De keerzijde van de journalistiek Televies-kijken Onze taal ENKWIJZER Hema voert jarenlange juridische strijd om naam van verslaggever te weten te komen XS*' ZATERDAG 17 MAART 1990 EXTRA PAGINA 33 Een journalist is, bijna van nature, nieuwsgierig. Worden geheime archie ven openbaar, dan gaat het journalistieke bloed sneller stromen. Wat was er van zo'n groot belang, dat gegevens geheim werden gehouden? Wie was met die ge heimhouding gediend? Ligt er een schan daal in de stukken verborgen? Zit er een verhaal in? De journalist duikt er in en doet zijn werk. Zo ook journalist G. Nadat het ministerie van economische zaken daartoe in 1987 juridisch de weg vrij maakte, verzocht G. om inzage in con tracten die de Hema, onderdeel van Ko ninklijke Bijenkorf Beheer (KBB), met af zonderlijke ondernemers afsloot. Waar om? Nieuwsgierigheid! Het bedrijfsleven verzet zich al jaren tegen opheffing van de geheimhouding van deze franchise- contracten. De Hema werd zelfs furieus en wenste te weten wie in Hema-zaken wilde snuffelen. Het bedrijf maakte er een halszaak van. Een juridische procedure, die jaren lang zou gaan duren, werd ge start met één doel. Niet met het doel de 'Hema geheimen' te beschermen, maar met de opzet de naam van de journalist te onthullen. Hoe een verzoek om informatie zich keer de tegen de persoon van journalist G. Ook een verhaal over de Hema-top, waar een diepgeworteld wantrouwen tegen over de journalistiek lijkt te bestaan. Jour nalist G. heeft niet één artikel geschreven over de franchisecontracten van de He- ma en vraagt zich af wat het bedrijf met zijn naam wil. Welk belang is daarmee gediend? Nieuwsgierigheid? door Bart Jochems Staatssecretaris Evenhuis zoekt in 1987 een mogelijkheid om de kartel-registers openbaar te maken. Een poging tijdens het kabinet Lubbers-I was eerder ge strand: de Tweede Kamer stemde in met een Wet Openbaarheid Kartelregister, maar het wetsvoorstel kwam niet door de Senaat. Via een omweg dacht Even huis zijn doel toch te bereiken: hij ver klaarde de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) van toepassing op het kartelregis ter. Kartels zijn niets meer of minder dan onderlinge afspraken tussen bedrijven om de concurrentie te beperken. Afspra ken over prijsvorming, inkoop, verkoop, marktaandelen, assortiment enzovoort. Op aandringen van (toen nog) PvdA- kamerlid Pronk overlegde Evenhuis de namen van de ingeschreven kartels (on geveer 500 stuks). Hoewel het alleen om namen ging, zonder verdere gegevens, was het bedrijfsleven woedend. Economische Zaken gaat verder: jour nalist G. wordt erop gewezen dat de WOB de gelegenheid biedt om het kartel- register in te zien. Journalist als hij is, duikt-ie er in. Donder Bij brief van 22 juni 1987 vraagt G. gege vens van zo'n 30 kartels op. Economi sche Zaken meldt de Hema dat 'iemand' het kartel wil bekijken. Of daar van de kant van de Hema bezwaar tegen be staat? Het antwoord is vervat in wat op Economische Zaken bekend staat als "een donder- en bliksembrief' van mr. H.G.J.E. Plagge, advocaat KBB-Hema. In het schrijven, dat op 25 augustus 1987 op de deurmat van Economische Zaken ploft, geeft Plagge geen reden voor de' weigering. De advocaat eist verder de identiteit op van degene die het kartel wil bekijken. Het departement vraagt G. of zijn iden titeit kan worden prijsgegeven. G. heeft daartegen grote bezwaren. Uit zijn brief van 8 oktober 1987: „Ik wens niet dat mijn identiteit aan een, mij onbekende, derde bekend wordt gemaakt". G. weet niet dat het om de Hema gaat. G. veronderstelt dat "betrokkene(n)" hem wil(len) benaderen: "Mogelijk met de intentie om mij van publicatie over de (eventueel) geopenbaarde mededin gingsregeling te weerhouden of mijn be richtgeving te willen beïnvloeden. U zult kunnen begrijpen dat ik op bovenge noemde intenties als onafhankelijk jour nalist niet in kan gaan. Ik ben er in dat ge val niet zeker van wat er vervolgens kan of gaat gebeuren. Wegens onwelgevalli ge publicaties zijn al eerder collega's van mij verbaal en anderszins onder druk ge zet. Ik ben daar niet van gediend en wens daaarvan verschoond te blijven. Tevens wil ik mijn gezin daarvoor beschermen". Geheimen Op 18 december 1987 laat Evenhuis aan G. weten dat hij geen inzage krijgt in kar tel Hema. De argumentatie komt er op neer dat er bedrijfsgeheimen van de He- ma in het register besloten liggen met na me "wetenswaardigheden omtrent de technische en commerciële bedrijfsvoe ring van onderneming, waaronder gege vens omtrent de aard van en de wijze waarop de franchisegever zijn organisa tie heeft ingericht". Pas in die brief wordt G. duidelijk dat het de Hema is die achter zijn naam aan zit. Op inhoudelijke gronden (bedrijfsge heimen) is G. de toegang tot de informa tie dus ontzegd. Is KBB-Hema tevreden, nu de 'aan slag' is afgewend? Neen, zo zal blijken. Ook op formeel-procedurele gronden wordt G.'s verzoek afgewezen. De afde ling rechtspraak van de Raad van State beslist namelijk op 9 februari 1988 (het gaat hier om een ander geval), dat Even huis procedureel verkeerd zit: hij had de WOB niet mogen hanteren om kartel-ge- gevens aan openbaarheid prijs te geven. Hema tevreden? Neen. G.'s verzoek om informatie is nu op alle mogelijke gronden afgewezen. Dat bete kent echter niet dat hij van Hema-advo- caat Plagge verlost is. Deze persisteert: de naam van de journalist die onverrich- terzake probeerde toegang te krijgen tot de regeling moet boven water komen. Vraag: waarom? Evenhuis laat Plagge op 4 februari 1988 weten dat niet tot openbaarmaking van de naam wordt overgegaan, omdat dit een inbreuk op de persoonlijke le venssfeer zou betekenen. Uit de inhoud van de brief komt Plagge wel aan de weet dat de 'iemand' een journalist is. De Hema houdt vast. Als een terrier. Op 25 februari 1988 zoekt Plagge het ho gerop. Bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State vecht hij de beschik king van Evenhuis (de weigering om de naam van G. bekend te maken) aan. Op 1 april 1988 beargumenteert de Hema voor het eerst, in een brief aan de Raad van State, waarom de firma zo gebrand is op de onthulling van de identiteit van jour nalist G. De Hema blijkt "in hoge mate verontrust over de nieuwsgierigheid van de onbekende naar haar zakelijke gege vens en wenst te vernemen wat de reden is voor deze nieuwsgierigheid". De Staat, i.e. Evenhuis, meent dat dit argument in de belangenafweging geen grote rol kan spelen. Bovendien, zo repli ceert de Staat, "moet haar eigen nieuws gierigheid (die van de Hema, red.) al in belangrijke mate bevredigd zijn door de wetenschap dat het een verzoek van een journalist betrof'. Omdat de Hema geen ander belang heeft aangegeven, is voor openbaarmaking van de naam van de journalist geen afdoende reden aanwe zig. Economische Zaken weigert dus aan de eis van de Hema tegemoet te komen, want "het belang van bescherming van degenen die bij het vergaren van nieuws betrokken zijn onder wie eventuele fa milieleden en daarmee het belang van het waarborgen van een zo onafhanke lijk mogelijke nieuwsvoorziening" is groter. Plagge brengt in zijn weerwoord zwaar geschut