Het ijzige spel met de dood t Iedereen een dief? ENKWIJZER Onze taal Amerikaanse onderzoeker Segall: 'Ik weet zeker dat mensen straks permanent kunnen blijven leven' di6 m t ZATERDAG 14 APRIL 1390 EXTRA PAGINA 33 In hael Amerika liggen 23 stijfbevroren lijken te wachten op het moment dat ze weer tot leven zullen komen. In de hoop dat de medische wetenschap ooit ver genoeg zal zijn om ze uit hun eeuwige slaap te wekken, hebben die mensen er dik voor betaald om na hun dood te worden ingevroren. Dat kan bij organisaties als Trans Time in Oakland, waar dr. Paul Segall een wetenschappelijk spel speelt met leven en dood. De Amerikaanse gerontoloog zegt aan de winnende hand te zijn in het (eeuwige) streven naar onsterfelijkheid en eeuwige jeugd. "Ik weet zeker dat we over enkele decennia veel langer dan nu, permanent zelfs, kunnen blijven leven". door Henk Dam Van buiten ziet het gebouw er niet uit. Het is niet meer dan een vervallen loods op het industrieterrein van Oakland. Het mooist is nog de naam op het gebouw: Trans Timein schuine, dynamische let ters. Binnen wacht de bezoeker al even min veel glamour. Oude meubels, jaar gangen tijdschriften en kisten en kasten vormen het rommelige decor. In die verzameling vallen een paar futuristisch aandoende voorwerpen zeer op. Het gaat om een half dozijn drie me ter hoge, mat-glanzende metalen cilin ders, een soort grote gasflessen. In de ci linders bevinden zich. stevig verpakt in blauw plastic, ondergedompeld in vloei bare stikstof, bij een temperatuur van 196 graden onder nul, de stijfbevroren lij ken van vijf mensen. "In elke cilinder kunnen er twee", legt dr. Segall uit. "En in deze kleine zitten ingevroren herse nen van een meisje; weefsel dat te zijner tijd voor klonen kan worden gebruikt, een paar huisdieren en een hoofd". Snel vult hij aan: "Maar dat doen we niet meer, hoofden. Te macaber. Het geeft een verkeerde indruk van ons werk". Ook over de huisdieren wil hij wat kwijt. "Ik ben daar niet zo voor. Maar soms is het moeilijk om nee te zeggen. Ik werd bijvoorbeeld een paar jaar geleden gebeld door een oudere dame die haar net overleden kat wilde laten invriezen". Hij hield aanvankelijk de boot af. Maar familieleden zeiden hem dat de dame gek van verdriet zou worden als het niet mocht. En dus stemde hij toe. "Ze komt elk jaar even naar 'm kijken. Dan halen we 'm uit de cilinder en kan ze 'm zien". Spelletje Welkom in de wonderlijke wereld van de cryo-wetenschap. Er zijn 'mensen die denken dat ze met de dood een spelletje kunnen spelen, en nog kunnen winnen ook. Voor hen bestaan er organisaties als Trans Time. De gedachte ergchter is dat ooit de me dische wetenschap knap genoeg zal zijn om hen niet alleen te genezen van de kwalen waaraan ze zijn overleden, maar hen bovendien uit hun eeuwige slaap te halen. Daarop wachten ze, desnoods eeu wen lang, volmaakt geconserveerd in hun kille, stalen graf. De procedure verloopt als volgt. Zo snel mogelijk nadat de mensen die inge schreven staan bij Trans Time zijn over leden, worden ze naar Oakland overge bracht. Daar wordt hun bloed uit hun li chaam gepompt want bloed klontert bij lage temperaturen en zou alle weef sels beschadigen en vervangen door een beschermende vloeistof. Vervolgens worden de lijken in een grote houten vrieskist gelegd, bij een temperatuur van min 79 graden. Daarna maken de stoffe lijke resten nog één reisje: naar de cilin der en het stikstof. In heel Amerika wachten op die ma nier nu 23 diepgevroren mensen op het moment, waarop ze als Lazarus zullen herrijzen. Nog eens 400 mensen hebben ingetekend bij Trans Time en een hand jevol vergelijkbare organisaties, en zul len dus na overlijden