Na het 'kantoorlandschap' de 'dorpen' Voor elke stemming een sfeer De werkomgeving verandert langzaam Uitgaanscentrum De Wereld: Bruin worden in recordtijd Zachtjes zoemt de airconditioning, her en der rinkelt een telefoon, overal klinken gedempte stemmen, en tussen het lover van groot kantoor struikgewas zijn wat kleuren zichtbaar; van meubels en van de kleding van het kantoorper soneel. Ziet een kantoor er anno 1990 zo uit? Benny Hoekman, adviseur bij een onderneming gespecialiseerd in projectinrichting, meent van niet. Het kantoorlandschap - waar in de afgelo pen jaren sprake van was - dat wil zeggen grote, zeg maar immense zalen met tientallen, soms wel honderd werknemers in één ruimte wordt steeds meer 'herverkaveld'. Maar er veranderde meer in de loop der jaren, al blijkt de kantoorin richtingswereld zich maar betrekkelijk weinig aan te trekken van trends, waar de inrichters van woningen steeds meer mee te maken heb ben gekregen. Benny Hoekman is door zijn werk in staat om te overzien wat er 'beweegt' in de kan toorinrichting, een overigens in het algemeen niet zo 'be weeglijke' branche want zegt Hoekman: "kantoorinrichtin gen, maar ook inrichtingen van bijvoorbeeld service-in stellingen moeten veel langer meegaan dan meubels bij ie mand thuis. Zeker zo'n tien jaar. En dat maakt de moge lijkheden voor mode-invloe den er natuurlijk niet groter op. Bovendien gaan mensen 'op de werkplek' nonchalan ter, (lees: ruwer) met kasten, tafels en stoelen om. Om die reden zijn ze vaak extra dege lijk gebouwd, zodat ze on danks een stootje lang mee kunnen". door Aridré Keikes je die term in de projectinrich ting zou kunnen gebruiken. Dit merk heeft onder meer een design van ontwerper Just Meyer in zijn program ma, dat armleuningen heeft met speciale 'opsta-knoppen'. Veel bejaarden voelen zich met deze knoppen zekerder bij het opstaan en weer gaan zitten. Maar ook bij andere op drachtgevers leverde Kembo stoelen en ander meubilair. Zoals voor de repetitieruimte van het Residentie Orkest in de Nieuwe Kerk in Den Haag en voor een informele opstel ling van stoelen in de Nieuwe Overleg Hoekman noemt nog meer re denen waardoor er in de pro jectinrichting geen sprake kan zijn van al te tijdgebon den ontwerpen: "Het is niet een zaak van een meubelfabri kant of een inrichter, die wel even zegt hoe een bejaarden huis of een kantoorgebouw moet worden ingericht. Alles gebeurt in overleg. En daarbij heeft de projectinrichter on der meer een functie in het aandragen van ideeën". Ook doet soms de interieur architect van zich spreken. En in alle gevallen moet natuur lijk worden uitgegaan van de wensen van de opdrachtge vers. "Dat zijn vaak de direc ties, maar in toenemende ma te komen ook inrichtingscom missies, vertegenwoordigers van de bewoners van bejaar denhuizen of van de werkne mers mee. Zij praten mee uit de praktijk, en wij kunnen dan de voors en tegens van be paalde keuzes uitleggen". Het kan immers zo zijn dat wensen niet 'sporen' met de praktische kanten van een meubel. Wie een ruimte be heert, die door zeer veel men sen wordt bezocht, of door groepen, die wat nonchalan ter met de spullen omsprin gen, moet niet kiezen voor misschien wel mooie, maar kwetsbare meubelen. Dat zou misschien een aardige indruk wekken bij aankoop, ma^r on tevredenheid opleveren op enige termijn. Hoekman: "Het is dus zaak dat wij in een gesprek de opdrachtgevers aangeven waarom zo'n keuze niet verstandig zou zijn. Een kwestie van argumenten". Bejaardenzorg In de sector bejaardenzorg zijn