OEKEN
De echtscheiding als kettingreactie
Een positieve kijk op burgerlijk Nederland
Lieftinck en de grenzen van de maakbaarheid
De man die
teveel wist
De radicale wortels
van Katharine Hepburn
DONDERDAG 15 FEBRUARI 199U
FORMATIEF
De meeste
kinderen hebben na een echtschei
ding hun zaakjes na een paar jaar zo
op het oog wel weer voor elkaar.
Echter, de vooral voor de omgeving
geruststellende gedachte dat de tijd
alle wonden heelt, blijkt niet te
kloppen. Het is voor een grote groep
volwassenen veel moeilijker dan tot
nu toe werd aangenomen om na een
scheiding nieuwe kansen ook daad
werkelijk te pakken. En hun kinde
ren hebben het zo mogelijk nóg
moeilijker.
De resultaten van een bijzondere
studie van de Amerikaanse psycho
loog en Judith S. Wallerstein en de
Amerikaanse free-lance auteur San
dra Blakeslee, gepubliceerd in het
onlangs in het Nederlands vertaal
de boek met de veelbelovende titel
Nieuwe Kansen, zijn niet onver
deeld positief. De bestudering van
het verdere verloop van het leven
van 60 gezinnen met 131 kinderen
(door middel van interviews met al
le betrokkenen na een jaar, vijf jaar,
tien jaar en vijftien jaar na schei
ding) ontlokt de schrijfsters al op
een van de eerste bladzijden deze
hartekreet:
"De illusie die wij hadden gekoes
terd dat een scheiding een eind
maakt aan een huwelijks strijd
werd verbrijzeld."
Zij beschrijven daaraan vooraf
gaand hoe na vijfjaar de helft van de
mannen en tweederde van de vrou
wen van mening is beter af te zijn.
Bijna eenderde van de kinderen
heeft dan nog last van de diepe ver
bittering tussen de ouders. En dat is
nog maar eén van de gevolgen van
een inmiddels ook in Nederland
(waar één op de vier nieuwe huwe
lijkscontracten de kans loopt te
worden, ontbonden) gebruikelijke
stap.
De mogelijke consequenties van
een echtscheiding voor volwasse
nen en kinderen komen in het boek
met alleen aan bod aan de hand van
verhalen over en uitspraken van
overigens onherkenbaar gemaakte
personen. De auteurs leggen volop
verantwoording af over het hoe en
waarom van hun onderzoek en zet
ten de resultaten in de laatste hoofd
stukken nog eens overzichtelijk op
een rij. Die resultaten liegen er niet
om, vooral niet omdat de lezer eer
der zeer nadrukkelijk op de hoogte
is gebracht van de samenstelling
van de groep onderzochte gezinnen.
Middenklassers
De mannen, vrouwen en kinderen
uit het boek behoorden tot de kans
rijke middenklassers in de Ameri
kaanse samehleving. Voor alle dui
delijkheid: gezinnen waar individu
ele leden al vóór de scheiding in
problemen verkeerden, kwamen
niet in aanmerking voor een plaats
je op de deelnemerslijst.
Oprichtster en directeur Judith S.
Wallerstein van het Center for The
Family in Transition (vrij vertaald:
Centrum voor het veranderende ge
zin) in Californië lijkt een open deur
in te trappen als zij schrijft: "Een
scheiding is bedrieglijk. Wettelijk is
het één gebeurtenis, maar psycho
logisch is het een keten soms een
eindeloze keten van gebeurtenis
sen, verhuizingen en radicaal veran
derende relaties. Het is een proces
dat de levens van betrokkenen
voorgoed verandert."
De verslagen van en de conclu
sies op basis van de in de loop der ja
ren gevoerde gesprekken met de
volwassenen leveren echter het be
wijs dat een echtscheiding veel die
per in levens ingrijpt dan betrokke
nen ooit hebben kunnen vermoe
den. De door de scheiding veroor
zaakte kettingreacties bij volwasse
nen blijken heviger te zijn en langer
te duren dan vooral de directe om
geving doorgaans wil weten.