on ice worden ge zet, zoals dat in cryo-jargon heet. Goedkoop is het niet. De invriesproce- dure kost bij Trans Time 50.000 dollar. Daarna moet per jaar 450Ó dollar worden betaald aan wat we maar onderhouds kosten zullen noemen. Het stikstof bij voorbeeld gelijkdelijk verdampt geleide lijk en moet om de zoveel tijd worden aangevuld. Segall: "Wij raden onze men sen aan een fonds te stichten, met 80.000 dollar in aandelen en zo. Dat moet dan 10 procent per jaar opleveren, waarvan 4500 dollar naar ons gaat. De rest wordt bij de hoofdsom gevoegd, als verzekering te gen inflatie". Alleen al uit zo'n detail blijkt, dat de cryo-wetenschappers geen clubje hob byisten zijn. Er wordt in dit gezelschap serieus nagedacht. Alleen één ding lijkt toch niet erg te kloppen. Want dood is toch dood? Als deze mensen waren inge vroren terwijl ze nog leefden, dan was daar nog iets bij voor te stellen geweest. Maar dit zijn lijken. Dr. Segall slank, John Lennon-bril- letje en zwart, piekerig haar lacht fijn tjes. Dan legt hij het met zachte stem uit. Dood is niet dood. Dood is een stadium, een fase. "Er leven nu mensen die vol gens alle traditionele normen dood zijn geweest. Hun hart klopte niet meer, er was geen hersenactiviteit. Dus wat is dan nog dood? De medische wetenschap kan mensen van steeds verder terugbrengen. Van hoe ver morgen? En overmorgen?" Hij lacht weer. "Wij in de cryo-busi- ness zeggen het altijd zo: dood en bevro ren zijn is het op-een-na beroerdste datje kan overkomen. Gewoon dood zijn is het Wm- iMw an H De invriezing uitgebeeld op een Airbrush-tekening van Frans Verschoor. Wachten op de verrijzenisdesnoods eeu wen lang, volmaakt geconserveerd in het kille, stalen graf. slechtst. Bij ons heb je tenminste nog een kansje, hoe klein ook, op terugkeer". Beroep Dr. Paul Segall is van huis uit geronto loog, iemand die het proces van ouder worden bestudeert. Tot 1987 gaf hij les in Berkeley, aan de Universiteit van Cali- fornié. Toen besloot hij van zijn passie zijn beroep te maken, en begon hij voor zichzelf. Want ook tijdens zijn jaren als lector, en eigenlijk al ver daarvoor, was Segall bezeten van één gedachte. Hij wil de niet alleen bestuderen hoe mensen oud worden, hij wilde er ook iets aan doen. Wat Segall wilde, en wil, is het pro ces van ouder worden stoppen, en zelfs terugdraaien. OnsterfelijkheidEeuwige Jeugd, dat is het uiteindelijke doe) van het werk dat Segall, met enige medewer kers, in zijn laboratorium verricht. Dat is geen grap, en Segall is ook niet gek. In zijn onlangs uitgekomen boek "Living longer, growing younger" be schrijft hij de technieken die het volgens hem mogelijk moeten maken de tijd en de dood een loer te draaien. Een aantal daarvan zijn zeer controversieel, een aan tal draaien om vooralsnog onbewezen mogelijkheden. Maar Segall kan ook wij zen op frappante onderzoeksresultaten. En hoe omstreden hij ook is, op de kwali teit van zijn wetenschappelijke werk is hij nog nooit aangevallen. Het werk dat dr. Segall voor Trans Ti me doet, vult maar een klein deel van zijn tijd. Het is vooral zijn laboratorium dat hem opeist. En dat hij daar niet als een op hol geslagen Willie Wortel opereert, wordt alleen al bewezen door de ruime steun van het bedrijfsleven. Tien jaar ge leden kreeg hij 2000 dollar voor research, vijf jaar geleden 20.000 dollar en dit jaar is er een begroting van een half miljoen dollar. Segall: "De medische industrie is in ons geïnteresseerd geraakt". Horizon Segall is de hedendaagse vaandeldrager van al diegenen die door de eeuwen heen hebben gezocht naar manieren om de dood te overwinnen. Ook nu willen veel niet voor altijd leven, dan toch in ieder geval