Ik vind die expositie echt een gemiste kans' Vocale prestaties 'Cosi fan tutte' Ned. Kamerkoor: nevel van klank verantwoord Weer Van Gogh geveild Bezitinigiiig Uitburo niet economisch Waagexpositie Geerts j cadeau van gemeente DONDERDAG 25 JANUARI Haags Museum indrukwekkend op Parijse beurs PARIJS (GPD) Vier Nederlandse musea zijn in Parijs op de jaarlijkse Museumbeurs in het Grand Palais present. Tegelijkertijd is er in het Nederlands Instituut een tentoon stelling van werken uit het Haagse Gemeentemuseum te zien, waaron der een aantal schilderijen en teke ningen van Karei Appel en Piet Mondriaan. Beide manifestaties vallen samen met het besluit van de regering het voortbestaan van het Nederlands Instituut in de Parijse Rue de Lille te verzekeren. Het komt voortaan onder het bestuur van het ministerie van buitenlandse zaken te staan en zal worden geleid door een beroepsdiplomaat. Het besluit het Instituut te conti nueren, is er met opluchting en te vredenheid begroet. De zuinige op lossing die de regering gekozen heeft, brengt echter wel met zich mee dat er in feite aan de zo dikwijls bekritiseerde structuur van het In stituut weinig of niets verandert. Geruchten dat voor deze benoe ming de huidige culturele raad op de ambassade, drs. Ed Craanen, in aanmerking zou komen, worden of ficieus bevestigd. Terwijl de regering met het Ne derlands Instituut in Parijs inspira tieloos en zuinig aanmoddert en het bovendien enige malen had opgeza deld met directeuren die het heilige vuur niet deden ontbranden, orga niseerde diezelfde momenteel nog directieloze staf met direc teur Fuchs van het Haagse Gemeen temuseum een kleine en indruk wekkende expositie van toonaange vende werken uit het Haagse Muse um. In de toekomst zal met een be roepsdiplomaat als directeur het In stituut opnieuw de uitlaat zijn van een officiële cultuurpolitiek. Terwijl op de brandende vraag wat het officiële Nederlandse cul tuurbeleid in het buitenland dient in te houden, nog nooit een bevredi gend antwoord werd gegeven, was Nederland viervoudig aanwezig op de pas enige jaren bestaande Inter nationale Museumbeurs in het Grand Palais. Het Frans Halsmuse um, het Paleis Het Loo, het Teylers Museum en de Stichting van Gogh hadden stands gehuurd waarop zij tussen musea uit Frankrijk en ande re landen hun collectie konden aan prijzen. 'Cosi fan tutte' van W.A. Mozart door De Ne derlandse Opera m.m.v. het Koninklijk Con certgebouw Orkest. Dirigent: Nikolaus Har- noncourt. Regie: Jürgen Flimm. Decor: Rolf Glittenberg. Kostuums: Marianne Glitten- berg. Gezien in Het Muziektheater op 24 ja nuari. Herhalingen: 26, 28 januari, 5, 7, 9, 11.14, 16, 18 februari. AMSTERDAM (GPD) - Twee eeuwen na de wereldpremière (26 januari 1790) gaat in Amsterdam 'Cosi fan tutte' over de planken onder een dirigent, die naam maakte als een van de grote pro feten van de 'authenticiteit'. Zou Mozart deze voorstelling zelf kun nen horen, dan zou hij echter zijn oren niet geloven, want van die ooit door Harnoncourt zo fana tiek beleden authenticiteit, blijkt nog maar weinig over. Dat op zich is misschien nog geen probleem, wel dat de bereikte resultaten meer dan eens stilistisch en dra matisch volkomen misplaatst lij ken. Dat geldt niet voor het met 'mo derne' instrumenten uitgerust Concertgebouworkest, dat de sterren van de hemel speelde en dat op momenten waarop Har noncourt op dreef was (o.a. de fi nale van de eerste akte) Mozart's muzikale komedie nog boven zichzelf uit tilde. Op andere mo menten ging de eigenzinnige diri gent zich echter te buiten aan har teloze snelheden (het duet Fiordi- ligi-Ferrando) of aan vertragin gen die de muziek iedere spran keling ontnamen (de aria's van Guglielmo) en soms volledig stil leken te zetten (Fiordiligi's twee de aria). Daarmee niet tevreden. tastte hij het karakter van bepaal de delen aan door een overmaat aan rubati (Despina's tweede aria) en maakte hij tintelende recitatie ven een stuk logger door