Lekker wandelen op traditioneel Iers schiereiland Boottocht door Frankrijk is varen door puur natuur VRIJDAG 2 MAART 1990 Wandelen Ierland wordt populairder, maar is nu toch nog iets wat je in alle rust kunt doen. Uren lopen zonder dat je meer mensen tegenkomt dan een herder met zijn kudde schapen of een eenzame boer die turf steekt. The Dingle Way bij voorbeeld, 50 kilometer wandelpad op een schiereiland, waar de mentaliteit van de bewoners een andere is dan op het jachtige vasteland van Europa. The Dingle Way: Dingle is een schiereiland in het zuidwesten van Ierland en het westelijkste plekje van Europa. Als je vandaar de Atlantische Oceaan op vaart, kom je vanzelf in Amerika uit. Logisch dat in zo'n geïsoleerd uithoekje van Europa tradities langer in stand blijven dan ergens anders. door Carlo Nagel Het is nog niet eens zo heel lang geleden (begin vorige eeuw) dat zich in Ballinclare faction fights afspeelden. Hele families, onder normale omstandigheden van elkaar gescheiden doör een berg of een rivier, gingen elkaar daar met lange stokken te lijf. Waarom zo'n vete werd uitgevochten wisten de meesten niet eens. De meest beroemde faction fighter was 'Wie is er bang' Kennedy. Alle Kennedy's hadden een bijnaam, omdat het aantal gewone voornamen tekort schoot om broers, neven en ooms uit elkaar te kunnen houden. Alleen de naar Amerika geëmigreerde John F. had later geen bijnaam nodig. In Dingle worden verscheidene heilige bronnen nog steeds ieder jaar bezocht, zoals die bij Minard Castle. Volgens de overlevering zou er een goudvis in wonen, die geluk en gezondheid brengt aan wie hem ziet zwemmen. In dit deel van Ierland gaat Iers vóór het Engels, dat in de meeste andere delen van de republiek de voertaal is. Voor traditionele muziek en dans hoefje maar de eerste de beste pub binnen te stappen. Maar ook de mentaliteit van de mensen op het schiereiland verschilt van die van andere Ieren. Het Spaanse woord manana is het best van toepassing. Ze hebben geen haast op Dingle. De toerist die ergens de weg vraagt, realiseert zich na een kwartier dat hij door de schier-eilandbewoner is betrokken in een diepgaand gesprek over het weer, de politieke situatie en de voordelen van een border collie boven een andere hond. Aan al die dingen heb ik van de zomer uren lopen denken toen ik - de Dingle Way aflegde, een wandelpad dat over dertig mijl ofwel vijftig kilometer van Tralee (ook alweer zo'n mooie Ierse naam) naar Dingle voert. Een wandeling die zich goed laat splitsen in drie etappes van 16 a 17 kilometer elk. Nestor Maar voor ik op pad ging, sprak ik eerst met J.B. Malone, de nestor van de Ierse lange-afstand- wandelpaden, die er in zijn leven al vier boeken en vierduizend artikelen aan heeft gewijd. Zijn vrienden menen dat zelfs de ezels en de schapen onderweg het tanige, gebruinde hoofd herkennen. 'Dag meneer Malone' blaat het schaap en balkt de ezel, voor wie de taal der dieren verstaat. Intussen moet de bejaarde Malone zelf niets van zulke prietpraat weten en strooit hij praktische informatie kwistig in het rond. Dat het dragen van stevig schoeisel en het meenemen van warme kleding, proviand, zaklamp en fluit op de routes raadzaam is. Het weer kan snel omslaan op de hoogvlakte. En dat de bruggetjes in de bergen met enig wantrouwen moeten worden genomen, omdat ze in de winter kunnen zijn beschadigd door het dan tomeloze geweld van kolkend water. Al 28 gemarkeerde paden zijn er in Ierland, met aansprekende namen als Slieve Bloom Way (heb ik ook een stukje van gelopen, prachtig, door metershoge hei), Kerry Way en South Leinster Way. Het aantal zal in de komende jaren nog toenemen. En ook de Dingle Way zelf wordt uigebreid van een enkelspoor tot. een lus van honderd kilometer. Wandelen in een woest, majestueus landschap, met altijd wel ergens schapen te zien en ook het afwisselend licht en donker kleurende water van de oceaan, die het schiereiland aan drie kanten omgeeft. "Een interessante ervaring", zegt J.B. Malone van lange-afstand- wandelen, "is datje steeds opnieuw ontdekt wat eerst alleen de horizon