zo oud mogelijk wor den, en zo lang mogelijk jong blijven. We doen a-l-l-e-s om onze jeugd te behou den. We beulen onszelf af, slikken multi- doses vitaminen, laten moorkoppen staan, geven het roken en de drank op. Segall gaat structureler te werk. Hij is begonnen met zich af te vragen hoe oud worden eigenlijk werkt. Is het een kwes tie van een enkel gen, een minuscuul bouwsteentje van elke cel, dat als grote vernieler optreedt? Begint het antwoord met de vaststelling dat elke mensencel zich hooguit 50 keer kan delen, en dat dan de koek op is? Zijn het de zogenaam de vrije radicalen, loszwevende molecu len die het lichaam stukje bij beetje ver zwakken? Het zijn in de moderne gerontologie gangbare theorieën, maar Segall ver werpt ze stuk voor stuk. Hij denkt dat het de hersens zijn, die het lichaam de op dracht geven uiteindelijk zichzelf te ver nietigen. Het is een programma, zoals de voortplanting een programma is. "Het programma", aldus Segall, "geeft bijvoorbeeld bepaalde klieren de op dracht hun werkzaamheden te stoppen. En die klieren spelen weer een vitale rol bij onder meer immuniteit tegen ziekte kiemen. Daarom gaan bijvoorbeeld veel oude mensen dood aan griep, en jongere zelden. Als we weten waar precies dat programma zit, en hoe het werkt, kun nen we het veranderen". Voeding Segall moet ook zelf toegeven dat hij hier wel heel theoretisch bezig is. Prakti scher is het onderzoek dat hij heeft ge daan naar de rol van voeding. Hij heeft genoegzaam bewezen dat veroudering een stuk langzamer gaat bij een calorie arm dieet. De meest opvallende resulta ten bereikte hij met diëten die arm waren aan tryptophan, een soort aminozuur. Zo gevoerde ratten werden bijna twee keer zo oud als normaal. Ze kregen jongen op, in rattentijd gemeten, onvoorstelbaar ho ge leeftijden. Wat Segall daarmee maar wil zeggen, is dat het geen wet van Meden en Perzen is, dat we gemiddeld niet ouder worden dan 75 jaar. Met de ratten als voorbeeld zouden we heel goed ook 150 jaar kun nen worden. Veel, aldus Segall, kan ook met klonen worden gedaan. Kloontechnologie waarbij hetzelfde genetische materiaal in van hun kern ontdane eicellen wordt ge bracht, eicellen die dan uitgroeien tot volmaakt identieke levensvormen kan voor ieder mensenlichaam een winkel vol reserve-onderdelen opleveren. Dat stelt hij zich als volgt voor. Van ie dere zich ontwikkelende mensenfoetus worden twee klonen gemaakt. Bij die klonen worden in het allervroegste stadi um de cellen verwijderd die normaal zouden uitgroeien tot hersens. De klo nen worden in de baarmoeder van bij voorbeeld een chimpansee ingeplant, en tot wasdom gebracht. Het resultaat is dat er van de gezonde, normale baby die wordt geboren, twee kopieën zijn, uiter lijk identiek, maar zonder gevoel, zonder persoonlijkheid, zonder gedachten. Segall: "Die klonen sla je op. Als nu bij de echte persoon bijvoorbeeld het hart niet meer wil, dan vervang je dat door het hart van een kloon. Er zijn geen afsto tingsverschijnselen, want genetisch gaat het om hetzelfde hart. De rest van de kloon, al z'n organen, z'n huid, z'n ogen, stop je in de diepvries tot je ze nodig hebt". "Dat is gruwelijk, Paul". Segall: "Waarom? De klonen hebben geen gevoel, zijn niets meer dan een ver zameling organen. Ik heb mijn opa aan leverkanker zien overlijden. Hij werd eerst groen, en toen oranje, en schrom pelde helemaal weg. Is dat soms niet gru welijk? Als hij een reserve-lever had ge had, leefde hij nu nog". Hij heeft nog één aanvulling. Nu, zegt hij, nu kunnen klonen alleen van hele jonge cellen worden gemaakt. Maar er is wetenschappelijk onderzoek gedaan dat aantoont dat ook oudere cellen klonen kunnen