Een heel bijzondere vogel De vredesbeweging vergrijst Nederlandse tekenaar in Engeland onderscheiden 'Het is enorm moeilijk jongeren bij onze projecten te betrekken' ZATERDAG 20 JANUARI 1990 PAGINA 37 Collins ging noodgedwongen ak koord. Maar de gevolgen stemden de uit gever en Ad Cameron niet vrolijk. Jaar na jaar verstreek, zonder dat Vous het karwei afrondde. De kleurplaten van Ca meron dreigden in een Londense bu reaula te vergelen. Ad Cameron: "Het gat tussen het krijgen van de opdracht, het maken van de kleurplaten en het tijdstip waarop het boek daadwerkelijk ver scheen is erg groot geweest. Maar echt bang dat het project de eindstreep niet zou halen, ben ik niet geweest. Ik moest geld verdienen en had het tussen 1981 en 1988 op mijn manier heel druk met aller lei andere projecten. Daardoor verdween het uilenboek vanzelf naar de achter grond". Pas laat in 1988, negen jaar nadat Ca meron de eerste contacten legde met de uitgever, leverde Vous de laatste teksten in. Eindelijk kon er gedrukt worden. Over de teksten van Vous is Cameron niet ontevreden. Zelf had hij een wat po pulairder schrijfstijl prettiger gevonden. Het is door de inbreng van de emeritus hoogleraar een semi-wetenschappelijke uitgave geworden. De illustrator heeft maar over één aspect van de samenwer king met Vous een beetje de pest in: de auteur droeg het boek zonder enig over leg op aan zijn echtgenote. Daarbij finaal over het hoofd ziend wiens idee het was om dit uilenboek te maken. 'Turbo-monnikenwerk' Twee jaar deed Ad Cameron over het ma ken van eenenvijftig kleurplaten van ui len. "Turbo-monnikenwerk", oordeelt hij. Cameron heeft overal in de wereld natuurgebieden bezocht en vogels in hun oorspronkelijke leefgebieden bestu deerd. Maar desondanks zaten lang rriet alle beeltenissen van de uiler» van het noordelijk halfrond in zijn hoofd. Hoe speelde hij het dan klaar om ze wel alle maal te tekenen, en dan nog tot in de kleinste details? Een Engelse recensent: "De kleurplaten en zwart-wit tekeningen in dit boek zijn niet minder dan opwin dend. En dan die ogen! Ik geloof niet dat ik ooit zó fel ben aangekeken". Cameron: "Het klinkt misschien onge looflijk, maar uiteindelijk heb ik alle ui len die ik moest tekenen in huis gehad. Via het Zoölogisch Museum in Leiden. In de vorm van 'balgen', dode exempla ren. Niet echt opgezet, wel geconser veerd. Om de zoveel tijd haalde ik een la ding op uit Leiden. Die dingen liggen als sigaren in kistjes. En stinken! Onvoor stelbaar. Naar kamferballen. Het is hier heel lang nauwelijks te harden geweest. Dan vluchtte ik het huis uit, de dijk over en dan het wad op. Ik heb de opdracht volbracht, Maar zoiets doe ik nóóit meer. Collins heeft me inmiddels gevraagd ook de kleurplaten voor het volgende deel, Owls of te Southern Hemisphere te ma ken. Maar voor die eer heb ik bedankt. Het wordt me te veel. Zo'n inspanning kan ik niet meer opbrengen. Het lijkt me een mooie opdracht voor een jonge, gre tige collega". Op die jongere collega's valt trouwens wel het een en ander op te merken, vindt Cameron. "Wat bij de méesten opvalt is hun geringe praktijkervaring met de na tuur. Ze kunnen het"geduld niet meer op brengen hun ogen eerst buiten goed de kost te geven, alvorens een penseel ter hand te nemen. Technisch valt er op hun werk weinig aan te merken. Tekenen kunnen ze allemaal. Maar waar het heel vaak aan hapert is de anatomie, de op bouw van het onderwerp. Dan tekenen ze een vogel die te weinig slagpennen heeft, de kopvorm is verkeerd, de snavel niet goed. allerlei details worden verge ten. De leek heeft het veelal niet eens in de gaten. Ze krijgen echter een huis aan geboden zonder fundering. Waardeloos dus". Begin jaren tachtig was het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) de motor van de vredesbeweging in Nederland. Hoogtepunten waren de vredesmarsen van 1981 in Amsterdam en 1983 in Den Haag, waaraan telkens ongeveer een half miljoen mensen deelnamen. Daarna ging de aandacht van het publiek zich geleidelijk verplaatsen naar andere zaken en raakte het IKV in de vergetelheid. "De mensen zijn niet meer te activeren in deze tijd van ontspanning, maar de vredesbeweging is beslist niet dood". doorLucSomers Het IKV is op de achtergrond geraakt. Na de actieve