in stelling. Als een journalist met een beroep op de WOB informatie probeert te verkrijgen, is het niet meer dan redelijk dat de Hema diezelfde WOB hanteert om de naam van de journalist te achterhalen, stelt Plagge. Nu de journalist bezwaar maakt tegen de onthulling van zijn identiteit, komt dat volgens de advocaat neer op een be roep op een verschoningsrecht. Een be roep dat niet erkend mag worden, zeker niet "omdat de Nederlandse wet zelfs geen verschoningsrecht ten aanzien van nieuwsbronnen van journalisten er kent", laat staan ten aanzien van de eigen identiteit van de journalist. Plagge is niets gebleken van enige pu bliciteit over de Hema op grond van ver kregen informatie over de franchise- overeenkomst. Dat kan ook niet, G. kreeg immers geen toegang tot die infor matie en heeft niets gepubliceerd. Maar juist dat zit de Hema niet lekker en het bedrijf wil weten wie die journalist is ge weest. De bezwaren van G. worden door Plag ge terzijde geschoven: de Hema be schouwt het als "ridicuul, dat de journa list 'bang' zou zijn voor beïnvloeding". Die ridiculiteit geldt "in versterkte mate met betrekking tot bescherming (tegen Hema!) terzake van ongewenste invloe den op het gezin van de journalist". En dan laat de Hema zijn licht schijnen over de Nederlandse journalistiek. Het belang van de Hema 'is (mede) daarin gelegen, dat het (de) journalist(en) duide lijk wordt, dat zij niet boven de wet staan en dat zij niet, uit ongebreidelde en onge paste 'nieuws'gierigheid, beschermd door een zelf gecreëerd recht op anoni miteit, zakelijke gegevens van/over be drijven en/of andere personen kunnen- /mogen vergaren om vervolgens die ge gevens alom openbaar te maken, ten na dele van de betrokken persoon/perso nen/bedrijven een interessant (krante-) bericht te pousseren". Voor de journalist bestaat geen enkel belang bij geheimhouding van haar/zijn naam, "omdat dezelfde journalist, zo hij- /zij wel tot publikatie van het Hema fran- chisecontract had kunnen overgaan, met een zekere trots zijn/haar naam boven het desbetreffende krantenartikel zou hebben geplaatst c.q. zijn/haar naam had (doen) noemen bij de aftiteling van een radio- of t.v.-programma". Het stuk van Plagge bereikt de Raad van State op 30 augustus 1989. De Hema is dan al twee jaar bezig om de naam van de journalist te achterhalen. Op de daarop volgende openbare zitting van de Afdeling Rechtspraak, op 23 no vember 1989, gaat de Hema voort, bij monde van Plagge. Hij richt zich recht streeks tot Economische Zaken. Dat de partement "meent, dat de WOB de moge lijkheid biedt om aan de vragensteller (een journalist) een verschoningsrecht te geven ten aanzien van zijn/haar eigen identiteit". Plagge noemt die opvatting "een volstrekt nieuw fenomeen". Nu een verschoningsrecht ten aanzien van de identiteit van de bron van een journalist in het algemeen door de rechter niet wordt erkend, kan van een verscho ningsrecht ten aanzien van de eigen identiteit van de journalist al helemaal geen sprake zijn. aldus Plagge. Anders gezegd: "De gemeenschap heeft er recht op. dat zij diegenen kan kennen die naar nieuws speuren, ook als dat speuren niet het beoogde resultaat heeft opgeleverd". Onderneemt de journalist pogingen "om achter geheimen te komen", dan moet zijn identiteit bekend zijn. En "op grond van een beweerde 'vrees'" mag hij zich al helemaal niet "in nevelen hullen", verklaart Plagge. Onder voorzitterschap van mr. E.W. de Kruijff doet de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State op 2 februari 1990 uitspraak. Op de zitting