Geen talent voor science-fiction in Nederland Bloeiende takken van Surinaamse letteren Beroemde gedichten De weg, de waarheid en het leven Twijfelachtige kwaliteit De tijd is een raadsel LITERATUUR DONDERDAG 1 FEBRUARI 1990 Al is Suriname geen Nederlandse kolonie meer, er wordt nog steeds li teratuur in onze taal gepubliceerd. Bovendien wonen er in Nederland verscheidene auteurs die uit Suri name afkomstig zijn. De aandacht voor deze literatuur is hier echter beperkt. Misschien komt dat door de vooroordelen die er over Suri naamse literatuur bestaan: streek verhalen uit de derde wereld, strijd- cultuurproza over de gediscrimi neerde zwarte in Nederland of moeilijk leesbare lectuur vanwege vreemde woorden en uitdrukkin gen. Die vooroordelen zijn onterecht. Dat illustreren twee boeken van Mi- chiel van Kempen die onlangs zijn verschenen. Het eerste is een inlei ding in de Surinaamse literatuur: 'Surinaamse schrijvers en dichters'. Het tweede is een keuze die Van Kempen uit vijftig jaar Surinaams proza heeft gemaakt: 'Verhalen van Surinaamse schrijvers'. In beide ge vallen heeft Van Kempen het zich niet gemakkelijk gemaakt, iets waar de lezer alleen maar voordeel van heeft. Aantrekkelijk aan de bundel is dat Van Kempen veel verhalen heeft opgenomen uit moeilijk be reikbare tijdschriften en ook werk dat nog niet is gepubliceerd, onder anderen van Albert Helman, Astrid Roemer en Thea Doelwijt. Niet de eersten de besten dus. Hoogstinte- ressant is het begin van een nooit verfilmd scenario van Anton de Kom uit de jaren dertig van de man die eertijds onder het pseudoniem Adekom met zijn boek 'Wij slaven van Suriname' een belangrijk anti- kononiaal werk schreef. Van een hedendaagse 'politicus', Eddy Bruma, nam Michiel van Kempen het verhaal 'De fuik' op. Uiteraard ontbreken de auteurs die de laatste tien, vijftien'jaar aan de weg hebben getimmerd niet. Hugo Pos, Edgar Cairo, Bea Vianen, allen zijn zij present; slechts Pos met een verhaal dat eerder in boek vorm is gepubliceerd. De generatie die in de jaren tachtig debuteerde is met soms brandnieuw werk verte genwoordigd. Vooral het verhaal 'Gas' van Paul Brandei is zeer de moeite waard en leert dat niet iede re Surinaamse proza-auteur het van een traditionele aanpak hoeft te hebben. Die traditionele aanpak is één van de vele onderwerpen die Michiel van Kempen aansnijdt in de intro ductie van 'Surinaamse schrijvers en dichters', een nuttige kennisma king met én verdieping in de Suri naamse literatuur. Zo is er een hoofdstuk waarin Van Kempen korte, maar informa tieve profielen schetst van ruim honderd Surinaamse auteurs. Van Kempen is werkelijk betrok ken bij zijn onderwerp. Zeer en thousiast vertelt hij over de auteurs die hij bewondert. Soms laat hij zich in zijn pleidooi voor meer interesse in de Surinaamse literatuur meesle pen. Vooral zijn plotselinge tussen haakjes geplaatste commentaren maken zijn betoog veel levendiger dan je van zo'n tekst zou verwach ten. Meestal hebben dit soort intro ducties door de vele namen en titels iets opsommerigs. Maar Van Kem pen is niet saai en zijn onuitputtelij ke, degelijke kennis behoedt hem voor uitglijders. Belangrijk is dat Van Kempen de kwaliteit als norm hanteert en niet maar alles waar deert dat van Surinaamse bodem af komstig is. Terecht, er blijven vol doende bloeiende takken in de Su rinaamse letteren over als je het brandhout snoeit. AUGUST HANS DEN BOEF Surinaamse schrijvers en