Met Fats is het altijd weer feest
Paul van Kemenade: uniek
Genitaliën van Brood
niet welkom op bussen
Tekorten
baren NOS
geen zorgen
Fats Domino
start tournee
in Alkmaar
Toots and the Maytals: 'Ijéééééééjoh'
'Heroes' favoriete Bowie
MAANDAG 19 MAART 1
Leiden.
LEIDEN - Paul van Kemenade is
Nederlands meest direct herkenba
re altsaxofonist. Niet zozeer door
zijn wijze van schrijven - het sextet
op zaterdag speelde uitsluitend
composities van zijn hand - als wel
door zijn saxofoonspel, dat gebruik
maakt van een breed scala van min
of meer traditionele uitdrukkings
mogelijkheden in de jazz, weet hij
snel zijn gehoor te boeien. Anders
dan bijvoorbeeld Piet Noordijk, die
een bestaande stijl op zijn eigen wij
ze perfectioneerde, maakt Van Ke
menade gebruik van hyperbolen
van stijlkenmerken van onder meer
Ornette Coleman en Johnny Hod-
ges. Voor het concert van eergiste
ren viel tenorsax Paul de Leest in
voor het vaste lid Tobias Delius,
maar van een eventuele handicap
j voor de communicatie was weinig
te merken.
Het begin van het concert was
niet echt veelbelovend. Het zestal
had moeite met de holle akoestiek
van het Waaggebouw, een pro
bleem dat alleen overwonnen kan
worden met subtiliteit in het spel.
Daar was in de eerste drie stukken
nauwelijks sprake van. Pieter Bast
sloeg erop los alsof het een ouder
wets bebop-concert was met vele
loodzware accenten op de bass-
drum, terwijl de blazers in de en-
sembiepartijen hun best leken te
doen elkaar te overstemmen. Daar
bij werden de musici niet geholpen
door een ontstemd klinkende pia
no, die op zichzelf nauwelijks de
naam brandhout waard is. Tijdens
die eerste stukken, opgebouwd vol
gens het bekende Van Kemenade-
i stramien van vamps en ingetogen
dramatiek, kwam er alleen iets van
leuk musiceren terecht tijdens soli
en duo-passages. Aan enig tech
nisch gebrek aan de zijde van de
musici lag dat zeker niet. Integen
deel, Jeroen van Vliet, die zich
moest tevredenstellen met de krak-
kemikkige piano, viel op door zijn
variatie in het handwerk op het kla-
I vier zonder in clichés te vervallen.
Trombonist Hans Sparla kwam het
meest tot zijn recht in zachte passa
ges en als solist, wanneer het pu
bliek zich kon overtuigen van zijn
rondborstige toon.
Zo mogelijk nog meer overtui
gend was het solowerk van Eric van
de Westen, aangezien de bassist nog
niet die staat van dienst heeft, die
bijvoorbeeld Sparla op zijn naam
heeft. Zijn timing straalde een rust
uit die het wat gehaaste spel van de
drummer in toom hield, terwijl het
zo nu en dan leek dat hij met een
zelfde melodieuze vinnigheid pluk
te als Charles Mingus. In de laatste
nummers voor de pauze en gedu
rende de rest van het optreden had
het sextet de akoestiek van de Waag
gelukkig bijna geheel onder de
knie, zodat de harmonische kwali
teiten van Van Kemenades stukken
wat beter op hun merites beoor
deeld konden worden. Van Ke
menade is als componist zonder
meer een goede vakman, al lijken
sommige elementen en passages
wat al te bekend in de oren te klin
ken. Daarbij komt dat Van Kemena
de maar al te graag gebruik maakt
van abrupte overgangen om een
stuk een kunstmatig aandoende
diepte te geven. Daar staat tegen
over dat de altsaxofonist heel goed
weet hoe je met klankkleur kan
werken. Zijn forte is toch het uit
voerend werk, waarbij hij moeite
loos de aandacht van het publiek
gevangen houdt met zij zoevende
subtonen a la Webster, uithalen a la
Coleman en legati in de stijl van
Johnny Hodges.
Beter dan vroeger weet hij een
spanning op te bouwen tijdens een
solo, om die dan ook zeer effectief,
soms op het melodramatische af, te
doorbreken. Wat dat betreft is Van
Kemenade uniek onder de Neder
landse altsaxofonisten. Aanzienlijk
minder ruimte kreeg uiteraard de
andere saxofonist, Paul de Leest,
overigens ook al uit Tilburg afkom
stig. De Leest hoort tot de categorie
van de robuuste no-nonsense bla
zers, waarvan we er, in weerwil van
de conservatoria, in Nederland ge
lukkig steeds meer krijgen. De fleg
matiek ogende tenorsaxofonist let
te meer op tonale kwaliteit dan op
goedkoop effectbejag met zijn soli
de spel. Het sextet bracht niet het
beste waartoe het in staat is, maar er
was genoeg routine en creativiteit
om een kritisch publiek tevreden te
stellen.
