Een leven vol onthoudingen
Bureauliefde
Onze taal
ENKWIJZER
'Nierdialyse geeft net zo'n beroerd gevoel als een kater'
PAGINA 29
In een onderdeel van seconde kan
aan een mensenleven een totaal an
dere wending worden gegeven. Na
een bromfietsongeval, nu zeventien
jaar geleden, moest Evert Hol verder
door het leven als lopend en liggend
nierpatiënt. "Het is soms een spijker
hard leven, en zelf raak je er ook door
verhard. Want hoe cru het ook klinkt:
wij nierpatiënten zijn gebaat bij onge
lukken. Alleen daardoor komen do
nornieren beschikbaar. Inderdaad,
de een z'n dood is de ander z'n le
ven".
Door Gerard van Putten
Het leven van een dialyserend nierpa
tiënt is er een van beperkingen. Goed. in
principe kan een mens ook zónder nie
ren oud worden. Maar niets menselijks is
Evert Hol vreemd, vandaar dat bij er bij
tijd en wijle moeite mee heeft om zich zo
wat alle geneugten van het leven te ont
zeggen. "Ik leef van nierdialyse naar
nierdialyse. Dat is het enige dat me af
houdt van de dood".
Een jaar of zestien stond de nu 49-jari-
ge Hol geregistreerd als patiënt bij een
ziekenhuis in Haarlem. Hij besloot zich
te laten uitschrijven na een paar voorval
len die hem minder goed bevielen. Sinds
mei vorig jaar laat Hol twee keer per
week de taxi voorrijden om zich vanuit
het dichtbij Aalsmeer gelegen Rijsen-
hout naar het Elisabethziekenhuis in
Leiderdorp te laten vervoeren.
Hol roemt de behandeling die hij er
krijgt. Het verplegend personeel is. zo
heeft hij ondervonden, geen moeite te
veel. Achteraf betreurt Hol het dan ook
ten zeerste dat hij zich niet vijfjaar eer-
der als patiënt heeft laten inschrijven.
"Elke maandag en donderdag lig ik
viereneenhalf uur aan het dialyse-appa
raat. aan de kunstnier. De afvalstoffen
worden dan uit mijn lichaam gehaald.
Vreet verschrikkelijk veel energie, dat
spoelen. Maar ach, waar praat ik over, êr
zijn ooit van die weken geweest dat ik
twee dagen van veertien uur op m'n rug
moest liggen".
Balorigheid
Hol wil zijn verhaal kwijt. Niet uit zelf
verheerlijking, evenmin om zielig te
doen en naar hij zelf beweert ook niet
om in de belangstelling te komen. Hij wil
alleen enig begrip kweken voor de nier
patiënt die zich altijd in acht moet ne
men. Soms krijgt hij een wee gevoel als
hem voor de zoveelste maal wordt ge
vraagd waarom zowat alles wat-ie krijgt
voorgeschoteld door hem wordt afgesla
gen.
"Ik ben bij de Weigth watchers". heeft
Hol eens uit balorigheid gezegd. Hij zou
het naderhand nog talloze malen herha
len. nadat hij had opgemerkt dat de ver
wijzing naar het zogenaamde lidmaat
schap van een club van afslankers voor
menigeen meer reden is om hem tijdens
feestelijke tractatierondjes over te slaan.
Vertelt hij daarentëgen naar waarheid
dat zijn kwaal een meer dan sobere le
venswijze vereist, dan gebeurt het gere
geld dat hem wordt toegevoegd dat een
keertje zondigen best mag. Maar dat is
beslist niet aan te raden. Hol weet maar
al te goed datje het als nierpatiënt zo be
nauwd kunt krijgen dat in het uiterste
geval de komst van de ambulance drin
gend gewenst kan zijn.
Iets anders is dat niet al te veel mensen
het belang van een codicil inzien. Op de
lijst van gegadigden voor een donornier
bedraagt het aantal wachtenden nu om
en nabij 1100 mensen. Maar er zijn vorig
jaar maar 418 nieren voor transplantatie
beschikbaar gekomen tegen 454 het jaar
"Er zijn mensen die denken dat het in
vullen van een codicil als consequentie
heeft dat hun nieren er al uit gehaald
worden als ze op sterven liggen. Dat is
natuurlijk onzin. Die organen komen pas
ter beschikking aan de medische weten
schap. nadat de dood definitief is inge
treden"'.