dichters, Michiel van Kempen. Beide uitgege ven door De Arbeiderspers, 29,50. |Het blijft merkwaardig dat de lite raire science fiction in Nederland, in tegenstelling tot de filmische va riant. niet wil winnen aan populari teit. Aan de inzet van de SF-fanaten kan het niet liggen. De kleine kern ware liefhebbers doet al decennia lang moeite potentiële lezers voor deze toekomstlectuur te interesse ren. Zij is er zelfs in geslaagd de jaarlijkse Worldcon, waar zo'n 5000 gelovigen uit de hele wereld samen komen om sf te vieren, in augustus van dit jaar naar het Congresge bouw in Den Haag te halen. Het ontbreekt de Nederlander kennelijk aan talent voor het bizar re, het utopische, het extrapoleren de, het fantastische. Wij klampen ons vast aan orde en overzichtelijk heid. Voor onzin en flauwekul is in ons geringe, nauw samenhangende universum geen plaats. Dat is geen klacht, maar een constatering. On- zinverkopers bekijken wij met wan trouwen. Geen talent voor science fiction er zijn vreselijker dingen denk baar—, maar voor de weinigen die aardigheid in het genre hebben, is het tobben. Die talentloosheid weerspiegelt zich in de treurige SF- rodokten uit eigen land. Van de au teurs met aanleg vinden maar enke len onderdak bij een uitgeverij en naar mijn idee nog dikwijls volko men ten onrechte. Neem een Wim Gijsen die in 1980 (periode van hoogtij voor de SF in Nederland) schitterende met de fantasy-roman 'De Eersten van Ris- san', destijds alom en met reden be zongen. Inmiddels heeft de auteur een hele reeks SF-romans, meest in meer delen, op zijn conto en begint hij ronduit te vervelen. Gijsens jongste staal htiisvlijt telt weer 271 bladzijden en voegt absoluut niets nieuws toe aan de honderden al be staande pagina's. Deze keer heet de doodsaaie woordenbrij 'Een kring van Stenen, Merisse, eerste boek'. Een vreselijk boek. De inhoud doet bijvoorbeeld in het geheel niet ter zake. Plaats: fictief land. Thema: strijd om de macht. Personages: een vooraanstaand priesteres, haar ver wende dochtertje Merisse, een boze baron. Avontuur, actie, visie en fan tasie, onmisbaar voor minimaal leesbare SF, ontbreken. Wat rest zijn woordenbrij, geleuter, gekab- bel, gepraat, gebabbel, filosofietjes en eindeloze natuur-, milieu- en psychologische details, die uit een alternatieve 'Het Beste-koker' lij ken te lekken. Sla het boek open op een wille keurige bladzijde (p.131): Het was een halfbewolkte dag. Af en toe werd de zon overvleugeld door bollende dikbuikige wolken die als een onaf zienbare processie zwangere vrou wen door de hemel schreden, elkan der eindeloos volgend en over elkaar tuimelend tot ze achter de horizon verdwenen. De lucht klaarde enkele minuten op en de zon scheen onver minderd op het vochtige gras. Zelden heeft een schrijver zijn ei gen tuimelwerk zo navrant onder woorden gebracht. Wie wolken schildert als over elkander tuime lende zwangere vrouwen en ook op de overige onafzienbare processie pagina's niets van enige zin heeft mee te delen, moet een tijd stoppen met schrijven. Vroeg of laat daagt dan wel weer een nieuwe gedachte, een origineel idee, een heldere zin snede of een thema dat wellicht iets met science fiction van doen heeft. Moed! Ooit klaart de SF-lucht in dit dorre klimaat wel op en schijnt de zon zelfs op het dorre plekje gras waar Wim Gijsen zucht onder zijn gebrek aan inspiratie en talent. Had Gijsen (of zijn uitgever!) zo langzamerhand beter moeten we ten, de andere