KEN VOS.
ARNHEM (GPD) Een aantal chauffeurs van het Gemeentelijk Ver
voerbedrijf Arnhem (GVA) weigert op de autobus te rijden, die vorige
week is beschilderd door popzanger/kunstschilder Herman Brood. De
dertigduizend gulden, die voor het beschilderen van de bus is betaald,
heeft de woede van de chauffeurs opgewekt. Ze zagen dat geld liever be-
steed aan een verbeterde doorstroming van het openbaar vervoer in de
Arnhemse binnenstad.
Volgens buschauffeur A. J. Leertouwer, tevens secretaris van Abva-
Kabo-afdeling Arnhem, heeft het Broodbusproject bovendien aanzien-
1 lijk meer gekost, dan de hiervoor door de gemeente uitgetrokken dertig
mille. Naar zijn zeggen is daar tenminste vijftigduizend gulden mee ge
moeid geweest.
Zo zijn gedurende zes uur twaalf chauffeurs ingezet om een tweede,
deels door Brood beschilderde autobus weer schoon te maken. Brood
had daar onder andere geslachtsdelen op geschilderd.
ALKMAAR (GPD) - An-
toine Fats Domino be
hoort tot die groep van
wereldberoemde artiesten
die nooit iets nieuws zal
proberen, die ambitie
blijkbaar ook niet heeft en
van wie dat kennelijk ook
niet wordt verwacht. Wie
hem ooit zag, hoeft nooit
meer terug te komen,
want zijn show voltrekt
zich sinds decennia vol
gens een vast stramien.
Fats geeft dat zelf volmon
dig toe. "Ik doe wat mijn
publiek van mij verlangt."
En die verlangens zijn blijkbaar
zeer gering. Aan de andere kant
is het misschien maar goed ook
dat de zanger/pianist uit New Or
leans zijn gehoor niet lastig valt
met nieuwe probeersels, want -
als hij al eens in zijn show Van
louter oude gouden successen
iets minder bekends inlast - dan
is dat vaak een slap aftrekseltje
van wat hij al eerder met meer
bezieling volgens het door zijn
muzikale steun en toeverlaat Da
ve Bartholomew ontwikkelde
concept tot een 'hit' maakte.
door
Hans Visser
In elk geval waren dat de
schaarse momenten waarop het
bij de biertenten naast het podi
um dit weekeinde in de Veiling
hal van Alkmaar (wie bedenkt
zo'n opstelling voor de horeca?)
wat drukker werd.
De concertreeks die Domino
door Nederland maakt (donder
dag in Amsterdam, vrijdag in
Arnhem, zterdag in Rotterdam
en op 6 april in Goes) en hem ver
der ook door de rest van Europa
voert, heet een jubileumtoernee
te zijn. Een wat late jubileumvie
ring, want Domino maakte zijn
eerste plaat al in 1949: 'The fat
man'. Hij was toen typisch een
kind van het muziekleven in
New Orleans, dat in die tijd nog
een echte smeltkroes was van al
les wat de jazz tot dan toe had op-
leverd. Maar het was trompettist
Dave Bartholomew, die het spe
cifieke van Dömino ontdekte.
Hij liet de 'rythm en blues' en de
gemoedelijke stem van Domino,
waarin iedereen wel een goede
vriend kon herkennen, naadloos
aansluiten bij een groep saxen,
die de klank van 'The Fat Man'
voor de rest van zijn carrière zou
bepalen. Record-platenomzetten
en verkettering door de jazzpuri-
teiten waren het gevolg.
Bartholomew is er deze toer-
nee niet bij. Het verhaal gaat dat
de twee heren ruzie hebben ge
had; slaande ruzie, 'but they did
it in style, they did it in the first
class'. Maar oudgedienden als
HILVERSUM (GPD) - NOS-
voorzitter drs. Joop van der
Reijden maakt zich geen al te
grote zorgen over de miljoen
entekorten op de televisiebe
groting van de NOS, die ont
staan door de enorme stijging
van de sportrechten. Het mi
nisterie van WVC heeft extra
financiering toegezegd.
De NOS schat dat zij in de
periode 1989 tot 1992 in totaal
een bedrag van 40 miljoen gul
den kwijt is aan sportrechten.
In de vorige periode van vier
jaar (1985-1988) moest voor
hetzelfde pakket 13 miljoen
gulden betaald worden, een
stijging in vier jaar tijd dus
van 27 miljoen gulden.