blijkt dat de Af deling Rechtspraak niet goed begrijpt waarom de zaak door de Hema zo hoog wordt gespeeld. Plagge wordt gevraagd of zijn opdrachtgever een 'wraakactie' te gen de journalist in de zin heeft. Neen, antwoordt de advocaat, "we willen het gewoon weten". Onthulling De Hema krijgt, na een speurtocht die tweeeneenhalf jaar heeft geduurd, gelijk. Omdat het om "het beroepshalve func tioneren van een journalist" gaat, ver wacht de Afdeling Rechtspraak niet dat zijn persoonlijke levenssfeer wordt be dreigd. "Van concrete aanwijzingen in deze richting is in het geheel niet geble ken". De Raad van State gaat daarbij alleen af op de mededeling dat de Hema geen wraakactie in de zin heeft. Concrete aan wijzingen zijn daar inderdaad niet voor te vinden, eenvoudig omdat de Hema de naam van de journalist nog steeds niet kent en dus niet eens weet wie eventueel moet worden aangesproken. Met de uitspraak is het besluit van Evenhuis vernietigd. Economische Za ken moet de naam van de journalist nu aan de Hema prijsgeven. Öp Economi sche Zaken is inmiddels een concept- schrijven aan Plagge opgesteld. Namens de staatssecretaris schrijft directeur-ge neraal De Boer daarin: "De naam van de gene die om inzage van het Hema fran- chisecontract heeft verzocht is C.E.M. Goseling. Afschrift van deze brief heb ik gezonden aan de heer Goseling". Het is voor het eerst in ruim een jaar dat Goseling iets verneemt van de juridi sche strijd tussen de Staat en de Hema, met zijn identiteit als inzet. Hij vindt het "beangstigend", omdat hij geen flauw vermoeden heeft wat de Hema heeft ge dreven om tweeëneenhalf jaar achter hem aan te zitten. Ook groeit de zorg over het effect dat de Hema-actie op het functioneren van de journalistiek in Nederland kan heb ben. Als journalisten eerst door een be drijf mogen worden gescreend, alleen omdat zij nieuwsgierig zijn, waar lijkt dat dan op? Op een vorm van censuur? Verder is de bescherming van Gose- lings bron door de Raad van State aan flarden geschoten: Economische Zaken was in dit geval het slachtoffer. Mogelijk gaan ook andere nieuwsbronnen van de journalist zich nu huiverig opstellen. Met alle mogelijke gevolgen voor de vrije nieuwsgaring vandien. En wat Goseling persoonlijk betreft: zal de Hema contact met hem opnemen? En met welk doel? Journalist die hij is, wordt Goseling steeds nieuwsgieriger naar de geheimen die de Hema zegt te hebben. Geheimen die kennelijk zijn te vinden in het franchisecontract. DOOR JOOP VAN DER HORST Ongewenste intimiteiten zijn aan de orde van de dag. Ik kan daar eigenlijk met meer over meepraten maar het is een feit dat veel mannen bij allerlei gelegenhe den vrouwen die dat niet willen, toch gauw even aanraken, betasten, kneden, bevoelen of met kwalijke praatjes aan boord komen. Wat doe je ertegen? Er pleit veel voor een ferme klap in iemand z'n gezicht of een schop tegen zijn sche nen. Maar sommige vrouwen zijn daar te fatsoenlijk voor of te bang. of ze reageren niet snel genoeg. Vaak denk je eerst nog dat de aanraking misschien per ongeluk was en pas achteraf word je kwaad als het wel degelijk opzet bleek te zijn. Dan is het meestal al te laat voor die verfrissen de mep in zijn gezicht. Natuurlijk hoéft men het zich niet te la ten welgevallen. Zeker niet als het her haaldelijk gebeurt. Wanneer het te bont wordt, kan iemand naar de rechter stap pen en zeggen het slachtoffer te zijn van ongewenste intimiteiten. Maar dat is niet eenvoudig. Alleen al omdat het bewijs meestal zo moeilijk te leveren is. De rechter wil graag bewijzen zien