oprechte Nederland se amateur uit de Meulenhoff-stal, Peter Schaap, verdient het voordeel van de twijfel. Zijn eerste twee boekjes 'De schrijvenaar van Thyll' en 'Ondeeds de Louterse' waren on danks Vance-beïnvloeding, werke lijk geestig en origineel. Van 'De Wolver', zijn nieuwste boek, kan ik dat helaas niet zeggen. Een nogal kinderachtig en langdradig relaas over een onnatuurlijk avontuurlijke dwerg, die Korrem Draafvoet heet. Voorspelbare sprookjeslectuur die voor de gevorderde fantasy-le- zer beslist onder de maat is. Het te lang uitgesponnen verhaal wordt net niet gered door de humor en de geestige, franke behandeling van sex. Het feit dat ook Peter Schaap dreigt met vervolgdelen doet erger vrezen. Wie zich niet weet te beper ken, valt licht naar beneden. ROB VOOREN Een kring van stenen, Merisse: eerste boek. Wim Gijsen. De Wolver, Peter Schaap. Beide uit- r Meulenhoff SF. Een boek met de beste gedichten van Goethe. Heine. Rilke. Shake speare, Auden, Baudelaire. Verlai- ne. Leopardi, Montale, Quevedo wordt natuurlijk vanzelf een mooi boek. Maar 'Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren' is ook om andere redenen een interessante verzame ling verzen. Naast de oorspronkelij ke teksten vindt men steeds de ver talingen van samensteller. Peter Verstegen. Achterin de bundel gaat hij in op leven en werk van de dich ters, levert hij commentaar op de opgenomen gedichten en verant woordt hij zijn weergaven. En pas sant komen zo allerlei kwesties rond het vertalen van poëzie aan de orde. Vertalen is deels een techni sche aangelegenheid, bepaalde vaardigheden kan men aanleren. Maar het succes of de mislukking ervan is uiteindelijk toch afhanke lijk van geluk, talent en begenadi ging- Verstegens vertalingen zijn meestal geslaagd. Hij is ongewoon bedreven in de vormgeving. Om rijm en ritme recht te doen is hij tot aanzienlijke offers bereid. Niet al tijd kan men met zijn oplossingen instemmen. In het anti-oorlogsge dicht 'Alle dagen' van de Oosten rijkse Ingeborg Bachmann vertaalt hij 'für die Flucht von den Fahnen' met 'voor desertie, vlucht voor de vlag'. Inderdaad is 'Flucht von den Pahnen' een variant op 'Fahnen- flucht', de gewone term voor deser tie. Maar zo'n lichte variatie recht vaardigt toch niet dat je hetzelfde begrip twee keer vertaalt. Af en toe werd bij Verstegen de vertaling duidelijker dan het origi neel. In 'De oude brug' van Vladi mir Nabokov maakt hij van 'Never! uit angst dat de lezer het spoor bijs ter zal raken 'Niet tot mijn dood!' Er zijn literatuurliefhebbers die menen dat het vertalen van poëzie altijd een verraad inhoudt. Ik zou die uitspraak niet willen onder schrijven, al zijn er gedichten die zich nauwelijks voor vertaling le nen. Verstegen is die mening ook toegedaan, desondanks heeft hij het niet kunnen laten zijn krachten op zulk werk te beproeven. Van Pierre de Marbeuf vertaalde hij 'De liefde en de zee', een sonnet dat het in het Frans moet hebben van een woord- 'la >r\ Ti Ta- Bijna vijfentwintig jaar liet Michele Ondeï, de in Oegstgeest woonachti ge Nederlands auteur van Italiaanse afkomst, niet van zich horen. Zijn eerste romans 'De grootvorstin', 'Het Grote land' en de verhalenbun del 'Geloofscrisis van een verzame laar' waren door de kritiek gunstig .onthaald. Maar het werk als conser vator van de Aziatische cultuur in het museum voor Volkenkunde in Rotterdam bleek moeilijk te combi neren met het schrijvérsvak. Pas in 1987 