dominee
De
blikken
Moord in negentiende eeuws Harlingen aan basis van bekend liedje
Een hartstochtelijk
drama in de
koelte van Friesland
Profiel van de moord
ZATERDAG 27 JANUARI 1990
EXTRA
PAGINA 35
Ta-ra-raboemdiejee
De blikken dominee
Die schoot met kruit en lood
Z'n arme naaister dood!
Het is een van mijn allervroegste
herinneringen. Ik zit op een tafel en
mijn moeder kleedt me aan. Ze
zingt. "Ta-ra-ra boemdiejee, de blik
ken dominee" Een lied dat mij niet
zoveel zinniger in de oren klonk dan
'Bimbambeieren, de koster lust
geen eieren.'
In Harlingen zocht ik een oude
kennis op. "Jij schrijft toch over
moordzaken?" zei hij. "Weet je wie
hier achter heeft gewoond? De blik
ken dominee!"
En na veertig jaar kwam het
deuntje weer feilloos naar boven:
Tararaboemdiejee... We bleken het
beiden te kennen. Een liedje dat het
drie generaties lang uithoudt. Maar
hoe zijn ze op die blikken dominee
gekomen?
Mijn moeder heeft het ongetwij
feld van haar moeder. Die was een
jaar of negentien, toen het ontstond.
Maar de dominee had niet, zoals
mijn moeder zong, 'z'n gat ver
brand al aan de kachelrand.
De dominee had een moord ge
pleegd.
Dichtende dominees
Een dominee die zijn minnares ver
moordt, mooier kan het niet. Het is
een echt negentiende eeuwse draak
van een verhaal, vol zwoegende
boezems en met rollende ogen geac
teerd. Een hartstochtelijk drama,
dat in de koelte van Friesland niet
thuis schijnt te horen.
Johan Barger, geboren in 1853,
moet een merkwaardige man zijn
geweest. Predikanten, stonden in
hoog aanzien in Nederland. De wer
kelijk aanzienlijken waren her
vormd, de Grondwet schreef zelfs
voor dat de Koning hervormd
moert. zijn. In het midden van de vo
rige eeuw was er sprake van een re
ligieuze opleving en van een letter
kunde die onder invloed stond van
de Romantiek.
De jonge student Nicolaas Beets
verkeerde in wat hij later zijn 'zwar
te tijd' zou noemen en dweepte met
Engelse romantische dichters,
vooral met Byron. Maar de Roman
tiek deed het in Nederland niet best.
Byron sneuvelde in de Krim-oorlog
en Shelly verdronk half opzettelijk
met zijn zeilboot. Hier kwam men
niet verder dan wat 'domineespoë
zie' genoemd kan worden.
Bijna iedere predikant leek in-
,eens een dichter te zijn. Nicolaas
Beets groeide uit tot een nationale
held. Tollens, Dacosta en anderen
hielden zich bezig met het bezingen
van vaderland en vorstenhuis en
vooral met de Deugd. Multatuli
haalt in de beroemde scène uit
'Woutertje Pieterse', waar Meester
Pennewip de gedichten van zijn
leerlingen leest, zowel de Roman
tiek als de dominees genadeloos on
deruit.
In 1885 verschijnt een bundel ge
dichten van een zekere Cornelis Pa
radijs, getiteld 'Grassprietjes' waar
in de domineespoëzie uitbundig
wordt bejubeld. Iets te veel beju
beld, zelfs.
Dichters maakt alleen de Heer
Predikanten mint hij zeer.
Daarom neemt men, dat is klaar,
Zoveel dichters bij hen waar.
En over dominee J.J.L. Ten Kate:
Looft met zang en snarenspel
Nu Ten Kate, J.J.L.
Niemand had iets in de g^ten. Het
bundeltje werd door een paar recen
senten welwillend ontvangen. Toen
achter Cornelis Paradijs de student
Frederik van Eeden schuil bleek te
gaan, was de Wereld te klein.
Van deze J.J.L. Ten Kate was de
predikant Barger een groot bewon
deraar. Het was ook Ten Kate die
hem de raad gaf een dagboek te
gaan bijhouden. "Als u dat gaat
doen, wees daarin dan eerlijk," had
Ten Kate hem gezegd. Waarschijn
lijk wist die ook geen raad met zijn
hysterische bewonderaar. Maar eer
lijk was de dominee: het dagboek
zou de rechtbank veel werk bespa-
Meeloper
Een wereldvreemde en geëxalteer
de man, zweverig en opvliegend
van aard, zo beschrijven de kranten
uit die tijd hem. Bovendien scheen
hij van tijd tot tijd nogal stevig te
drinken. Het uitgeven van een
dichtbundel toen hij nog student
was, het bijhouden van een dag
boek. het zijn allemaal 19e eeuwse
modieuze gewoonten. Hij was een
typische meeloper.
