Oude Fokker krijgt plaats m Aviodome Veel bedrijfsterrein verkocht vorig jaar 'Ik zie het als erkenning van de wetenschappelijke wereld' Leidse ontwerpster Ziegelaar maakt speciale Hortus-zegel Nieuwe regels voor hoogte goten Duinrell Ouöilieuto* -| T~^ i ja» -| 4*1 Sommige gemeenten uitverkocht SCHIPHOL De restauratie van de Fokker F.VIIa, een van de oudste verkeersvliegtuigen ter wereld, is klaar. Het vlieg tuig is te bezichtigen tijdens de tentoonstelling in het lucht vaartmuseum Aviodome ter ge legenheid van'het 70-jarig be staan van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij. De restauratie van het toestel heeft bijna zeven jaar geduurd. Veruit het meeste werk is ver richt door vrijwilligers met ge bruikmaking van de technische faciliteiten van de KLM en Fok ker. Dank zij hun inspanning en financiële bijdragen van het be drijfsleven staat het vliegtuig weer in volle glorie op Schiphol tentoongesteld. Het vliegtuig vormt het mid delpunt van de expositie rond de jarige KLM. Twee jaar gele den werd de achthonderd kilo zware romp van het toestel naar de Aviodome overgebracht. Spuiters van Fokker hadden de romp inmiddels al in de KLM- kleuren van de jaren twintig ge spoten. Vanaf die tijd was het voor het publiek mogelijk de restauratie in de Aviodome van nabij te volgen. Het bewuste vliegtuig heeft overigens nimmer bij de KLM gevlogen. Omdat de maatschap pij er vele van in dienst had en er geen andere exemplaren voor handen waren, is besloten het toestel in KLM-kleuren te spui ten. Ook na de "verjaarsdagsex positie' blijft het toestel in Aviodome. Vliegen De vrijwilligersploeg heeft zich de laatste maanden bezigge houden met het inbouwen van het interieur en de revisie van de motor. Ook zijn de oorspron kelijke cockpitinstrumenten in het vliegtuig geplaatst. Het vliegtuigje deed namelijk tot in de jaren vijftig dienst en het cockpitinstrumentarium is vele malen aan de eisen des tijds aangepast. Tijdens de restauratie is het vliegtuig grotendeels in vlieg- De Fokker FVI- IA is, na een in grijpende op knapbeurt, te zien in het lucht vaartmuseum Aviodome op Schiphol. (foto waardige staat gebracht. Het was de bedoeling met het toe stel een aantal vluchten te ma ken. Het oplappen van de gigan tische houten vleugel van deze hoogdekker bleek echter een dusdanig kostbare onderne ming, dat hiervan, in elk geval vooralsnog, is afgezien. blauwdruk voor de toekomst', omvat naast de Fokker F.VIIa ook vele modellen van andere vliegtuigen die bij de KLM ge vlogen hebben. Tientallen his torische reclame-affiches vor men een rode draad door de ex positie. Op de oudste affiches is te zien hoe de passagiers van KLM-vliegtuigen in de jaren twintig op los in de cabine staande rieten stoelen zaten. Daarbij zijn attributen geëxpo seerd die aan boord nog enige comfort en veiligheid moesten bieden, zoals een warmwater- stoof, een zwemvest en oordop jes. De vliegtuigromp was niet meer dan een met linnen be spannen staalbuisconstructie. Ook een rieten vliegtuigstoel en een uiterst luxueuze ligstoel waar passagiers die in 1930 naar Indië vlogen enkele dagen op moesten doorbrengen, zijn op affiches afgebeeld. De expositie eindigt onder een echte Dakota in de KLM-kleuren van de jaren vijftig. De Fokker F.VIIa is vandaag en zondag in de Aviodome op Schiphol te zien vari 12.00 tot 17.00 uur en van dinsdag tot vrij dag van 10.00 tot 17.00 uur. De KLM-expositie is tot 8 januari REGIO - De verkoop of uitgifte van bedrijventerreinen in Leiden, Alphen aan den Rijn en de kleinere gemeenten is in 1989 goed verlopen. Verschillende gemeenten in de bol lenstreek en de Leidse regio zijn door hun voorraad