keerde Ondeï terug naar het li teraire front met de 'De ontvoering'. In deze roman hernam hij zijn vroe gere thematiek: zoeken naar de zin van het bestaan, in een sterk be schouwelijk proza. Ook in de tweede roman na zijn come-back, 'De mensenzoon' wor stelt de hoofdfiguur met onzekerhe den. Het verhaal is geplaatst in de eerste eeuw na Christus. Hoofdfi guur is Petrus, de rusteloze steden bouwer, die lijdt onder zijn verra dersrol. Hij voelt zich een godsmoordenaar. Na de dood van Christus heeft hij zijn oude leven als visser hervat. De ontmoeting met een vreemdeling: Ik zegje, hij is het, want is het niet zo dat hij zou komen als een dief in de nacht roept het- verlangen naar de vroegere ge meenschap van apostelen wakker. Met onbegrensde energie en toe wijding zet Petrus zich in voor een religieuze groep. De vreem deling die zich in zijn huis gevestigd heeft en een drieeënheid lijkt te vor men met zijn moeder en dochtertje blijft herinneringen oproepen aan de vroegere meester. Hij breekt het brood, spreekt in raadselen en ge neest zijn doodzieke dochtertje, maar hij maakt zich niet bekend. Het gevolg is dat de nieuwe volge lingen rusteloos worden. Zij willen een bewijs, keren zich tegen de vreemdeling die niet spreken wil en brengen hem ter dood. Zo herhaalt de geschiedenis zich en Petrus raakt in grote verwarring over de betekenis van dat alles. Pas na een langdurig verblijf bij een kluizenaar dat hem loutert naar geest en lichaam, komt hij tot rust. De mens zoekt naar klaarheid, naar een zichtbaar bewijs, een teken bij anderen, maar kan dat alléén vin den in zichzelf. Een bezoek aan Pontius Pilatus en aan Herodus leert hem dat ook zij rusteloze zoe kers naar de waarheid zijn gewor den, en dus twijfelaars. De hoogste wijsheid ligt voor Petrus dan in de overgave aan het zoeken. Als volge ling van de drie wijzen uit het Oos ten komt hij tot het besef dat men een ster nooit naar zich toe kan ha len, alleen maar volgen. De ster, Christus, een geloof, een prestatie, is niet het doel waarvoor we leven, maar de weg zelf, zodat men aan het einde van die weg kan zeggen: het is volbracht. Michele Ondeï heeft zijn zoeken naar de zin van het bestaan dit keer vorm gegeven in een religieuze en tourage. Hoe wezenlijk die zoek tocht is en hoe waardevol, blijkt pas na lezing van de roman. Als er enige vorm van antwoord is gekomen op de kwellende onzekerheid van Pe trus. In grote cirkels herhalen zich steeds dezelfde gevoelens en bewe gingen. Het woestijnachtige land schap, de eenzaamheid, de dromen die openbaren en verhullen, de po sitie van de eenling tegenover de massa, het zijn motieven die grote concentratie vragen. In 'De ontvoe ring' kregen die vragen gestalte in de meer sensationele omlijsting van een gijzeling. Dit keer ontbreekt el ke uiterlijke spanning, waardoor 'De mensenzoon' vooral als filoso fisch geschrift interessant is. De ka rakters zijn eerder sjablonen dan mensen van vlees en bloed, pionnen in een beschouwing. Al vormt Pe trus een uitzondering. Zijn kwellin gen zijn navoelbaar. Hij wil zo graag dienstbaar zijn, iets groots verrich ten, maar krijgt geen enkele hulp van buiten af, is volstrekt alleen, een vreemdeling net als de mensen zoon zelf. Aan alles is te merken dat de au teur een groot deel van zijn leven gewijd heeft aan meditatie en bezin ning, aan oosterse culturen die hun geheim niet makkelijk prijsgeven. mer'. In het Nederlands valt dat mogelijk te herhalen. Verstegen