'Wij verrijken ons niet
ten koste van Vincent'
Kunst in Leidse abri's
'een mooi tijdsbeeld'
'Ik ben toch mooi in
Hongkong geweest'
Achterneef van schilder is voorzitter Van Gogh-stichting
Initiatiefnemer Okke Spierenburg wil in augustus 35 tot 50 kunstzuilen in de stad installeren
Noordwijkse miss Liesbeth Caspers kan nu gaan oogsten
Drs. J. van Gogh, voorzitter van de Vincent van Gogh-stichting, kan nog steeds onbevangen kijken
naar het werk van zijn oudoom Vincent. Enorme bedragen werden in het voorbije jaar op veilingen
neergeteld voor diens doeken. Aan de vooravond van het Van Gogh-jaar en de daaruit
voortvloeiende commerciële kermis een vraaggesprek met de voorzitter van de stichting. Een
opmerkelijke uitspraak: "Als ik nu een schilderij van Vincent zie, krijg ik echt geen dollartekens in
mijn ogen. Ik vind het, om maar eens iets te noemen, belangrijker dat de tekeningen van Vincent
intact blijven. Door dat vervloekte licht waaraan ze bij tentoonstellingen worden blootgesteld, gaan
ze behoorlijk achteruit".
door Cees van Hoore
van geweest dat Vincent verguld was
met een brief, waarin Theo hem dat had
geschreven. Dat is een aardig gegeven,
want zoals u weet zijn er maar weinig
brieven van Theo aan Vincent bewaard
gebleven".
Ook mensen die zich beroepshalve be
zighouden met Van Gogh hebben moeite
de schoonheid van z'n doeken onder
woorden te brengen. Mevrouw J.E.L.
Heideman van het Kunsthistorisch Insti
tuut van de Rijksuniversiteit Leiden
roemt de kleurenpracht en de vitaliteit
die Vincents werk uitstraalt. "Ik denk
dat de mensen het werk vaak los zien van
de zware inhoud, die het af en toe wel de
gelijk heeft. Misschien dat het decoratie
ve karakter van sommige doeken voor
hen toch een rol speelt".
"Ik heb laatst een artikel gelezen over
de impressionisten. Die hebben nogal
wat taferelen afgebeeld waarin mensen
in de natuur of elders genieten van hun
vrije tijd. De werken van die schilders
zouden de laatste tijd zo gewild zijn, om
dat mensen die idyllische situaties graag
aan de muur hebben. Misschien wel als
alternatief. Ik kan mij voorstellen dat er
met die zonnebloemen en die irissen ook
zoiets aan de hand is. Dat de kleurrijke
natuur de huiskamer wordt binnenge
haald".
Nog even, en dan wordt overal in het
land het sterfjaar van Van Gogh her
dacht. Herdacht, ja. Maar wie sommige
activiteiten even tegen het licht houdt,
krijgt meer de indruk dat hier iets te vie
ren valt. Er komt op het Amsterdamse
Museumplein een Van Goghdorp met
restaurants (zonder friettent voor de hui
dige aardappeleters overigens) en voor
peperdure stropdassen wordt de halve
Nederlandse textielindustrie gemobili
seerd.
Drs. J. van Gogh uit Wassenaar, klein
zoon van Vincents broer Theo en Voorzit
ter van de Van Gogh-stichting, ziet deze
staaltjes van Hollandse koopmansgeest
met lede ogen aan. "Wat moet ik zeggen
als ene meneer Dekker voor de VPRO-te-
levisie staat te beweren dat hij voor het
Van Gogh-dessin op zijn stropdassen
toestemming heeft gevraagd aan onze
stichting? We hebben nergens toestem
ming voor gegeven. Nee, niet erg smaak
vol zoiets. Maar er zijn natuurlijk ook
goede activiteiten ontwikkeld. Zo wor
den volgend jaar voor het eerst alle brie
ven in de Nederlandse vertaling uitge
bracht".
"Er worden ook twee grote tentoon
stellingen gehouden: de tekeningen van
Vincent in het Kröller Müller Museum,
zijn schilderijen in het Van Goghmu-
seum. En dan heb ik het, zowel wat de te
keningen als de schilderijen betreft, over
het werk van Vincent uit de gehele we
reld. Die tekeningen baren ons wel enige
zorgen. Die gaan achteruit. Bij tentoon
stellingen is er altijd dat vervloekte licht,
hè, dat is de pest".