de meubelen van het Ne derlandse merk Kembo van belang, en ook 'populair', als Kerk in Amsterdam. De grote zaal van het Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht kreeg zelfs een aangepaste inrich ting van dit merk voor 1700 zitplaatsen. Uit de woorden van Benny Hoekman blijkt dat Neder landse producenten het niet gek doen op de projectinrich- tingsmarkt in ons land. Trendy Een andere grote Nederland se fabrikant is Castelijn uit Rijpwetering, die onder meer een grote collectie directie- meubelen presenteert. In dit assortiment zijn ook wat 'af wijkende', trendy meubelen te vinden, die het zouden moeten gaan 'maken' in ka mers van managers die graag willen laten zien dat ze wat durven. De 'Galileo-collectie', ont worpen door Ton Horsten en Peter de Graaf springt in het oog door zijn opvallende schuine lijnen, die sterk afwij ken van het recht-toe-recht- aan, dat in de andere project- meubelen voorkomt. Nieuw hierbij is zeker ook het idee van de paneelkast, met ber ging op ooghoogte. Overigens wel een ruimtevreter, maar met een steeds verdergaande automatisering is kastruimte natuurlijk wel steeds minder een hoofdzaak. En dat werpt de vraag op, of het alleen de manager is, die op zulke prachtige, en onge twijfeld rugsparende stoelen mag zitten, met genoeg ruim te voor handen, voeten en futuristische bureaulamp? Hoekman draait het liever om: "Het is niet zo dat het di- rectiemeubilair steeds duur der en zwaarder wordt, ten koste van het meubilair in de andere werkruimten. Eerder is het zo dat de verschillèn kleiner zijn geworden, omdat de meubels voor de andere werknemers kwalitatief steeds verder zijn verbeterd. Vroeger stónd het personeel zelfs te schrijven, dat weten we allemaal nog wel". Wat overigens niet wegneemt, dat er directiemeubelen zijn, met allerlei leuke snufjes, tot koel kastjes toe. Niet eenvoudig Waar een goede werkplek al lemaal aan moet voldoen is niet eenvoudig te zeggen. De werkzaamheden verschillen per slot van rekening en dat heeft tot gevolg dat ook de bu reaus (werktafels) verschillen. "Bureaus moeten goed be reikbaar zijn, de werknemer moet goed met collega's kun nen overleggen, maar hij moet zich ook kunnen concentre ren. En in de loop van de tijd heeft de komst van de compu ters natuurlijk zijn invloed ge had". Werkelijk een trend op dit gebied is het steeds minder voorkomen van speciale com putertafels, die je op heel veel manieren kon verstellen en waar allerlei toeters en bellen aan zaten. Tegenwoordig zie je steeds vaker één bureau, met een type/computertafel op dezelfde hoogte. Het is de in hoogte verstelbare stoel, die nu het werk moet doen, en niet de tafel". Als meerdere mensen in een zelfde hoek van de werkruimte bij elkaar zitten, is een speciaal kabel luikje in het bureaublad heel geschikt. Daarin kunnen de bossen kabels van lampen, te lefoons en pc's worden weg gewerkt. Zweden Uit Zweden komt een ande re invloed: je zou het het 'cockpit-gevoel' kunnen noe men. Hoekman wijst erop dat de Zweden het ideaal vinden alles vanuit hun stoel te kun nen doen. Kasten zijn dus niet hoger dan pakweg 150 centi meter, want als ze hoger zou den zijn, zou je moeten op staan. Wat voor sommige kan toorwerkers kennelijk een ware nachtmerrie is. Het Zweedse merk Kinnarps bij voorbeeld, heeft zulke kasten, die soms zijn voorzien van een - overigens fraai licht beuken of licht eiken - ingenieus rol- sluitingssysteem, dat kast deuren voorkomt. Kastdeu ren dwingen je immers weer om op te staan. Ook het werk van de Deen se ontwerpers