er kent eerlijk dat het verlies niet bin- nen de perken is gebleven. De bloemlezing werd geen ver rassingstrommel. De samensteller deed weliswaar mooie vondsten met 'De toorts' van de onbekende Waalse dichteres Marie Nizet. Maar wereldberoemde gedichten van we reldberoemde dichters hebben de overhand. Verstegen heeft een klas sieke smaak en daarbij passende traditonele ideeën over literatuur. Verstaanbare gedichten hebben zijn voorkeur, aan associatieve poë zie gaat hij voorbij. Verstegen heeft zich ten doel gesteld een beeld te ge ven 'van de Westeuropese poëzie door de eeuwen heen'. Hij koos werk uit vijf taalgebieden: Duits, Engels. Frans. Italiaans en Spaans. De meeste gedichten - 37 - ontston den in de vorige eeuw. Dante en Pe- trarca zijn de oudste dichters in de bundel. Voor de degelijke Verstegen zijn Rilke, Heine en Goethe de grote fi guren in de Duitse poëzie. De En gelse dichtkunst wordt in zijn op tiek beheerst door Shakespeare en Auden. Baudelaire en Verlaine zijn prominent aanwezig in de Franse afdeling. Leopardi en Montale kre gen veel aandacht in het hoofdstuk over Italië. Terwijl Quevedo en Guillen als voornaamste Spaanse dichters worden voorgesteld. Bij wie zich intens met het werk van grote dichters bezighoudt do mineert vaak de drang zelf poëzie te schrijven, maar het besef dat je het hoogste peil toch nooit zal kunnen halen werkt vaak ontmoedigend. De inspiratie van Verstegen werd door dit soort zelfkritiek niet noe menswaardig gehinderd. Hij is zich, getuige het voorwoord van 'Natuur zal kunst nooit blijvend evenaren' volkomen bewust van de geringe betekenis die men internationaal aan de Nederlandse poëzie toekent. Zoals hij ook lijkt te beseffen dat zijn werk binnen die Nederlandse poëzie slechts een onaanzienlijke plaats heeft. In zijn debuut 'Je vaart nog als een edelman' (1983) en in zijn recen te bundel 'Vol van ziel en zelfgevoel' doet hij nog het meest aan een zon dagsdichter denken met wendin gen als 'Bij nacht en ontij/zag zij de zonzij'. Pretenties zijn hem vreemd. Zijn poëzie ademt min of meer de zelfde geest als het mede door hem opgerichte tijdschrift De Tweede Ronde, dat na bijna tien jaar nog steeds verfrissend en ongecompli ceerd overkomt. Verstegen be weegt zich in zijn gedichten gemak kelijk tussen elegie en light verse. Zijn bespiegelingen zijn altijd op recht en blijven dicht bij het leven van alledag. Typerend lijkt me 'Me dische industrie' waarin hij zich keert tegen het kunstmatig rekken van het menselijk leven. Het vers eindigt aldus: De waardige dood is zowat om zeep gebracht- wat rest is de hartaanval die ieder verrast. Hebt u iets aan uw hart, zeg het niet aan uw arts. Verstegen heeft door het intens luisteren naar het machtige geluid van de grote dichters het plezier in de eigen bescheiden stem niet ver loren. HANS WARREN Natuur zal kunst nooit blijvend evena ren. De Westeuropese poëzie in hon derd gedichten, samengesteld door Pe ter Verstegen,. Uitg. Bert Bakker, 39.9 Michele Ondeï Dijkman Dat verklaart waarom de beelden zers niet makkelijk, maar vertegen die hij gebruikt bijna altijd naar bin- woordigt wel een volkomen eigen nen zijn gekeerd, dromen over de geluid in de Nederlandse literatuur, raadselen van de mensenzoon op JOKE LINDERS aarde, over de taal van het Nieuwe De mcnsenzol Testament. Ondeï maakt het zijn le- Thoth. 