opleveren. Ook die grens schuift steeds verder op. Segall: "Denk je eens in. Het zou op den duur kunnen betekenen dat je van volwassenen klonen kunt maken". Som mige mensen hebben al vast een voor schotje daarop genomen. De vorige maand aan aids overleden mode-ont werper Halston bijvoorbeeld heeft voor zijn dood wat van zijn weefsels laten in vriezen. In de hoop dat daarvan ooit een nieuwe Halston kan worden gemaakt. Hondje Ook met klonen wil Segall zich later seri eus bezighouden. Nu werkt hij hard aan het invriezen. Het hondje dat bijvoor beeld om ons heen loopt tijdens het ge sprek, is ijskoud en klinisch dood ge weest. "Dit is Miles", zegt Segall, terwijl de beagle met z'n grote bruine ogen naar hem opkijkt. Miles is destijds door hem als proefdier gekocht. Het hondje werd het onderwerp van een experiment waarmee Segall in 1987 de wereldpers haalde. "Miles hebben we eerst onder narcose gebracht, en gekoeld. Daarna hebben we zijn bloed vervangen door beschermen de vloeistoffen, en hebben we hem ver der afgekoeld tot hij een temperatuur van 3 graden celsius had", zegt Segall. Een kwartier lang werd het hondje in die staat gehouden. Z'n hart klopte niet meer, er was geen hersenactiviteit. Toen werd hij opgewarmd, en kreeg hij z'n bloed terug. De beagle kwam weer bij, en is nu de huisvriend van de Segalls. Segall: "Dat experiment is sindsdien bij andere honden herhaald, en uitge breid. Zo is onlangs in Sacramento een beagle bijna 4,5 uur koud geweest. En ook die kwam terug". In zijn laboratorium experimenteert Segall zelf vooral met hamsters. Het is bijvoorbeeld routine geworden om ham sters tot net boven het vriespunt te koe len, ze urenlang in die semi-dode staat te houden, en ze weer tot leven te brengen. Maar nu gaat hij verder. Segall rijdt me naar z'n lab, en doet daar een klein koel kastje open. De inhoud: een plastip doos je met ijswater, waarin zich een hamster bevindt. Segall: "Deze hamster hebben we gedurende 18 uur op een temperatuur van min 1.7 graden gehouden". Als zijn medewerker Hal de hamster uit de koelkast haalt, het dier z'n eigen bloed teruggeeft, en 'm onder een lamp opwarmt, laat Segall me het lab zien. Flessen, microscopen, cardiografen, de kleine ruimte is propvol. Dan roept Hal ineens opgewonden: "Kom gauw kijken!". De oranje lijn van de cardiograaf laat een regelmatig golf patroon zien. "Het is zijn hart", zegt Paul, "Het slaat. Fantastisch he? Dit dier is be vroren geweest, en toch zijn de miljoe nen cellen van z'n hart in staat samen te opereren, en een hartslag in stand te hou den". Mix De hamster kwam niet meer bij. Maar het is volgens Segall een kwestie van tijd en dan zal hij bevroren hamsters weer hele maal tot leven kunnen brengen. "Als we de juiste manier van bevriezen hebben gevonden, en de juiste mix van bescher mende vloeistoffen, gaat ons dat luk ken". Daarna is de sky de limit. "Dan kun nen we ook mensen bevriezen en terug brengen. We kunnen nu al organen be vriezen en ze zo goed houden. Sperma en eicellen worden onbeperkt in de diep vries in leven gehouden, dus dat zelfde met hele mensen doen is slechts een kwestie van techniek". Hij kijkt afwezig. "Weetje wat het verschil is tussen Hal en mij, en alle andere gerontologen?", zegt hij, "wij willen niet dood. En ik weet dat -we op de goede weg zijn. Ik weet zeker dat we over enkele decennia weten hoe we veel langer dan nu, permanent zelfs, kunnen blijven leven. Maar ik ben 47, dus dat haal ik waarschijnlijk niet meer. Dat vind ik diep frustrerend". DOOR JOOP VAN DER HORST Al jaren verzamel ik woorden die vroe ger iets heel anders betekenden. Zoals trein, wat vóór de eerste spoortreinen 'stoet' betekende, of 