'Goede koe is te duur'
I
'Op m'n spreekuur komen
nog altijd veel Katwijkers'
'Noordwijk biedt
nog best kansen'
Alois Eberharter begint nieuw hotel
In een nieuwbouwwijk in Bunschoten-
Spakenburg werken bouwvakkers volop aan de
bouw van een nieuwe huisartsenpraktijk. Nog
enkele maanden en de uit Katwijk afkomstige
homeopatische huisarts Arie van Beelen kan er
zijn intrek nemen. Tot die tijd ontvangt hij zijn
patiënten in een leegstaande spreekkamer van
een bevriend huisarts in het
Zuiderzeevissersdorp. Van Beelen heeft het erg
naar z'n zin. Naar zijn geboorteplaats Katwijk,
waar hij liever een praktijk had gehad, hoeft hij
niet meer. Daarvoor is er het afgelopen jaar te
veel gebeurd.
door Piet van Dijk
Van Beelen kreeg in juni, na jarenlange
pogingen, eindelijk de felbegeerde ver
gunning van burgemeester en wethou
ders om in Katwijk een volwaardige
huisartsenpraktijk te beginnen. Maar het
bleek een cadeau met een bom erin. Van
Beelen stuitte op een muur van verzet
van de plaatselijke huisartsen.
Die legden, nadat Van Beelen aan hun
eisen had toegegeven, op het laatste mo
ment een sterke troef op tafel: zij weiger
den een vervangingsregeling met de ho-
meopaat te treffen. De wettelijke waar
nemingsplicht lapten zij aan hun laars.
Van Beelen kon niets beginnen. De ver
gunning werd een waardeloos vod.
De emoties laaiden op onder de vele
sympathisanten van Van Beelen. Want
de enige reden die de huisartsen opga
ven voor hun weigering bleek geen zake
lijke, maar een puur persoonlijke. De art
sen lieten kort maar krachtig weten, dat
er met de jonge homeopaat niet valt sa
men te werken. Zijn kwaliteit als huis
arts en homeopaat werd geenszins be
streden, maar hij zou niet de juiste hou
ding hebben voor collegiaal samenwer
ken. Een andere reden was er niet. Van
Beelen vertrok gedesillusioneerd naar
Bunschoten-Spakenburg, waar hij pro
bleemloos een waarnemingsregeling
kon treffen en meteen aan de slag kon.
Vieze smaak
Enkele maanden na de affaire kan de ge
plaagde Katwijker er enigszins afstand
van nemen en er, tamelijk zakelijk, over
praten. Maar de vieze smaak in z'n mond
blijft. "Ik blijf zitten met een onprettig
gevoel", bekent hij. "Ik had de weigering
van de huisartsen met gemak kunnen
aanvechten. Ik denk dat ik het had ge
wonnen, maar dan kun je je afvragen of
na zo'n proces de verhoudingen nog wel
goed genoeg waren geweest om samen te
kunnen werken. Gelukkig gaat het me
hier heel goed. Ik heb een drukke prak
tijk en krijg zelfs mensen uit Katwijk op
m'n spreekuur".
Een dergelijke eis is volgens Van Beelen,
voorzitter van de landelijke vestigings
commissie van homeopatische huisart
sen, nog nooit gesteld in Nederland. "Zo
iets gebeurt nergens. Het is ireëel en be
lachelijk. Maar ik heb er toch aan toege
geven. Als ze zo bang zijn dat ze door
mijn consultatieve werk hun eigen pa
tiënten kwijtraken, dan wilde ik wel aan
dat bezwaar tegemoet komen. Ik heb
zelfs gezegd dat ik alle vormen van tucht
wilde accepteren".
Uiteindelijk had Van Beelen aan alle
voorwaarden voldaan die de huisartsen
stelden. De vergunning werd afgegeven
door het gemeentebestuur. Toen legden
de artsen hun troef op tafel: Van Beelen
hoefde niet te rekenen op een waarne
mer. De gemeente en Van Beelen had
den het nakijken. Het slachtoffer: "Er
zijn meer homeopatische artsen in Ne
derland getroffen door een dergelijk
middel. In één geval weet ik dat eenzelf
de weigering met succes is aangevoch
ten bij de districtsraad van de landelijke
huisartsenvereniging. Er bestaat immers
een waarnemingsplicht. Er zijn wettelijk
maar twee redenen om waarneming te
weigeren: onbehoorlijk medisch gedrag
of het herhaaldelijk plegen van grove
fouten. Daarop konden zij mij niet be
trappen. Dat hebben ze trouwens ook
nooit beweerd. Maar daartegen procede
ren kost jaren, daar is geen beginnen aan.