Enthousiast spreekt J. van Gogh over
de totstandkoming van het Van Gogh-
museum en de Vincent van Gogh-stich
ting. "Mijn vader die een zoon was van
Vincents broer Theo, en die zo'n 200 Van
Goghs van zijn moeder had geërfd, is na
de Tweede Wereldoorlog in de winter
maanden gaan reizen met de collectie,
zodat deze in Amerika en Europa kon
worden tentoongesteld, 's Zomers was
de collectie te zien in het Stedelijk Mu
seum Amsterdam, vaak samen met de
collectie van het Kröller Müller Muse-
"Mijn vader wilde die schilderijen eigen
lijk het liefst bij zich houden, niet verko
pen of tentoonstellen dus. Maar op een
gegeven moment dachten wij: wat, als
vader straks dood gaat? Wat moet er dan
met die doeken gebeuren? Het bezit zou
onder drie personen moeten worden ver
deeld. Om de successierechten te kun
nen betalen, zouden we gedwongen zijn
geweest enkele doeken te verkopen. Dat
zou het einde van de collectie hebben be
tekend. Maar gelukkig kwam het Rijk in
1959 met het volgende voorstel: de fami
lie verkoopt de collectie aan een instan
tie, waarbij diezelfde familie nauw be
trokken blijft. Die instantie werd de 'Vin
cent van Gogh-stichting'. De staat zou
voor deze verkoop het nodige geld ver
schaffen en een museum bouwen om de
collectie permanent tentoon te kunnen
stellen en te beheren. Later gingen er ge
ruchten dat mijn vader zou hebben ge
dreigd zijn collectie naar het buitenland
te verkopen, als het Rijk er niet op de een
of andere manier voor zou zorgdragen
dat die collectie in zijn geheel in Neder
land bleef'.
"Ik kan u verzekeren dat het voorstel
van het Rijk als een volkomen verrassing
kwam. En dat er in de familie nooit en te
nimmer aan is gedacht om vrijwillig af
stand van de collectie te doen. Mijn vader
was er de man niet naar om met iets te
dreigen wat hij toch niet van plan was uit
te voeren. We hebben de collectie in 1962
voor ongeveer ééntiende van de werke
lijke waarde aan de Stichting verkocht.
Mijn vader was in de wolken. Nu zouden
de schilderijen van Vincent immers een
vaste plaats krijgen. Het museum moest
worden ontworpen door Rietveld. Die
was vereerd, maar de officiële toeken
ning van de opdracht bleef maar uit.
Toen heeft mijn vader hem het geld, dat
nodig was om die opdracht uit te voeren,
voorgeschoten. Gelukkig maar, een jaar
later was Rietveld dood. Maar het plan
was wel klaar".
De hoge veilingbedragen komen ter
sprake. Hoewel van een totaal ander kali
ber noemt J. van Gogh het "een rage".
"Net zoiets als de jojo en de hoela hoep".
Niettemin bleef de belangstelling voor
het werk van Vincent onverminderd
voortduren. "Het is een wijdverbreide
misvatting dat wij inkomsten zouden
ontvangen uit de Vincent van Gogh-
stichting. Statutair is vastgelegd dat dat
niet kan. Wij verrijken ons niet over de
rug van Vincent. Het is allemaal liefde
werk, oud papier".
Idioot
Ingrid Moerman, conservatrice van het
Leidse Museum De Lakenhal, kan over
de bedragen die in het afgelopen jaar
voor de schilderijen van Van Gogh wer
den betaald weinig zinnigs zeggen:
"Idioot natuurlijk. Het is maar wat de
gek ervoor geeft. Of het nu ook allemaal
gaat om topstukken, weet ik niet, daar
ben ik te weinig kenner voor. Ik vraag
me wel af of je het gehele oeuvre van Van
Gogh nu ook moet gaan opwaarderen. Je
zult dan als museum heel strenge vei-
ligsheidsmaatregelen moeten nemen.
Die hele commercie eromheen vind ik af
schuwelijk".
Enige maanden geleden werd op de,
niet meer in gebruik zijnde begraafplaats
aan de Groenesteeg in Leiden het graf
Drs. J. van Gogh, kleinzoon van Vincent van Gogh's broer Theo:"Als ik een
schilderij van Vincent zie, krijg ik echt geen dollartekens in mijn ogen", (foto
van Vincents moeder aangetroffen. De
grafsteen was overwoekerd door on
kruid. Ingrid Moerman: "Dat ze volgend
jaar misschien bedevaartstochten gaan
organiseren naar dat graf, vind ik echt
van de gekke". J. van Gogh: "Ja, ik weet
nu dat dat graf er nog is. Er is indertijd
bericht gekomen dat het zou worden ge
ruimd en dat de begraafplaats zou wor
den gesloten. We hebben daar verder
niet bij stilgestaan. Het zij zo".