Een scheiding dient twee doelen.
Het is om te beginnen een ontsnap
pen aan een voor ten minste één
persoon onverdraaglijk geworden
relatie, maar de moeilijkste en door
de meeste mensen als belangrijkste
ervaren klus moet dan nog begin
nen. Een nieuw leven opbouwen.
"De gevolgen van een scheiding,
wordt er gezegd, duren twee of drie
jaar en niet langer. Dit idee komt ge
deeltelijk voort uit het observeren
van de symptomen die kinderen en
volwassenen ontwikkelen in de tijd
van het uit elkaar gaan. Kleine kin
deren hebben er „vaak moeite mee in
slaap te vallen of de hele nacht door
te slapen. Oudere kinderen kunnen
er moeite mee hebben zich te con
centreren op school. Adolescenten
reageren zich af en raken in m
lijkheden."
Sneeuwbaleffect
Met deze voorzet bereiden de
teurs de lezer voor op het
baleffect dat een scheiding voor
kinderen kan hebben. "Het zo op
het oog weer op gang krijgen van
het gewone leven staat echter niet
gelijk met het begin van het oplos
sen van de diepgaande veranderin
gen die mensen ervaren", waar
schuwen Wallerstein en Blakeslee.
Verderop in het boek: "Aan kinde
ren in onze studie brachten de jaren
na de scheiding het volgende:
- de helft maakte mee dat de moe
der of de vader in de tien jaar na de
scheiding voor de tweede keer
scheidde:
- de helft groeide op in gezinnen
waar de ouders boos op elkaar ble-
- twee van de vijf kinderen maak
te een ernstige achteruitgang in de
levenstandaard mee;
- drie van de vijf voelden zich
door ten minste één ouder afgewe
zen, waarbij zij het gevoel hadden
dat zij psychologische of economi
sche bagage waren, overgebleven
van een betreurde reis:
- zeer weinigen werden financieel
geholpen met hun studie, al bezoch
ten zij hun vaders regelmatig, maar
doordat hun vaders er relatief war
mpjes bijzaten, kwamen zij niet in
aanmerking voor een studiebeurs:
- de helft van de kinderen leverde
bij de intrede in de jong-volwassen-
heid vol zorgen prestaties beneden
zijn/haar kunnen."
De twee waslijsten van de nega
tieve gevolgen voor volwassenen én
kinderen van de echtscheiding zijn
in het boek nog veel langer. Zo lang
en zo indringend, dat het de lezer af
en toe moeite kost de ook uitge
breid aan de orde komende voorde
len van een echtscheiding te blijven
zien. Nieuwe kansen? Hoe bedoe
len Wallerstein en Blakeslee? Zijn
zij soms medestanders van de Ne
derlandse hoogleraar in de psycho
logie Hans Crombag, die onlangs
pleitte voor een wettelijke plicht
voor ouders met kinderen onder de
twaalf jaar om bij elkaar te bijven en
tegen hun wil een compromis te
sluiten?
Laatste middel
Duidelijk is-wel dat ze echtschei
ding als een laatste middel zien.
Niets voor niets besteden de au
teurs van Nieuwe Kansen uitge
breid aandacht aan de mogelijkhe
den voor moeders en vaders om de
eventuele schadelijke gevolgen van
hun besluit voor henzelf en voor
hun kinderen te beperken. Hoe
moeders beter kunnen reageren,
hoe vaders duidelijker kunnen han
delen en welke voor- en nadelen bij
voorbeeld het co-ouderschap bie
den. De nieuwe kansen zijn er, maar
ze liggen duidelijk niet voor het op
rapen.
ANNEMIEK VAN OOSTEN
Nieuwe kansen, Judith S. Wallei
stein en Sandra Blakeslee. Uitgever
Het Spectrum, 39.90.