Barger trouwde nog voor hij pre
dikant was met Elke Venema uit
Leek, de huisnaaister van zijn ou
ders.
Het huwelijk is geen succes. Wan-,
neer hij in 1888 naar Harlingen be
roepen wordt, heeft hij al een op
merkelijk verleden achter de rug:
hij is al een keer van zijn vrouw
weggelopen en uit het ambt gestapt.
In Harlingen wacht hem het
noodlot.
Dank zij het dagboek is precies
bekend wat zich tussen 1889 en 1894
heeft afgespeeld. Dominee Barger
krijgt een leerlinge op catechisatie,
de zeventienjarige Cato Mirande.
Het meisje schijnt zelf de eerste stap
gezet te hebben.
"Ik ben nog zo jong en ik heb u zo
lief," zegt ze tegen Barger, die
prompt volkomen in de war raakt.
Hij moet en zal haar hebben. Eerst
zorgt hij dat ze bij het dominees
echtpaar in dienst komt. Als huis
naaister - alweer. Sigmund Freud,
die in deze jaren in Wenen woonde
en werkte, zou dolblij geweest zijn
met de dominee.
In januari 1890 meldt het dag
boek: "Ik zou haar kunnen verlei
den als ik met haar alleen was".
Een jaar later, op 20 maart 1891:
"Nog zes weken en dan heb ik Cato
verleid naar ik hoop". Dan, ineens,
op 16 april: "Cato aangenomen als
lid der kerk op hare belijdenis des
Dominee was wel vreemd bezig.
Als de gemeente Harlingen besluit
om op zondagmiddag geen kerk
klokken meer te luiden, schrijft hij
woedend dat de burgemeester 'in
Adamskostuum en ten aanschouwe
van de menigte in de Voorstraat met
een zweep moest worden afgeran
seld'. Het is een blijk van de nood
lottige eigenschap van deze man,
dat hij buiten zichzelf raakte zodra
hem ook maar het minste of ge
ringste in de weg werd gelegd.
Op oudejaarsavond 1891 ver
klaart hij Cato uitgebreid zijn liefde.
Hij vraagt of zij hem trouw wil zijn
en Cato belooft dat. Inderdaad wijst
ze een paar aanzoeken die ze in de
loop van het volgende jaar krijgt, af.
De late 19de eeuw was bij uitstek
het tijdperk van de dubbele moraal.
Het was ook de bloeitijd van de por
nografie, ook de tijd dat de psychia
trie ontstond. Het brave Nederland
met zijn dominees ("O, J.J.L. Ten
Kate, wie zou u kunnen haten?"
dichtte Cornelis Paradijs, alias Van
Eeden) leek van al die zaken ver af
te staan. Het gekoesterde ideaal dat
we kennen uit de Camera Obscura
en uit de tekeningen van Anton
Pieck, een vooral braaf land. De
Tachtigers werden bekeken als
Godloochenaars en het enige ge
vaar dat te duchten viel was het so
cialisme, dat in ons land overigens
gepredikt werd door kan het an
ders een gewezen predikant, Do-
mela Nieuwenhuis.
Het paradoxale is, dat in een we
reld die zich uiterst preuts en intole
rant opstelt, gemakkelijker allerlei
vormen van ontucht kunnen be
staan dan in een libertijnse samen
leving waarin iedereen zich open
lijk mpt het seksuele leven van zijn
medemens bemoeit. Niemand had
iets in de gaten, want de dominee
was een figuur die ondanks de ker
kelijke hervorming, nog iets van de
status bezat die vroeger bij de pas
toor hoorde. De dominee was dan
wel geen priester, maar de dominee
was zeker geen gewoon mens. Dat
zal Barger geweten hebben en daar
van maakte hij misbruik toen hij
Cato Mirande in november 1892 in
zijn studeerkamer 'verleidde', zoals
hij het noemde. 'Min. of meer ver
krachtte', zou juister zijn.
Toen hij haar eenmaal had, ont
wikkelde zich bij de dominee een
ziekelijke jaloezie. Hij behandelde
haar als zijn bezit en moet als een
pasja over iedereen in huis gere
geerd hebben. Zodra hij ergens zijn
zin niet in dreigde te krijgen, chan
teerde hij de ongelukkige Cato met
het dreigement haar familie te zul
len inlichten. Daar hebben we een
merkwaardig aspect van deze zaak:
dan zou hij zichzelf toch ook verra
den? Dat denken wij, in 1990. Ik
vrees dat de manier waarop vrou
wen werden bekeken in die tijd er
iets mee te maken heeft. Eva had
Adam meegesleurd in de val, niet
omgedraaid.
