons heb je tenminste nog een
kansje, hoe klein ook, op terugkeer".
Beroep
Dr. Paul Segall is van huis uit geronto
loog, iemand die het proces van ouder
worden bestudeert. Tot 1987 gaf hij les in
Berkeley, aan de Universiteit van Cali-
fornié. Toen besloot hij van zijn passie
zijn beroep te maken, en begon hij voor
zichzelf. Want ook tijdens zijn jaren als
lector, en eigenlijk al ver daarvoor, was
Segall bezeten van één gedachte. Hij wil
de niet alleen bestuderen hoe mensen
oud worden, hij wilde er ook iets aan
doen. Wat Segall wilde, en wil, is het pro
ces van ouder worden stoppen, en zelfs
terugdraaien. OnsterfelijkheidEeuwige
Jeugd, dat is het uiteindelijke doe) van
het werk dat Segall, met enige medewer
kers, in zijn laboratorium verricht.
Dat is geen grap, en Segall is ook niet
gek. In zijn onlangs uitgekomen boek
"Living longer, growing younger" be
schrijft hij de technieken die het volgens
hem mogelijk moeten maken de tijd en
de dood een loer te draaien. Een aantal
daarvan zijn zeer controversieel, een aan
tal draaien om vooralsnog onbewezen
mogelijkheden. Maar Segall kan ook wij
zen op frappante onderzoeksresultaten.
En hoe omstreden hij ook is, op de kwali
teit van zijn wetenschappelijke werk is
hij nog nooit aangevallen.
Het werk dat dr. Segall voor Trans Ti
me doet, vult maar een klein deel van zijn
tijd. Het is vooral zijn laboratorium dat
hem opeist. En dat hij daar niet als een op
hol geslagen Willie Wortel opereert,
wordt alleen al bewezen door de ruime
steun van het bedrijfsleven. Tien jaar ge
leden kreeg hij 2000 dollar voor research,
vijf jaar geleden 20.000 dollar en dit jaar
is er een begroting van een half miljoen
dollar. Segall: "De medische industrie is
in ons geïnteresseerd geraakt".
Horizon
Segall is de hedendaagse vaandeldrager
van al diegenen die door de eeuwen heen
hebben gezocht naar manieren om de
dood te overwinnen. Ook nu willen veel
niet voor altijd leven, dan
toch in ieder geval zo oud mogelijk wor
den, en zo lang mogelijk jong blijven. We
doen a-l-l-e-s om onze jeugd te behou
den. We beulen onszelf af, slikken multi-
doses vitaminen, laten moorkoppen
staan, geven het roken en de drank op.
Segall gaat structureler te werk. Hij is
begonnen met zich af te vragen hoe oud
worden eigenlijk werkt. Is het een kwes
tie van een enkel gen, een minuscuul
bouwsteentje van elke cel, dat als grote
vernieler optreedt? Begint het antwoord
met de vaststelling dat elke mensencel
zich hooguit 50 keer kan delen, en dat
dan de koek op is? Zijn het de zogenaam
de vrije radicalen, loszwevende molecu
len die het lichaam stukje bij beetje ver
zwakken?
Het zijn in de moderne gerontologie
gangbare theorieën, maar Segall ver
werpt ze stuk voor stuk. Hij denkt dat het
de hersens zijn, die het lichaam de op
dracht geven uiteindelijk zichzelf te ver
nietigen. Het is een programma, zoals de
voortplanting een programma is.
"Het programma", aldus Segall, "geeft
bijvoorbeeld bepaalde klieren de op
dracht hun werkzaamheden te stoppen.
En die klieren spelen weer een vitale rol
bij onder meer immuniteit tegen ziekte
kiemen. Daarom gaan bijvoorbeeld veel
oude mensen dood aan griep, en jongere
zelden. Als we weten waar precies dat
programma zit, en hoe het werkt, kun
nen we het veranderen".