'gevolg van een ko ning'. En een poos geleden heb ik hier al eens geschreven over afbellen. In de tijd dat telefoonverbindingen nog niet auto matisch tot stand kwamen maar via een telefoniste verliepen, moest men ook het einde van een gesprek door een bel- signaal aangeven afbellen Het meest krasse voorbeeld dat ik ken is willekeurig. Dat woord betekent tegenwoordig bijna het tegengestelde van wat het vroeger aangaf ooit was het 'met de wil gekozen' en nu is het 'luk raak'. Er is dus een tijd geweest waarin willekeurig het tegendeel was van onwil lekeurig. Die twee zijn nu niet synoniem maar als je alleen naar de taal van nu kijkt, is niet te begrepen hoe ze zo naast elkaar kunnen bestaan. Er valt hier veel te verzamelen Mijn jongste aanwinst is dementeren. Wie je er ook naar vraagt, iedereen kent het nu in de betekenis van 'dement worden' of 'dement zijn'. Toch is dat een betrekke lijk nieuwe betekenis. Of eigenlijk moe ten we zeggen een betrekkelijk nieuw woord. Tot voor enige tijd was er een heel ander woord met een heel andere betekenis, namelijk 'ontkennen', 'logen straffen'. Het tegenwoordige demente ren dement worden) is pas zo'n twin tig jaar gebruikelijker Het oudere woord dementeren ontkennen) is afgeleid van het Franse démentir, 'ontkennen, tegenspreken' Ook het bijbehorende zelfstandige naamwoord démenti is van Franse her komst, maar blijkbaar werd het ook door Nederlanders gebruikt, vooral in de uit drukking iemand een dementi geven 'iemand in het aangezicht van een leu gen betichten'. Lang voordat het jongere dementeren in de woordenboeken opduikt, bij mijn weten voor het eerst in Koenen 1974, is het woord dementie reeds in gebruik, namelijk al in de jaren twintig. Aanvan kelijk met de wat grove betekenis 'krankzinnigheid'. Het bijvoeglijk naam woord dement is van later datum dan dementie, ik schat van na de Tweede Wereldoorlog. Maar dementeren is het jongste woord van het drietal dementie dement-dementeren Het is boeiend om de betekenisom schrijvingen te volgen die men in de loop der jaren aan deze woorden gaf. Het be gint met 'krankzinnigheid' wat wij te genwoordig. letterlijk 'ziek van geest', feitelijk juister dan dement, letterlijk 'bui ten zinnen'. In latere jaren wordt dement omschreven als 'van zijn verstand be roofd'. wat weliswaar strikt genomen niet onjuist is. maar toch een onaange name kleur heeft. Weer later is het 'geestelijk afgetakeld': dat suggereert een onvermijdelijke vorm van slijtage. Tegenwoordig weten we dat verschil lende vormen van dementie geenszins een onvermijdelijke slijtage zijn maar een localiseerbare ziekte En zo vinden we dan ook nu in verschillende woor denboeken een aanduiding van de ziek tes waar het om gaat. De woorden dement en dementeren drijven mee met de stand van de medi sche wetenschap. De betekenis die we daarbij vermeld vinden, weerspiegelt de medische inzichten van de tijd Het is daarom niet te voorspellen wat er over 25 jaar in de woordenboeken over ge zegd zal worden. Ik hoop dit: 'vroeger veel voorkomende ongeneeslijk geach te ouderdomsziekte, thans gemakkelijk te verhelpen euvel' Maar kinds zal nog heel lang dezelfde betekenis houden want dat woord kijkt niet naar de oorza ken maar naar het gevolg. Als kinderen speelden we met het onder stel van een oude kinderwagen, waarop we een soort open zeepkist-auto hadden gebouwd. We gebruikten 'm onder meer om goedkoop aan spullen te komen. Een van ons ging er bijvoorbeeld inzitten en de anderen duwden 'm dan net zo lang op tot-ie een behoorlijke vaart had en lieten 'm los vlak voor de zaak van de groente boer. De kunst was om, terwijl je daar voorbijschoot, zoveel mogelijk appels, pe