dat de beschuldiging echt waar is. Een tweede probleem zit 'm in de woorden ongewenste intimiteiten. Daar kan de rechter nauwelijks mee uit de voeten. Iets is namelijk niet meteen straf baar als een ander dat ongewenst vindt Een lekkage, een verstopte gootsteen of een stevige verkoudheid zijn ook onge wenst Ongewenstheid, ook van ander mans gedrag, is nu eenmaal geen juri disch criterium. En intimiteiten zijn even min door de wet verboden. De rechter, die best begrijpt wat de vrouw bedoelt, kan de woorden ongewenste intimiteiten nergens in zijn wetboeken vinden en daardoor is bestraffing nauwelijks moge lijk. Om die reden hebben de Stichting Handen Thuis en het Clara Wichmann Instituut kort geleden voorgesteld om voortaan te spreken van seksuele intimi daties. Staatssecretaris Ter Veld van So ciale Zaken voelt er wel voor. Binnenkort mogen we dus in officiële stukken deze nieuwe benaming verwachten en die zal dan ook wel in kranten en bij de radio en televisie gangbaar worden Ik hoop alleen dat de bedenkers van de naam seksuele intimidaties goed na gedacht hebben over hun voorstel. Ik be grijp dat het juridisch misschien beter is om het zo te noemen. Maar ik zie ook een groot risico. Het woord intimidatie lijkt me namelijk nogal zwaar. Daarmee wil ik de ongewenste intimiteiten niet licht opvat ten: ze zijn vernederend en er moet iets tegen gedaan worden, desnoods via de rechter. Maar als we het intimidatie gaan noemen, voorzie ik de uitvlucht dat een hand op een bil nog geen echte intimida tie is. Met andere woorden: door het met zo'n zware term te benoemen geef je menige overtreder gelegenheid zich er achteraf onder uit te draaien. Dat zou jammer zijn, want het is juist de bedoe ling dat we iemand die zijn handen niet thuis kan houden, voor de rechter kun nen slepen. Ergens las ik het bezwaar dat het zo moeilijk is vast te stellen of een opzettelij ke aanraking seksueel was of niet. Dat lijkt me geen probleem. Het doet er na melijk niet toe of je iemand met een mes, met een grote mond of met een aanra king de stuipen op het lijf jaagt. Belangrijk is alleen of je iemand met opzet de stui pen op het lijf jaagt: dat is intimidatie Het zou interessant zijn om te weten welke andere benamingen de voorstel lers overwogen hebben en waarom ze juist deze hebben uitgekozen. Laten we even aannemen dat het de best denkba re is en dat ze bijdraagt tot de bestrijding van dit maatschappelijk euvel. Als het werkt, stel ik voor om ook zo iets te on dernemen met de benaming van de auto bedrieglijk neutrale term voor het instru ment van onze ondergang. "De techniek van de liefde bedrijven had mijn volle aandachten het was via de film.dat ik leerde hoé een meisje op haar oren, in haar nek, op haar wangenen vooral natuurlijk op haar mond te kus- Dit citaat komt uit het dagboek van een jongeman, die deelnam aan een studie die in 1933 werd uitgevoerd over het onderwerp Films en Gedrag. Toen al ble ken jonge mensen allerlei seksuele 'vin gerwijzingen' in de bioscoop te verzame len. Sinds die tijd zijn er nogal wat visue le voorlichtingsbronnen bij gekomen, zoals de televisie, de video, en niet te ver geten de werkelijk overstelpende hoeveel heid erotische tijdschriften. Maar niet alleen het aantal bronnen is vermeerderd, ook de hoeveelheid seks die per bron wordt afgescheiden is sterk toe genomen. In populaire televisieseries, zoals soap opera's, is het aantal en de duur van seksuele iteins praten over, of het bedrijven van seks) sinds 1980 meer dan verdubbeld. Dynasty voert de lijst aan met gemiddeld 10 seks-items per uur, terwijl de bravere Cosby Show en Family Ties zich beperken tot 2 a 3 van dit soort items. Een jongerp die per week 20 uur te levisie kijkt (ongeveer het landelijk ge middelde van 1985), ziet per jaar tussen de 1000 en 2000 seksuele verrichtingen op de buis, afhankelijk van naar wat voor programma's hij of zij kijkt. Films hebben gemiddeld meer seks aan boord dan televisieseries. Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat met na me films met een stevige seksuele inhoud ('alleen geschikt voor volwassenen'), bij zonder populair zijn bij 15- en 16-jarige jongeren. De helft van hen ziet kans, al dan niet stiekum, om in de bioscoop of op de video de meest populaire 'hete' films van het jaa r onder ogen te kijken. Voegen we daar het inkijken van bladen met 'zachtere' of'hardere' seks bij - niemand weet precies hoeveel en hoe intensief jon geren dat doen - dan is wel duidelijk dat jongeren een aanzienlijke hoeveelheid in geblikte seks consumeren. Dagelijks zo'n 5 tot 10 porties, waarvan sommige in Er is ook onderzoek naar gedaan hoe selcs door de televisie, de film en de bla den doorgaans wordt gebracht. Daaruit blijkt dat de media ons bepaald een merkwaardig en vertekend beeld presen teren. Samengevat komt dat hierop neer: ongetrouwde hetero-seksuele paren doen het veel, zo'n vier tot acht keer vaker dan getrouwde mannen en vrouwen, en van anticonceptie hebben ze nog nooit ge hoord, daar praten ze niet eens. over, want vrouwen worden toch zelden of nooit zwanger. Trouwens mannen noch vrouwen lo pen ooit geslachtsziekten op en als dat wel gebeurt zijn het prostituees of homo's. Die laatste komen trouwens al helemaal niet of nauwelijks voor en het is ook niet in de haak om het over ze te hebben want het zijn zielepoten, slachtoffers van ge weld (bv. van 'potenrammers') of het zijn zelf schurken. Tenslotte, seks is eigenlijk alleen maar bedoeld voor jonge mensen, die een beetje naar behoren gebouwd zijn. Bejaarden worden verondersteld zich met nette en rustige zaken bezig te houden in plaats van met dit soort op windende activiteiten. De invloed, die deze voorstelling van seksuele zaken heeft op (vooral jonge) kij kers, is bepaald niet gering en in sommi ge opzichten zelfs zeer verontrustend. Een paar onderzoeksresultaten om dat te illu streren. Als middelbare schoolmeisjes naar een uitzending als Charlie's Angels kijken, waarin uitsluitend bolblits-mooie vrouwen de wereld bevolken, blijken ze daarna uiterlijke schoonheid veel be langrijker te vinden voor hun zelfver trouwen en hun kans aan de man te ko men dan als ze naar een 'neutralere' uit zending hebben gekeken. Bij jongens heeft het kijken naar zo'n 'mooie-stukken' serie als effect dat ze de meisjes uit hun omgeving in de volgende uren minder aantrekkelijk gaan vinden dan tevoren en dat ze die meisje ook min der attractief vinden dan de jongens die niet zo'n uitzending hebben gezien. Dat lot is ook de vriendinnen of de echtgeno tes beschoren van jonge mannen die, al is het maar kort, naar (half-)naakte vrou wen hebben gekeken op de televisie of op de uitklappagina van Playboy en Penthouse. Je moet dus wel een knallende hekel aan jezelf hebben als je braaf naast je grote vriend op de bank blijft zitten terwijl hij lekkerbekkend zit te 'televie- Uit onderzoek blijkt ook dat jonge men sen hun eigen seksuele ervaringen als door René Diekstra hoogleraar, psychologie te Leiden minder bevredigend gaan beleven als ze series zien waarin de echte man en vrouw worden voorgesteld als seksuele turn- kampioenen die