Vrouwen waren nog altijd het
zwakke geslacht en dat sloeg niet op
hun fysieke kracht, althans niet uit
sluitend. In ieder geval zou in de
ogen van de 19e eeuwse burgers in
de eerste plaats Cato als zondares te
boek staan en de dominee, nazaat
van Adam, als het slachtoffer van de
'lusten des vlezes.' Niet de man was
het zwakke geslacht, de 'natuur'
was zo sterk. Een vrouw 'had haar
eer verloren' of was zelfs 'gevallen';
een man ging vrijuit. Een redene
ring die nog niet eens is uitgestor
ven. Het is misschien zelfs verstan
dig om ons af te vragen of we de
19de eeuw van alles de schuld moe
ten geven.
Toneelstukje
Cato Mirande was niet zo dom om te
geloven in een toekomst samen met
haar minnaar. Wat zou er dan met
haar werkgeefster en voormalige
collega moeten gebeuren? Voorma
lig is misschien te veel gezegd. In ie
der geval was Eilke de vrouw er niet
naar om zich opzij te laten schuiven.
Catootje was binnen een jaar Cato
geworden. Ze moet schoon genoeg
gekregen hebben van de toestand
en op een feestje bij haar ouders
barst de bom.
Zoals ook nu nog gebeurt, wer
den er op familiefeestjes wel eens
toneelstukjes gedaan, wat bewijst
dat de Mirandes niet tot de 'zware'
leden van de kerk behoorden. Maar
de aanwezigheid van dominee is
toch een hele eer. Wat ze niet kun
nen bevroeden: dat dominee tegelij
kertijd de door wilde jaloezie ver
scheurde en door zijn eigen ver
liefdheid opgefokte minnaar van
hun dochter is.
Cato moet zich voor het toneel
stukje verkleden. Er mogen natuur-
ijk geen heren meegaan; wat er dan
'ebeurt is niet helemaal duidelijk.
Dok het dagboek is hier niet meer
betrouwbaar, de schrijver ervan
lijdt aan een hevige mate van be
wustzijnsvernauwing. Bovendien
meldt het dagboek herhaaldelijk:
'Heden teveel gebruikt'.
Dominee staat ineens op en zegt:
"Ik kan niet langer blijven, het lijkt
hier wel een huis van ontucht".
De familie is diep geschokt door
het gebeurde. Als de dominee ver
trokken is, wordt Cato onder han
den genomen de eerder vermelde
reactie! Zij bekent haar verhouding
met Barger. Cato mag niet meer
naar de pastorie. Niet haar gevoe
lens zullen verder de doorslag gege
ven hebben maar het schandaal.
Dominee Barger kan niet over de
breuk met Cato heen komen, of lie
ver gezegd: hij kan niet met zijn ge
kwetste ego uit de voeten.
'Aanhoudende knaging' schrijft
hij in het dagboek. Ook wordt er
meer dan anders 'te veel gebruikt'.
Wanneer Cato naar Amsterdam
reist voor een trouwpartij in de fa
milie, reist Barger haar na en blijft
een week weg.
De hoofdstad doet zijn zieke geest
ook geen goed. Op vrijdag 2 maart
1894 koopt hij twee revolvers - wat
makkelijk ging in die tijd. Zondags
laadt hij de wapens en legt ze in de
kast. 's Middags leidt hij de dienst in
de Grote Kerk. Wat hij daarbij van
plan is geweest, al dan niet op pa
pier, roept de vraag op hoe oud deze
man geestelijk was. Hij is van plan
de kerkbijbel naar beneden te gooi
en en zich daarna op de kansel te
doorsteken. Het is niet helemaal
duidelijk wat hij daar dan mee be
doelde. De kans is groot dat het vér-
haal een fantasie is, bij de rechtszit
ting aangegrepen om de dominee
min of meer 'gek' te laten lijken.
Zelf zegt hij van zijn plan te hebben
afgezien, toen hij Cato in de kerk
zag zitten. Het meisje schijnt een
van de slachtoffers te zijn, die als
het ware hun eigen dood bewerk
stelligen. Haar verschijnen in de
kerk, ondanks het gebeurde, geeft
te denken.