Een mens heeft geen mooiere nalaten
schap te bieden dan zijn organen, daar
van is Hol ten stelligste overtuigd. Maar
het codicil, zo meent hij ook, moet wel
worden ingevuld met de bedoeling ie
mand anders te helpen. Hol zegt namens
vele lotgenoten te spreken als hij zegt te
gruwen van het recentelijk geopenbaar
de obscure handeltje in donornieren. Al
sinds 1982 is hij een gegadigde voor een
donornier, maar op de louche markt zal
Hol zich in geen geval begeven. "Ik zit
echt om een donornier te springen, heb
daarom altijd een semafoon bij de hand.
Maar liever ga ik nog tien jaar door met
spoelen, dan me inlaten met dat handel
tje".
Keerpunt
In 1967 belandde Evert Hol-op het keer
punt van z'n leven. Een ongeval met z'n
brommer haalde hem ook in figuurlijke
zin keihard onderuit. In een flits van een
seconde werd zijn verdere leven be
paald. Zoals Evert Hol het zelf uitdrukt:
van gezond man tot lichamelijk wrak, tot
een wezen vergelijkbaar met een kas
plant. Zelfs het minste risico op een ver
koudheidje moet worden vermeden. Stel
je voor dat er een donornier voor hem is
en Hol zou dan moeten zeggen dat zijn
fysieke gesteldheid geen operatie toe
laat, wie weet hoeveel tijd er dan weer
overheen gaat voordat er een nieuwe nier
beschikbaar is. Nee zeggen tegen een
transplantatie betekent wel dat de aan
geboden nier naar een ander gaat.
Zijn nieren werden in 1974 operatief
verwijderd, in het AZU in Utrecht. De
rechternier was na het bromfietsongeluk
Evert Hol: "Ik leef van nierdialyse naar nierdialyse. Dat is het enige dat mij afhoudt van de dood"
al onherstelbaar beschadigd, de linker
raakte zo belast dat die het in 1973 begaf.
Hol moest dialyseren. Hij besloot dat in
eigen omgeving te proberen. In een spe
ciaal daarvoor ingerichte en volkomen
steriele kamer; drie maal vijf uur, op
maandag, woensdag en vrijdag. "Dat heb
ik een halfjaar volgehouden, toen kon ik
er niet meer tegenop. Spoelen geeft een
enorm geestelijke belasting. Je voelt je
lekker als je eraan begint, maar de vraag
is altijd welk gevoel je eraan oyerhoudt".
Die vraag hoefde Hol zichzelf niet lan
ger te stellen, nadat hij in aanraking was
gekomen met CAPD, de zogenaamde
continu-dialyse. Heerlijk voelde Hol zich
toen. De gewone dialyse had hem voor
dien meer dan eens dagen bezorgd dat-ie
zich geen half mens voelde. Maar helaas:
een infectie, een verklevi'ng tussen de
buikwand en het buikvlies, veroordeelde
hem weer tot het strakke levensritme
van de normale dialyse. De ingebrachte
catheter moest eruit.
Fatale klap
Al betrekkelijk snel na de fatale klap
heeft Evert Hol zijn toen nog aanstaande
vrouw exact aangegeven wat de voor- en
nadelen zijn om samen te wonen met een
afwisselend lopend en liggend patiënt.
"In 1969 stond ik op het punt van trou
wen. Ik had al het een en ander gehoord
over haemodialyse en wat daar alzo bij
komt kijken, dus ik zei tegen haar: je
kunt nu nog terug. Zij zei toen: wij moe
ten samen lief en leed delen. Na al die ja
ren kan ik zeggen dat mijn vrouw tot op
de dag van vandaag geen verkeerd
woord uit haar mond heeft laten vallen.
Ze is voor mij een geweldige steun. Het is
voor een dialyserende heel belangrijk
dat er een partner is met wie over de
kwaal kan worden gepraat. Reken maar
dat ik vaak in een dal heb gezeten. Dat
het van mij allemaal niet meer hoefde. Ik
heb inmiddels zestien operaties achter
de rug. En een heleboel tegenslagen".
De heren die hij ooit als z'n vrienden
beschouwde, heeft Hol eigenlijk nooit
meer gezien. "Ik was niet meer interes
sant voor ze. Ik mocht geen drankjes
meer hebben, en zelf gaf ik ook geen
rondjes meer weg".
