'Verkeerde weg vaak interessanter'
'Aan het eind van mijn arbeid, is er slechts stof
Bezield concert 'Con Amore'
Weinig verrassingen
Professor Kees Fens (60) aan vooravond toekenning P.C. Hooftprijs
BOY EDGARPRIJS
WOENSDAG 27 DECEMBER 1989
'Iedere kerkganger werd
Een dezer dagen las ik in deze
krant iets over het verschijnsel
'Godsverduistering in deze tijd'.
In de periode rond Kerst zou je
toch gaan twijfelen aan deze stel
ling. Afgeladen volle kerken
overal in 't land luisteren met, na
tuurlijk in de eerste plaats een ge
voel van nostalgie, maar toch ook
met een zekere eerbiedd naar de
muzikale boodschap over de ge
boorte van een mens 'zoals jij,
maar toch anders'.
Ook in de Pieterskerk hing za
terdag in hoge mate de kerstsfeer,
met een levensgrote kerststal en
een boom met z'n top tot in de he
mel, een in feestelijk zwart flu
weel gestoken koor 'Con Amore'
onder leiding van Piet Kiel, en het
amateurorkest 'Toonkunst' onder
aanvoeringvan Bas Prinsen.
Rond alle pilaren flakkerden tien
tallen waxinelichtjes, en met de
geur van koffie en Glühwein op
de achtergrond zetten koor en or
kest het 'Komt allen tezamen' in.
Het koor had aanvankelijk wat
moeite met de ruimte en de wat
'platte' opstelling, waardoor voor
al de sopranen wat schel en wei
nig homogeen zongen. Later in
'Hallelujah' uit 'Messiah' van
Handel toonde het koor zich een
hechte eenheid, die in staat is ho-
in een koorlid
mogeen, zuiver, heel licht en ex
travert te zingen.
Onder de inspirerende leiding
van Bas Prinsen begeleidde het
Toonkunst Orkest overtuigend.
De strijkerssektie is goed verte
genwoordigd met veel violen en
celli; ze speelden meestal zuiver
en in een vlot tempo, aangevoerd
door een zieke maar toch uitste
kend en alert spelende concert
meester.
Wat direct opviel bij Prinsen
was zijn enthousiaste dirigeren
naar het publiek toe bij de samen
zang. Bij het 'Gloria in excelsis
Deo' werd er zo goed en stralend
gezongen dat iedere kerkganger
omgetoverd werd in een koorlid.
Dit lijkt mij een van de belang
rijkste aspecten van een concert
met samenzang.
Een verademing was de rustige
heldere stem van de heer A.J.
Kret (ass. secretaris van de Stich
ting Pieterskerk); zonder enige
declamatie-drang maar welover
wogen las hij het kerstverhaal en
een romantische maar goede ver
telling van Selma Lagerlöf voor.
Tot slot iets over de sopraan
solo 'Exsultate Jubilate' van Mo
zart gezongen door Ellen Buijser.
Zij bracht dit werk met haar vi
bratie-loze heldere stem eenvou
dig, zonder veel pretenties. Dit
geeft veel goeds, maar daardoor
werden sommige strofen als 'Tu
nobis pacem dona' wat weinig be
zield gezongen.
Al met al een goed initiatief van
de Stichting Pieterskerk Leiden.
LIDY VAN DER SPEK
Leidse Cantorij in Hooglandse Kerk
Advents Concert door de Leidse Cantorij
met Engelse Christmas Carols o.l.v. Joop
Brons: cantor-organist en Hans Brons: as
sistent koorleider. Medewerking verleenden
Rachel Ann Morgan: mezzo sopraan en
Malcolm Morton: trompet. Gehoord op 23
december in de Hooglandse Kerk.
LEIDEN - Voor veel mensen is
het jaarlijkse advents concert van
de Leidse Cantorij een stemmige
opwarming voor de feestdagen.
Lang vóór het begin van het con
cert is een groot deel van de plaat
sen al bezet door goed ingepakte
liefhebbers. Liefhebber moet je
wel zijn, want ondanks de straal-
kachels begint de kilte in de kerk
langzamerhand toch aan je te
knagen. En dan is anderhalf uur
wel weer lang.
In vergelijking met kerstcon
certen van andere koren was de
viering van de Cantorij dit jaar
wel érg stemmig en ingetogen.