26,50. Michele Ondeï. Uitg. Na haar Tolkienachtige boeken 'De brief van de Koning' en 'De Gehei men van het Wilde Woud' schreef Tonke Dragt de filosofische scien- ce-fictinromans 'Ogen van Tijgers' en 'De Torens van Februari'. Hierin beschreef ze voor de oudere jeugd een wereld waarin telepathie een belangrijke rol speelt. Deze verha. len zitten vol diepzinnige vragen met algemene geldigheid. In die boeken raak je vaak de draad kwijt ,en moetje met een hoofd vol vraag tekens afwachten of je een ant woord krijgt op je vragen. En als Tonke Dragt een antwoord sugge reert, is dat nooit éénduidig. Als le zer moetje zelf een bijdrage leveren. Geen eenvoudige boeken, dus. Als groot liefhebber van haar laatste boeken wachtte ik met smart op 'Het geheim van de Klokkenma ker' dat de geheimzinnige onderti tel 'De Tijd zal het leren of De Tijd zal je leren' meekreeg. Maar zelfs na tweemaal lezen moet ik tot mijn schande bekennen, dat ik het niet begrijp. Niet nauwkeurig genoeg gelezen, dacht ik na de eerste keer. Maar na een herlezing moet ik tot de conclusie komen, dat de strekking - fnits voorradig - niet doordringt tot mijn brein. Een klokkenmaker heeft een tijd machine uitgevondeni Een student wil weten of hij morgen een tenta men zal halen. Hij stapt in de tijd machine, gaat naar de pröfessor en merkt tot zijn schrik dat deze hem het tentamen gaat afnemen. Tijdens de vragen wordt de profeesor opge beld door de student, die beweert dat de professor 'de verkeerde man aan het examineren is. De student keert terug naar de klokkenmaker en haar zijn eigen tijd. Hij gaat sla pen en beleeft de volgende dag de zelfde situatie, maar nu vanuit de rol van opbeller. Tot zover kon ik het volgen. Maar er moet meer zijn, want dit verhaal is nog eens binnen een ander kader gegoten. Drie kinderen zijn in een bibliotheek en komen daar een boek op het spoor met dit verhaal erin. In de bieb zijn een bibliotheca ris en Jan A. Nou geloof ik dat deze twee personen dezelfde zijn als de klokkenmaker en de student, maar zeker weet ik het niet. En waarom Tonke Dragt dat kader, weer in een ander kader heeft gezet... Tjokvol vragen lees ik de flap tekst. Ik ben de ik van gisteren. Maar zijn de ik die op tijdreis is ge weest en mijn alter ego. de ik die ten tamen doet. twee personen? Of zijn ze een en dezelfde Wie helpt mij, wie weet hoe het zit? Want als ik achterblijf met al leen maar vragen, zonder zelfs de suggestie van een antwoord, kan ik net zo goed een jeugdboek in het Sanskriet gaan lezen. VICTOR FREDERIK Jeugdboeken De eikelvreters, Els Pelgrom. Aan grijpend verhaal over het leven van een tienjarige jongen kort na de Spaanse burgeroorlog. Uitg. Quer- ido ƒ25.- Het behouden huis, A.D. Hilde- brand. Hertaling door Susanne Braams van het journaal van het scheepsjournaal van Heemskerck en Barentsz. Uitg. Van Goor. Eindelijk actie, Jacques Vriens. Spanning tussen ouders en tieners. Uitg. Van Goor. Op zoek naar Vincent, Thea Du- belaar en Ruud Bruijn. Een verha lend boek over leven en werk van Vincent van Gogh voor de jeugd. Uitg. Ploegsma 22,95 Fiction Zwarte spiegels. Farooq Khalid. De buut van een Pakistanse schrijver over het leven in een sjofel pension. Uitg. Van Veen 36.90 Lof van de stiefmoeder, Mario Vargas Llosa. Verfrissende eroti sche literatuur van deze beroemde Peruaanse schrijver. Uitg. Meulen hoff. 32.50 Het dossier van het verdwenen kindermeisje. Jan Postma. Een rea listische thriller vol spanning, actie, sensatie, misdaad en terrorisme. Uitg. Teleboek. f 19.50 Ketser de Neger, Willem