Voeding
Segall moet ook zelf toegeven dat hij
hier wel heel theoretisch bezig is. Prakti
scher is het onderzoek dat hij heeft ge
daan naar de rol van voeding. Hij heeft
genoegzaam bewezen dat veroudering
een stuk langzamer gaat bij een calorie
arm dieet. De meest opvallende resulta
ten bereikte hij met diëten die arm waren
aan tryptophan, een soort aminozuur. Zo
gevoerde ratten werden bijna twee keer
zo oud als normaal. Ze kregen jongen op,
in rattentijd gemeten, onvoorstelbaar ho
ge leeftijden.
Wat Segall daarmee maar wil zeggen,
is dat het geen wet van Meden en Perzen
is, dat we gemiddeld niet ouder worden
dan 75 jaar. Met de ratten als voorbeeld
zouden we heel goed ook 150 jaar kun
nen worden.
Veel, aldus Segall, kan ook met klonen
worden gedaan. Kloontechnologie
waarbij hetzelfde genetische materiaal in
van hun kern ontdane eicellen wordt ge
bracht, eicellen die dan uitgroeien tot
volmaakt identieke levensvormen kan
voor ieder mensenlichaam een winkel
vol reserve-onderdelen opleveren.
Dat stelt hij zich als volgt voor. Van ie
dere zich ontwikkelende mensenfoetus
worden twee klonen gemaakt. Bij die
klonen worden in het allervroegste stadi
um de cellen verwijderd die normaal
zouden uitgroeien tot hersens. De klo
nen worden in de baarmoeder van bij
voorbeeld een chimpansee ingeplant, en
tot wasdom gebracht. Het resultaat is dat
er van de gezonde, normale baby die
wordt geboren, twee kopieën zijn, uiter
lijk identiek, maar zonder gevoel, zonder
persoonlijkheid, zonder gedachten.
Segall: "Die klonen sla je op. Als nu bij
de echte persoon bijvoorbeeld het hart
niet meer wil, dan vervang je dat door het
hart van een kloon. Er zijn geen afsto
tingsverschijnselen, want genetisch gaat
het om hetzelfde hart. De rest van de
kloon, al z'n organen, z'n huid, z'n ogen,
stop je in de diepvries tot je ze nodig
hebt".
"Dat is gruwelijk, Paul".
Segall: "Waarom? De klonen hebben
geen gevoel, zijn niets meer dan een ver
zameling organen. Ik heb mijn opa aan
leverkanker zien overlijden. Hij werd
eerst groen, en toen oranje, en schrom
pelde helemaal weg. Is dat soms niet gru
welijk? Als hij een reserve-lever had ge
had, leefde hij nu nog".
Hij heeft nog één aanvulling. Nu, zegt
hij, nu kunnen klonen alleen van hele
jonge cellen worden gemaakt. Maar er is
wetenschappelijk onderzoek gedaan dat
aantoont dat ook oudere cellen klonen
kunnen opleveren. Ook die grens schuift
steeds verder op.
Segall: "Denk je eens in. Het zou op
den duur kunnen betekenen dat je van
volwassenen klonen kunt maken". Som
mige mensen hebben al vast een voor
schotje daarop genomen. De vorige
maand aan aids overleden mode-ont
werper Halston bijvoorbeeld heeft voor
zijn dood wat van zijn weefsels laten in
vriezen. In de hoop dat daarvan ooit een
nieuwe Halston kan worden gemaakt.
Hondje
Ook met klonen wil Segall zich later seri
eus bezighouden. Nu werkt hij hard aan
het invriezen. Het hondje dat bijvoor
beeld om ons heen loopt tijdens het ge
sprek, is ijskoud en klinisch dood ge
weest. "Dit is Miles", zegt Segall, terwijl
de beagle met z'n grote bruine ogen naar
hem opkijkt. Miles is destijds door hem
als proefdier gekocht. Het hondje werd
het onderwerp van een experiment
waarmee Segall in 1987 de wereldpers
haalde.
"Miles hebben we eerst onder narcose
gebracht, en gekoeld. Daarna hebben we
zijn bloed vervangen door beschermen
de vloeistoffen, en hebben we hem ver
der afgekoeld tot hij een temperatuur
van 3 graden celsius had", zegt Segall.