Het had meer weg van een kerke
lijke bijeenkomst. Dat lag aan
verschillende dingen. Het pro
gramma bevatte veel Engelse Ca
rols, die wel mooi en vloeiend ge
zongen werden, maar toch alle
maal teveel in dezelfde sfeer ble
ven hangen. Het contrast in de
verschillende liedjes kwam mini
maal tot uiting. Veel van hetzelf
de. De vier Nederlandse kerstlie
deren in een bewerking van Joop
Brons dateerden uit de tijd van#
het orgel waarop ze begeleid wer
den, uit de zeventiende eeuw.
Tussen het vele Engels door is het
aangenaam om ook Nederlands
te horen, zelfs als het niet meer de
taal is zoals wij hem spreken.
Toch bood ook deze muziek geen
verrassend nieuwe klanken.
Verrassend was zeker de stem
van Rachel Ann'Morgan die zich
zelf begeleidde op de harp. Ze
had een krachtige stijl van zingen
en een stem die, zelfs bij het zin
gen van Christmas Carols, rijk ge
schakeerd was en als het ware uit
zicht bood op allerlei aspetten
van het muzikale landschap. Ook
het spel van de trompettist Mal
colm Morton bood een welkome
klankschakering bij het zang- en
orgelspel. Maar het beste wat je
kan overkomen na al dat luisteren
op zo'n avond is de samenzang.
Met stemmen die wel uit hun kooi
losgebroken leken, zong de kerk
de laatste liederen mee. Alsof ein
delijk de teugels vrij werden gela
ten, konden we voluit zingend de
kerstdagen beginnen.
MONICA SCHIKS
Ierse 'balling' Samuel Beckett (83) in Parijs overleden
PARIJS (AP/REUTER) De
Ierse schrijver Samuel Bec
kett is afgelopen vrijdag in
Parijs op 83-jarige leeftijd
overleden. Becketts uitgever
Jerome Linden heeft dit be
kendgemaakt. De schrijver is
overleden aan ademhalings
stoornissen. Beckett, de au
teur van onder andere 'En at-
tentdant Godot' ('Wachten op
Godot'), is gisteren tijdens een
besloten plechtigheid begra
ven op de begraafplaats van
Montparnasse in Parijs.
De schrijver werd naar eigen zeg
gen op Goede Vrijdag 13 april 1906
geboren in Dublin. Volgens zijn bio
graaf Deirdre Bair is hij echter ei
genlijk een maand eerder geboren,
maar heeft hij zijn geboortedatum
zelf naar Goede Vrijdag verscho
ven, als een symbolische onderstre
ping van zijn eigen pessimistische
levenshouding.
Hij groeide op in een protestants
milieu in de gegoede middenklasse
in Dublin, een jeugd die hij zelf
doorgaans 'gelukkig' noemde, hoe
wel hij ook heeft gezegd dat hij zich
altijd eenzaam heeft gevoeld.
Na zijn studie moderne talen in
Dublin ging hij in 1928 Engels doce
ren aan de prestigieuze Ecole Nor
male Superieure in Parijs. Het was
tijdens dat eerste verblijf in Parijs
dat hij een andere Ierse balling, Ja
mes Joyce, ontmoette, wiens werk
een diepe invloed op hem zou heb
ben. Zelf zegt Beckett over Joyce
dat deze hem had bewust gemaakt
van de betekenis van het begrip 'ar
tistieke integriteit'.
Na de dood van zijn vader in 1933
vroeg zijn moeder hem zijn literaire
ambities te laten varen, en naar huis
terug te keren om een normaal be
roep te gaan uitoefenen. Juist om
aan zijn moeder en het verstikken
de milieu in Dublin te ontsnappen
nam Beckett echter in 1937 het be
sluit om zich definitief in Parijs te
vestigen.
De roman 'Mercier en Camier',
die al in 1946 werd voltooid maar
pas bekendheid kreeg toen Beckett
het werk in 1970 in het Frans ver
taalde, heeft als thema de vrijwillige
ballingschap, en is volgens velen
een expressie van de schrijver van
zijn schuldgevoel en verdriet over
het feit dat hij zijn vaderland moest
verlaten om artistieke vrijheid te
vinden. Ofschoon zijn beslissing
om - zich in Frankrijk te vestigen
kwam op een moment dat de poli
tieke spanningen in Europa steeds
verder opliepen, zei hij over Zijn ver-
trëk:"Ik geef de voorkeur aan
Frankrijk in oorlog boven Ierland in
vrede."
Neergestoken
In 1938 werd Beckett tijdens een
straatruzie in Parijs neergestoken,
en raakte zwaar gewond. Een jonge
pianiste, Suzanne Deschevaux-Du-
mesnil, die voorbij fietste, ontferm
de zich over hem en zorgde dat hij in
een ziekenhuis werd opgenomen.