Bekentenis
In het dagboek staat op voorhand al
zijn bekentenis:
"Als Cato 6 maart niet is geweest,
vermoord ik haar... Ik doe geen
moord zonder zekerheid. Ik moet
haar achter gesloten deuren heb
ben, anders ontsnapt ze mij. Als ik
de daad volvoerd heb, dan is mijn
jaloezie bevredigd. Ik zal Cato met
mijn revolver vlak tegen haar hoofd
te pletter geschoten hebben. Ik ben
vastbesloten. Dood zal ze, él mocht
ik in stukken gescheurd worden
door haar of haren vader. Ik denk
niet aan wat vroeger gebeurt of la
ter".
Op dinsdagavond laat hü
Catootje door zijn vrouw halen, om
nog één keer een gesprek met haar
te hebben.
"Want dan zouden wij onderling
ook vrede kunnen hebben", zegt
hij. Als zijn vrouw weg is, drinkt hij
een paar gla?en jenever en legt de
revolvers klaar.
Hij weet de deur van de studeer
kamer achter haar in het slot te
doen. Wanneer ze het gevaar beseft,
schiet hij haar van dichtbij acht
keer door het hoofd. Dat hij haar in
de mond geschoten zou hebben,
toen ze ging gillen, is hoogstwaar
schijnlijk verzonnen.
Na zijn daad loopt hij naar het po
litiebureau en geeft zich aan met de
woorden "Ik ben geen christen
meer, ik ben een schurk. Ik heb een
moord begaan".
Het geval maakt diepe indruk,
zoals altijd wanneer de dader ie
mand van aanzien is, maar zeker nu
het een dominee is.
De verdediger, mr. W.B. Buma,
omschreef de beklaagde als "gedre
ven door ïjdelheid. hysterie, zelfver
heerlijking en drankzucht", en stel
de dat Barger niet tot koel en rustig
overleg in staat zou zijn geweest.
Maar de rechtbank van Leeuwar
den was, mede op grond van het
dagboek en het kopen van de revol
vers, van oordeel dat hier sprake
was van voorbedachte rade. De do
minee werd tot levenslange gevan
genisstraf veroordeeld en heeft tot
zijn dood in de strafgevangenis van
Leeuwarden gezeten.
Het drama van de dominee en zijn
huisnaaister hield de gemoederen
nog lang bezig. De op kermissen en
op straat optredende coupletten-
zangers, voorlopers van de huidige
pulp-pers, hadden er een tijdlang
werk aan.
Maar de anonieme auteur van het
lied Tararaboemdiejee I de blikken
dominee! heeft wel heel hoog ge
scoord, op een operette-melodietje
dat toen in de mode was; vijftig jaar
later nog gezongen door een moe
der die haar kind verzorgt qm nog
eens veertig jaar daarna in Harlin
gen op te duiken bij de koffie.
Nagemaakt
Wat betekent 'blikken dominee'
overigens? Het woord 'blikken' ge
bruiken wij niet meer in die zin. Het
wil zeggen: 'nagemaakt', niet echt.
Waarbij niet aan het materiaal blik
moet worden gedacht maar aan een
woord dat met een vluchtig oplich
tende schittering te maken heeft.
'Blikken dominee' bestond als uit
drukking al en komt dicht in de
buurt van 'schijnheilig'.
Een ironische straf van de hemel
voor de dominee die gedichten
schreef en een bewonderaar was
van J.J.L. Ten Kate: onsterfelijk en
belachelijk te worden gemaakt in
een straatliedje.
Geraadpleegde literatuur:
Misdaad in het verleden, door
A.C. Baantjer; De Fontein Baarn
1982. Moordenaarswerk, door mr.
Hans van Straten; Arbeiderspers
Amsterdam 1964.
PLAATS EN TIJD: Een huis aan de
Noorderhaven in Harlingen op de avond
van dinsdag 6 maart 1894.
SLACHTOFFER: Cato Mirande,
huisnaaister, op het tijdstip van de moord
ongeveer 23 jaar oud.
DADER: Johan Barger, 41 jaar, hervormd
predikant in Harlingen.
MOTIEF: Woede over het verbreken van de
verhouding die de dader had met het
slachtoffer.
AFLOOP: Dominee Barger werd in
hetzelfde jaar tot levenslang veroordeeld.
Hij heeft tot zijn dood in de strafgevangenis
van Leeuwarden gezeten.
Lennaert Nijgh reconstrueerde de beroemdste
moordzaken uit de.vaderlandse geschiedenis.
Vandaag de vierde (maandelijkse) aflevering van de
serie Moord Doodslag: de predikant die zijn
minnares ombracht.