was". Voor hem zelf geldt dat in extra mate: hij ontmoette zijn vrouw tijdens een wandeling. Ooit verscheen ze aan zijn horizon, nu is ze de moeder van hun kroost. Picknicken The Dingle Way heet in het Iers Sli Chórca Dhuibhne en begint in het per trein bereikbare stadje Tralee. Je loopt langs een kanaal dat afhankelijk van het tij vol water staat of een modderige bodem toont. In de verte is de windmolen van Blennerville te zien, gerestaureerd door milieubewuste inwoners die er weer op de traditionele manier koren malen. Tussen Blennerville en Camp liggen vijf mijlen schitterend natuurgebied, doorsneden door drie riviertjes: Curraheen, Derryquay en Derrymore. Bij de smalle bruggetjes die er overheen voeren, is het gezellig picknicken. Alleen tijdens de afgelopen ongewoon warme zomer waren er veel midgets, miniscule rotvliegjes, die al stekend hevige jeuk veroorzaken. Minard Castle ziet de wandelaar op het laatste stukje van de Dingle Way al i Nog voor je Camp bereikt, wacht een verrassing: het verlaten dorpje Killelton dat, overwoekerd door hoog opgeschoten onkruid, langzaam tot verval overgaat. Ooit woonden twintig families hier tevree tesaam, maar tijdens de rampzalige hongersnood tegen het midden van de vorige eeuw, die tienduizenden Ieren tot emigratie naar de Verenigde Staten dwong, konden ze de huur niet betalen. 'Er uit', zei dec Engelse landheer. Wie zulke verhalen aanhoort in de pub van Camp, gezeten achter een warme whiskey, kan .de ogen bijna niet droog houden en begrijpt waarom de meeste Ieren wat vijandig tegenover de Engelsen staan en althans enig begrip kunnen opbrengen voor het verboden Ierse Republikeinse Leger (IRA). Trouwens, ten tijde van die mislukte aardappeloogst, waarbij de Ieren stierven als ratten, gaf de toenmalige Engelse koningin Elisabeth een bedrag van vijf pond voor de slachtoffers van de hongersnood. Maar om in eigen kring geen scheve ogen te krijgen, schonk zij een zelfde bedrag aan een hondenkennel in Londen. In het café in Camp beging ik niet de fout die veel Nederlanders maken, namelijk een fooi geven. In sommige pubs in de hoofdstad Dublin wordt dat misschien geaccepteerd, in een plattelandscafé nooit. Het bestellen van een pul Guiness of een glas Jameson is een zakelijke transactie en wie denkt dat de kastelein blij is met een kleine toegift vergist zich deerlijk. De herbergier in Camp vertelde dat een Amerikaan zelfs eens verscheidene dollars op de bar achterliet. Hij was hem achterna gesneld, had hem het geld in de zak gepropt en hem te verstaan gegeven dat hij voortaan beter een ander café kon opzoeken. Van een vaste klant, die uitgroeit tot een goede vriend, accepteert de kastelein hoogstens een enkele keer een aangeboden glas. De tweede wandeldag begint na een uitgebreid ontbijt op het bed and breakfast adres bij de Finglas rivier. In het oosten kun je het fort Caherconree zien liggen. Er is een legende aan verbonden. De held Cuchulainn had zijn zinnen gezet op Blathnaid, de vrouw van de fortbewoner, de tovenaar King Cu Roi Mac Daire. Op het moment dat de tovenaar de bescherming van zijn fort verliet, deed zijn vrouw melk in de Finglas rivier stromen. Cuchulainn zag het teken en doodde de tovenaar. Turf Mijlenlang wandel je door uitgestrekte turfvelden. Vanouds heeft de bevolking recht op het steken van turf voor de verwarming van het eigen huis. Zwaar werk, hele gezinnen zie je er mee in de weer. Logisch, want turf verbrandt snel, dus je hebt er veel van nodig. Bovendien weegt het als het gestoken wordt acht keer zo zwaar als wanneer het gestookt wordt. Het speciale gereedschap dat er voor wordt gebruikt, heet in het Iers slean. boer met zijn hond kom je op het schier eiland.Dingle niet tegen. Halverwege de wandeling bereik je op de tweede dag het strand van Inch, wel het mooiste strand ter wereld genoemd. Twee films zijn er opgenomen: The playboy of the western world 1962) en Ryan's daughter (1969). De Ieren parkeren er rustig hun auto's tegen de vloedlijn en dan is het strand ineens niet meer het mooiste ter wereld. In dit deel van het schiereiland