heen. Een woordvoerder van de gemeente Leiden spreekt over 'een vet jaar' en ook een Alphense ambtenaar kijkt met tevredenheid terug. Met de uitgifte in erfpacht van bij na vijf hectare op verschillende be drijfsterreinen, heeft Leiden nu al leen nog 14 hectare op het terrein Roomburg in voorraad. De belang stelling van het bedrijfsleven voor extra ruimte is groot en een woord voerder van de gemeente verwacht dan ook binnen twee maanden de eerste drie hectare van Roomburg te kunnen uitgeven. In Alphen aan den Rijn werd in 1989 weer meer grond verkocht dat het jaar daarvoor. Aan bedrijventerrei nen ging ruim 10 hectare in andere handen over, met de bestemming 'kantoren' werd 8000 vierkante me ter verkocht. In tegenstelling tot Leiden heeft Alphen met 62 hectare nog een flinke lap grond in voor raad. Hoewel Alphen de landelijke tendens volgt dat 75 procent van de bedrijfsgrond wordt verkocht aan 'eigen bedrijven', zijn ook bedrijven uit omliggende gemeenten volgens een ambtenaar welkom. "Ze moe ten dan wel een behoorlijk aantal ar beidsplaatsen meebrengen en bo vendien voldoen aan de regels op onder meer milieugebied", aldus de ambtenaar. In Alphen aan den Rijn wordt op korte termijn een nota op gesteld waarin de regels voor ver koop van terreinen worden aange scherpt. Zo wordt er onder meer een betere spreiding van milieube lastende bedrijven nagestreefd. Uitverkocht Katwijk, Lisse, Sassenheim, Oegst- geest, Warmond en Hillegom zijn door hun bedrijfsterreinen heen. Voor sommige gemeenten betekent Hillegommer krijgt ere-doctoraat Universiteit Amsterdam HILLEGOM 'Een levensgenieter met voldoende zitvlees'. Zo omschrijft de 69-jarige Henk Schoorl uit Hillegom zichzelf. Schoorl wordt volgende week benoemd tot ere-dpetor in de ruimtelijke wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Hij schreef drie boeken en tientallen artikelen over de geo-hydrologische en historische ontwikkelingen van Nederland. De officiële reden voor de uitzonderlijk hoge onderscheiding wordt door de universiteit omschreverrals 'bijzondere verdiensten voor het onderzoek van de geografie, de geschiedenis en de kartografie van Noord-Holland en de technische ontwikkelingen van de kustverdediging in het gebied'. Afgelopen zomer kreeg Schoorl al uit handen van prins Bernhard de heel bijzondere onderscheiding de 'Zilveren Anjer' van het Prins Bernhardfonds. Deze onderscheiding wordt uitgereikt aan personen die zich onverplicht en onbetaald voor de cultuur in Nederland hebben in'gezet. Het Prins Bernhardfonds koos Schoorl uit voor zijn studies naar de cultuur historie en geografische patronen in Noord-Holland. door Monica Wesseling De Hillegommer is, zo blijkt uit zijn verhaal, door zelfstudie zo ver gekomen. Hij genoot een opleiding tot onderwijzer. "We zaten in een klasje met vier man, dus hebben we bijna privé-oriderricht gehad. Dank zij het enthousiasme van mijn geschiedenisleraar ben ik geïnteresseerd geraakt in de historie. In de loop van de jaren raakte ik hieraan steedsméer verslingerd". Niet alleen zijn geschiedenisleraar, ook zijn vader is voor Schoorls loopbaan bepalend geweest. Geboren in Den Helder wérd de Hillegommer al óp jonge leeftijd door zijn vader, die naar zijn zeggen een echte vogelfreak was, meegenomen op wandelingen langs de kust. De liefde voor de natuur en de schier onbevredigbare nieuwgierigheid naar de ontstaanswijze van de landschappen dateren uit die tijd. Spitten Na zijn studie kwam de ere-doctor in spe, die nu als administrateur van de Nederlandse archeologische werkgemeenschap werkzaam is, terecht in de bollensector. Hoewel het hard werken was, hield hij nog wel tijd