Rud Thygesen en Johnny Sörensen, dat door de meubelfabrikanten Mag nus Olsen A/S en Erik Boisen A/S op de markt wordt ge bracht, gaat in die richting. Deze directiemeubelen, maar ook balies, zijn helemaal om de mensen heengebouwd. En dat ook deze Scandinaviërs hun werk in hout vervaardi gen, zal niemand verrassen. Het materiaal is in het noor den bijna altijd de eerste keus, omdat het nu eenmaal in rui me mate voorhanden is. Kleuren Kleuren zijn, als in de woning inrichting, wel enigszins aan de tijdgeest onderhevig. Had den we allen onze bruine tijd, onze blauwe periode, en onze witte behoefte, tegenwoordig zoeken velen het in zwart en chroom (Italiaans design). Een neutrale keuze, die overal past. Maar bepaalde groepen blijven toch kiezen voor hout, dat nu eenmaal een menselij ke, vriendelijke indruk wekt. In de verzorgende sector is hout nog steeds zeer geliefd. Maar het gaat Hoekman te ver te spreken van een kleuren- trend. Wel zijn er bepaalde ac- centkleuren soms enige tijd veel gevraagd: mint of bor deaux. Toch zijn het in hoofd zaak de sfeer in een gebouw en de smaak van de opdracht gever die uiteindelijk door sla appvpnd 7.iin. En dan is er nog de verdere aankleding van de ruimte. Na dat de inrichtingsdeskundi gen en de opdrachtgever na overleg de ruimte hebben in gedeeld, kan er verder wor den gepraat over groen in de werkruimte, verlichting (halo geen is trend), stoffering en details. Sommige gespeciali seerde bedrijven als dat waar Hoekman werkt, doen eigen lijk alles in eigen beheer, an deren besteden onderdelen uit. Kantoorplanners als Gis pen werken zelfs met compu ters bij het indelen van de ruimte. Iets wat de een als een voordeel, en de ander juist als een nadeel ziet. "Sfeer kun je met een computer niet proe ven", zegt Hoekman fijntjes, die verder opmerkt dat som mige klanten ook wel eens te veel willen. Tijd gehad "Je zult toch moeten uit gaan van de mogelijkheden van een ruimte. Te veel meu belen kan nu eenmaal soms niet". En, zoals gezegd, de kantoorlandschappen, met de vele scheidingswandjes, heb ben hun langste tijd wel ge had. Steeds meer worden af delingen in kleinere ruimtes (mag je dat dorpen noemen?) bij elkaar gepland, zodat de toch tamelijk onoverzichtelij ke mammoetruimtes, met hun bijbehorende herrie, voorkomen kunnen worden. Sommige directies of ande ren die grote werkmeubels nodig hebben, kiezen niet voor een projectinrichter, maar gaan - als particulieren - naar een detailhandel in meu belen. Ook hier komen de ca talogi van grote merken als Castelijn op tafel, terwijl ver der de naam Artifort valt, de succesvolle producent uit Maastricht. Variatie Een dan is er ook nog de Noor se "Stokke-collectie. Met deze, in 1979 op de Scandinavian Furniture Fair in Kopenha gen geïntroduceerde, serie zit meubelen wordt heel bewust afgestapt van het 'traditionele zitten'. Volgens fabrikant Stokke, die de meubelen van ontwerper Peter Opsvik op de markt brengt, 'inspireren ze tot voortdurende beweging en variatie in het zitten'. Dat betekent wel even 'oefenen', want niet iedereen gebruikt door een zittend leven de rug spieren genoeg om meteen op zo'n stoel over te gaan. De 'open hoek' van het bo venlichaam en de bovenbe nen moet zorgen voor balans, iets dat de stoel meteen aan zijn naam hielp. En dat geeft meteen aan dat deze stoelen meer zijn dan al leen maar een zitplaats. In de afgelopen jaren maakten de Noorse ontwerpen echter snel vrienden, maar ook 'vijan den'. Je voelt er iets voor, óf je blijft ze bekijken als een cu