Bijster bosch. Een spannende detective waarin een dode de hoofdpersoon is. Uitg. Bert Bakker 22.90 Laatste woorden, Bas Heijne. De tragi-komische lijdensweg van een 35jarige schrijver in een wereld van verbaal begaafde, leeghoofdige snobs. Uitg. Bert Bakker, 12,50 pocketeditie. Falklandjes, Herman Heijer- mans. Herdruk in pocket van de be roemde cursiefjes uit De Telegraaf en het Algemeen Handelsblad 1894- 1917. Uitg. Uniepers De verschrikkingen van het IJS en de DUISTERNIS, Christoph Rans- mayer. Een kroniek gebaseerd op feit en fictie over een vreselijke strijd in de poolnacht, Uitg. Bert Bakker 29,90 Uit de geschiedenis van Noémaan Abd al-Hafiz, Mohammed Moestagaab. Verhalen uit Egypte. Uitg. van Novib 19,90 Op het laatst krijgen wij met zn allen donderop, Bea Vianen. Ge dichten geïnspireerd door de cul tuur van Suriname. Uitg. De Knip- scheer. Vrolijke en droevige verhalen, Thomas Triphon. In eigen beheer uitgegeven verzameling verhalen van een Vlaams auteur die niet mee mocht eten uit de subsidiepot van de minister van Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap. Non Fittion Platoon, Sofist, Staatsman, Achtste deel in Verzameld werk over Plato. Uitg. De driehoek ƒ32.50 Een dartele geest. Ad Zuiderent. Zeer leesbaar proefschrift over het werk van Gerrit Krol met veel aan dacht voor literaire critici. Uitg. Querido 39,50 Revolutie in woorden, Over het taalgebruik voor, tijdens en na 1789 met een toelichting van A. J.Hanou. Uitg. Querido, Griffioenreeks Mozart op reis, Eduard Mörike. Een muzikaal verhaal over een dag uit het leven van deze grote muzika le meester. Uitg. Kwadraat. De Matthaus Passion van Bach, en De Johannes Passion van Bach, Inleiding, toelichting en tekst. Uitg. Callenbach, 14.90 Geneeskracht uit de natuur, Krui den voor uw gezondheid. Uitg. Tele boek 9,90 Ontdek je plekje, Vier delen ho rend bij de gelijknamige televisie serie van de AVRO: Amersfoort, Amsterdam, Delft, 's Hertogen bosch. Uitg. M P 14,90 per deel. Een belangwekkend debuut als schrijver vormt nog geen garantie voor een succesvol vervolg. In de af gelopen tijd verschenen Nederland-1 se vertalingen van drie thrillerau teurs die eens veel eer inlegden met hun eerste boek. Hebben zij hun be loften van toen waargemaakt? Martin Cruz Smith werd wereld vermaard met zijn 'Gorki Park'. Ui terst subtiel tekende hij daarin de sfeer Tondom het beroemde park in j Moskou, ver voor glasnost en pe restrojka. Een Moskou waarin ach terdocht, wantrouwen, verbittering I en jaloezie een race op het scherp van de snede liepen. Politieke ont goocheling, lijfelijke verbanning, moord en doodslag vormden een ijzige omlijsting van het veel gepre zen spionageverhaal. De man die daarin een weinig be gerenswaardige hoofdrol moest vertolken komen we opnieuw tegen in 'Poolster'. Het wereldje waarin Martin Cruz Smith opnieuw haat en nijd plaatst is nog beperkter dan in 'Gorki Park'. Alle gebeurtenissen spelen op en rond een in de Poolzee varende Russische visfabriek 'Pool ster'. Onze voormalige Moskouse politieman zit daar weggestopt in een nederig hoekje, ver van elke le vensvreugde. Geen wonder, dat hij als enige opvarende met politie-er- varing ingaat op het verzoek een moord aan boord op te lossen. Het wordt vissen in een poel van mense lijke ondeugden. In de uiterst som bere gemeenschap is levensvreug de een zeldzaam goed; de grauw heid van het bikkelharde bestaan in de bittere poolkou blijkt veel leed