tijd in het begin van het de cennium bleef in de tweede helft van de jaren tachtig slechts een kleine harde kern van de vredesbeweging doorgaan, onder meer met de demonstraties bij de kruisrakettenbasis in Woensdrecht. De plannen voor de plaatsing van de 572 kruisraketten gingen uiteindelijk niet door. Het IKV, ooit op initiatief van Pax Christi in het leven geroepen om het vre desvraagstuk in de kerken permament aan de orde te stellen en daartoe maat schappelijk en politiek actie aan te beve len, raakte in de vergetelheid en kwam zelfs in ernstig financiële en organisato rische moeilijkheden tijdens de turbu lente veranderingen in Oost-Europa die de kruisrakettenplannen - voor zelfs de grootste doorzetters onwezenlijk doen lijken. "Het is niet anders", erkent Ien van den Heuvel, voorzitter van het IKV. "De mensen zijn niet meer te activeren in de ze tijd van ontspanning, terwijl er echt nog genoeg werk aan de winkel is. De vredesbeweging is beslist niet dood, hoe zeer sommigen dat, om wat voor redenen dan ook, van de daken schreeuwen", al dus de voormalige partijvoorzitter van de PvdA ex-Europarlementarier. Het IKV kent moeilijke tijden. Vee1 plaatselijke groepen geven er de brui aan en het ledenbestand vergrijst. Waren er in de gloriejaren van de vredesbeweging nog zo'n 400 IKV-kernen, sinds septem ber 1988 is dat aantal teruggelopen tot 270. Het ergste is evenwel dat er de afge lopen jaren nauwelijks nieuwe leden tot de kernen zijn toegetreden, om maar te zwijgen over jongeren. Ien van den Heuvel zucht eens diep: "Wij krijgen de mensen niet meer op de been. Veel IKV'ers zijn nu actief op an der gebied, bijvoorbeeld het milieu. Het vredesvraagstuk wordt als afgedaan be schouwd als gevolg van de spectaculaire ontwikkelingen die dat mag naar mijn mening niet genoeg worden benadrukt vooral door het Oostblok zijn ingege ven. en met name door één persoon: Mi- chajl Gorbatsjov. De positieve verande ringen in de jaren tachtig zijn heus niet alleen de verdienste van ons kapitalis tisch systeem of de politieke vasthou dendheid van het Westen, kom nou". Doorbraak Het zal Van den Heuvel overigens een zorg zijn wie nu in feite de huidige ont spanning in de wereld in gang heeft ge zet. "Het akkoord over de middellange kernraketten bijvoorbeeld betekende in derdaad een doorbraak, maar wel dank zij de Sovjetunie. En of de door het Wes ten gepropageerde afschrikking nu hier toe heeft bijgedragen, is voor mij geen punt. Gorbatsjov was de initiator, ook al werd hij daartoe min of meer gedwongen door de deplorabele toestand van de eco nomie in zijn land. Laten we zeggen dat het klimaat voor hem in elk geval gunstig was om dit soort ontwikkelingen te be werkstelligen. Want in het Westen bleek ook dat er geen eenduidigheid was op het gebied van de bewapening. De vre desbeweging heeft daar zeker een steen tje toe bijgedragen en daar mag het IKV trots op zijn". Ze erkent volmondig dat niemand had verwacht wat er nu gebeurt. "Kijk, de tijd van de grote vredesdemonstraties in 1981 en 1983 is voorbij. De leus 'Kerwa- pens de wereld uit, te beginnen in Neder land' is natuurlijk helemaal niet meer van toepassing, dat is duidelijk. En daar zijn we ook ontzettend blij om. Een paar jaar geleden nog hadden we niet durven dromen dat zich dergelijke stormachtige ontwikkelingen zouden voordoen. Neem nou die Berlijnse Muur en de veranderin gen in Praag, je houdt er je ogen met moeite droog bij. Maar daar moeten we niet in berusten. Het vredesvraagstuk moet op de agenda blijven staan. Die waanzinnige uitgaven voor defensie moeten omlaag". Volgens Ien van den Heuvel moet het IKV zich in de nabije toekomst vooral richten op de problemen die zullen ont staan als gevolg van de gewijzigde Oost- Westverhouding. "De huidige contacten van het IKV met groepen in Oost-Europa moeten nog worden uitgebreid. De dis cussie dient zich vooral toe te spitsen op de gevaren die een meer kapitalistisch systeem voor Oosteuropese landen met zich mee kan brengen. Meer democratie is ongetwijfeld prachtig, maar ik heb wel eens de indruk dat men zich in het Oostblok op dit moment blind staart op de enorme overvloed van het Westen". Te positief De IKV-voorzitter vertelt van persoonlij ke gesprekken met bijvoorbeeld Polen, waarin haar