De zes jaar oudere vrouw werd zijn
levensgezellin, en in 1961 trouwde
hij in het geheim met haar. Het echt
paar kreeg geen kinderen.
Tijdens de oorlog waren Beckett
en zijn vrouw actief in het Franse
verzet, waarvoor hij in 1945 uit han
den van generaal De Gaulle het
Croix de Guerre met gouden ster
kreeg. Later zei hij over die periode
dat hij niet in het verzet was gegaan
om Frankrijk te helpen, maar "om
de Duitsers te bestrijden die het le
ven van mijn vrienden tot een hel
maakten."
Tijdens de oorlog begon Beckett
in het Frans te schrijven. Veel vari
zijn meest bekende werken, zoals
'Wachten op Godot' schreef hij in
het Frans. Pas na de dood van zijn
moeder in 1950 publiceerde hij weer
in het Engels. Tot het succes van
'Wachten op Godot' was het werk
van Beckett, mede door de diep-
pessimistische, absurdistische - en
moeilijk toegankelijke stijl, alleen
bekend bij een kleine kring van in
tellectuelen. Een toneelstuk van
Beckett is meestal erg beknopt, al
leen het hoognodige zit erin, franje
is weggelaten. Een van zijn stuk
ken, 'Adem', duurt maar 35 secon
den en bestaat slechts uit het geluid
van ademen en licht. "Aan het eind
van mijn arbeid is er slechts stof',
zo zei de Ierse schrijver eens.
Door het overweldigende succes
van Wachten op Godot werd de aan
dacht gevestigd op Becketts eerder
trilogie 'Molloy', 'Malone Dies' en
'The Unnamable'. In al deze romans
behandelt Beckett het thema van
het wanhopige bestaan aan de rand
van de maatschappij.
Ook later werk van Beckett bleef
zwartgallig van aard, zei het soms
doorspekt met wrange humor. Hij
noemde zichzelf eens "gedoemd om
het puin van mijn leven op te gra
ven, en iedere keer opnieuw uit te
kotsen". "Optimisme is «niet mijn
stijl. Ik zal altijd gedeprimeerd zijn,
maar wat me troost is het besef dat
ik deze donkere kant nu kan aan
vaarden als de overheersende zijde
van mijn persoonlijkheid," zei hij
bij een andere gelegenheid.
In 1969 kreeg Beckett de Nobel
prijs voor Literatuur, die hij, afkerig
van publiciteit en interviews als hij
was, in ontvangst liet nemen door
zijri uitgever, terwijl hij zelf was on
dergedoken in Tunesië om aan de
belangstelling te ontsnappen. Een
ander blijk van zijn afkeer van pu
bliciteit was dat hij als een van de
weinige Franstalige schrijvers nooit
is opgetreden in het populaire lite
raire televisieprogramma 'Apostro
phes' van Bernard Pivot.
Als regisseur had Beckett de re
putatie dat hij erop stond dat de re
gie-aanwijzingen van zijn stukken
stipt werden nageleefd, en hij was
in staat om een juridische procedu
re aan te spannen tegen gezelschap
pen die naar zijn zin te vrij met zijn
werk omsprongen. Becketts vrouw
Suzanne overleed op 17 juli van dit
jaar op 89-jarige leeftijd.
NIJMEGEN 'Als ik het
wezen van lezen en schrij
ven zou kunnen definiëren,
zou ik verder uitgeschre
ven zijn. Bij alles wat ik
met literatuur doe ga ik uit
van een volstrekte schei
ding tussen de lezer en de
tekst. Lezen is een poging
die scheiding op te heffen.
Daartoe moet de lezer al
het materiaal dat de tekst
hem levert gebruiken en
dat zal waarschijnlijk veel
meer zijn dan de schrijver
zelf in zijn tekst aanwezig
acht".
Volgens P.C. Hooftprijs-
winnaar Kees Fens is het
leesproces bij een tekst die
de moeite waard is in feite
nooit voltooid.
door
Dirk Willem Rosie
"Een tekst kan zich telkens op een
nieuwe manier aan jevoordoen,
met facetten die je eerder niet hebt
gezien. Dat geldt voor het omgaan
met literatuur door alle eeuwen
heen. Ik heb het wel eens zo gefor
muleerd: in de Aeneis van Vergilius
zit óók alles uit de literatuur erna
gepropt, niet alleen wat er aan com
mentaar op gegeven is, maar ook
wat er naar het voorbeeld van de
Aeneis gemaakt is. Dat boek wordt
dus steeds omvangrijker, het wordt
ook steeds anders gelezen. We zul
len alleen nooit meer kunnen ach
terhalen hoe de tijdgenoten van
Vergilius het lazen".