aan het klavecimbel een zich opdringerig manifesterende cello toe te voe gen. Harnoncourt krijgt in het operatheater hoe langer hoe meer iets van een kokette primadonna, die zich steeds minder aan de mu ziek gelegen laat liggen. Dat nam niet weg dat het pu bliek na afloop applaudisseerde en juichte alsof er een modelvoor stelling was afgeleverd, maar dat kan ook een andere oorzaak heb ben. Zowel de aankleding als de regie van Flimm was namelijk traditioneel in die zin, dat er geen sprake was van extravagante ele menten. (Ik ga daarmee voorbij aan de blote juffrouw in de ope ningsscène, die niets met de ope ra te maken had en ook niets an ders deed dan in een verkrampte pose er zo kuis mogelijk bij zit ten). Ook een 'traditionele' regie is echter niet automatisch een goe de regie en hier kreeg men de in druk dat de personages zonder enige aandacht van de regisseur voor hun individuele karakter in een vaag concept gedrongen wa ren. Noch van personenregie, noch van spanning tussen de per sonages was in de enscenering van Flimm veel te merken; inte gendeel: de voorstelling leed steeds meer onder het feit dat van de vrouwelijke hoofdpersonen een speelstijl verlangd werd, die in het geheel niet bij hun eigen persoonlijkheid leek te paSsen. Extra handicap vormde het to neelbeeld: zo onelegant heb ik de vrouwelijke personages nog nooit gekleed en gekapt gezien, en zo zonder enige zeggings kracht is een decor (een eilandje met een soort openbaar toilet bin nen een uiterst fraaie ruimte) zel den geweest. Toch is het een voorstelling om meegemaakt te hebben, vanwege het orkest, maar zeker ook van wege de vocale prestaties. De on betwiste ster werd Charlotte Mar- giono als Fiordiligi, prachtig van lyriek, exact in haar coloraturen, stralend van hoogte en met een timbre dat alleen in de laagste laagte aan expressie inboette. De mezzo Iris Vermillion (Dorabella) zorgde in stem, spel en uiterlijk voor voldoende contrast en Anna Steiger maakte van Despina een verrukkelijk eigengereide en geë mancipeerde dienstbode, de fei telijke vrouw des huizes. De bei de officieren kwamen als indivi duen minder goed uit de verf, maar zuiver vocaal bleken zowel de lyrische tenor van Laurence Dale als de bariton van Gilles Ca- chemaille voor deze opera uit het juiste hout gesneden. Victor Braun (Don Alfonso) was wat droog van timbre en had duide lijk moeite de slag van Harnon court te volgen, maar zijn portret tering van de cynische, oncon ventionele filosoof leverde de eni ge volledig overtuigende karakte risering van deze voorstelling op. PAUL KORENHOF 'Sweelinck Iberia': Het Nederlands Ka merkoor o.l.v. Paul van Nevel. Willem Bremer, René van Laken, Harry Ries en Wim Becu: oude riet- en koperblaasinstru menten, vedel en slagwerk. Gehoord op 24 januari in de Taffeh-zaal. LEIDEN - Applaus is niet mooi! Stel u voor: zojuist is op ingeto gen wijze een lied beëindigd; de stilte is veelzeggend totdat ze wordt verstoord door het onrit misch gekletter van vele handen die telkens op elkaar slaan. Men heeft er nog geen passende oplos sing voor gevonden. Dirigent Paul van Nevel bleef na het slot telkens in een verstarde houding staan als ware hij een levend uit roepteken. Bij het onvermijdelij ke applaus keerde hij zich dan traag om naar het publiek en boog minzaam. Ook de koorleden leken niet erg verrukt. Pas het laatste lied 'Ensalada la Negrina' van de Spanjaard Mateo Flecha el Viejo (1481-1553) was een echte applaus-trekker, zoals passend en gebruikelijk is in een goed opge bouwd programma. 