Hij raakte in conflict met zijn werkge
ver, een kweker. Voor het eerst na zijn
ongeval weer op de werkvloer vroeg Hol
vanwege zijn hoge bloeddruk om zittend
werk. Daar kon de bewuste kweker niet
aan beginnen, daar had hij Hol niet voor
aangenomen. "Stel je niet aan en ga aan
je werk, zei die vent. Ik heb dat gedaan,
een half uur lang. Toen kapte ik ermee en
ben mijn bromfiets gaan halen. Mijn
baas vroeg: wat ga je doen? Ik zei: ik ga
naar huis. Hij riep: je weigert werk. Ik
ben toch naar huis gegaan. En hij weiger
de mijn weekgeld uit te betalen".
"Ik heb toen het huis-aan-huis blaadje
bij ons in het dorp gebeld en verteld wat
er aan de hand was. Op het stuk heeft hij
geen woord commentaar gegeven, en
mijn weekgeld hield hij trouwens ook op
zak. Ik heb de bond ingeschakeld, die
heeft hem gesommeerd het bedrag bin
nen tien dagen over te maken. Uit vrees
dat-ie moest voorkomen kwam hij een
week of zes nadat ik die woordenwisse
ling met hem had gehad aan de deur.
Smeet-ie mijn loonzakje de gang in. Ik
zei: dank je wel hond. Pas later realiseer
de ik me dat dit eigenlijk een belediging
was voor onze trouwe viervoeters".
De zwaarste dreun die Hol na zijn on
geval moest incasseren, was in 1981. De
transplantie-nierdie bij hem vijfjaar eer
der was ingebracht in het Rotterdamse
Dijkzigtziekenhuis moest er uit. Z'n li
chaam accepteerde het 'geleende' orgaan
niet langer, het werd afgestoten.
"Ik heb er vijfjaar lang een mooi leven
door gehad. Het eerste jaar na de trans
plantatie was er nog wel een vol span
ning, omdat ik me telkens afvroeg of
mijn lichaam de nier zou aanvaarden.
Maar die vijfjaar zonder nierdialyse was
fijn. Want er zijn dan wel mensen die
denken dat je na een dialyse weer het
ventje bent, maar neem van mij maar aan
dat je aan zo'n dialyse een kater over
houdt. De dag erna voel ik me meestal
goed beroerd. Het heeft vreselijk aan mij
gevreten dat die nier eruit moest".
Toen Hol op de operatietafel lag, heeft
de narcotiseur drie kwartier nodig gehad
om hem 'weg te maken'. Zo gespannen
was hij. "Al met al heeft het een jaar ge
duurd voordat ik het verlies van de nier
had verwerkt. Nachten en nachten heb
ik liggen janken. Het kwam voor dat ik
eenvoudig weigerde te geloven dat die
nier eruit was. Maar dan zag ik vervol
gens die operatiewond en dan werd ik
weer met de harde werkelijkheid gecon
fronteerd dat ik terug was bij af. Ik ben er
nog voor onder psychiatrische behande
ling geweest, maar het is vooral m'n
vrouw geweest die mij erdoor heeft ge
sleept".
Gehard
Het leven is spijkerhard, vindt Hol. En
door de omstandigheden zegt hijzelf ook
te zijn gehard. "Hoe cru het misschien
ook klinkt: nierpatiènten zijn gebaat bij
ongelukken. Alleen daardoor komen do
nornieren beschikbaar. Wat dat betreft is
het inderdaad zo dat de een z'n dood de
ander z'n leven is".
Onderhand zegt Hol eraan gewend te
zijn een leven met beperkingen te moe
ten leiden. Per etmaal mag hij niet meer
dan 50 gram eiwitten en 500 cc vocht
hebben. Aan een glaasje wijn drinken op
een feestavondje gaat een dag van vasten
vooraf. Seks is er al lang niet meer bij,
slechts met heel veel moeite heeft hij dat
leren aanvaarden. "Naast me in bed ligt
een gezonde vrouw van 44 jaar. Maar niet
de seks is belangrijk, heeft ze gezegd, jij
bent belangrijk".