kom je veel menhirs tegen, de bekende kegelvormige stenen uit de boeken van Asterix en Obelix, waarvan de oorspronkelijke betekenis nog altijd een raadsel is. Maar eigenlijk ben ik meer geïnteresseerd in de vroegere Tralee en Dingle spoorweg, die tot de gevaarlijkste ter wereld behoorde en waarvan je af en toe nog sporen ziet. Op tweede pinksterdag in het jaar 1893 viel er een locomotief van dertig voet hoogte in de rivier, waarbij drie mannen en negentig varkens om het leven kwamen. Annascaul, overnachtingsplaats na de tweede etappe, bezit twee interessante pubs. De een is genoemd naar de vroegere eigenaar Tom Crean, die met mannen als Scott en Shackleton ontdekkingsreizen naar de Zuidpool ondernam. Helaas, the South Pole Inn is gesloten. Tegen de muren staat genoeg hout opgestapeld om er een nieuw café dan wel een nieuwe poolvaarder van te bouwen. Wel geopend is het café van Dan Foley, dat met zijn felle kleuren op geen poster van beroemde Ierse pubs ontbreekt. Ruïne De derde dag is de zwaarste dag. Tot aan Minard Castle gaat het nog wel. De ruïne van het kasteel, ooit gebouwd dóór de Knight of Kerry, is van verre te zien. Dichterbij gekomen overheerst verbazing dat de af en toe krachtige wind uit zee de laatste resten van het eens machtige bouwwerk niet heeft doen instorten. Dat het gevaar daarvoor bestaat maakt een bordje duidelijk. Maar dan gaat het pad dwars door velden vol schapen omhoog en heel wat keren moetje via houten opstapjes over stenen omheiningen klimmen. Meer mensen dan een eenzame boer met zijn herdershond kom je niet tegen. Vroeger moet dat anders zijn geweest, getuige de vele nederzettingen uit een ver verleden, meestal in een cirkel gebouwd, en primitieve begraafplaatsen. Maar dan komt Dingle in zicht en langs een kaarsrechte dalende weg bereik je na vijftig kilometer het vissersplaatsje. Met de beste zwarte tong die ik'ooit heb gegeten, besluit ik in Doyle's Seafood Bar de Dingle Way. Een tocht om niet snel te vergeten, maar het was dan ook drie dagen prachtig weer. De klanken van Ierse muziek klinken nog in mijn oren na als ik de bus terug neem naar Tralee. Voor inlichtingen over wandelen in Ierland: Bord Failte, Iers Nationaal Bureau voor Toerisme, Leidsestraat 32 in Amsterdam. Voor het schutten van onze boot had ze maar luttele minuten nodig. Maar in die korte tijd probeerde ze Joch de lage listen van de lokale jïolitiek van Cercy la Tour uit te "léggen. Zij wist daar alles van. Ze was er raadslid. Wij wisten er 'helemaal niets van, want wij waren de vakantie vierende boottoeristen. En ónze zorg was deze week de 141 lange vaarweg van Marseilles les Aubigny naar Chitry les Mines Schadevrij, ontspannen en probleemloos af te leggen. door Wim Breedveld yeel vuige details uit haar rappe Jsetoog zijn ons ontgaan. Wel «werden we overtuigd dat onze ^struise spuigaten openende en sluisdeuren dicht draaiende tante haar hele leven pal zal staan voor de belangen van de sluiswachter. "Als socialist® en als mens. We konden van harte bijval •betuigen. Want al vier dagen varend op het Loire-kanaal en het kanaal van Nivernais hadden we profijt gehad van hun serieuze werkopvatting, voordelige aanbiedingen van eieren en wijn, spraakwatervallen en verbale revolte tegen alles wat overheid was in het algemeen en de Franse waterstaat in het bijzonder. Want daaronder vallen de kanalen en de daarbij horende sluiswerken. Het is een bijna 5000 kilometers lang waterwegen-net, dat niet louter toeristisch wordt uitgebaat. Ook vrachtvaart maakt van deze kanalen gebruik, al was dat op onze Bourgondische route niet het geval. Bijna twee eeuwen oud zyn de meeste kanalen en de daarbij behorende sluiswachterhuisjes, die overal identiek zijn in hun kneuterigheid. Ze zijn echter vrijstaand, liggen midden in het verlaten heuvelachtige landschap en trekken daardoor een bonte mengelmoes van seizoenwerkers Veel van het fysiek zware sluizen- werk is in handen van vrouwen. Doorgaans agrarische vrouwen, die in de zomer wat geld bijverdienen. Want in het Bourgondische, dus heuvelachtige weidegebied is het voor de