ren of ander fruit uit de op de stoep uitge stalde kisten te roven. Maar af en toe ging dat mis, want dan leunde je te ver naar buiten, waardoor de wagen afzwenkte en tegen een van de kisten aan knalde. En daar zat je dan, met je handen vol ap pels, gecrashed precies onder het wreken de oog van de groenteboer of, wat nog er ger was, van zijn vrouw". Mijn gehoor, jongeren van tussen de vijftien en achttien die op hun club een avond over jeugdcriminaliteit hadden georganiseerd, barstte bij het horen van deze dubieuze jeugdherinnering in la chen uit. En toen was het hek van de dam. Plotseling begonnen ze zelf allerlei klein- -criminele handelingen op te biechten, de een nog geraffineerder dan de ander. Nette jongelui die zich stuk voor stuk als kleine schurken ontpopten. Snoepgoed, chips, aanstekers, boeken, cassetteband jes, parfum, jassen, blouses, pullovers en tal van andere bepaald niet zo goedkope zaken bleken geregeld met hen zonder bon de winkel uit te gaan. Hoe komt het dat de normale consu ment soms of vaker dan soms op het die venpad gaat? Want we weten inmiddels dat winkeldiefstal allang niet meer het privilege is van de zogenaamd hysteri sche, seksueel tekortkomende dame uit de hogere kringen, die op die manier naar spanning en sensatie zoekt of haar frus tratie af reageert. Naar schatting vier op de vijf winkeldieven onderscheidt zich noch in persoonlijkheid noch in sociaal gedrag van de doorsnee burger. Zijn wij inderdaad een samenleving aan het wor den waar de moraal aan de varkens wordt gevoerd?. Een oude volkswijsheid wil dat de gele genheid de dief maakt. Dat is natuurl ijk niet het hele verhaal, maar zeker is dat de gelegenheid in veel gevallen een belang rijke handlanger is. Psychologen verkla ren al tien tallen ja ren lang met enig suc ces ons gedrag als een produkt van situa tie en persoonlijkheid. Maar inmiddels staat wel vast dat de kenmerken van de situatie waarin we verkeren belangrij ker zijn voor hoe we ons gedragen dan onze persoonlijkheidstrekken. Want, hoe betreurenswaardig het misschien ook is, wij mensen hebben betrekkelijk weinig zelfbeheersing of zelfdiscipline. Dat wil niet zeggen dat onze geest niet vaak ge willig is. maar ons vlees is zo zwak. Ook winkeldiefstal is vermoedelijk minder het gevolg van algemeen moreel verval dan wel toegenomen verleiding. In 1954 schreef een Duitse criminoloog de volgende gedenkwaardige woorden: 'Tedere diefstal door een verder normale burger is een triomf vgn de moderne ver kooptechniek". Het was de tijd dat vanuit de Verenigde Staten een nieuw winkelsysteem naar ons werelddeel over waaide: de zelfbediening. Plotseling kwam de klant in een bloedverleidelijke situatie terecht. Bij zelfbediening heb je direct contact met het begeerde goed, er zit geen bediende of eigenaar meer tus sen. Je kunt zelf de waren van de schap- pen pakken, ze betasten, uitproberen en zelfs in tas of zak stoppen zonder dat ie mand daarbij direct op je vingers staat te kijken. Je hebt ze 'al te pakkenvoordat je je portemonnaie hoeft te trekken. Zelfbediening verleidt zo niet alleen tot spontane of impulsieve aankopen, maar door het 'voor de handliggende' van de goederen (je mag ernaar kijken en aan komen), prikkelt het ook direct je bezits drang, je hebzucht. En dus lokt het naast kopen ook uit tot stelen. Bij kopen neem je de waar van het schap - en betaalt er voor aan de kassa. Bij stelen neem je de waar van het schap - en loodst die langs de kassa. Zelfbediening is voor de gemid delde burger dus zowel een soort van test van zijn eerlijkheid als ook een bewijs van zijn permanente verleidbaarheid. Want in de grond van de zaak is het beta len aan de kassa