Af en toe komt hij nog in verzet tegen
de wel heel sobere dagindeling. Het op
standige gevoel weet hij meestal de kop
in te drukken met de gedachte dat er
mensen zijn die er veel erger dan hij aan
toe zijn. Misschien dat binnen afzienbare
tijd een donornier de cyclus van dialyses
kan doorbreken. Dan kan Hol een belof
te die hij zichzelf en z'n vrouw heeft ge
daan inlossen. "Zes jaar geleden hebben
we een gezin in Polen geadopteerd. Wij
onderhouden nu een intensief contact
met die mensen, sturen pakketten en
soms ook geld. Zelf word ik te veel door
die dialyses afgeleid om Pools te leren,
maar mijn vrouw doet dat wel. Het is
mijn streven om die mensen op te zoe
ken, zodra ik ben getransplanteerd. Met
een donornier in het lichaam hoef je
maar eens in de drie maanden terug te
komen voor controle. Lijkt inderdaad
veel meer op een normaal leven, ja".
eu.
ij-
ui.
oe
DOOR JOOP VAN DER HORST
Weet je waar jij eens over schrijven
moet? Over die hinderlijke gewoonte om
werkwoorden te splitsen! Je ziet dat te
genwoordig steeds vaker, 't Zal wel weer
een taalverandering zijn maar volgens
mij is het geen verbetering.
Tegenover mij zat een journalist van
een eerzaam dagblad. Geen kleine jon
gen dus. Hij was niet de eerste die er met
mij over begon Verschillende keren is
me al eens gevraagd hierover iets te
schrijven. Want als je in de krant schrijft,
dan weet je hoe het zit.
Wat wil je dan dat ik erover zeggen
zal? Wel. antwoordde hij. je moet natuur
lijk zeggen dat het een storende en onlo
gische nieuwigheid is die men beter ach
terwege zou laten. Hij gaf een voorbeeld
van wat hij bedoelde. Neem nou een zin
als Hii zal af moeten wachten of er.
Daarin gaat het om het werkwoord af
wachten. nietwaar. Je zou dus eigenlijk
moeten zeggen- Hij zal moeten afwach
ten of Precies hetzelfde hebben we in
zinnen als omdat we op moeten passen
in plaats van moeten oppassen, die we
weg hebben gegooid in plaats van heb
ben weggegooid, in kunnen halen i .p.v.
kunnen inhalen, enzovoort. Ik was zo
goed niet of ik moest beloven er eens
over te schrijven. Vooruit met de geit
Is zo'n splitsing onlogisch7 En is het
inderdaad een nieuwigheid? Mijn ant
woord is twee keer nee. Ik kan niet in
zien dat deze splitsing strijdig is met onze
grammatica en een nieuwigheid is het
geenszins.
De werkwoorden waar we deze split
sing soms zien (en veel vaker: horen),
zijn de zogenaamde scheidbaar samen
gestelde werkwoorden, zoals afwachten,
oppassen, weggooien, opbellen, inha
len. nakijken. Ze heten scheidbaar om
dat de delen zo vaak gescheiden en
soms ver uiteen staan in een zin. Bijvoor
beeld: Hij wacht de gebeurtenissen af; Ik
belde gisteren mijn zuster op; Ze haalt
langzaam maar zeker haar moeder in.
De delen zitten kennelijk nogal los. Het
gaat om afwachten, opbellen en inhalen,
maar dikwijls staan de delen niet bij el
kaar. En iedereen vindt dat gewoon en
goed Nederlands. Er is dus blijkbaar
geen bezwaar tegen scheiding op zich
zelf. Waarom zou scheiding in op moet
passen en weg hebben gegooid ineens
niet mogen7 Volgens mij is er geen enkel
bezwaar tegen
Is het een nieuwigheid? Ook hier ver
giste de spreker zich. Dit soort splitsin
gen komt al in het Nederlands van de
Middeleeuwen voor. Bijvoorbeeld in een
zeer oud medisch handboek, de Cyrur-
gievan 'meester'Jan Vperman: Datmen
die enden van den adren ute soude tree-
ken. In een middeleeuwse preek lezen
we: wie die duvele ut sulen driven..., en in
een oude gemeentelijke verordening van
Den Briel dat die geen bier op sullen
slaen. Kortom, dit soort splitsingen van
scheidbaar samengestelde werkwoor
den is al zo oud als de weg naar Kralin-
gen.