Lee Allen, Fred Kemp en Her-
bert Hardesty, reizen wel mee en
dat betekent dat het hele reper
toire, net als altijd, vrijwel noot
voor noot volgens de hit
singletjes kon worden afge
werkt: 'Blueberry Hill', 'I want to
walk you home', 'I'm walking',
'Hello Josephine', 'Jambalaya-
','Blue monday' en natuurlijk (de
vaste Domino-bezoeker weten
dat al) het traditionele slot met
'When the saints' en 'Sentimen
tal Journey', inclusief het met de
buik vooruit duwen van de vleu
gel door Fats en de polonaise
door de zaal van zijn meest mo
biele begeleiders, voorzover die
niet meteen vastliepen in het
voor het podium bijeen gedrom
de publiek.
Aldus werkt Fats zijn zorgvul
dig voorbereide 'spontane' feest
je der herkenning af naar een al
even 'spontane' apotheose. Mo
gen van Fats zelf geen verrassin
gen worden verwacht, toch is het
jammer dat de jazz, bakermat
van zijn muziek, niet de ruimte
krijgt te zijn wat die is: een aan
leiding tot speels gevecht om de
mooiste improvisaties.
Zelf werkt Fats zijn nauwelijks
virtuoos te noemen pianoloopjes
na veertig jaar bijna gedachte
loos af. Alleen helemaal aan het
eind, als Domino al naar de
kleedkamer schuifelt, krijgen de
oudgedienden in zijn gevolg toch
nog even de kans te laten horen
dat ze wel degelijk zijn geïnfec
teerd met het virus dat de saxofo
nisten uit de zuidelijke States
kenmerkt. Heel even klinken
dan een paar stevige, door de
Texaanse zon getaande noten
reeksen.
Muzikaal gezien de meest inte
ressante en opwindende mo-
De eerste zomerse dag van 1990,
een beter moment voor het optre
den van Toots and the Maytals in
het Leidse LVC was nauwelijks
denkbaar. De Jamaicaan Fred
'Toots' Hibbert staat te boek als
één van de grondleggers van de
reggae, het zonnigste genre in de
popmuziek.
In het kielzog van Bob Marley
and the Wailers boekten Toots
and the Maytals in het begin van
de jaren zeventig successen met
liedjes als Pressure Drop (later
een hit voor Robert Palmer),
Funky Kingston, Reggae got soul
en Monkey Man (bekend van The
Specials). Waar de charismati
sche Bob Marley uitgroeide tot
een wereldster en een spiritueel
leider, moest Toots genoegen ne
men met een plaats in de marge
als één van die vele zangers met
een fraaie kolengruisstem en een
paar leuke liedjes.
In de loop van de jaren tachtig
ging het bergafwaarts met de car
rière van Hibbert en consorten.
De groep werd door de platen
maatschappij aan de kant gezet
en raakte in de vergetelheid.
Anno 1990 ziet Hibbert zich ge
dwongen om met enkele inge
huurde jonge muzikanten onder
de naam Toots and the Maytals op
te treden in 'kleine' zaaltjes als
het LVC. Het repertoire bestaat
daarbij uit zijn vier eigen hits en
reggaebewerkingen van popklas-
siekers als Knock on wood, Louie
Louie en John Denver's Take
me home country roads. Om de
contractueel verplichte speeltijd
vol te maken worden de num
mers breed uitgesponnen, waar
bij het publiek met grote regel
maat wordt uitgenodigd om kre
ten als 'ijééééééjoh', 'ijójójó',
'roots rock reggae', 'rastafaraaaai'
mee te brullen.
Het tjokvolle LVC liet zich za
terdagavond door het soms wat
bedenkelijke artistieke peil de
avond niet bederven. Vrijwel ie
dereen had de zomer in de kop en
dus werd er vanaf het eerste num
mer gezellig meegehupst en mee
gezongen. The Maytals kweten
zich professioneel van hun taak
de boel gaande te houden en aan
het eind van het optreden kon
Toots als een ware ster handjes
schudden met de eerste rijen.
Maar het feit dat de manager van
de groep het publiek via de ge
luidsinstallatie moest oproepen
nog wat te juichen zodat Toots te
rug kon komen voor een toegift,
sprak boekdelen.
JAN VAN DER PLAS
Fats Domino: gedachteloze routine.
menten van dit voor de rest ge- tje, precies op de juiste plaats Al-
zellige concert. Want het geheim les vertrouwd, kan moeiteloos
van Fats' huidige succes schuilt worden meegezongen en is voor-
waarschijnlijk in het gemak, het al vriendelijk, zorgeloos en zon-
ritme, precies dat ene loopje, dat En daaro™ 's het met Fats al"
ene klankje in dat ene nurryner-* weer teest.