'In deze mu ziekvorm eindigt alles op een gli- malch en wordt alles door elkaar geklutst: een snuifje ernst, een le pel folklore en een portie volks lied, alles gesudderd in een poly fone saus'. Zo staat te lezen in de toelichting bij het Iberia-pro- gramma, waarin de tot nog toe on derbelichte Iberische polyfonie onder de aandacht wordt ge bracht. Muziek met heel eigen vormen als de villancicos van componisten als Gaspar Ferna- des die zingt dat echte musici uit Portugal komen, waarbij met veel, emotievol gevibreer van stemmen 'Ay Portugal' opklinkt. Het zachte sissende "zzjj-geluid' in de Portugese taal is óók voor Nederlandse Kamerkoorzangers lastig. Zeer melodieus en melan choliek klinken de anonieme mi niaturen uit de renaissance lied boeken. Blijkbaar heeft de Spaanse overheersing in de 15e en 16e eeuw er toe geleid dat veel Portugese muziek zeer stil en in gehouden van aard was. Paul Van Nevel hield er tenminste een fijn zinnig pianissimo op na. Zelfs dan bleef het koor nog vol kleur en doorzichtig klinken, waarbij de klank als een fijne nevel de Taffeh-zaal tot in de hoeken vul de. Tegenover de malse en zuidelij ke melodieën van Iberia werden de granieten structuren opge trokken van Sweelincks meer stemmigheid. Op de fiere rotsen van kwint- en oktaafafstanden bouwt deze Nederlandse compo nist werken als 'Timor Domini'. De vluchtigheid van de stem men werd begeleid door een in strumentaal ensemble dat zich met aardse geluiden op zijn taak voorbereidde: rietblazers bevoch tigden knerpend hun riet, koper blazers lieten het water uit de hui zen lopen. Het spel zelf was voor treffelijk, helder en licht van klank. Het laatste nummer, de Ensa lada, bracht het applaus goed op gang. Na dit onstuimige nummer was uitbundigheid wel op zijn plaats. De koorleden lachten en bogen nu ook. Men kwam nog eens terug en liet zich langdurig en uitvoerig toeklappen zonder echter een toegift te geven. MONICA SCHIKS AMSTERDAM (GPD) - Bezuini gingen op het Amsterdams Uitburo kunnen de economische belangen van Amsterdam als cultureel mid delpunt aantasten. Dat schrijft de Vereniging Amsterdam City in een bezwaarschrift aan de gemeente raad. Vandaag vergadert de gemeente raadscommissie cultuur over een bezuiniging van ruim een half mil joen op de Amsterdamse kunstbe groting. Volgens de voorstellen van het gemeentebestuur moet het Uit buro dit jaar 462 duizend gulden in leveren en de Stadsschouwburg twee ton. Vooral bij de Amsterdam se kunstinstellingen heeft dit tot grote woede geleid. Volgens het Uitburo zou de bezuiniging onder meer een prijsverhoging voor de abonnementen betekenen. Ook het bedrijfsleven heeft zich nu bij de protesten aangesloten. Na mens de Kamer van Koophandel en een aantal ondernemersorganisa ties, schrijft de Vereniging Amster dam City, dat de culturele drempel verlaging teniet wordt gedaan. De organisaties wijzen op een eerder gehouden onderzoek waaruit de grote uitstraling van cultuur is ge bleken naar toerisme en bedrijfsle ven. Ben Walenkamp over 'Jaren '60' in Lakenhal: Kunstenaar Ben Geerts. LEIDEN - In De Waag is gister avond een tentoonstelling ge opend van het werk van de Leid- se kunstenaar Ben Geerts, voor heen rector van de Rembrandt Scholengemeenschap. Geerts heeft deze expositie van wet houder Van Dongen (onderwijs) gekregen als cadeau bij zijn af scheid als rector in juli '89. Al enig tijd circuleren er in het Leidse kunstcircuit geruchten dat Van Dongen, en naderhand wethouder Kuijers, druk heb ben uitgeoefend op de program macommissie van De Waag om deze tentoonstelling te verwe zenlijken. Wethouder Van Dongen ken schetst de geruchten als 'rod dels'. "Ik heb de progamma- commissie van de Waag nergens toe gedwongen. Wel heb ik Geerts bij zijn afscheid als rec tor in het openbaar een soort 'te goedbon' gegeven voor een ex positie van zijn werk in de Waag. Maar de organisatie van de ten toonstelling is volledig buiten mij om gegaan". Taeke Kuipers, lid van de pro grammacommissie die de ten toonstellingen in de Waag orga niseert, ontkent de geruchten dat deze tentoonstelling hen is opgedrongen. "Er is wel een duidelijk verzoek geweest van de wethouders voor een ten toonstelling van Geerts' werk in verband met zijn afscheid als rector van de Rembrandt Scho lengemeenschap. Maar daar naast vindt de»programmacom- missie de kwaliteit van Geerts' werk zeker voldoende, anders