Nieuwe kansen liggen na een echtscheiding niet voor het oprapen. Vooral
kinderen worden lang achtervolgt met de (schadelijke) gevolgen.
Ooit zijn alle Nederlanders even
arm (of rijk) geweest. Dat was in
september 1945, toen iedereen ge
durende korte tijd maar tien gulden
te besteden had. Dat was het maxi
male bedrag waartegen 'oude' gul
dens mochten worden ingeruild te
gen nieuwe. Meer geld was er ook
niet in omloop; alle tegoeden waren
geblokkeerd. De toenmalige minis
ter van financien Pieter Lieftinck
had zo besloten om te voorkomen
dat zwarthandelaren hun woeker
winsten uit de Tweede-Wereldoor
log konden 'witten'
Dat 'tientje van Lieftinck' was het
sluitstuk van de geldzuivering, een
operatie met een tweeledig doel: hy
perinflatie te voorkomen door het
'teveel' aan geld uit de markt te ha
len en alle Nederlanders door te
lichten op hun vermogen en de her
komst daarvan. Het inflatiegevaar
was evident. De staatsschuld was in
de oorlog verzesvoudigd en het na
tionaal inkomen met bijna de helft
De prijs voor de meest misleidende
titel van een filmboek gaat dit jaar
zonder meer naar Katharine Hep
burn van Christopher Andersen.
Daar kan de auteur niets aan doen.
want hij noemde zijn oorspronkelij
ke uitgave gewoon 'Young Kate',
een vlag die de lading dekt. Anders-
en beschrijft niet, zoals de Neder
landse titel suggereert, leven en car
rière van de beroemde Amerikaan
se actrice, maar juist de jaren dié
daar aan vooraf gingen. Dus leuke
verhalen over haar filmcarrière zijn
er niet in terug te vinden.
Uitgeverij De Prom verdient niet
uitsluitend kritiek, want het boek is
degelijk vertaald (een hitzondering
met dit soort biografieën) en, wat
belangrijker is, het heeft wel dege
lijk iets te bieden. Aan de hand van
persoonlijke gesprekken met Ka
tharine Hepburn schetst Andersen
niet alleen haar jeugdjaren, maar
ook de geschiedenis van haar fami
lie. En die familie mag uitzonderlijk
genoemd worden, vooral van moe
ders kant.
Moeder Kit Hepburn Houghton
was telg uit een geslacht dat Ameri
ka in samenwerking met Thomas
Edison aan de gloeilamp geholpen
had. Kit zelf was een legendarische
voorvechtster van het vrouwenkies
recht en het gebruik van voorbe
hoedsmiddelen.
Huize Hepburn bood regelmatig
onderdak aan radicale feministes
en socialistes als Emma Goldman
en Emmeline Pankhurst. Die be
trokkenheid kwam niet uit de lucht
vallen, want als jonge wees had Kit
Hepburn er al voor gezorgd dat zij
en haar zussen een universitaire op
leiding konden volgen, ondanks fel
verzet van conservatieve familiele
den.
Ook Norval Thomas Hepburn,
Katharine's vader, kon uit het fami
lieverleden voldoende stof putten
voor lange winteravonden. De
grootvader van Katharine was do
minee, tandarts en dokter tegelijk.
In een wagentje toerde hij door
Hanover County, terwijl hij het pre
ken afwisselde met het trekken van
kiezen en het verzorgen van zieken.
Hce leuk en spannend de familie
geschiedenis van de familie Hep
burn ook is, fans veren natuurlijk
pas op wanneer Katharine om de
hoek komt kijken. Maar eerlijk ge
zegd gaat de sjeu er dan juist een
beetje af. Zoals veel van de Ameri
kaanse biografen is Christopher
Andersen een en al vriendelijke
aandacht en welwillendheid.