Wat trekt de mensen nu eigenlijk zo
aan in het werk van Van Gogh? Zou zijn
werk ook zo gewild zijn geweest als hij
niet zo'n 'schilderachtig' leven had ge
leid? J. van Gogh: "Dat speelt, denk ik,
wel een zekere rol. Maar los daarvan is
het natuurlijk vaak erg kleurrijk, erg
mooi. Sommige schilderijen ademen een
grote vrolijkheid en blijheid. En dat trekt
mensen kennelijk aan. Maar ik vind het
erg moeilijk om te zeggen waarom ik het
nu zo mooi vind. Dat werk is mij zo eigen,
zo vertrouwd, geworden. We hebben het
jarenlang elke dag om ons heen gehad.
'De Aardappeleters' hing bij ons in Laren
in de huiskamer. Sommigen vinden het
een symbool van grote eenzaamheid om
dat de mensen die erop staan elkaar niet
aankijken".
"Vincent vond het tegen het einde van
zijn leven in ieder geval zijn beste doek.
Theo vond het mooi. Een schilder die
eens bij Vincent thuis kwam is er getuige
Overdreven
J. van Gogh leest lang niet alles van wat
er over het werk van zijn oudoom ver
schijnt. Aan een zo'n geschrift heeft hij
zich ooit behoorlijk geërgerd. Het is het
boek 'Begraaf me in het koren' van de
Franse schrijfster Forrestier. Hij vindt
dat het domste wat hij heeft gelezen.
"Precies een jaar voordat Vincent ter we
reld kwam, stierf er een broertje dat ook
Vincent heette. Hij heeft maar een paar
dagen geleefd. Nadat Vincent het graf
van dat broertje had gezien, zou hij vol
gens de schrijfster last hebben gekregen
van schuldgevoelens. Iedere stap die
Vincent, 'de plaatsvervanger', in het le-
vên zet. brengt zij in relatie met die ge
beurtenis. Dat lijkt mij schromelijk over
dreven".
"Telkens weer zie je die mythevor
ming rond Vincent. Dat hij zijn hele oor
heeft afgesneden terwijl er is aangetoond
dat het ging om een oorlelletje. Ze bena
deren alles wat met hem te maken heeft
alsof hij een heilige is. Ik word daar soms
niet goed van. Dan maak je met iemand
kennis en dan zeggen ze tegen je: goh, ik
ben toch zo blij dat ik eens een keer een
échte Van Gogh de hand kan drukken.
Ze vergeten daarbij dat wij niets hebben
bijgedragen aan de totstandkoming van
zijn werk. We zorgen er zo goed mogelijk
voor, dat is alles".
Okke Spierenburg "Zeker zo'n half miljoen mensen hebben - al dan niet op
zettelijk - een glimp opgevangen van de kunstwerken in de reclamezuilen".
Nadat ook de landelijke kranten over de
Leidse primeur hadden geschreven,
werd Spierenburg bestookt met vragen.
Hoe doe je dat, hoe organiseer je zoiets?
In de Pijp in Amsterdam kreeg het initia
tief snel navolging. In een andere plaat
sen is men druk doende het. idee van
Spierenburg over te nemen. Inmiddels is
Spierenburg alweer bezig nieuwe plan
nen te ontwikkelen. Zo denkt hij in au
gustus 35 tot 50 kunstzuilen te kunnen
installeren, een en ander in combinatie
met loop- en Fietsroutes en open ateliers.'
"Toch aardig? Je ziet een kunstwerk.
En dan hup, op je fiets. Naar het atelier
waar je wordt geconfronteerd met nog
veel meer kunst, die je kunt bekijken of
kopen. En onderweg dan nog een lekker
kopje koffie".
Behalve dat de moderne kunst aan
dacht krijgt, denkt hij dat het ook voor
de stad Leiden een goede promotie is.