Het is mogelijk dat ze in de schrijftaal,
in boekentaal, minder gewenst gevon
den werden en daardoor weinig voor
kwamen. Mijn journalist heeft dat idee
niet uit zijn duim gezogen. Maar in de ge
wone spreektaal is er dus geen sprake
van een vernieuwing. Zoals we het nu
zeggen, zeiden ze het honderd en vijf
honderd jaar geleden ook. Ik zie niet in
waarom de schrijftaal in dit opzicht af
moet wijken (pardon: moet afwijken) van
de gewone spreektaal. Als de splitsingen
tegenwoordig vaker voorkomen in
schrijftaal dan vroeger, en dat is moge
lijk, dan zie ik dat met als een taalveran
dering maar simpel als een gezonde
aanpassing van het schrijven aan de
spreektaal.
Vroeger waren de verhoudingen onge
compliceerd: de chef met de grijze slapen,
vrouw en kinderen thuis, vindt zijn secre
taresse (begin twintig) te aantrekkelijk
om alleen naar huis te laten gaan. Hij no
digt haar uit voor een etentje en het ge
heel eindigt in haar slaapkamer. De se
cretaresse maakt het zichzelf niet gemak
kelijk door een verhouding te beginnen
met een getrouwde man - met als extra
complicatie dat ze beroepsmatig van
hem afhankelijk is. Een in alle opzichten
ongelijke verhouding, die met onchar
mante regelmaat zo ajloopt dat de chef de
verhouding - zo niet het arbeidscontract -
met de secretaresse opzegt.
Inderdaad was het betrekkelijk zeld
zaam. dat de chef zijn vrouw verliet om
de secretaresse te huwen. Meestal beston
den beide verhoudingen naast elkaar en
kwam het huwelijk niet echt in gevaar.
Op een bepaald moment maakte de man
een eind aan het spel en vergat de hele
kwestie. Maar intussen is er het een en
ander veranderd. De sterkere positie van
de vrouw op de werkplaats heeft ook 'ver
houdingen' op het bureau niet onberoerd,
gelaten. Omdat steeds meer vrouwen in
hogere beroepen met mannen op hetzelf
de niveau samenwerken, samen projec
ten uitvoeren en dienstreizen onderne
men. ontstaan tegen de achtergrond van
hun gemeenschappelijke belangstelling
sferen vriendschappen - en ook sexuele
relaties. De hele werkdag en avond kan
zich nu tussen niet met elkaar gehuwde
mannen en vrouwen erotische spanning
voordoen. En dat gebeurt geregeld, ook
als de betrokkenen daar misschien niet
eens direkt op uit zijn.
Typisch is wel dat de man ook nu zo
rond de veertig is en vrouw en kinderen
heeft. De vrouw is nog altijd jonger,
maar behoort qua leeftijd vaak niet meer
zoals vroeger tot de 'dochtergeneratie'
Normaliter is ze achter in de twintig - be
gin dertig. Ook een hele reeks getrouwde
vrouwen veroorloven zich een verhou
ding op hun werk. De 'affaire' begint er
meestal mee dat men samen met de colle
ga's 's avonds op pad moet (of vanwege
een zakelijke bijeenkomst ergens
's nachts overblijft en dan neemt het lot
zijn loop.
Vandaag de dag liggen veel meer hu
welijken in de vuurlinie van deze 'werk
relaties' dan vroeger. Want tijdens de zij
sprong van de man zit de vrouw niet
meer treurig wachtend thuis, maar is ze
vaak zelf beroepsmatig actief - en treft
's avonds eveneens haar collega. Zo dra
gen beide partners er toe bij dat het hu
welijk behoorlijk op de proef wordt ge
steld. Een van de dingen die daarbij mee
speelt is, afgaande op een recent Duits
ondei-zoek, dat veel beroepsactieve huwe
lijkspartners hun huwelijk na een aantal
jaren als betrekkelijk saai of vervelend
ervaren en hun 'prikkeling' meer en meer
uit hun werk halen. In de regel gaat het
niet om uitgesproken slechte relaties,
maar iets belangrijks lijkt erin te ontbre
ken. De relatie wordt verwaarloosd, om
dat de beide partners het ieder voor zich
te druk hebben en het werk zoveel meer
van hun tijd vraagt dan ze zelf voor ge
zond houden.
Daardoor ontstaan allerlei wrijvingen
en spanningen. Elk van beiden heeft zijn
eigen kleine clubje menseh, waarin 'op
gevangen' of besproken wordt wat er 'af
gelopen nacht gebeurd is'. Dat is in deze
tijd een heel normaal onderwerp van ge
sprek op het werk geworden. Daar komt
nog bij dat degenen die buitenechtelijke
relaties aangaan, daarover vaak schidd-
gevoelens hebben, zodat ze zich in hun
dubbelleven toch niet al te goed voelen. Ze
worden voortdurend heen en weer geslin
gerd tussen schuldgevoel en (liefdes)roes.