Onvertogen woorden vallen er
niet bij de beschrijving van de
jeugdjaren van de actrice, die vroe
ger eigenlijk liever een jongetje was
en zich in haar tienertijd sterk iso
leerde van de buitenwereld. Ook de
beschrijving van het grootste dra
ma uit haar jeugd, de dood van haar
broer Tom. ontstijgt de plichtmatig
heid niet. Het leek op zelfmoord; de
familie presenteerde de het als een
ongeluk. Andersen heeft gelukkig
nog wel het lef niet klakkeloos de
versie van de familie over te nemen.
.Verder biedt het jonge leven van
Kather
Katharine weinig echt interessante
leesstof. Het is natuurlijk ook een
misvatting dat beroemdheden per
definitie een boeiende jeugd gehad
moeten hebben. Maar die familie
Van haar, daar zou ik nog wel eens
afgenomen, terwijl de wederop
bouw grote uitgaven vergde. Het
land lag economisch gezien in puin
en een krachtenbundeling van alle
Nederlanders was noodzakelijk.
Lieftinck speelde daarbij een cru
ciale rol, en die was hem ook op het
lijf geschreven. Dat is althans de in
druk die achterblijft na lezing van
Pieter Lieftinck, 1902-1989; een
boek vol herinneringen, kort voor
zijn dood opgetekend door twee
journalisten van het Financieel
Dagblad. Hij kijkt daarin met ge
paste trots terug op de geldzuive
ring, niet alleen als econoom - Lief
tinck paste niet zonder succes de
nieuwe theorieën van Keynes toe -
maar ook als moralist. 'Aan het die
hun geld met onoirbare middelen
hebben verkregen, laat ik niet de
minste illusie', zo luidde destijds
zijn boodschap voor de zwarthan
delaren.
Lieftinck, zoon van een dominee,
gold voor de oorlog als representant
van de linkervleugel van de CHU.
Na de oorlog trad hij toe tot de
PvdA. Opgevoed met streng-chris-
telijke normen en waarden, worstel
de hij jarenlang met de scheiding
waarin zijn huwelijk strandde. Te
gelijkertijd had hij een hekel aan ze
denprekers en maakte hij zich vrij
van de calvinistische dogma's, om
ze te vertalen in sociale bewogen
heid.
Mensen als de starre
tieve Colijn, die elke verandering te
genhield omdat dat tegen de wil van
God in zou gaan, waren Lieftincks
grootste ergernis. Eerbied voor de
schepping, voor de ordening der
dingen, paarde hij het dienen van
gerechtigheid. Als bewonderaar
van een planmatige economische
en sociale aanpak, kwam hij vanzelf
terecht bij de PvdA, bij de partij van
Tinbergen, oprichter van het Cen
traal Planbureau.
Lieftinck beschouwde de sociale
strijd van werknemers tegen de
macht van het kapitaal als de grote
verdienste van Karl Marx, die men
sen ervan doordrong dat organisa
tie het antwoord is op uitbuiting.
Maar de klassestrijd wees Lieftinck
af, "want van machtsovername
krijg je geen betere samenleving
van en de arbeiders zijn er ook niet
toe in staat". Hij had ook geen moei
te met elites, zolang die maar niet
rust op macht of een hoog inkomen.
"Een intellectuele elite moet je
koesteren", luidde zijn stelling. Die
elite heeft uiteraard wel tot taak
zich dienstbaar op te stellen.
En dat is precies wat Lieftinck
heeft willen doen: zich in dienst
stellen van het algemeen belang.
Daarbij vertrouwde hij op zijn feno
menale geheugen, zijn 'gezonde
verstand' en op de theorieën van
tijdgenoten als Tinbergen en
Keynes, die hij beschouwde als 'de
Einstein var
Hij toonde zich een oplettend
leerling. Hij accepteerde in de eer
ste naoorlogse jaren forse begro
tingstekorten om de wederopbouw
niet te frusteren, maar vergat daar
bij de theorie niet. "De tekorten wa
ren aanvaardbaar omdat ze gericht
waren op versterking van de econo
mische structuur en dus op termijn
tot inkomsten zouden leiden", zo
wist Lieftinck. Alsof hij de lesboek
jes er op had nageslagen.