En dat weten ze".
Van Beelen heeft alles op alles gezet
om erachter proberen te komen, wat er
nu is gebeurd waarom de huisartsen hem
niet geschikt vinden om mee samen te
werken. Het antwoord heeft hij nooit ge
kregen. "Mijn studiebegeleider heeft een
zeer boze brief naar de Katwijkse artsen
gestuurd over hun weigering. Die be
greep er ook niets van. Ik stond in mijn
consultatieve periode in Katwijk met
een aantal collega's toch op goede voet.
En hier in Bunschoten-Spakenburg gaat
het ook goed. Hier mag ik m'n consulta
tieve praktijk gewoon aanhouden. Bo
vendien heeft de gemeente me de ver
gunning gegeven omdat ze de argumen
tatie van de huisartsen juist veel te zwak
vond. Het probleem van het niet kunnen
samenwerken is dus niet mijn probleem,
maar hün probleem. Kennelijk is er bij
de artsen toch irritatie gewekt dat hun
patiënten bij mij kwamen.
Blanco
De homeopaat blijft ervan overtuigd dat
niet alle huisartsen het gezamenlijk inge
nomen standpunt delen. "Er heeft een
aantal blanco gestemd. Dat vind ik ei
genlijk een beetje laf. Dus zo unaniem
zijn die artsen niet en ik vraag me af of ze
allemaal wel goed genoeg geïnformeerd
waren. Een arts die mij wel wilde vervan
gen, heb ik dat trouwens afgeraden. Om
hem niet in de problemen te brengen. Ik
ben overigens erg benieuwd wat de
nieuw te benoemen homepatische arts in
Katwijk te wachten staat. Ik ben er niet
gerust op".
Weggepeste homeopaat Van Beelen heeft nu praktijk in Bunschoten
Homeopatisch huisarts Arie van Beelen leidt een gelukkig leven in Bunschoten-Spakenburg, waar hij een onverkwikkelijke affaire
n Katwijk tracht te vergeten. (foto Dick Hofwoning)
Van Beelen had in Katwijk al enige ja
ren een zogeheten consultatieve prak
tijk. Patiënten die onder behandeling
waren bij één van de gevestigde huisart
sen in Katwijk, kwamen naar hem toe als
zij meenden dat zij beter homeopatisch
kon worden behandeld. Als Van Beelen
geen efficiënte behandeling kon voor
schrijven, verwees hij ze naar hun eigen
huisarts voor een reguliere behandeling.
Voor een dergelijke consultatiefunctie
bestaat geen vergunningsplicht.
"Ik had in Katwijk zo'n 800 patiënten
en een aantal van hen vroeg of ik niet een
volledige huisartsenpraktijk kon opzet
ten. Ik heb er immers de papieren voor",
legt Van Beelen uit. "Patiënten vonden
het niet prettig dat ik ze naar hun eigen
dokter terugstuurde, als een homeopati
sche behandeling niet hielp of niet voor
handen was. Als ik een volledige praktijk
heb, kan ik de mensen zowel homeopa
tisch behandelen als met 'gewone' ge
neeswijzen".
Als Van Beelen toch in Katwijk was
begonnen, had hij echter zijn consulta
tieve praktijk volledig moeten opzeggen.
Dat was de zwaarste eis die de huisartsen
tijdens de slepende sollicitatieprocedure
op tafel legden. Hij mocht van hen aan
vankelijk wel een eigen praktijk begin
nen, maar mocht geen patiënten meer
ontvangen van andere huisartsen die wel
eens een homeopatisch advies wilden
hebben.