Leiden beleefde in 1989 een landelijke primeur. Abri's met kunst. In de periode van 18
juli tot 8 augustus geen affiches of gemeentelijke mededelingen achter de grote plastic
ramen, maar werken van 25 Leidse kunstenaars. Boven verwachting waren de reacties
positief. Bij de VVV waren de 500 plattegronden van de kunstabri's binnen drie dagen
weg. En initiatiefnemer Okke Spierenburg kreeg in zijn Galerie Stelling veel lovende
woorden, en heus niet alleen van vrienden, kennissen en familieleden. Bruist Leiden
dan toch? Of is de ooit door Spierenburg in een interview gebezigde uitspraak "kunst
tegen de rest van de wereld" onveranderd van toepassing?.
door Saskia Stoelinga
"Als je het een beetje handig aanpakt,
mooie pakkende advertentie in de dag
bladen, stroomt je stad op een zorgeloze
zomerdag zomaar vol".
Helemaal zonder problemen is de actie
overigens niet verlopen. Op een nacht
zijn er vijf kunstwerken uit de vensters
gehaald. Of het vandalen of kunstken
ners zijn geweest, niemand die het Fijne
Voor Liesbeth Caspers (21werd 1989
het jaar waarin ze haar stoutste
meisjesdromen werkelijkheid zag
worden. De Noordwijkse deed mee aan
een stuk of elf miss-verkiezingen en
pakte daarbij allerlei titels. Zo werd ze
bijvoorbeeld 'miss sympathiek'^j de zich
toevallig ook in haar woonplaats
afspelende Miss Holland-verkiezing. Ze
mocht zich de mooiste van Voorhout,
Callantsoog, Scheveningen en
Rotterdam noemen. En als kroon op het
'werk' zag ze zich in oktober ineens terug
als Miss Nederland, de tegenhanger van
Miss Holland.
doorMiep de Graaft
Meteen daarna vloog Liesbeth Caspers
door naar Hongkong waar ze, temidden
van een slordige tachtig andere mooie
meisjes uit de hele wereld, opging voor
de 'Miss World'-titel. Donkerharige Lies
beth werd daar 'slechts' elfde, maar te
leurgesteld is ze er niet over. "Het is toch
een hele eer om van 78 deelneemsters op
die plaats te eindigen" zegt de Noord
wijkse opgewëkt. "Ik rekende trouwens
nergens op, maar dat deed ik bij de Miss
Nederland-verkiezing ook al niet. Ik be
doel: ik heb donker haar en ben niet al te
lang. Meestal hoor je dat een Nederland
se miss blond en langbenig is. Maar goed,
misschien had de jury dit keer zin in wat
anders".
Terugblikkend betitelt Liesbeth alle
verkiezingen, inclusief het spektakel in
de Britse kroonkolonie, als uiterst gezel
lige evenementen. Liesbeth: "Ik heb van
die spreekwoordelijke haat en nijd nooit
iets gemerkt. Ook in Hongkong niet. We
hebben er vreselijk veel gelachen. Het
was zó leuk dat de meeste meisjes hui
lend afscheid van elkaar namen".
Oogst
Het jaar 1989 mag dan spectaculair voor
haar zijn verlopen, 1990 belooft helemaal
het jaar van het oogsten te worden. "Ten
minste, ik verwacht er veel van", zegt
Liesbeth, wier sponsors naar eigen zeg
gen al van alles voor haar aan het regelen
zijn. Anderzijds is ze bepaald niet van
plan om lijdzaam bij de telefoon te gaan
zitten wachten. "Nee hoor, als ik iets
hoor stap ik er heus wel op af. Ik ben van
plan om alles op te schrijven wat ik hoor
en de contacten die ik opdoe goed warm
te houden voor later".
Haar verschijning dezer dagen als
bruidje tijdens een modeshow in het
Spant is Liesbeth's eerste echte op
dracht. Iets concreets kan ze verder nog
niet echt noemen. Ze is' tijdens het ge
sprek koud terug uit Hong Kong en ver
wacht dat de eerste maanden van 1990
een beter begin vormen voor 'klussen'
als het openen van winkels en het lopen
van modeshows, dan de rommelige de
cembermaand van '89.
Verder worstelen mogelijke opdracht
gevers wellicht nog met de verwarrende
aanwezigheid van zowel een Miss Hol
land als een Miss Nederland. In andere
landen is die splitsing echter heel ge
woon, weet Liesbeth. "Voordeel is dat
Nederland nu zowel naar de Miss World-
als naar de Miss Universe-verkiezing een
afvaardiging kan sturen".