de sterren van de hemel genieten als ze met hun vrije oefening be zig zijn. De kans dat jonggehuwden ver volgens ieder voor zich het ruime sop kie zen is niet helemaal denkbeeldig. Onlangs zijn een aantal experimenten gedaan waaruit bl ijkt dat jonge mannen en vrouwen die films bekijken met een dik aangezette seksueel-sensuele inhoud, waarbij niet op een partner meer of min der wordt gekeken, veel minder zwaar gaan tillen aan seksuele ontrouw dan ze tevoren deden en dan jonge mensen doen die dit soort films niet hebben gezien. Maar het meest alarmerend naar mijn mening zijn de uitkomsten van studies die aantonen dat het zien van een uur zachte of tien minuten harde porno over een periode van zes weken bij jonge man nen schijnt te leiden tot onverschilligheid ten opzichte van de seksuele gevoelens van vrouwen en de neiging om verkrach ting af te doen als iets waar je toch niet zoveel drukte over hoeft te maken. Er zijn mensen die zeggen dat we aan dit soort onderzoeksgegevens niet al te zwaar moeten tillen. Vanaf een jaar of twaalf zouden jongeren meestal al heel goed weten wat wel en niet realistisch of normaal is, waardoor ze de dingen die via de buis of de bioscoop worden ge bracht met de nodige korrels zout nemen. Maar die gedachte is wat al te gemakke lijk en simplistisch. Er is namelijk een heel belangrijk verschil tussen hoe we aan onze ideeën en ons gedrag op seksu eel terrein komen en hoe dat op andere gebieden gebeurt. Veel van onze opvattingen en gedrags patronen - lezen, schrijven, netjes eten, spreken, roken, drinken, autorijden enzo voorts - leren we door het direct observe ren en imiteren van het gedrag van men sen om ons heen. Maar met seksualiteit ligt dat wat anders. Kinderen doen hun ideëen hier niet op door observatie van of deelname aan seksuele activiteiten van anderen. Seksuele voorlichting gebeurt in een net gezin of op een keurige school nu eenmaal niet in de vorm van aan schouwelijk onderwijs in de ouderlijke slaapkamer of in het practicumlokaal. Volwassenen zijn er meestal ook be paald niet dol op om aan jongeren uil te leggen of voor te doen hoe zij precies te werk gaan. Voor veel jongeren zijn leef tijdgenoten een bron van seks-informa- tie, maar die zijn vaak al even slecht ge ïnformeerd als zij. Bovendien zullen jon geren niet zo maar even aan hun ouders of vrienden vertellen dat ze op dit punt onwetend of onervaren zijn, onder meer uit angst belachelijk te worden gemaakt. Het gebrek aan andere directe voorlich ting en het feil dat de televisie of het witte doekje niet uitlacht voor wat je zelf nog niet wist, betekent dat deze media een grote invloed kunnen hebben op de ideeën over hoe, waar, wanneer en met wie je wat mag, of moet kunnen. Dat geldt niet alleen voor jongeren maar vaak evengoed voor ouderen. De man of de vrouw met een seksuele erva ring die niet veel verder reikt dan wat er tot nu toe gedaan is met die ene partner, heeft zich natuurlijk al vaak afgevraagd hoe het er nou precies bij anderen aan toegaat. Bij onvrede, onzekerheid of ge brek aan informatie kan wat buis. doek of blad voorschotelen gemakkelijk de per soonlijke seksstandaard worden. Omdat vrouwen en mannen vaak verschillend kijken (vrouwen liever naar seks 'inge bed' in liefdesrelaties en mannen naar seks in blote actie, avontuur en agressie), kan die standaard zo uiteenlopen, dat de een de daad al bij het beeld wil voegen als de ander die knop nog lang niet om heeft. Of anders gezegd: Pin-up op de buis, de Pin-eut thuis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 33