kleine boer geen vetpot. Veel geld stelt de Franse waterstaat overigens niet beschikbaar; de sluiswachteressen mogen het huisje bewonen en krijgen een minimale beloning. De kanalen, die parallel lopen aan de grillige en bijna onbevaarbare Loire en het kanaal van Nivernais vormen de verbinding vanuit midden Frankrijk naar het stroomgebied van de Seiné en maken de vaart naar Parijs mogelijk. Ze liggen in een dun bevolkt gebied. Gemiddeld zo'n 50 mensen per km2. Dat is onderweg merkbaar. Wel veel, maar uiterst iele dorpsgemeenschappen leven aan het water. De meeste mini dorpjes bestaan uit niet meer dan een handvol huizen gegroepeerd rond een oud kasteel, de daarvan overgebleven toren, verdedigingswal of simpel alleen De boottocht dGor Frankrijk is dan ook vooral een vaart door het pure landschap. Het is er groen. Buizerds, vlaamse gaaien, kiekendieven cirkelen voor de traag varende boten uit. Maar gelukkig liggen aan de route ook enkele parels van middeleeuwse stadjes, zoals Cercy la Tour, Nevers, Decize en Chatillon. Saai is de tocht ook niet, wantje passeert de mooiste kunstwerken, zoals een op tientallen meters hoogte liggend aquaduct over de Loire bij Quetin, waar de bouwer van de Eiffeltoren (Gustave Eiffel) de hand in heeft gehad. Of de drie gigantische tunnels bij Chatillon, waarvan de grootste 758 meter lang is. Daar is alleen éénrichtingverkeer mogelijk en moetje van de sluiswachteres bij het meer van Baye letterlijk en figuurlijk het groene licht voor de doorvaart gaan vragen. Dwangarbeider Grote delen van de kanalen zijn gegraven'op aandringen van Napoleon. Duizenden mannen werden naar dit werkterrein gelokt mét geld, of... gedwongen. Langdurig gestrafte gevangenen werden ingeschakeld. Ze waren niet geketend. Hun gedrag moet veel sporen van geweld in de streek van de Morvan hebben achter gelaten (moord, roof en verkrachtingen). Op iedere twee kilometer van het 170 km lange kanaal van Nivernais ligt wel een verongelukte dwangarbeider begraven. En in dezelfde omgeving van de Morvan is de opstand van de "flotteurs", die de vlotten van gestapeld en gebonden hout van Clamecy richting Parijs moesten manoeuvreren, vooral een bloedige herinnering aan sociale strijd in de achttiende en negentiende eeuw. Ze kwamen in opstand tegen de barre levens- en werkomstandigheden met gevaar voor eigen leven. Ook deze ''flotteurs" waren veelal afkomstig van de zelfkant van de Parijse samenleving. Groeiend Tekenend voor de geringe Franse belangstelling voor de kanalen en de toeristische mogelijkheden daarvan is, dat een groot deel van de toeristische vloot in het Loiregebied is in handen van Nederlanders en Engelsen. Volgens directeur A. van Dijk van de firma VDF in Amsterdam, die voor ons land bemiddelt bij de verhuur van de Engelse Blue Line, is in ieder geval de belangstelling uit ons land groeiende: "Daarvoor hoor ik steeds twee twee hoofdredenen: beter weer en de charme van de Franse sfeer. Niet voor niets staat Frankrijk royaal bovenaan als Nederlandse vakantiebestemming. Daar komt dan bij, dat er in ons land al zoveel gevaren wordt. Het is hier veel drukker. En het heuvellandschap verschilt nogal van ons vlakke land." Buiten het varen in Bourgondië zijn er mogelijkheden in Bretagne, de Vogezen, de Elzas, het stroomgebied ten zuiden van Bordeaux, de Camargue en de Midi. In vergelijking met dé Engelse narrow-boats, die naar hun naam al zegt, smal zijn, bestaat de vloot in Franse wateren uit bredere boten, doorgaans tussen de 3 en 4 meter. Daardoor is het comfort aan boord veel groter, zijn de slaapcabines en de leefruimte royaler. Voordeel van de ruime polyester boten is ook, dat ze nauwelijks stuk te varen zijn. Ze zijn ook makkelijk te varen en zonder enige ervaring kun je er zo instappen. Een half uurtje proefvaren onder begeleiding is voldoende om het varen in deze boten onder de knie te krijgen. De huurprijzen zijn vanaf 1150 gulden voor 4 personen per week. Informatie: Frans Verkeersbureau, Amsterdam, 020-20.31.41 of VDF. Amsterdam 020-341.741.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 10