De maakbare samenleving vol
gens een christelijk sociaal-demo
craat. Lieftinck kreeg zijn gelijk. Al
is het achteraf natuurlijk ook mak
kelijk gelijk hebben.
WIM FORTUYN
(A. Bakker en M.M.P. van Lent: Pie
ter Lieftinek 1902-1989. Uitgeverij
Veen. f34,50)
Geheel in de traditie van Oliver
Sachs, die met zijn boeiende verha
len uit zijn neurologische praktijk
die tak van de wetenschap voor een
breed publiek heeft ontsloten, ligt
Een teveel aan geheugen van de
Russische neuropsycholoog A.R.
Lurija.
Er is wel een verschil: Lurija ver
richtte zijn onderzoeken in de tijd,
dat neuropsychologie nog een sche
mergebied vormde: hij leefde van
1901-1979. Pas het afgelopen decen
nium is het onderzoek naar mense
lijke hersenfuncties in een stroom
versnelling geraakt, mede door ver
fijnde technieken en een grotere
kennis van de neurobiologie, waar
door bepaalde centra nauwkeurig
gelocaliseerd konden worden en
ook de werking van de zenuwen en
de verbindingen daartussen veel
duidelijker is geworden.
Een teveel aan geheugen is de
neerslag van een onderzoek bi j éen
persoon, die Lurija gedurende der
tig jaar volgde. Deze 'S.' leed. om
het simpel uit te drukken, aan een
absoluut geheugen. Wanneer hij
eenmaal iets tot zich had genomen
of had geleerd, kon hij dat jaren la
ter feilloos reproduceren.
Zijn 'kwaal' werd nog gecompli
ceerd doordat hij alles eerst in visu
ele beelden moest vertalen, terwijl
hij ook bij een bepaald woord of be
grip een smaak- en gevoels-sensatie
had. Met andere woorden: de man
leefde in een overgecompliceerde
wereld, waarin hij voortdurend be
zig was te sorteren en te elimineren.
Dat laatst bleek onmogelijk: een
maal vastgelegd, bleven de geheu
gensporen bestaan. Geen wonder,
dat deze S. een groot deel van zijn
leven als geheugenkunstenaar op
trad.
Tijdens dat langdurige onderzoek
kwam Lurija een aantal 'onthoud-
'technieken op het spoor en was
■daardoor in staat verbanden te leg
gen tussen het geheugen en wat we
nu semantische netwerken noe
men: de organisatie van taal in het
geheugen en de lijnen, waarlangs
we bepaalde (taal)herinneringen uit
het geheugen ophalen. In de loop
van de jaren zijn daarvoor verschil
lende modellen ontwikkeld, die
zich ruwweg óf op de betekenis van
woorden, of op de zuiver taalkundi
ge aspecten daarvan richten.
Merkwaardig genoeg gebruikte
S. in hoofdzaak een techniek, die
ook al in de middeleeuwen door
moniken werd toegepast, die van
het ene naar het andere verre kloos
ter boodschappen moesten over
brengen. Zij plaatsten deze in een
voor hen bekende omgeving (bij
voorbeeld een straat in hun geboor
testad) en 'legden' bij elk herken
ningspunt een woord of begrip
neer. Eenmaal op de plaats van be
stemming aangekomen, hoefden ze
alleen de straat nogmaals door te lo
pen en de boodschap 'op te rapen'.
S. maakte, geheel onbewust, ge
bruik van dit systeem van ordening.
Het vervelende was wel, dat hij, al
wandelend langs een straat in zijn
geboortedorp, andere begrippen te
genkwam, waardoor hij op een to
taal ander puqt uitkwam en het
spoor weer terug moest volgen. Een
moeizaam proces, zoals uit dit on
derzoeksverslag blijkt, tijdrovend
ook en voor S. zelf uiterst verwar
rend.