vaak niets anders dan een soort ongedaan gemaakte diefstal. Veel mensen lopen in een zelfbedie ningszaak dan ook rond met gedachten door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden als: "Zal ik dit nou wel of niet wegmoffe len, wel of niet bij de kassa aangeven?" Dat laatste doet vermoeden dat wat in winkels gestolen wordt, meestal een be paalde waarde of betekenis voor de dief heeft. Dat dit inderdaad zo is, blijkt uit onderzoek naar de verschillende typen van winkeldieven. De categorie die steelt om het stelen, is maar heel klein. Dat zijn de zogenaamde kleptomanen, behept met een soort van innerlijke dwang tot stelen, die vaak volstrekt n utteloze of waardelo ze dingen graaien, veertig passers of der- - tig wc-borstels in drie dagen die meteen ook weer worden doorgespoeld. Dan is er de hele grote groep winkeldie ven, die dingen steelt waarvoor de eigen koopkracht niet toereikend is. Het is niet zo dat ze zonder te stelen n iet in leven zou den kunnen blijven, maar wel dat er een verschil is tussen hun werkelijke levens standaard en hun consumptiebehoefte. Hiertoe behoren de jongeren die in de schoolpauze de zelfbediening opzoeken om aan gratis snoep, sigaretten en de daarbij benodigde aansteker of lucifers te komen. Maar ook de zwangere vrouw die op zo'n manier aan extra leuke baby kleertjes komt of de doe-het-zeiver die zijn gereedschapskist verder invult. Het is een soort van begeerte-crimina- liteit', die door het merkwaardige karak ter van de zelfbediening gunstige gele genheid, een hele hoop van dezelfde arti kelen en je kent de eigenaar toch niet per soonlijk een mogelijkheid is geworden die nu binnen ieders bereik ligt. Toch gaan de meeste mensen uit deze groep niet zo maar even 'uit stelen. Voor de meesten geldt dat ze dat alleen doen in een bepaalde psychische toestand, name lijk een van grote innerlijke spanning of conflict (vanwege relatie, werk. opvoe ding. enzovoort). Waaróm dat zo is. laat zich als volgt verklaren. Als wij onlust voelen (en stress of spanning is onlust) gaan we automa tisch op zoek naar manieren om die on lust te verminderen. Schelden, huilen, al cohol drinken, tegen iemand praten, hard werken, seks of joggen zijn van die manieren. Voor veel mensen is iets kopen, iets consumeren, ook een manier om on lust te verminderen. Iemand die onder stress staat en in een zelfbedien ingszaak iets ziet dat zijn begeerte opwekt, komt daarom gèmakkelijk op het idee dat hij zich beter zal voelen als hij dat voonverp maar eenmaal heeft. Maar als de enige manier om er aan te komen, stelen is het eigen budget staat de aankoop niet oj ternauwernood toe (of dat denken we al thans) roept de gedachte daaraan op zich weer spanning op (aan betrapt wor den bijvoorbeeld), wat de al aanwezige spanning verder verhoogt. Omdat met het toenemen van innerlij ke spanning de controle over ons denken afneemt ons denken vernauwt zich wordt de gedachte aan het begeerde goed sterker, soms zelfs obsessief sterk. Tege lijk verliezen de morele remmen, die on der normale omstandigheden goed func tioneren, hun grip, waardoor de drempel tot stelen verlaagd en zelfs oncontroleer baar sterk kan worden. Stelen wordt zo een bevrijding van innerlijke spanning, die in combinatie met een soort van over- winnaarsgevoel ('je bent de rest mooi te slim af geweest') eventuele schuldgevoe lens platwalst. Zo bezien is iedere winkel diefstal niet alleen een maatschappeli jke maar ook een persoonlijke tragedie. Of anders gesteld: "wat was er mis op de dag dat u de rekening niet vereffende?" Met een eerlijk antwoord daarop heb u weer wat over uzelf geleerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 33