Een kwartier lang werd het hondje in die
staat gehouden. Z'n hart klopte niet
meer, er was geen hersenactiviteit. Toen
werd hij opgewarmd, en kreeg hij z'n
bloed terug. De beagle kwam weer bij, en
is nu de huisvriend van de Segalls.
Segall: "Dat experiment is sindsdien
bij andere honden herhaald, en uitge
breid. Zo is onlangs in Sacramento een
beagle bijna 4,5 uur koud geweest. En
ook die kwam terug".
In zijn laboratorium experimenteert
Segall zelf vooral met hamsters. Het is
bijvoorbeeld routine geworden om ham
sters tot net boven het vriespunt te koe
len, ze urenlang in die semi-dode staat te
houden, en ze weer tot leven te brengen.
Maar nu gaat hij verder. Segall rijdt me
naar z'n lab, en doet daar een klein koel
kastje open. De inhoud: een plastip doos
je met ijswater, waarin zich een hamster
bevindt. Segall: "Deze hamster hebben
we gedurende 18 uur op een temperatuur
van min 1.7 graden gehouden".
Als zijn medewerker Hal de hamster
uit de koelkast haalt, het dier z'n eigen
bloed teruggeeft, en 'm onder een lamp
opwarmt, laat Segall me het lab zien.
Flessen, microscopen, cardiografen, de
kleine ruimte is propvol.
Dan roept Hal ineens opgewonden:
"Kom gauw kijken!". De oranje lijn van
de cardiograaf laat een regelmatig golf
patroon zien. "Het is zijn hart", zegt Paul,
"Het slaat. Fantastisch he? Dit dier is be
vroren geweest, en toch zijn de miljoe
nen cellen van z'n hart in staat samen te
opereren, en een hartslag in stand te hou
den".
Mix
De hamster kwam niet meer bij. Maar het
is volgens Segall een kwestie van tijd en
dan zal hij bevroren hamsters weer hele
maal tot leven kunnen brengen. "Als we
de juiste manier van bevriezen hebben
gevonden, en de juiste mix van bescher
mende vloeistoffen, gaat ons dat luk
ken".
Daarna is de sky de limit. "Dan kun
nen we ook mensen bevriezen en terug
brengen. We kunnen nu al organen be
vriezen en ze zo goed houden. Sperma en
eicellen worden onbeperkt in de diep
vries in leven gehouden, dus dat zelfde
met hele mensen doen is slechts een
kwestie van techniek". Hij kijkt afwezig.
"Weetje wat het verschil is tussen Hal en
mij, en alle andere gerontologen?", zegt
hij, "wij willen niet dood. En ik weet dat
-we op de goede weg zijn. Ik weet zeker
dat we over enkele decennia weten hoe
we veel langer dan nu, permanent zelfs,
kunnen blijven leven. Maar ik ben 47,
dus dat haal ik waarschijnlijk niet meer.
Dat vind ik diep frustrerend".
DOOR JOOP VAN DER HORST
Al jaren verzamel ik woorden die vroe
ger iets heel anders betekenden. Zoals
trein, wat vóór de eerste spoortreinen
'stoet' betekende, of 'gevolg van een ko
ning'. En een poos geleden heb ik hier al
eens geschreven over afbellen. In de tijd
dat telefoonverbindingen nog niet auto
matisch tot stand kwamen maar via een
telefoniste verliepen, moest men ook
het einde van een gesprek door een bel-
signaal aangeven afbellen
Het meest krasse voorbeeld dat ik
ken is willekeurig. Dat woord betekent
tegenwoordig bijna het tegengestelde
van wat het vroeger aangaf ooit was het
'met de wil gekozen' en nu is het 'luk
raak'. Er is dus een tijd geweest waarin
willekeurig het tegendeel was van onwil
lekeurig. Die twee zijn nu niet synoniem
maar als je alleen naar de taal van nu
kijkt, is niet te begrepen hoe ze zo naast
elkaar kunnen bestaan.