Lurija heeft, evenals Oliver
Sachs, het vermogen op een uiterst
betrokken en boeiende manier de
verrassingen te verwoorden, die hij
tijdens zijn onderzoek steeds weer
tegenkomt. Hij doet dat, evenals
Sachs, met een warm gevoel voor
S., waarbij hij zich voortdurend pro
beert in te leven in diens merkwaar
dig gestructureerde wereld. Een
boeiend proces, waarbij en passant
de bevindingen in een min of meer
wetenschappelijk kader worden ge
plaatst. Overigens, wie meer wil we
ten over Lurija, leze het laatste
het tijdschrift 'psycho-
JOHANNES VAN DER WOUDE
Er wordt wat afgeruzied in Neder
land. Vooral bij levensbeschouwe
lijke verschillen van inzicht, kun
nen de Nederlanders er wat van
Het stervensproces van coma-pa-
"tiente Ineke Stinissen bijvoorbeeld
leidde tot heftige discussies en zelfs
nu zij na een vrijwel eindeloze juri
dische strijd overleden, maken ju
risten zich op voor een nieuw ge
vecht.'
Maar hoe heftig de ruzie soms ook
wordt, met keihard geweld gaat hij
nooit gepaard. In tegenstelling met
bijvoorbeeld de Duitsers kennen
Nederlanders geen echte scherpslij
perij. ".Weliswaar wordt de tegen
stander dikwijls verketterd, maar
niemand is'erop uit hem kapot te
maken", stelt de socioloog Ernest
Zahn. Of. nog mooier: in Nederland
is een "sjablone van de geïnstitutio
naliseerde conflictbehandeling" te
herkennen. "Er wordt venijnig,
maar volgens regels en met veel ri
tueel met elkaar geruzied en dat is
natuurlijk te verkiezen boven een
strijd met openlijke vijandigheden
die niets oplevert".
In zijn boek Regenten, rebellen en
reformatoren - Een visie op Neder
land en de Nederlanders verklaart
Zahn, van oorsprong Nederlander
maar afkomstig uit een Tsjechische
familie, die Nederlandse manier
van doen. Uiteraard komt hij daar
bij snel uit op het ook door de Ne
derlanders zelf te pas en te onpas
gehuldigde begrip tolerantie. Maar
daar laat hij het niet bij. Zahn vraagt
zich ook af waar die zo typerende to
lerantie vandaan komt
Religie
Dat levert een opmerkelijk relaas
op, want volgens Zahn is de veelge
roemde koopmansgeest het prag-
in zijn analyse, hij had meer aan
dacht kunnen en moeten besteden
aan de negatieve kanten van de ge
ïnstitutionaliseerde conflictbehau-
deling. Niet alleen op universiteiten
zoals Zahn terecht signaleert
maar ook in de rest van het dagelijk
se leven wil het wel eens gebeuren
dat helemaal geen besluit meer
wordt genomen. Met alle conse
quenties van dien; Ineke Stinissen
is op een verschrikkelijke manier
gestorven.
Tegelijk kent Zahn te veel waarde
toe aan het eigene van Nederland en
de Nederlandse cultuur. Die cul
tuur is immers tot stand gekomen
doordat andere landen óók een ont
wikkeling kennen. De Franse
staatsvorming is aan het eind van de
achttiende eeuw letterlijk naar Ne
derland getransporteerd en gedeel
telijk overgenomen. De Duitse cul
tuur mag een compleet andere zijn
dan de Nederlandse; .sommige
Duitse gedachten zijn in of na de
Tweede Wereldoorlog in Nederland
overgenomen of hebben tot een op
merkelijke tegenreactie geleid.
Misschien is het zelfs mogelijk te
stellen dat de Nederlandse cultuur
zich zo heeft gevormd doordat zich
in andere staten een tegengestelde
cultuur ontwikkelde. Een sociolo
gische stelling, die als vervolg op
Zahns studie zeker voor een open
maatschappij als de Nederlandse
het onderzoeken waard is. Mocht
Zahn daar voor voelen, dan is het
zaak reikhalzend naar het resultaat
uit te kijken.