over voor zijn grootste hobby: het doorspitten van archieven. Geen snippertje 'oud papier' was veilig voor hem. Hij struinde zowel in Nederland als in Duitsland door nagenoeg alle archieven, consequent alle interessante gegevens noterend. Van het een kwam het ander. Doordat hij steeds meer gegevens op de plank had staan, ontstond de behoefte hier iets mee te doen. Tegerlijkertijd verdiepte zijn interesse zich. Schoorl: "In eerste instantie richtte ik me op genealogisch onderzoek. Zodra je wat meer weet over je voorouders komt de wens boven ook te weten waar de mensen woonden en wat er met hun land is gebeurd". De eerste publikatie van zijn hand dateert uit '1963. Eigenwijs als hij naar zijn eigen zeggen af en toe kan zijn, twijfelde Schoorlin die tijd aan het waarheidsgehalte van een kaart van de hand van visserij-bioloog Westenberg. "Hij zei dat ik dan zelf maar moest gaan schrijven en dat heb ik gedaan". Schoorl kreeg de smaak te pakken en na een aantal publikaties over uiteenlopende onderwerpen verscheen eind jaren zestig zijn eerste boek. In die jaren interesseerde de Hillegommer zich in toenemende mate voor de geo- hydrologie (de kennis van de ontwikkeling van de aarde en de wateren). Het onderwerp van zijn eerste boek, een van de oprichters van de Oostindische Compagnie Isaak Lemaire, wekt dan ook bevreemding. Voor Schoorl is dit echter uiterst logisch: "Ik kwam Lemaire op het spoor toen ik bezig was met onderzoek naar de grondbewerkingen en inpolderingen ten zuiden van Den Helder. Een belangrijk deel van dit land bleek eigendom te zijn geweest van Lemaire. In het archief in Den Helder vond ik tientallen brieven van-zijn hand en zo begon de man voor mij te leven. Ik wilde steeds méér over hem weten". Gat Veel schrijvers vallen, zodra hun H. Schoorl: "Mijn grootste wens is nog eens met een rugzak langs de Europese kust te trekken eerste boek het daglicht heeft aanschouwd, in een gat. Schoorl niet, zo blijkt uit zijn verhalen. "Ik maanden aan het reconstrueren va de kustlijn ten noorden van Den Helder. had van mijn eerdere speurtochten Afgaand op de hoeveelheid werk nog zoveel materiaal over van alles liggen, dat ik direct ben begonnen met het volgende boek. Eerlijk gezegd ben ik trouwens nooit gestopt met het verzamelen van nieuw materiaal". In 1973 verscheen '600 jaar water en land' en zes jaar later 't Oge, de geschiedenis van Callantsoog. Tussen neus en lippen door publiceerde hij vele artikelen, en maakte samen met andere geografische kaarten in orde. Zo spendeerde hij maanden en die Schoorl de afgelopen jaren heeft verricht zou je verwachten dat de man in kwestie een uiterst saai èn stoffig leven moet leiden. Dat blijkt een misvatting van de eerste orde te zijn. Schoorl reist graag en veeL "Na Lachen wat mijn werk betreft wel fanatiek maar niet bezeten. Ik kan het van me af zetten en in de disco hier een paar uurtjes doorzakken. Lekker kleppen met anderen. Ik ben eigenlijk een echte levensgenieter. Een deel van dat genieten is voor mij zittend achter mijn boeken". paar maanden te hebben gewerkt, moet ik er weer even tussenuit. Lekker met mijn rugzak de bergen in. Het schetsboek gaat altijd mee want dat is mijn tweede grote hartstocht". Ook 'doordeweeks' zet Schoorl de bloemen geregeld buiten. "Ik ben LEIDEN - De Leidse Joke Ziege laar heeft een speciale postzegel ontworpen die de PTT uitbrengt ter gelegenheid van het 400-jarig bestaan van de Leidse Hortus Botanicus. De eerste exemplaren van deze herdehkingszegel wor den 6 februari officieel overhan digd aan C. Oomen, voorzitter van het college van bestuur van de Leidse universiteit. Mevrouw Ziegélaar is door de