"Ik heb altijd de secundaire rol
van de lezer benadrukt; hij komt
pas in actie als er een tekst is. Het
initiatief ligt bij de schrijver, dan
volgt pas de lezer. En of dat nu een
officiële lezer is, dat wil zeggen een
lezer die tot taak heeft over het gele-
zene te schrijven, of een gewone le
zer, daar wil ik geen groot onder
scheid tussen maken. De officiële
lezer is één van de vele lezers, hij
krijgt er alleen als één van de weini-
gen het woord over".
In de wetenschappelijke weréld
is Fens stellig de meest authentieke
denker. Dat is voor een groot deel te
danken aan de langdurige en harde
leerschool van de praktijk (Fens
heeft zelf geen academische oplei
ding genoten) die aan zijn professo
raat vooraf ging. Een sociale kwes
tie was er de oorzaak van dat Fens
na de middelbare school niet naar
de universiteit kon. "In 1948 was ik
18 jaar. Die tijd was zoveel harder
voor mensen die geen inkomen
hebben. Ook voor leerlingen waar
van de leraren zeiden 'Die moest ei
genlijk klassieke talen gaan stude
ren' was er dan geen mogelijkheid
om te studeren. Nou lijkt dit alle
maal vreselijk zielig, maar dat is het
niet. In het auto-didactisme zit iets
heel aardigs. Je kunt het vergelij-
kenrnet het rijden naar een bepaald
punt zonder kaart. Je maakt voort
durend omwegen, waarbij je dingen
ontdekt die degene die de weg kent
niet ziet. Als ik terugkijk heb ik het
meeste te danken aan de verkeerde
wegen die ik ingeslagen ben".
Fens is authentiek, buitenstaan
der, maar ook een brug tussen we
tenschap en kritiek. "Ja, dat hoopje
dan maar. Ik ben de veronderstel
ling toegedaan dat iemand die heel
goed nadenkt over wat er gebeurt
bij het lezen en over wat een tekst is
etcetera vanzelf dingen ontdekt die
in de literatuurwetenschap ge
meengoed zijn of zullen worden. Al
leen, degene die het zelf ontdekt,
vindt er een minder ingewikkelde
verwoording voor dan degene die
het binnen het wetenschappelijke
kader krijgt aangeboden".
Instinct
"Alle wetenschap daar gelaten, het
beoordelen van een boek dat giste
ren is verschenen en daar een drage
lijk stuk over schrijven, dat vereist
toch zo'n 40 tot 50 procent intuïtie,
instinct zelfs. En dan heb ik het nog
niet over het feit dat je tussen van
daag en morgen een stuk moet
schrijven dat journalistiek goed in
elkaar zit. Dat is een combinatie van
vaardigheden die niet bij zo ver
schrikkelijk veel mensen voor
komt. Iedereen kan één keer in de
twee maanden een goed stuk schrij
ven. Maar niet iedereen kan iedere
week een goed stuk schrijven".
Toen Fens eind 1977 stopte met
het recenseren van Nederlandse li
teratuur, kreeg hij van de hoofdre
dacteur van De Volkskrant zes we
ken de tijd om aan een wekelijkse
rubriek vorm en inhoud te geven.
"Die rubriek heeft zich geleidelijk
aan enigszins in een essayistische
richting ontwikkeld", aldus Fens.
"Maar ik zou mijzelf nooit een es
sayist in de strikte zin noemen. Ik
geloof niet dat ik kan ontkennen dat
ik beschouwend proza schrijf en
daarvoor is mij ook die prijs toege
kend. Maar ik heb niet over' zo heel
veel verschillende terreinen interes
sante dingen te melden. Dat type,
dat al schrijvend over vele levensge
bieden tot verwoordingen van in
zichten tracht te komen, dat is zo
langzamerhand in Nederland zeld
zaam geworden. Degenen die daar
toe het vermogen hebben, worden
tegenwoordig al heel snel door dag
en weekbladen ingepakt. Die beta
len beter".
Gerechtigheid
In zijn rubriek pleegt Fens, zoals hij
het zelf noemt, 'daden van gerech
tigheid', door aandacht te schenken
aan zaken die anders ongenoemd
zouden blijven. "Zoals die anecdote
van de burgemeester van Bergen,
die op een avond bij Roland Holst
op bezoek komt. Roland Holst, in
middels 87 jaar oud, zit Albert Ver-
wey te lezen. 'Zo', zegt de burge
meester, 'zitje Albert Verwey te le
zen?' 'Ja', zegt Roland Holst, 'er
Haks voorzitter Ned. Filmdagen
UTRECHT (GPD) - Rinus Haks zal Wim Verstappen opvolgen als voorzit
ter van de Stichting Nederlandse Filmdagen. Dit is vrijdag besloten tij
dens een vergadering van het algemeen bestuur. Een maand geleden had
dit college al het dagelijks bestuur weggestemd met als voornaamste ver
wijt het eigenmachtig en onzorgvuldig optreden van Wim Verstappen en
mede-bestuurslid Matthijs van Heijningen in zake de directeursbenoe
ming van Johan Schulmeijer.