"Het toeristische bedrijfsleven langs de
gehele Nederlandse kust moet
gezamenlijk optrekken bij de promotie
van de badplaatsen in het buitenland. Om
versnippering van die activiteiten te
voorkomen en een zo goed mogelijk
resultaat te boeken bij het werven van de
toeristen. Het maakt niet uit of ze dan
naar Zandvoort, Katwijk of Noordwijk
gaan. Als we ze eerst maar naar onze
kust hebben gehaald".
door Kees van Kuilenburg
Advies van Alois Eberharter, eigenaar
van het toekomstige Horizon Plaza Hotel
in Noordwijk en al vele jaren betrokken
bij het soms roerige toeristische wel en
wee in de bloemenbadplaats. Begin vol
gend jaar wordt zijn viersterrenhotel in
gebruik genomen in het voormalige Zin-
ger aan de Zeereep en Eberharter heeft
er zin in. "Ik zie best kansen", zegt hij.
En dat terwijl de toeristische bedrijfs
tak in Noordwijk een stormachtig jaar
achter de rug heeft. Het faillissement van
het prestigieuze Hotel Oranje, het gesjoe
mel met het Zingerhotel en de vele pro
blemen met de discobezoekers sprongen
er in negatieve zin uit. Positieve ontwik
kelingen waren er ook. Het bouwplan
van het Katwijkse bouwbedrijf De Raad
voor een nieuw 'superhotel' op de plek
van het huidige Duna Deli en de ontwik
kelingen rond het Boulevard Hotel dat
'buurman' Hotel Oranje overnam, gaven
aan dat de ondernemers het in de bad
plaats Noordwijk nog steeds zien zitten.
Ook Alois Eberharter begon in 1989
opnieuw. Na jarenlang als directeur van
Huis ter Duin een vooraanstaande rol te
hebben gespeeld, wil hij het de komende
periode als zelfstandig ondernemer gaan
waarmaken. De nu 46-jarige horecaman
is afkomstig uit het Westduitse Gar-
misch Partenkirchen, waar hij ook in het
toerisme werkzaam was, en begon zijn
carrière in Noordwijk in 1966 als recep
tie-medewerker bij Huis ter Duin. Na af
loop van dat eerste seizoen vertrok hij
weer naar zijn geboorteland om een jaar
later op verzoek van de toenmalige direc
teur Tappenbeck als directie-assistent
terug te keren.
"Die keuze was gemakkelijk", legt Eber
harter uit. "Ik had na Noordwijk een tijd
je in het grootste hotel van Europa ge
werkt het Intercontinental in Frank
furt, met 1100 kamers en dat was me
niet echt goed bevallen. Veel te onper
soonlijk. Ik verlangde dan ook al snel te
rug naar Noordwijk".
Vanaf 1968 werden bij Huis ter Duin en
andere hotels in de kustplaats de eerste
wankele schreden gezet voor een exploi
tatie over het gehele jaar. Verkooptrai
ningen en zakelijk verkeer kwamen op
gang en dat leverde extra gasten op. "Je
kunt zeggen dat in die tijd de basis werd
gelegd voor de zakelijke markt van van
daag. Nu zijn congressen, vergaderingen
en bedrijfsfeesten een belangrijke 'poot'
in het totale resultaat van de Noordwijk-
se hotels. Bij de vier- en vijfsterrenhotels
was dat het afgelopen jaar 60 procent en
bij de andere accommodaties ongeveer
35 procent", rekent hij voor.
Alois Eberharter: "Er is nog best een goede boterham te verdienen maar
dan moet er wel wat gebeuren". <f0to wim Dijkman)
Eberharter verwacht dat die markt in
de komende jaren nog groter zal worden,
maar hij denkt dat ook de toeristische
markt belangrijk blijft voor Noordwijk.
"Ik merk vaak dat een toeristisch verblijf
een uitvloeisel is van bijvoorbeeld een
conferentie in Noordwijk. Dat werkt dan
dus dubbel op".
Volgens de hotelier zal het toerisme
een belangrijke pijler moeten blijven
voor de badplaats. "Ik weet wel dat het
weer niet altijd even mooi is, maar bij
voorbeeld de Duitse gasten vinden het
ook bij slecht weer prachtig bij ons. Lek
ker in storm en regen langs de vloedlijn
wandelen, dan voelen zij zich heerlijk.