PTT uitgenodigd om de zegel te ontwerpen. "Het heeft niets te maken met het feit dat ik een Leidse ben. Sterker nog, de PTT wist niet eens dat ik in Leiden woon. Ze kennen me via een Am sterdamse ontwerper, bij wie ik een tijdlang heb gewerkt, en die geregeld opdrachten voor de PTT heeft uitgevoerd". Op de herdenkingszegel heeft mevrouw Ziegelaar een tulp afge beeld en een gedeelte van een uit 1601 stammende plattegrond van de Hortus. "Die plattegrond is, zeg maar, een verwijzing naar het verleden van de Hortus. De tulp 'beeldt' het heden uit, en tegelij kertijd ook iets van de geschiede- 'nis,. De Hortus was namelijk, de eerste plaats in Europa waar. tul- pen werden gekweekt". "De tulp op de zegel kwam ik vorig voorjaar tegen in de hortus, toen ik foto's maakte voor het ontwerp. Het was een heel ge schikte bloem; licht van kleur - ze mocht niet te donker zijn, want dan zou de rest van de afbeelding niet goed doorkomen - en vrij 'le vendig'. Het aardige was boven dien dat het een eeuwenoud, in de hortus gekweekt ras is en dat ze 'Wapen van Leyden' heet. Mooier kon natuurlijk niet voor een Leid se zegel". Volgens mevrouw Ziegelaar was directeur Van Vliet van de Hortus heel tevreden over de her denkingszegel. Ook zelf is ze wel over 'haar' postzegel te spreken; de eerste trouwens die ze ooit heeft ontworpen. "Toen ik on langs bij de PTT een paar vellen met die zegels zag, dacht ik: leuk, net een klein bollenveldje". Ontwerpster Joke Ziegelaar: "Mooier kon natuurlijk niet v n Leidse postzegel". (foto Jan Holvast) dit dat over de grenzen moet wor den gekeken, andere verwachten voor hun eigen bedrijven geen ter reinen meer nodig te hebben. Zo heeft de gemeente Warmond vanaf begin jaren zeventig het grootste deel van de oppervlakte voor be drijfsterreinen verkocht aan plaat selijke bedrijven. "Dat betekent dat er eigenlijk geen bedrijfsgrond meer nodig is", aldus een ambte- Lisse is ook uitverkocht. Een woordvoerder van de gemeente denkt dat er nog wel terrein nodig is. Zowel Lisse als Hillegom houden de ogen dan ook gericht op een ter rein gelegen tussen de twee ge meenten. Het ruim zes hectare grote stuk grond is nu in particulier ei gendom maar de gemeente Hille gom hoopt dit te kunnen kopen om er bedrijfsterrein van te maken. Hil legom heeft volgens een woord voerder van de gemeente evenwel veel meer nodig en blijft dan ook zoeken naar expansiemogelijkhe den. Katwijk heeft van het, met ruim 50 hectare ruimbemeten, bedrijven terrein 't Heen nog slechts vijf hec tare over. Omdat op deze grond op ties liggen en de onderhandelingen erover al in vergevorderd stadium zijn, is Katwijk eigenlijk ook uitver kocht. DEN HAAG - De gemeente Wasse naar moet een nieuwe regeling vast stellen voor de goothoogte van bouwsels in het attractiepark Duin rell. Gedeputeerde staten van Zuid- Holland, het dagelijks bestuur van de provincie, keuren niet goed dat goten zich op een maximale hoogte van negen meter bevinden, zoals de gemeente in het bestemmingsplan van Duinrell wilde vastleggen. Tegen dat voornemen heeft Duin rell met succes geprotesteerd. GS vinden dat voor gebouwen hoger dan twaalf meter wel een goothoog te dient te worden opgenomen ten einde de omvang van de bouwmas sa te kunnen reguleren. Omdat Duinrell volgens een uitspraak van De Kroon in sommige gevallen tot twintig meter hoogte mag bouwen, moet een meer gedifferentieerde goothoogteregeling in het bestem mingsplan worden opgenomen, al dus GS. In die nieuwe regeling moe ten de maximaal toegestane goot- hoogtes in een logischer verhou ding staan tot de maximum toege stane bouwhoogtes. Via vrijstelling moet, aldus GS, een grotere