hadden wij hem nooit laten ex poseren. Alleen is het tijdstip waarop de tentoonstelling plaats heeft wat vroeger dan wij hadden gepland. Ik kan me best voorstellen dat er betere kunste naars zijn in Leiden, maar Geerts heeft toch wel wat in vloed hier gehad. De expositie is ons dus zeker niet opgedrongen. Als dat zo was gebeurd, waren wij de strijd aangegaan". Ook Frits Bruins ontkent dat de programmacommissie is ge dwongen de tentoonstelling van Geerts te organiseren. "Dat is niet het geval geweest. Wij vin den Geerts genoeg kwaliteit hebben". Leidenaar Ben Walenkamp komt uit de Lakenhal-ten- toonstelling 'Kunst, actie en cultuur in Leiden in de jaren '60 naar voren als een van de centrale figuren in het Leidse culturele leven van die tijd. Hij vindt dat deze expositie weer eens bewijst hoe hard het muse um een vleugel voor mo derne kunst nodig heeft. "Want zo'n opeenhoping is toch echt een gemiste kans". Een kritische rond leiding. LEIDEN "Ja, dat schijnt zo te zijn", antwoordt Ben Walenkamp, als hem wordt gevraagd of hij inder daad zo'n centrale rol heeft ge speeld in het culturele leven van de jaren zestig. "Maar dat dat nu hier naar voren komt. vind ik wel aardig. Ze hadden ontzettend de pest aan me. Ik was niet diplomatiek genoeg. Ik lag in die jaren constant over hoop met de mensen die het op cul tuurgebied voor het zeggen hadden. Ze beschouwden me als een enfant terrible. Ik wilde veel te veel. Maar nu zie ik in deze vitrines dat mijn werkzaamheden en mijn galerie toch het culturele gezicht van Lei den hebben helpen bepalen. Ik weet nog goed dat sommige men sen, als ze in de deuropening van mijn galerie stonden, een hartgron dige vloek slaakten als ze het werk daar zagen. Maar het is waar: ik ben de eerste geweest die op het idee is gekomen om de Waag als tentoon stellingsruimte te laten functione ren. Dat was in '65. Voor die tijd ge beurde er niets mee". door Cees van Hoore "Voor deze tentoonstelling heb ik een groot gedeelte van mijn archief beschikbaar gesteld. Jammer ge noeg tref ik het, mede door Rudi Fuchs opgerichte, literaire tijd schrift KAF(T) hier nergens meer aan. De samenstellers zijn de paar exemplaren die ik er van had, kwijt geraakt". "Ik vind de tentoonstelling niet goed. Er zijn veel omissies. Ze heb ben bijvoorbeeld het belangrijkste café uit die tijd vergeten. Het heette Taberna en was een nachtcafé. Daar werd door kunstenaars urenlang gepraat. De specialiteit van dat café was hardgekookte eieren. Ze noe men hier nu wel het Doelenhuisje als belangrijke ontmoetingsplaats, maar daar kwamen alleen maar corpsballen om te dansen en te drin ken. Dat was van geen belang voor de cultuur". "Ik denk dat de mensen die deze expositie hebben gemaakt te wei nig uit eigen ervaring hebben kun nen putten wat betreft die Leidse ja ren zestig. Het zijn duidelijk geen insiders op dat gebied. Er is boven dien veel te weinig onderzoek ver richt. Ze hadden meer advies moe ten vragen aan mensen die die tijd echt hebben meegemaakt. Ik heb alleen wat archiefmateriaal aangele verd, maar voor de rest wilden ze geen gebruik maken van mijn dien sten. Terwijl ik meerdere malen mijn hulp heb aangeboden". Jeneverfles "Ook is de inrichting van de ten toonstelling slecht. Alles hangt veel te dicht op elkaar. Op deze manier kunnen die kunstwerken niet ade men, ze maken elkaar zo 'kapot'. Daarom kun je zo'n expositie als de ze ook eigenlijk niet 'maken' Het be wijst weer eens hoe hard we toe zijn aan een aparte vleugel voor moder ne kunst". "Kijk, daar zie je Van Wessem, oud-directeur van De Lakenhal. Hij had de schurft aan alles wat naar moderne kunst riekte. Hij kocht al leen Figuratief werk aan. Die tafe reeltjes die daar hangen bijvoor beeld, dat geiteweitje en die land schapjes. Moeten we daar blij mee zijn? Ik dacht toch van niet. Ik heb in de tijd dat ik hier stage liep, heftig met Van Wessem over abstracte kunst gediscussieerd. Dat liep wel eens uit op ruzie. Maar die