Miss Nederland 1989 blijft, kortom, de
Hollandse nuchterheid zelve. Zo rekent
ze nergens echt op: "Als het niks wordt,
wordt het niks". Wil ze op de langere
duur "iets' in het tv-presentatiewerk gaan
doen, voorlopig houdt ze haar baan bij
het archief in het gemeentehuis van
Noordwijk nog even aan. "Waarom ook
niet, ik doe mijn werk met plezier en ik
heb leuke collega's. Zo lang het te combi
neren is, blijf ik hier. En intussen hoop ik
van alles een beetje te kunnen proeven".
Vaak wordt ze in het Noordwijkse her
kend. Liesbeth vindt alle belangstelling
prima. Ze raakt alleen lichtelijk geïri-
teerd als mensen zich in de voorspelbare
denigrerende bewoordingen over miss
verkiezingen uitlaten. "Dan hoor je: is
het nou zo belangrijk om mooi te zijn?
Nog steeds heb ik dan de neiging om me
zelf te verdedigen. Ik bedoel: ik zie er nu
eenmaal zo uit".
"Gelukkig kreeg ik meestal leuke reac
ties. Het is toch ook leuk, ik bedoel: je
komt nog eens ergens. Ik ben toch mooi
in Hongkong geweest, heb vriendschap
gesloten met meisjes van overal van
daan. In elk land ter wereld ken ik nu wel
iemand, dat is toch niet niks?"
Liesbeth Caspers: "Je komt nog eens ergens",
(foto Wirn Dijkman).
ervan weet. Wel vatte Spierenburg het
voorval op als het sein om te kijken of er
volgend jaar niet met duplicaten zou
kunnen worden gewerkt. Kunstenaar Ja
cob Kanbief bijvoorbeeld is er bepaald
niet verrukt van dat zijn werk is gestolen.
"Aan de andere kant is het ook wel mooi
dat het iets teweeg heeft gebracht".
Volgens initiatiefnemer Okke Spieren
burg hebben zeker een half miljoen men
sen al dan niet bewust een glimp op
gevangen van deze schilderijen, aange
kocht door de Leidse Kunstuitleen. Bert
Kienjet van deze instantie heeft het over
een voltreffer, als hij deze aankoop nader
belicht. "Het waren allemaal goede
kunstwerken. Hoe ik dat beoordeel? Per
jaar gaan er duizenden schilderijen door
mijn handen, dus ik ben wel wat gewend.
Ook is het aardig dat ik 24 Leidse kunst
werken in één keer in bezit heb met de
zelfde grootte en met min of meer dezelf
de technieken". Kienjet is van plan de
kunstwerken in het voorjaar nog eens te
exposeren in de Waag of in de Lakenhal.
"Het geeft een mooi tijdsbeeld van de zo-
Cultuurambtenaar Arnold van Ree, die
namens de gemeente elk kunstwerk ho
noreerde met een bedrag van 300 gulden,
is laaiend enthousiast over het experi
ment. Hij voelt veel voor een herhaling.
En, Van Ree heeft ook nog een nieuwtje
in petto: "Omdat het allemaal zo goed is
gelukt, komen er enkele kunstwerken te
hangen in de ruimte waar de nieuwjaars
receptie wordt gehouden. Vooruitlo
pend op de tentoonsteling. "Het oog wil
ook wat".
Kunstenaar Koos van de Water, wiens
abri op de Haarlemmerstraat stond,
schrok even toen de 'bak' 's nachts baad
de in het licht van een neonlamp. "Mijn
werk viel totaal weg. Ja, daar had ik geen
rekening mee gehouden". Kanbier daar
entegen werd overmand door emoties,
toen hij op een avond uit het station
kwam en leunend tegen 'zijn' lichtbak op
de bus stond te wachten.
Alle vier, Spierenburg, Kienjet, Kan
bier en Van de Water, zijn het er over
eens dat het project is geslaagd, alleszins
voor herhaling vatbaar. "Hulde aan Gale
rie Stelling". Initiatiefnemer Spieren
burg meent deze lovende woorden
enigszins te moeten relativeren. "Zo'n
idee staat of valt met de mensen met wie
je moet samenwerken". Hij heeft in dat
verband veel waardering voor Mielo en
Verplancke van het Stadsbouwhuis,
twee ambtenaren die intensief hebben
meegedacht. Alleen al daarom heeft
Spierenburg goede hoop dat een eigen
tijds kunstbeleid in Leiden in de toe
komst mogelijk moet zijn.