duidelijk werd dat de men sen veel te positief dachten over de ver worvenheden van het kapitalisme. "We moeten Oost-Europa nu niet gaan betut telen. Geef die mensen daar de tijd om de verkeerde dingen van hun systeem te la ten varen en een socialisme te beginnen met een humaner gezicht. Het is mijns inziens dan wel zaak dat men ook de ver keerde dingen van ons systeem niet gaat overnemen, want dan is een humaan so cialisme tot mislukken gedoemd". Andere zaken waar het IKV zich on danks de financiële problemen op gaat storten, zijn bijvoorbeeld de Derde We reld, het verbod op kernproeven, het ver beteren van internationale contacten en het opzetten van talloze projecten zoals over de verspreiding van nucleaire en chemische technologie. Kortom, vol doende activiteiten, die echter geld en mankracht kosten. Van den Heuvel zuchtend: "Daarom is het zo jammer dat wij kortgeleden mensen hebben moeten ontslaan. Wij hebben gewoon geen geld. De kerken doen heus wel hun best. Het is geen onwil, maar onmacht". Volgens haar zijn IKV'ers gewoon te bescheiden. "Er is een mooie, vaste kern die een soort meerwaarde toevoegt aan het gemeentelijk vredesbeleid. Deze groep houdt zich bezig met activiteiten die niet zozeer in het oog springen zoals bijvoorbeeld die grote vredesdemonstra tie, maar wel degelijk van belang zijn. Het is alleen enorm moeilijk om de jon geren nu bij onze projecten te betrekken. De mensen die altijd al voor het IKV heb ben gesjouwd, doen dat nu nog altijd". Ien van den Heuvel behoort ook tot de groep mensen die de moed niet zo snel opgeeft en zich volledig zal blijven inzet ten voor het vredeswerk. "Je moet de lamp brandende houden, he. Ondanks tegenslagen kun je aan iets blijven wer ken, ook al levert het niet direct resultaat op. Zolang er sprake is van bewapening, waarmee,enorme bedragen zijn gemoeid terwijl er aan de andere kant overal hon ger wordt geleden, moetje doorgaan met het aan de orde stellen van het vredes vraagstuk". De IKV-voorzitter is dan ook zeer be nieuwd wat de rol van de Navo in de toe komst zal zijn. "De vijand is weg, want het Warschaupact bestaat natuurlijk nauwelijks meer. Wat is dan de zin van een verbond als de Navo?" stelt ze. "Mo gelijk zal de Navo over een paar jaar ver dampen en zal het wellicht een politiek orgaan worden. Maar dat is de Europese Gemeenschap ook al, dus lijkt mij een nieuwe politieke organisatie niet echt noodzakelijk. Duidelijk is dat de Navo zich zal moeten aanpassen aan de recen te ontwikkelingen in Oost-Europa. Kijk maar eens naar de Verenigde Staten. Daar is ook al aangekondigd dat er bezui nigd wordt op de defensie-uitgaven. Nou. die richting moeten we natuurlijk op, ook in West-Europa. Dan vervagen de grenzen tussen Oost en West als van zelf'. "Dit is natuurlijk iets héél bijzonders. Twee Nederlanders, een schrijver en een illustrator, die in het chauvinistische Engeland hun boek bekroond zien als Best Bird Book of the Year. Om duidelijk te maken hoe uitzonderlijk dit is, heeft iemand al de volgende vergelijking gemaakt: stel je voor dat de directeur van Sony enthousiast staat te zwaaien met een Philips- radiootje. Of een Surinamer die de Elfstedentocht wint". De neus van natuur-illustrator Ad Cameron (50) krult als hij voor de zoveelste keer het briefje leest van zijn uitgever Collins uit Londen. Daarin wordt hem droogjes meegedeeld welke eer hem en de auteur, prof. dr. Karei H. Vous, ten deel is gevallen voor hun co-produktie Owls of the Northern Hemisphere (Uilen van het noordelijk halfrond). door Bert de Jong Ad Cameron: "Het was turbo-monnikenwerk". (foto-s gpd> In Engeland worden jaarlijks tientallen vogelboeken uitgegeven. Voor het me rendeel kwalitatief zeer goede uitgaven. De beste Nederlandse vogelgidsen zijn niet voor niets bewerkingen van Engelse uitgaven (zoals de vogelgidsen van Ti- rion en Peterson). Ook dit jaar versche nen er weer talrijke Engelstalige vogel boeken om van te watertanden en daar bij waren gedoodverfde favorieten voor de door het toonaangevende Engelse vo geltijdschrift British Birds georganiseer de verkiezing van 'vogelboek van het jaar'. Als buitenlanders in zo'n select Brits gezelschap toch de hoogste boekondér- scheiding in de wacht slepen is dat dus een heel opmerkelijke prestatie. Het is in de eerste plaats een prestigeprijs. die de uitgever en in zijn kielzog uiteraard de auteur en illustrator, geen windeieren legt. Owls of the Northern Hemisphere, waarvan er in Engeland inmiddels bijna tienduizend zijn verkocht (winkelprijs 45 Engelse ponden, Nederlandse prijs f 185! is onlangs ook in Amerika op de markt gebracht. Het predikaat Bird Book of the Year heeft in het vogelgekke Amerika al direct de verkoopcijfers fors omhoog ge stuwd. De kassa rinkelt, volgende druk ken van het 'uilenboek' zijn in voorberei ding. Het is een kostbaar en begeerd be zit. 