dronken we altijd af. Dan gingen we naar zijn kantoortje en kwam de jeneverfles op tafel". NEW YORK (AP) - Het schilderij van Vincent van Gogh 'Portret van Dp. Gachet' zal waarschijnlijk bij het veilinghuis Christie's worden geveild en naar verwachting bijna 100 miljoen gulden (50 miljoen dol lar) opbrengen. Het schilderij is sinds 1984 in bruikleen bij het mu seum voor moderne kunst in de stad New York. Het schilderij is afkomstig uit de collectie van de in Duitsland gebo ren New Yorkse bankier Sigfried Kramarsky, die in 1961 overleed. Het schilderij wordt verkocht door de beheerders van een stichting die voor het kunstbezit van Kramarsky is opgezet. Museumdirecteur Phillippe de Montebello verklaarde niet ver baasd te zijn dat een dergelijk schil derij geveild werd. De lage belastin gen en de grote vraag naar kunst zijn bijzonder aantrekkelijk voor de bezitters en desastreus voor musea, aldus de Montebello. Het schilderij stelt van Goghs arts Paul Ferdinand Gachet voor - zelf een schilder en een vriend van de impressionisten - terwijl deze aan tafel zit met zijn hoofd in zijn han den. Een tweede portret van Ga chet, met minder kleuren en details, hangt in het Parijse Musee d'Orsay. De 'Irissen' van Van Gogh werd in 1987 het duurste schilderij ter we reld nadat het op een veilig 53,9 mil joen dollar opbracht. "Het is opmerkelijk dat ze op deze expositie alleen materiaal laten zien waaruit Van Wessem naar voren komt als iemand met een afschuw voor moderne kunst. Die afschuw had hij natuurlijk wel, maar zoals je weet hebben mensen de neiging om te veranderen. Ik had hier een inter view met Van Wessem willen zien, op video bijvoorbeeld. Ik had hem commentaar laten geven op die pe riode. En meer belangrijke mensen had ik, zo'n dertig jaar na dato, aan het woord gelaten. Dan krijg je re liëf in zo'n tentoonstelling. Nu is men alleen maar afgegaan op het ge schreven woord. Dat vind ik echt een gemiste kans". "Als je deze expositie bekijkt, lijkt het of Wurfbain, de opvolger van Van Wessem, wél hart had voor de moderne kunst, maar dat vind ik toch nogal geflatteerd. In een van de artikelen die hier liggen, zegt hij dat hij een Cobrafan is en dat hij veel grafiek wil gaan verzamelen. Daar mag ik toch wel even hartelijk om lachen. Ik heb er nooit iets van ge merkt. Ook Wurfbain heeft de mo derne kunst behoorlijk in de ver sukkeling gebracht. We stonden op die deze expositie over de Leidse jaren zestig hebben gemaakt, zijn duidelijk geen een keer in het museum na een ope ning nog wat na te praten en te drin ken met kunstenaars. Dat duurde hem te lang en toen deed hij ineens het licht uit. Zoiets typeert de man". Turk "Maar goed, dat is misschien niet zo belangrijk. Wat ik wel belangrijk vind, is dat een man als Jacques Turk op deze expositie zo onderbe licht blijft. Hij wordt hier een beetje als 'een geval' behandeld, als een soort rariteit. Terwijl hij toch echt een van de grote kunstenaars uit die tijd was. Hij schijnt moeilijk bena derbaar te zijn, maar ze hadden ten minste toch kunnen gaan praten met mensen die hem goed hebben gekend. Hij was ongelooflijk pro- duktief, iemand die zijn tijd ver vooruit was. Hij schilderde bijvoor beeld zijn naam in grote letters op een muur en liet zich dan fotografe ren terwijl hij daar onder stond. Een van de eerste vormen van graffiti. En dan waren er natuurlijk die be schilderde suikerzakken. Toen de tentoonstelling daarvan ten einde was, sloegen de bezoekers ze op el- kaars hoofd aan flarden, met lijst en al. Ik geloof dat Turk daar nog als eerste mee is begonnen. Hij zag zijn werk toch als gebruikskunst. Jam mer dat ze hier niet meer werk van hem hebben dan die ene tekening. Als ze een advertentie hadden ge plaatst, was er zeker meer naar bo ven gekomen. Alles duidt erop dat er te weinig onderzoek is verricht. Dat is echt jammer". 'Portret van Dr. Cachet' van Vin cent van Gogh. (foto ap>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 19