Ze proberen steeds opnieuw een definitie
ve beslissing - kappen of doorgaan - te ne
men, om die vervolgens even vlug weer
ongedaan te maken.
Hoewel er nog niet veel onderzoek naar
is gedaan, hebben psychologen die bij dit
probleem te hulp worden geroepen, de er
varing dat het bepaald geen gemakkelij
ke klus is om de huwelijksrelatie te verbe
teren of te 'redden'. Dat komt door de si
tuatie waarin de meesten hun 'zijsprong'
wagen: op een moment in hun carrière,
waarop ze min of meer gebeiteld zitten en
de rest van hun leven opnieuw onder de
loep gaan nemen. Het nadenken leidt nog
al eens tot de conclusie, dat ze hun huwe
lijk 'ontgroeid' zijn. De hamvraag is dus:
wat te doen om te voorkómen datje part
ner rijp wordt voor een bureauliefde.
Ieder van ons draagt in zijn binnenste
een relatie-verlanglijst mee. Een lijst
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
waarop meer of minder duidelijk staat
hoe we graag willen dat onze partner
zich ten opzichte van ons opstelt en ge
draagt en wij ons ten opzichte van onze
partner opstellen en gedragen. Vaak zijn
we ons niet bewust van wat er allemaal
op die verlanglijst staat. Maar er is in
middels uit onderzoek het een en ander
bekend over de regels waaraan een part
nerrelatie (volgens de partners zelf) in ie
der geval zou moeten voldoen. Regels dus
waarover partners het (doorgaans) met
elkaar eens zijn, zelfs als ze er nog nooit
expliciet met elkaar over hebben gespro
ken.
Die regels zijn de volgende:
1. Geef elkaar emotionele steun,
2. laat je partner delen in je s
de dingen die goed gegaan zijn,
3. wees trouw,
4. schep een huiselijke atmosfeer en 'ou
wehoer' regelmatig samen.
5. respecteer het recht op privacy van je
partner,
6. spreek je partner met de voornaam
aan (dus niet: "moedeéér"),
7. bewaar geheimen die je partner je
toevertrouwt,
8. reserveer geregeld tijd en energie
voor seksuele/sensuele omgang met
elkaar (zorg er dus voor dat dit niet
steeds de sluitpost op de tijdsbegro-
ting is),
9. denk aan verjaardag/trouwdag en
koop cadeautjes op zulke dagen (of
doe iets anders waaruit blijkt dat het
een speciale betekenis heeft),
10. verdedig je parther in zijn/haar aan
wezigheid,
11. praat met je partner over seks en
dood,
12. spreek over persoonlijke problemen
en gevoelens met je partner,
13. informeer je partner over je agenda-
Irooster van activiteiten,
14. wees tolerant (en beleefd) tegenover
eikaars vrienden,
15. bekritiseer elkaar niet in het open
baar,
16. vraag je partner om raad,
17. praat met je partner over godsdienst
en politiek,
18. kijk je partner aan tijdens een ge
sprek,
19. praat over (je eigen) financiële aan
gelegenheden met je partner,
20. raak je partner bewust aan,
21. maak grappen en grollen (inclusief
plagerijtjes) met je partner,
22. toon je genegenheid voor je partner
óók waar anderen bij zijn,
23. vraag je partner om praktische hulp
(bij karweitjes enzovoorts),
24. als je angstig of overstuur bent, laat
't je partner merken,
25. betaal je schulden terug, zorg er voor
gunsten en complimenten te retour-
Speciale regels voor de man:
1. zorg voor het gezin (en ook voor haar!)
als je partner ziek is,
2. toon interesse in de dagelijkse activi
teiten van je partner,
3. verwijs in ruzies niet naar haar moe
der of vader, die ook altijd zo...
Speciale regels voor de vrouw:
1. uit boosheid rechtstreeks tegen je part
ner,
2. zanik niet en vit niet,
3. verwijs in ruzies niet naar zijn moe
der of vader., die het ook nooit kon la
ten om...
De moraal: plak deze regels aan de bin
nenkant van het keukenkastje en maak
met deze regels in de hand vast werk van
je relatie als je tenminste een vaste relatie
op het werk wil voorkomen.