Er valt hier veel te verzamelen Mijn
jongste aanwinst is dementeren. Wie je
er ook naar vraagt, iedereen kent het nu
in de betekenis van 'dement worden' of
'dement zijn'. Toch is dat een betrekke
lijk nieuwe betekenis. Of eigenlijk moe
ten we zeggen een betrekkelijk nieuw
woord. Tot voor enige tijd was er een
heel ander woord met een heel andere
betekenis, namelijk 'ontkennen', 'logen
straffen'. Het tegenwoordige demente
ren dement worden) is pas zo'n twin
tig jaar gebruikelijker
Het oudere woord dementeren
ontkennen) is afgeleid van het Franse
démentir, 'ontkennen, tegenspreken'
Ook het bijbehorende zelfstandige
naamwoord démenti is van Franse her
komst, maar blijkbaar werd het ook door
Nederlanders gebruikt, vooral in de uit
drukking iemand een dementi geven
'iemand in het aangezicht van een leu
gen betichten'.
Lang voordat het jongere dementeren
in de woordenboeken opduikt, bij mijn
weten voor het eerst in Koenen 1974, is
het woord dementie reeds in gebruik,
namelijk al in de jaren twintig. Aanvan
kelijk met de wat grove betekenis
'krankzinnigheid'. Het bijvoeglijk naam
woord dement is van later datum dan
dementie, ik schat van na de Tweede
Wereldoorlog. Maar dementeren is het
jongste woord van het drietal dementie
dement-dementeren
Het is boeiend om de betekenisom
schrijvingen te volgen die men in de loop
der jaren aan deze woorden gaf. Het be
gint met 'krankzinnigheid' wat wij te
genwoordig. letterlijk 'ziek van geest',
feitelijk juister dan dement, letterlijk 'bui
ten zinnen'. In latere jaren wordt dement
omschreven als 'van zijn verstand be
roofd'. wat weliswaar strikt genomen
niet onjuist is. maar toch een onaange
name kleur heeft. Weer later is het
'geestelijk afgetakeld': dat suggereert
een onvermijdelijke vorm van slijtage.
Tegenwoordig weten we dat verschil
lende vormen van dementie geenszins
een onvermijdelijke slijtage zijn maar
een localiseerbare ziekte En zo vinden
we dan ook nu in verschillende woor
denboeken een aanduiding van de ziek
tes waar het om gaat.
De woorden dement en dementeren
drijven mee met de stand van de medi
sche wetenschap. De betekenis die we
daarbij vermeld vinden, weerspiegelt de
medische inzichten van de tijd Het is
daarom niet te voorspellen wat er over
25 jaar in de woordenboeken over ge
zegd zal worden. Ik hoop dit: 'vroeger
veel voorkomende ongeneeslijk geach
te ouderdomsziekte, thans gemakkelijk
te verhelpen euvel' Maar kinds zal nog
heel lang dezelfde betekenis houden
want dat woord kijkt niet naar de oorza
ken maar naar het gevolg.
Als kinderen speelden we met het onder
stel van een oude kinderwagen, waarop
we een soort open zeepkist-auto hadden
gebouwd. We gebruikten 'm onder meer
om goedkoop aan spullen te komen. Een
van ons ging er bijvoorbeeld inzitten en
de anderen duwden 'm dan net zo lang op
tot-ie een behoorlijke vaart had en lieten
'm los vlak voor de zaak van de groente
boer. De kunst was om, terwijl je daar
voorbijschoot, zoveel mogelijk appels, pe
ren of ander fruit uit de op de stoep uitge
stalde kisten te roven. Maar af en toe ging
dat mis, want dan leunde je te ver naar
buiten, waardoor de wagen afzwenkte en
tegen een van de kisten aan knalde. En
daar zat je dan, met je handen vol ap
pels, gecrashed precies onder het wreken
de oog van de groenteboer of, wat nog er
ger was, van zijn vrouw".