HILVERSUM (GPD) De
fans van David Bowie horen
het liefst zijn repertoire uit
de jaren zeventig. Die con
clusie kan worden getrokken
uit de 'phone in', die Mojo
Concerts, KRO en PTT Tele
com gisteren hebben gehou
den met het oog op zijn con
cert in het de Rotterdamse
Ahoy-hal op 30 maart. De top
twintig met verzoeknum
mers voor dat optreden, ge
baseerd op ruim 13.000 'tele
foontjes', bevat slechts enke
le nummers uit het recentere
verleden.
Bovenaan de lijst eindigde
met ruime voorsprong
'Heroes' van het gelijknami
ge album uit 1977. Een veel
grotere verrassing was de
tweede plaats voor 'Rock 'n
Roll Suicide' (1972), dat de
43-jarige popster maar wei
nig op het podium heeft uit
gevoerd. Derde in de rij van
meest gewilde aanvragen, is
het meer dan tien minuten
durende 'Station To Station'
(1976); vierde 'Space Oddity',
Bowie's eerste hit uit 1969.
De resterende lijst: 5. 'Wild
Is The Wind'; 6. 'Five Years';
7. 'Rebel, Rebel'; 8. 'Let's
Dance'; 9. 'Ashes To Ashes';
10. 'Fame'; 11. 'Life On Mars';
12. 'China Girl'; 13. 'Ziggy
Stardust'; 14. 'Time'; 15.
'Changes'; 16. 'Moonage Day
dream'; 17. Golden Years';
18. 'Sound And Vision'; 19.
'Young Americans'; 20. 'To
night'.
In het radio-programma
'Studio 3 Akuteel' liet David
Bowie weten zich wat betreft
de eerste tien nummers zeker
aan de enquête-uitslag te
zullen houden. "Misschien
zelfs wel de eerste vijftien",
aldus de Engelse zanger
vanuit Birmingham.
David Bowie: zal zich
uitslag houden. (foto anp)
In New York werd zaterdag
voor de 229ste maal de parade
gehouden op St. Patrick's Day.
Aan de parade namen zo'n
150.000 personen deel onder wie
een groot aantal doedelzak
bands. De parade werd gadege
slagen door ongeveer 1 miljoen
bezoekers. (foto afp>
Dracula-ring
Dieven hebben bij een overval op
de in New York woonachtige
Roemeense kunsthandelaar Vlai-
cu Ionescu een ring buitgemaakt,
die ooit behoord heeft aan Vlad
de Spietser, de Oosteuropese
edelman op wie de legende van
de vampier Graaf Dracula is geïn
spireerd.
Ionescu werd in zijn huis over
vallen door twee gewapende
mannen, die een verzameling
schilderijen meenamen en drie
zegelringen, die Ionescu in de ja
ren vijftig in Roemenie had ge
kocht. Volgens Ionescu behoor-
den de dringen ooit aan drie prin
sen uit de 14de en 15de eeuw en
was een van de ringen, die ver
sierd was met een raaf, van Vlad
Dracul van Wallachije geweest,
de vader van Vlad de Spietser.
Deze laatste Vlad stond er om be
kend dat hij zijn tegenstanders
spietste, levend kookte en ver
minkte. De gestolen kunstwer
ken vertegenwoordigen een
waarde van 4 miljoen dollar. Ione
scu zei niet verzekerd te zijn.
Auto Stalin
Zelfs de limousine van Jozef Sta
lin ontkomt niet aan de snelle af
takeling van het stalinistische erf
goed in Oost-Europa. De huidige
Poolse eigenaar heeft de ZIS-110
van de vroegere Sovjetdictator
vanwege de hoge benzineprijzen
naar de garage verbannen.
Het historische gevaarte, zes
meter lang en 2,5 ton zwaar, was
gebouwd om met zeven inzitten
den snelheden tot 150 km/uur te
halen. Zuinig is de ZIS niet: de
acht cylinder-, 6.000 cc-motor
slurpt 23 liter super per 100 kilo
meter, terwijl de benzineprijs in
Polen sinds het begin van het jaar
is verdubbeld tot 53 cent per liter.
Ter vergelijking: het gemiddelde
Poolse maandloon bedraagt
thans 120 gulden.
Daarom heeft de eigenaar, een
ingenieur uit de zuidoostelijke re
gio Lublin, zijn autopapieren in
geleverd en de wagen in de gara
ge opgeborgen in afwachting van
betere tijden. De bolide was een
geschenk van Stalin aan Wladys-
law Gomulka, Polens eerste par
tijleider na de Tweede Wereldoor-
s^'