riositeit en meer niet. Door de soepelheid van het gelamineerde hout, geven de Stokke-stoelen (er zijn inmid dels veel meer ontwerpen dan de Balans) bovendien moge lijkheden om voorover te bui gen, achterover en naar de zij kanten. Iets dat de eerder ge noemde Zweden zou moeten aanspreken, omdat ze niet meer uit stoel hoeven op te staan om iets te pakken. Vol gens kenners worden de ge bruikers van zo'n meubel minder snel moe, want ze zit ten 'gevarieerder' dan in een traditionele stoel. En wie niet moe is, werkt immers ook be ter. Theepot Peter Opsvik vergeleek ooit zelf zijn ontwerpen met een theepot: "Ze zijn praktisch en onontbeerlijk, maar het is moeilijk er een paar te ontwer pen die zowel in vorm als functie goed zijn". Misschien niet in de eerste plaats een werkstoel is Ops- viks 'Gravity', die echter best een plaats op een werkplek zou kunnen krijgen. Ook bij deze 'balans-stoel' zijn alle voordelen van het gelami neerde hout aanwezig, terwijl naast de actieve stand, ook di verse 'luie' houdingen kun nen worden gekozen. De eer ste zwieper naar achteren vraagt enige doodsverach ting, maar ook hier is enige training de oplossing. In vier naast elkaar gelegen panden aan de Nieuwezijds Voorburgwal wordt op dit moment druk gewerkt aan De Wereld. De schepping van Peter Jan ter Horst en Paul Alexander Linse is in april klaar. De Amsterdamse horeca heeft er dan een uniek project van internationale allure bij. De Wereld herbergt cafés, res taurants, een discotheek en een besloten sociëteit. Dat is nogal kaal uitgedrukt, vinden Ter Horst en Linse, want men sen denken bij het woord dis cotheek toch aan iets anders en de benaming Grand Café dekt ook de lading niet hele maal. Ze vinden het lastig om op het moment dat De wereld nog in de steigers staat uit te leggen hoe de tweeduizend vierkante meter van het uit gaanscentrum er gaat uitzien. "We hebben geen specifieke stijl aangehouden. Je kunt be ter spreken van een aantal sfe ren binnen een architectoni sche ruimte. Onze doelgroep is erg gemêleerd, grillig en on voorspelbaar in hun stemmin gen. De verschillende sferen in De Wereld moeten op die stemmingen aansluiten" Tijdgeest "De sferen in de diverse ruimtes geven aan hoe de mensen van nu zich ongeveer voelen", zegt Ter Horst. "De Wereld weerspiegelt de geest van deze tijd. Daarom hebben we er niets trendy's van willen maken, maar ook niet iets tijd loos. Voor ons hoeft De We reld er ook niet zo jaren te blij ven uitzien". Achter de koperen schil bo ven de zes glazen deuren die de ingang vormen, komt een binnenterras. Vanaf daar zijn de meeste horeca-gelegenhe- den te bereiken. Zo is er eerst de espresso-lounge, koel en 'clean' ingericht, voor een ta melijk snel kopje koffie. Daar achter ligt het toch maar zoge noemde Grand Café. Warm in gericht, comfortabel, prettige bediening en 'petit fours'. Op dezelfde benedenver- diening ook een eetgelegen heid. Voor niet al te veel geld kunnen allerlei vooral gezon de hapjes worden besteld, die snel geserveerd worden. De klanten stellen zelf het menu samen en mogen de meest on mogelijke combinaties ma ken. "In Amerika noemen ze dat 'grazing", zegt Ter Horst, "grazen. Het individualisme viert hoogtij. Dat komt in deze snackbar duidelijk tot ui ting". Simpel In het er boven gelegen 'vrou welijk en elegant'1 ingerichte restaurant kan de maaltijd in een rustiger tempo worden gebruikt. "Dit is meer een ruimte voor echt borrelen en het wat later op de avond di neren", zegt ter Horst "Het eten is het beste van het sei zoen. Niet