Mijn gehoor, jongeren van tussen de
vijftien en achttien die op hun club een
avond over jeugdcriminaliteit hadden
georganiseerd, barstte bij het horen van
deze dubieuze jeugdherinnering in la
chen uit. En toen was het hek van de dam.
Plotseling begonnen ze zelf allerlei klein-
-criminele handelingen op te biechten,
de een nog geraffineerder dan de ander.
Nette jongelui die zich stuk voor stuk als
kleine schurken ontpopten. Snoepgoed,
chips, aanstekers, boeken, cassetteband
jes, parfum, jassen, blouses, pullovers en
tal van andere bepaald niet zo goedkope
zaken bleken geregeld met hen zonder
bon de winkel uit te gaan.
Hoe komt het dat de normale consu
ment soms of vaker dan soms op het die
venpad gaat? Want we weten inmiddels
dat winkeldiefstal allang niet meer het
privilege is van de zogenaamd hysteri
sche, seksueel tekortkomende dame uit de
hogere kringen, die op die manier naar
spanning en sensatie zoekt of haar frus
tratie af reageert. Naar schatting vier op
de vijf winkeldieven onderscheidt zich
noch in persoonlijkheid noch in sociaal
gedrag van de doorsnee burger. Zijn wij
inderdaad een samenleving aan het wor
den waar de moraal aan de varkens
wordt gevoerd?.
Een oude volkswijsheid wil dat de gele
genheid de dief maakt. Dat is natuurl ijk
niet het hele verhaal, maar zeker is dat de
gelegenheid in veel gevallen een belang
rijke handlanger is. Psychologen verkla
ren al tien tallen ja ren lang met enig suc
ces ons gedrag als een produkt van situa
tie en persoonlijkheid. Maar inmiddels
staat wel vast dat de kenmerken van de
situatie waarin we verkeren belangrij
ker zijn voor hoe we ons gedragen dan
onze persoonlijkheidstrekken. Want, hoe
betreurenswaardig het misschien ook is,
wij mensen hebben betrekkelijk weinig
zelfbeheersing of zelfdiscipline. Dat wil
niet zeggen dat onze geest niet vaak ge
willig is. maar ons vlees is zo zwak. Ook
winkeldiefstal is vermoedelijk minder
het gevolg van algemeen moreel verval
dan wel toegenomen verleiding.
In 1954 schreef een Duitse criminoloog
de volgende gedenkwaardige woorden:
'Tedere diefstal door een verder normale
burger is een triomf vgn de moderne ver
kooptechniek". Het was de tijd dat
vanuit de Verenigde Staten een nieuw
winkelsysteem naar ons werelddeel over
waaide: de zelfbediening. Plotseling
kwam de klant in een bloedverleidelijke
situatie terecht. Bij zelfbediening heb je
direct contact met het begeerde goed, er
zit geen bediende of eigenaar meer tus
sen. Je kunt zelf de waren van de schap-
pen pakken, ze betasten, uitproberen en
zelfs in tas of zak stoppen zonder dat ie
mand daarbij direct op je vingers staat
te kijken. Je hebt ze 'al te pakkenvoordat
je je portemonnaie hoeft te trekken.
Zelfbediening verleidt zo niet alleen tot
spontane of impulsieve aankopen, maar
door het 'voor de handliggende' van de
goederen (je mag ernaar kijken en aan
komen), prikkelt het ook direct je bezits
drang, je hebzucht. En dus lokt het naast
kopen ook uit tot stelen. Bij kopen neem je
de waar van het schap - en betaalt er
voor aan de kassa. Bij stelen neem je de
waar van het schap - en loodst die langs
de kassa. Zelfbediening is voor de gemid
delde burger dus zowel een soort van test
van zijn eerlijkheid als ook een bewijs
van zijn permanente verleidbaarheid.
Want in de grond van de zaak is het beta
len aan de kassa vaak niets anders dan
een soort ongedaan gemaakte diefstal.