goot hoogte dan negen meter mogelijk zijn. Gelet op het bouwplan voor een zogenoemde 'droge' waterglij baan, zou volgens het provinciebe stuur voor gebouwen met een plat dak eveneens enige verruiming van de bepaling moeten worden toege staan. Hoewel Schoorl zeer onder de indruk is van het ere-doctoraat, niét verwonderlijk want ook de wereldberoemde dirigent Bernard Haitink wordt die dag onderscheiden, kan hij de zaak prima relativeren. Hij lacht heel wat af als hij vertelt over het draaiboek dat hem inmiddels is toegestuurd voor de plechtigheid volgende week. "Er staat tot op de minuut wanneer je moet staan en wanneer je je koffie mag opdrinken. Dit is echt prachtig". Weer serieus maakt Schoorl duidelijk waarom de onderscheiding voor hem van belang is. Zonder het kleinste spoortje van verwaandheid merkt hij op dat er naar zijn idee niet al te veel mensen zijn die het met zelfstudie zo ver hebben gebracht. "Het ere-doctoraat betekent dat de wetenschappelijke wereld me, hoewel ik geen academische titel heb, officieel erkent. Onofficieel was dat al het geval omdat ik inmiddels in verschillende adviescommissies zitting heb genomen. Dit zie ik als een echte bekroning van mqn werk. Een mooiere afsluiting kan een mens zich niet wensen". Een afsluiting is het echter allerminst. Schoorl werkt hard aan een boek over het ontstaan van Texel, Terschelling en Vlieland en de zeegaten daartussen. Wat daarna komt weet hij nog niet. Wat hq zou willen des te beter: "Mijn grootste wens is nog eens met een rugzak langs de Europese kust te trekken. Beginnen bij de Noordkaap en dan afzakken naar ons land. En maar snuffelen in archieven, de bodem, het landschap en d> bekijken. Dat Iqkt i verrukkelijk". 6 januari 1990 Honderd jaar geleden stond er in de krant: - INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Door opneming van het vol gende zult u ongetwijfeld zeer velen verplichten. Wanneer men zich in het stationsgebouw al hier van een reisbiljet wil voor zien, is men genoodzaakt zich aan een vreselijken tocht bloot te stellen, welke niet anders dan schadelijk op de gezondheid kan werken. Vooral is dit het geval, wanneer men uit den aard der zaak, in casu der reis, vrij lang op het biljet moet wachten. Voor al bij weder als hedenmorgen, ondervindt men het onhoudbare van dien toestand. Het is bekend dat de spoorwegmaatschappij alles doet om het den reizigers zoo gemakkelijk en aangenaam mogelijk te maken en dat zij nauwkeurig acht geeft op de eventueele klachten: Welnu, dt klacht, hier geuit, is zeer ge grond en ook hare opmerkzaam heid overwaard. Het is te hopen, dat niet langer gedraald worde met in den afkeurenswaardige toestand eene radicale verbete ring te brengen. U dankend voor de opneming van dit stukje, noem ik mij, mijnheer de Redac teur, Leiden, 3 Januari 1890, Uw. Dr. Y. Vijftig jaar geleden: - Keesje de Ruyter, het 14-ja rige biljartwonder, zal voorlo pig zijn kunsten op het groene laken voor zijn bewonderaars mogen blijven demonstreeren. Het vorige jaar is tegen zijn op treden in het openbaar van hoogerhand bezwaar gemaakt, omdat men er een overtreding van de Arbeidswet in zag. Toen Keesje dan ook in een hotel te Al phen een demonstratie gaf, greep de Arbeidsinspectie in en werd tegen de eigenaresse van dit hotel proces verbaal opge maakt. Voor den Alphenschen kantoonrechter werd tegen de ei genaresse een geldboete vanfl,- subs. 1 dag hechtenis geeischt. In zijn schriftelijk vonnis kwam de kantonrechter echter tot de con clusie dat de werkzaamheden, door Keesje verricht, niet waren aan te merken als arbeid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1990 | | pagina 13