ingewikkeld, niet duur, maar wel gezond.' De discotheek is geen groot danspaleis met lasers of ande re wilde uitdossingen. "Het is simpel gehouden" ,zegt vorm gever Linse, "het gaat om de mensen. Zij moeten er uit ko men. Daarom mag de speciale sfeer ook hier niet overheer sen". Vandaar dat gekozen is voor een dansvloer die zich verheft boven een grote ruim te, die weliswaar ook moge lijkheid tot dans biedt maar wellicht meer gezien moet worden als nachtcafé. Lidmaatschap In tegenstelling tot de cafés, restaurants en disco is de so ciëteit van De Wereld niet voor iedereen toegankelijk. Voor ruim 400 gulden per jaar kunnen mannen en vrouwen van boven de 27 jaar en in het bezit van een brede culturele en maatschappelijke belang- stelling op uitnodiging of op voordracht van twee leden het lidmaatschap verkrijgen. Ter Horst: "Het moet geen stoffige club voor heren wor den die in grote fauteuils siga ren zitten te paffen. We willen ook niet alleen maar kunste naars. We richten ons meer op verschillende beroepsgroe pen, zoals fotografen, schrij vers, vormgevers, journalis ten en zakenlieden". In de sociëteit is een grote ruimte voor mooi zitten in de intieme sfeer van een nacht club en voor eventuele andere activiteiten, zoals mode shows, persconferenties, sym posia en radio- en televisie uitzendingen. Als de leden geen belangstelling hebben voor de evenementen in de grote zaal, kunnen ze terecht in andere, nog informelere ruimten. Zo is er een biblio theek, een bar en een restau rant met een zuidelijke sfeer onder een groot schuin glazen dak. De panden aan de Nieuwe zijds Voorburgwal zijn eigen dom van bierbrouwerij Grolsch, die de bedoeling had er een horeca-gelegenheid in de geest van jaren tachtig en negentig in te vestigen. Hans Baay, die eerder de roemruch te discotheek Mazzo opricht te, nam het initiatief voor De Wereld. De verbouwing van het interieur kost drie miljoen gulden. Een gebronsde huid, voor degenen die in alles de 'mode' willen volgen is het geen heilig moeten meer. En wie al die verhalen van deskundigen leest over de gevaarlijk UV-straling zou het liefst nooit meer zonnebaden. Maar toch, met een beetje kleur zie je er opeens een stuk beter uit. Dus toch voorzichtig, met mate en goed beschermd in zon. En wie het voorjaarszonnetje niet wil afwachten neemt zijn toevlucht tot de zonnebank of, en daar komen er steeds meer van op de markt, een zelfbruinende crème. Een nieuwe middel is UV Quick, dat zowel zonder als met zon bruint en ook te gebruiken is op de zonnebank. Het middel, dat een bruiningsversneller wordt genoemd, is in Skandinavië ontwikkeld en getest. De UV-Quick bevat geen beschermingsfactor, het blijft dus zelf goed opletten. Het pro- dukt is niet geparfumeerd. Importeur voor de Benelux is Hajé Cosmetics, Driebergen. Clinque heeft voor het nieuwe seizoen de zonneprodukten met een hoge beschermingsfactor (19 SPF Sun Block, Sun Scr een SPF 18 en Suntan Encourager) waterproof gemaakt. Daar naast komt Clinque met een Total Cover Sun Block waarvan de beschermingsfactor (SPF) 30 is. Het is een dunne witte crème die niet plakkerig is en zich goed over de huid laat verdelen. Speciaal voor de vette huid brengt Clinque twee olievrije sprays met een beschermingsfactor van 15 en 6. Ook deze pro- dukten zijn waterproof. De prijs van de produken, verpakt in 100 ml, ligt tussen de 30 en 40 gulden. PAGINA 11 De Galileo-collectie van Castelijn springt r echt uit door z'n schuine belijning.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 11