Rinus Haks is voormalig lid van de CPN-fractie in de Provinciale Staten
van Noordholland. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld bij het samen
voegingsproces van de noordelijke orkesten. Hij is momenteel bestuurslid
van het Fonds voor de Nederlandse film, voorzitter van het Nederlands In
stituut voor Dans en van de Theatercombinatie BelleuvierNieuwe De la
Mar. Hij is bovendien vice-voorzitter van de Federatie van Kunstenaars
verenigingen.
Professor Kees Fens over zijn belangstelling voor de angélsaksische lite
ratuur: Engels was de taal van de overzijde, waar men vrij was. Het klonk
mij als muziek in de oren". (foto anp>
'moet toch één persoon in Neder- Frits van der Meer, in 1962 ook al
land zijn, die vanavond Albert Ver- winnaar van de PC Hooftprijs. Uit
wey leest'". elke regel van de inleiding die Fens
Professor Fens heeft geen univer- schreef voor Van der Meer's bloem-
sitaire leermeesters gehad; de zijne lezing" 'Het toneel is in de hemel'
zaten in boeken verborgen. Een blijkt bewondering. Fens: "Vanaf
groot voorbeeld was en is de Nij- mijn 17-de jaar heeft het werk van
meegse priester en kunsthistoricus Van der Meer, en dan met name zijn
Catechismus en zijn boek over Au-
gustinus, een grote, beslissende in
vloed gehad. Er ging een wereld
voor mij open die ik alleen maar
kende via dorre, apologetische,
vaak domme boeken. Van der Meer
.schrijft alsof hij persoonlijk bij het
concilie van Nicaea (anno 325) ge
weest is. Ik vermoed ook wel dat hij
in het hiernamaals door Augusti-
nus, Gregorius de Grote en Bene-
dictus begroet zal worden als een
soort tijdgenoot. Het feit dat Van
der Meer geen erkenning in brede
kring heeft ondervonden hangt sa
men met de bekrompen, haast pro
vinciale reactie die er in Nederland-
loskomt zodra iets met het geloof te
maken heeft. In Nederland is de
waardering nog erg zuilsgewijze be
paald".
"Nu moet u niet denken dat ik de
godganselijke dag bezig ben met de
christelijke traditie. Ik heb ook wel
eens een boekje over sport gemaakt
en dat past natuurlijk in geen enke
le traditie. Sport betekent niks, dat
is nou juist het aardige ervan. Het
gaat ook nergens over. Het is na an
derhalf uur afgelopen en dan ben je
het een half uur later vergeten. Ten
zij je een verkeerd soort supporter
bent. Als ik uit dit interview naar
buiten kom als iemand die de hele
dag naar Gregoriaans luistert en de
kerkvaders leest, dan ontstaat er
toch een verkeerd beeld. Ik doceer
dus moderne Nederlandse letter
kunde".
Gesteld dat Fens 'gewoon' had
kunnen gaan studeren, was hij dan
bijvoorbeeld niet in de angelsaksi-
sche literatuur verzeild geraakt?
"Dat had gekund. Hoewel, dat
hangt samen met mijn liefde voor
Engeland en die gaat weer terug op
de oorlog. Als ik naar de BBC-radio
luister, krijg ik nu nog een kick. Ik
heb in mijn dagelijkse leven de
scheiding tussen Duits en Engels
nooit meer ongedaan kunnen ma
ken. Engels was de taal van de over
zijde, waar men vrij was. Het klonk
mij als muziek in de oren. Toen ik
na de oorlog voor de eerste keer in
Londen kwam, dacht ik: 'Verdomd,
het klopt helemaal'. Het was precies
zoals ik het mij had voorgesteld. En
toen was ik eigenlijk thuis'".
AMSTERDAM - Saxofonist/klarinettist Ab Baars rechtsheeftzaterdag uit handenvan miSsteïïfedyd5rL„-
na (WVC) de Boy Edgarprijs ontvangen, de belangrijkste Nederlandse onderscheiding op het gebied van de jazz
en de geïmproviseerde muziek. (foto ANP)