en ellende te verbergen. De sfeer van het rauwe leven aan boord is beklemmend, maar noodt niet tot lezen. De 'Poolster' doet denken aan waden door een wad: moeizaam en weinig verrassend. Mary Higgins Clark 'Dodelijk ontwerp' is de jongste Ne derlandse vertaling van één van de boeken van Mary Higgins Clark. Als weduwe met vijf kinderen kon zij nauwelijks de eindjes aan elkaar krijgen en besloot ze te gaan schrij ven. Omdat zij het geld zo nodig had, wilde zij meteen een boek pro duceren 'dat zou verkopen'. Twee uitgevers zagen vonden haar eerste ling: te eng voor onze lezers. De der de uitgever durfde het aan. 'Waar zijn de kinderen?' bleek een best seller. Net als haar volgende boe ken. Inmiddels zijn er meer dan vijf tien miljoen exemplaren verkocht. Wie alsnog wil weten waarom, leze haar nieuwste boek 'Dodelijk ont werp'. Mary Higgins Clark is geen be genadigd woordkunstenares, maar wel een geboren vertelster. Ze weet de aandacht van de lezer snel te van gen en door onverwachte wendin gen tot het einde toe vast te houden. Ditmaal gaat het om de moord op de schrijfster van een roddelrubriek. Een verre van aangenaam mens dat uitstekend is ingevoerd in het mo dewereldje. Zo goed, dat eigenlijk iedereen het boekje vreest dat zij op het punt stond uit te geven. Er is derhalve een leger van verdachten. Het verhaal wordt hier en daar wat simpel zwart-wit getekend; braaf tegen boqs. Maar Mary Hig gins Clark houdt de spanning zo ste vig vast en zorgt voor zo'n verras send slot dat die schoonheidsfout jes haar grif kunnen worden verge- Ten slotte Tom Clancy die nog niet zo lang geleden debuteerde met 'De jacht op de Red October'. Een op vallend sterk verhaal over een we reldwijde speurtocht naar een ver dwenen onderzeeër. Al vond ik de etalering van zijn kennis van het maritieme leven wat erg uitvoerig. Dat verstrikt raken in de detaille ring is Tom Clancy blijven achter volgen. Ook in zijn volgende verha len 'Operatie Rode Storm' en 'Kar dinaal van Kremlin'. Inmiddels is zijn vijfde boek 'De Columbia Con nectie' in het Nederlands vertaald. Zoals de titel suggereert gaat het over de drugshandel, vooral over de strijd van de Amerikanen tegen de Colombiaanse drugsfmafïa. Actie en tegenactie. Als de Amerikanen enige drugssmokkelaars elimine ren, slaat de mafia spontaan en mee dogenloos terug. Twee hoge Ameri kaanse functionarissen worden neergeschoten. De oorlog is ont brand. Een speciaal VS-team wordt in alle stilte naar Colombia ge stuurd om de vijand op eigen ter rein te bestrijden. Dan wreekt zich de verdeeldheid aan het thuisfront. Regering, CIA en FBI zitten elkaar danig 4n de haren. Niemand wil ver antwoordelijk zijn voor een eventu eel échec. In feite wordt de strijd op duizendenéén fronten en frontjes gestreden, een competentiestrijd waarvan de mannen in het veld het slachtoffer dreigen te worden. De vraagstelling 'Welke vijand is gevaarlijker: die voor of achter je?' is uitermate boeiend en leerzaam. Maar omdat Tom Clancy als van ouds lijdt aan uiterst degelijke, maar soms langdradige detaillering is het niet altijd makkelijk alle ver banden te volgen. Maar de uitwer king is knap en Clancy's schrijftrant ondanks enige wijdlopigheid pak kend. KOOS POST Poolster. Martin Cruz Smith. Luiting- h/Sijthoff. 27,90. Dodelijk ontwerp. Mary Higgins Clark. Luitingh/Sijthofi, 24,90. Colombia Connectie, Tom Clancy. Bruna Uitg. 35.-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 17