Vandaar dat ik goede kansen zie, maar
het moet wel goed worden aangepakt.
Niet op je lauweren rusten, maar voor de
komende jaren een toeristisch beleid uit
stippelen. Daar mankeert het wel eens
aan en dan kan het te laat zijn of veel
meer geld kosten".
Uitdaging
In 1974 werd Eberharter directeur van
Huis ter Duin. Een baan die hij tot eind
1988 heeft bekleed. "Op een bepaald mo
ment ben je toch weer toe aan een nieu
we uitdaging. Die zag ik in hotel Zinger.
Door allerlei oorzaken heeft het iets lan
ger geduurd voordat ik dat in handen
had, maar ik hoop nu toch rond Pasen te
beginnen".
Eberharter bestrijdt dat er de laatste
jaren in Noordwijk te veel dure hotels
verdwenen. Alles bij elkaar 500 kamers,
en daar is andere accommodatie voor te
ruggekomen. Dat lijkt me een logische
zaak, vooral ook omdat er volgens mij
best een goede boterham te verdienen is.
Maar dan moet er wel wat gebeuren in
Noordwijk. Bijvoorbeeld met de aankle
ding van de Boulevard. Maar daarvoor
moet niet alleen de toeristische industrie
zich sterk maken. Gelukkig bespeur ik in
het dorp nu eindelijk dat men het toeris
me als een belangrijke bedrijfstak gaat
beschouwen. Ik heb dan ook goede hoop
dat men straks de handen ineen slaat en
een beleid op dat gebied ontwikkelt".
Ook de steeds voortschrijdende ver
vuiling en de criminaliteit moeten wor
den aangepakt, vindt Eberharter. "Al
valt het met de criminaliteit in Noord
wijk best wel mee. Het is de uitstraling
van de ellende in de grote steden die ons
parten speelt. Vandaar dat er moet wor
den aangedrongen op het terugdringen
van dat probleem. Die kans is er volgend
jaar al, als 1990 wordt uitgeroepen tot het
jaar van het toerisme. Dan kun je als toe-
rische industrie je eisen en wensen ken
baar maken".
Eberharter meent dat er ook iets aan
de prijzen moet worden gedaan om
Noordwijk aantrekkelijk te maken voor
de toerist. "De hotelkamer is zeker niet
de duur, maar de prijzen voor eten en
drinken kunnen naar mijn idee wel wat
lager. Door gezamenlijk in te kopen, bij
voorbeeld. Maar dat hangt van de inven
tiviteit van de ondernemers af'.
Sassenheimer Van der Plas is verlies veestapel nog niet te boven
hoeveelheid melk, blijft de inkomensda
ling beperkt. Ik werk er nu naar alsnog
het melkquotum vol te krijgen. Met
krachtvoer kan de melkleverantie aardig
worden opgevoerd. Nadeel is wel dat het
bijvoeren extra geld kost. Bovendien
was er geen vee in de maanden dat de
koeien de wei in konden en zo 'gratis'
gras konden eten". Aan extra voer schat
Van der Plas zeker 10.000 gulden kwijt te
zijn.
Ook wanneer de melkproduktie weer
normaal is en de stal na vijf jaar fokken
helemaal vol staat, zijn voor deze boer de
zorgen nog niet voorbij. Van de op
brengst van de melk alleen zegt hij niet
meer te kunnen leven. "In dit gebied is
verder niets toegestaan. De 21 hectare
moet grasland blijven. Alleen de scha
penfokkerij biedt nog uitkomst. Scha
pen veroorzaken ook geen mestover
schotten en de prijs voor schapevlees
Het agrarisch bedrijf van Theo van der Plas uit Sassenheim is na acht
maanden de gevolgen van de besmettelijke ziekte Abortus Bang nog niet te
boven. In mei werden allé zestig koeien afgemaakt. Inmiddels heeft Van der
Plas 35 nieuwe melkkoeien aangeschaft. Het aankopen van jong vee bleek te
duur, zodat hij nu probeert binnen vijf jaar met fokken de veestapel weer op het
oude peil terug te brengen.
door Frans van den Berg
De Abortus Bang werd dit jaar ontdekt
bij de maandelijkse controle van de
melktanks. Daarna bleek uit bloedproe
ven dat het vee inderdaad ziek was. Alle
dieren werden afgemaakt en de boerde
rij aan de Menneweg werd ontsmet. Tot
op de dag van vandaag is de oorzaak van
de besmetting niet gevonden. "Het is me
heel wat waard om dat te weten, maar de
deskundigen'hebben niets kunnen ont
dekken. Echt een raadsel, zeker omdat ik
al jaren geen vee aankoop. Juist om ziek
tes buiten de deur te houden, fokken we
op het eigen bedrijf', onderstreept Van
der Plas.