Veel mensen lopen in een zelfbedie
ningszaak dan ook rond met gedachten
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
als: "Zal ik dit nou wel of niet wegmoffe
len, wel of niet bij de kassa aangeven?"
Dat laatste doet vermoeden dat wat in
winkels gestolen wordt, meestal een be
paalde waarde of betekenis voor de dief
heeft. Dat dit inderdaad zo is, blijkt uit
onderzoek naar de verschillende typen
van winkeldieven. De categorie die steelt
om het stelen, is maar heel klein. Dat zijn
de zogenaamde kleptomanen, behept met
een soort van innerlijke dwang tot stelen,
die vaak volstrekt n utteloze of waardelo
ze dingen graaien, veertig passers of der- -
tig wc-borstels in drie dagen die meteen
ook weer worden doorgespoeld.
Dan is er de hele grote groep winkeldie
ven, die dingen steelt waarvoor de eigen
koopkracht niet toereikend is. Het is niet
zo dat ze zonder te stelen n iet in leven zou
den kunnen blijven, maar wel dat er een
verschil is tussen hun werkelijke levens
standaard en hun consumptiebehoefte.
Hiertoe behoren de jongeren die in de
schoolpauze de zelfbediening opzoeken
om aan gratis snoep, sigaretten en de
daarbij benodigde aansteker of lucifers
te komen. Maar ook de zwangere vrouw
die op zo'n manier aan extra leuke baby
kleertjes komt of de doe-het-zeiver die
zijn gereedschapskist verder invult.
Het is een soort van begeerte-crimina-
liteit', die door het merkwaardige karak
ter van de zelfbediening gunstige gele
genheid, een hele hoop van dezelfde arti
kelen en je kent de eigenaar toch niet per
soonlijk een mogelijkheid is geworden
die nu binnen ieders bereik ligt. Toch
gaan de meeste mensen uit deze groep
niet zo maar even 'uit stelen. Voor de
meesten geldt dat ze dat alleen doen in
een bepaalde psychische toestand, name
lijk een van grote innerlijke spanning of
conflict (vanwege relatie, werk. opvoe
ding. enzovoort).
Waaróm dat zo is. laat zich als volgt
verklaren. Als wij onlust voelen (en stress
of spanning is onlust) gaan we automa
tisch op zoek naar manieren om die on
lust te verminderen. Schelden, huilen, al
cohol drinken, tegen iemand praten,
hard werken, seks of joggen zijn van die
manieren. Voor veel mensen is iets kopen,
iets consumeren, ook een manier om on
lust te verminderen. Iemand die onder
stress staat en in een zelfbedien ingszaak
iets ziet dat zijn begeerte opwekt, komt
daarom gèmakkelijk op het idee dat hij
zich beter zal voelen als hij dat voonverp
maar eenmaal heeft. Maar als de enige
manier om er aan te komen, stelen is
het eigen budget staat de aankoop niet oj
ternauwernood toe (of dat denken we al
thans) roept de gedachte daaraan op
zich weer spanning op (aan betrapt wor
den bijvoorbeeld), wat de al aanwezige
spanning verder verhoogt.
Omdat met het toenemen van innerlij
ke spanning de controle over ons denken
afneemt ons denken vernauwt zich
wordt de gedachte aan het begeerde goed
sterker, soms zelfs obsessief sterk. Tege
lijk verliezen de morele remmen, die on
der normale omstandigheden goed func
tioneren, hun grip, waardoor de drempel
tot stelen verlaagd en zelfs oncontroleer
baar sterk kan worden. Stelen wordt zo
een bevrijding van innerlijke spanning,
die in combinatie met een soort van over-
winnaarsgevoel ('je bent de rest mooi te
slim af geweest') eventuele schuldgevoe
lens platwalst. Zo bezien is iedere winkel
diefstal niet alleen een maatschappeli jke
maar ook een persoonlijke tragedie. Of
anders gesteld: "wat was er mis op de
dag dat u de rekening niet vereffende?"
Met een eerlijk antwoord daarop heb u
weer wat over uzelf geleerd.