'Broodtekenaar' Ex-Hagenaar Ad Cameron, thans im port-Fries en woonachtig in een schilder achtig dijkhuisje in Wierum, wordt be schouwd als een van 's werelds beste vo geltekenaars. De basis legde hij tijdens zijn opleiding aan de Koninklijke Acade mie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Het buiten-zijn en daar dan kijken naar vogels, insecten en planten, leidde ertoe dat hij natuur-illustrator werd. Zelf heeft hij er een veel bescheidener titel voor. „Ik ben geen kunstenaar", zegt hij, "maar een doodgewone broodteke naar". In 1976 wist hij voor het eerst een uitgever te strikken voor een door hem geïllustreerd vogelboek: Bird Families of the World. Inmiddels illustreerde hij, solo of samen met anderen, al zo'n twin tig in binnen- en buitenland uitgeven na- tuurboeken. "Ik leef puur van de freelance op drachten die ik krijg van week- en Friesland werk ik niet mee. Ik heb me in de loop der jaren een positie verworven die mij de mogelijkheid biedt uit alle op drachten de leukste te kiezen. Het ge beurt niet zelden dat ik dan wel een klus je van een paar honderd gulden aanneem en een opdracht laat schieten die een paar duizend gulden oplevert. Zo wil ik het graag houden". Wonder Aan het verschijnen van Owls of the Nor thern Hemisphere ging een lange lij densweg vooraf, die duidelijk maakt dat we inderdaad te maken hebben met een heel bijzonder boek. Eigenlijk is het een klein wonder dat het uitgegeven is. Ad Cameron: "Je kunt van de natuur in het algemeen houden, maar alle liefhebbers hebben toch altijd bepaalde voorkeuren. Voor mij zijn dat de vogels en dan in het bijzonder de roofvogels. Na Bird Fami lies of the World uit 1976 wilde ik al in '79 een uilenboek maken. Nederlandse uit gevers waren wel geïnteresseerd, maar durfden het niet goed aan en hielden me aan het lijntje". "Ik kreeg de zaak hier in elk geval niet rond. In Londen, tijdens een boeken beurs, ben ik op een vrijdagmiddag on aangekondigd met wat werk onder mijn arm bij de grote Britse uitgever Collins naar binnen gestapt. Of zij misschien in teresse hadden". Cameron had slechts één gesprek no dig om de redacteur vogelboeken te overtuigen. De volgende ochtend al werd hij gebeld met de mededeling dat het in orde was. De Nederlander kreeg de opdracht alle uilen van het noordelijk halfrond te tekenen. Collins zocht in eerste instantie Leslie H. Brown aan voor de teksten in het ui lenboek. Een fameus roofvogelkenner, auteur van tientallen boeken. Cameron begon in 1979 direct uilen te tekenen. Halverwege 1981 waren alle eenenvijftig kleurillustraties klaar, de zwart-wit teke ningen volgden wat later. Met de tekst liep het heel anders. Brown overleed in 1981 aan de gevolgen van een ongeluk en bleek op dat moment nog nauwelijks tekst persklaar te hebben. Het project zat in het slop. Cameron, die de bui zag han gen, ging zelf op zoek naar een vervan ger. Uiteindelijk kwam hij terecht bij professor Vous. Die wilde het wel doen, onder voorwaarde dat de uitgever hem in het contract met zou binden aan een be paald tijdschema. maandbladen en van de royalty's van door mij geïllustreerde boeken. Het is misschien geen vetpot, maar meer hoeft voor mij niet. De markt voor mensen zoals ik, is sterk groeiende. Als ik wil, kan ik van 's morgens vroeg tot 's avonds laat keihard werken en véél meer verdie nen. Onder meer door werk te maken voor verkoopexposities. Maar dat doe ik niet. Er zijn wel eens exposities van mijn werk, maar die moeten organisatoren dan zelf helemaal inrichten". "En verkopen is er niet bij. Dat wil ik per se niet. Aan tentoonstellingen buiten Een Amerikaanse dwerguil.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 37