Nog altijd ziet de boer het afmaken van
het vee niet als een enorme ramp. "Er
kunnen ergere dingen gebeuren. Daar
naast hebben we een redelijke vergoe
ding gekregen voor het vee. Je hebt al
leen geen inkomen omdat er geen melk
produktie is. Maar we hebben van de
nood een deugd gemaakt en zijn acht da
gen naar Joegoslavië op vakantie ge
weest. Dan kun je alle problemen even
van je af zetten".
Van der Plas heeft zich alleen behoor
lijk verkeken op het aanschaffen van
nieuw vee. In mei dacht hij binnen vier
weken nieuwe koeien te hebben. De oor
spronkelijke veestapel bestond uit 38
melkkoeien en 22 stuks 'jong vee'. In
middels staan in de stal 35 melkkoeien.
Het aanschaffen van jonge dieren bleek
helemaal duur te zijn, zodat hij daarvan
heeft afgezien. Met fokken wordt de
schare koeien de komende jaren uitge
breid.
Te duur
"Het valt niet mee goede koeien te ko
pen. Boeren die vee verkopen, doen al
tijd de minst goede dieren van de hand of
je moet ontzettend veel betalen", stelt
Van der Plas vast. Twee kopers zijn in
mei voor hem op pad gegaan. Daarbij
werden boeren en veemarkten bezocht.
Uiteindelijk brachten zij 28 melkkoeien
naar Sassenheim. "Geen slecht woord
over de kopers, maar een perfecte veesta
pel is het niet. Ik vrees dat ik op termijn
toch zeker tien koeien weer van de hand
doe". De 'gebreken' aan de dieren lopen
uiteen van een te lage produktie tot ont
stekingen aan de spenen.
Zelf wist Van der Plas onlangs nog ze
ven koeien aan te kopen van een boer uit
de omgeving die wil stoppen met zijn be
drijf. "Zo draait de melkproduktie in
middels weer goed. Juist omdat we toch
al gebonden zijn aan een vastgestelde
wordt bepaald door de markt. Subsidies
komen er niet aan te pas".
Op bescheiden schaal is hij al begonnen
met 45 schapen. Dat aantal wil hij de ko
mende jaren uitbreiden tot 80. "Dan is
wel een grote stal nodig, waar de schapen
hun lammeren werpen en enkele dagen
verblijven. Zonder zo'n stal met aparte
hokken verlies je te veel lammeren na de
geboorte". De uitbreiding van de boerde
rij met een schapenschuur en een silo
voor de opslag van koeienmest zijn opge
nomen in het bestemmingsplan lande
lijk gebied. De kooiker van de nabijgele
gen eendenkooi heeft daar echter be
zwaar tegen, net als de tegen de bouw
van een station aan de Schiphollijn bij
Sassenheim.
Van der Plas (raadslid voor het CDA in
Sassenheim) verwacht uiteindelijk toch
een bouwvergunning te krijgen, omdat
naar zijn mening de gebouwen de rust in
de eendenkooi niet verstoren. Hij zegt
bovendien zelf meer schade te ondervin
den van het kooirecht dan andersom.
"Omdat er niet mag worden gejaagd zit
ten de weilanden vol met hazen, konij
nen en eenden. Die vernielen de weilan
den en eten het voedsel voor de schapen
en koeien op. Jagers zouden de eenden
uit de kooi houden, terwijl ze in de kooi
worden gevangen en afgemaakt. Het
kooirecht is achterhaald".
Boer Th. G. van der Plas in de inmiddels weer redelijk volle stal.
(foto Wim Dijkman)