JEROEN DIRKS
Regenten, rebellen en reformatoren.
Een visie op Nederland en de Neder
landers. Ernest Zahn, uitgeveri j C on-
matisch openstaan voor allerlei cul
turen als er maar handel mee is te
drijven maar een gedeelte van de
verklaring. Minstens even belang
rijk acht Zahn de religieuze grond
slagen van de Nederlandse samen
leving. Op een klein stukje grond
vlakbij zee botsen al eeuwen ver
schillende soorten van religie. Maar
diezelfde zèe is er de reden voor dat
die botsing niet tot keiharde con
frontaties tussen de soorten religies
leidde. Waar de strijd tegen zee en
wind een belangrijke plaats in
neemt. kunnen levensbeschouwe
lijke groeperingen kennelijk naast
elkaar bestaan.
En zo is het eigenlijk nog steeds.
Kerkgenootschappen of politieke
partijen, het maakt niet eens zo veel
uit ais er maar een morele verant
woording is. Zahn besteedt veel
aandacht aan het feit dat ook een
stroming als het socialisme in Ne
derland op godsdienstige grondslag
is gebaseerd. Hij memoreert dat het
humanisme als stroming al vanaf
het prille begin gebruik maakt van
religieuze retoriek en denkbeelden.
En hij noemt het feit dat invloedrij
ke protestantse theoretici (gedeel-
ten van) Marxistische denkbeelden
Zuilen
Logisch, volgens Zahn, want als le
vensbeschouwelijke groepering -
als 'zuil' moetje zorgen voor soe
vereiniteit in eigen kring. Katho
liek. protestants of socialistisch, je
moet niet alleen de regent, maar ook
de rebel aanspreken. Zahn, die voor
verzuiling ook de ongelukkig geko
zen term 'apartheid' hanteert, ziet
die zuilen en hun werking overal in
de Nederlandse samenleving. Hij
verbaast zich daarbij vooral over de
Nederland;
in veel and'
geplaatst, r
voortkomt.
Het opmerkelijkst
jverheid', die niet als
landen er bovenop is
r juist uit die zuilen
rebellen en reformatoren is echter
Zahns positieve gevolgtrekkingen
uit z'n eigen theorie. De socioloog,
zich ook jarenlang verdiepte in
Regenten, de politieke s
de Staten. Zwitserland en Groot-
Brittanie, vond in de twintig jaar dat
hij aan de Universiteit van Amster
dam werkte, het systeem van z'n
hart.
Het feit dat iedereen, of hij zich
nou aanpast of niet, in Nederland
zijn zegje kan en mag doen (als het
maar moralistisch is) het feit dat
allerlei groeperingen naast elkaar
kunnen bestaan en kennelijk tot ei
gen tevredenheid is voor hem
zelfs reden Nederland als gidsland
voor Europese eenwording aan te
wijzen.
Nederland, aldus Zahn, "heeft
iets essentieels te bieden: een oude
solide democratie die niet alleen
staatkundig, maar ook geestelijk en
maatschappelijk verankerd is, een
tolerante, niet autoritaire burgerij
en een rijke genuanceerde cultuur
van het gewone alledaagse leven".
Dat die cultuur van het gewone, al
ledaagse ontegenzeggelijk provin
ciale trekjes vertoont (Zahn hekelt
vooral het peil van de Nederlandse
wetenschap) vindt de socioloog
geen probleem. Liever geënga
geerd, dan hoogdravende taal, lijkt
het motto.
Negatieve kanten
Nederlanders kunnen zich gevlijd
voelen door dit boek, dat vijf jaar
geleden al in het Duits verscheen
als Das unbekannte Hollandmaar
nu in bijgewerkte Nederlandse ver
sie verkrijgbaar is. Maar die vlijerij
reist dan wel enige nuancering.
Verenig- Want hoe scherpzinnig Zahn ook i