De nieuwe trend: religieus winkelen 'Vroeger zei men: ken niet bestaat niet GÓDSBELEVING Kerken beleven een tijd van 'Godsverduistering' NET 20 OUD ALS DEZE EEUW PAGINA 48 KEKSTBIJLAGE LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD 1989 ZATERDAG 23 DECEMBER 1989 De rol van de kerken in Nederland, het spreekwoordelijke domineeslandje, is definitief uitgespeeld. De kerkverlating heeft zich in de jaren tachtig krachtig doorgezet. En over hoe het nu verder moet, lijken de zittenblijvers in de steeds kleiner wordende grote kerken het meer oneens dan ooit. Zijn velen nu godloos, het besef dat er meer moet zijn tussen hemel en aarde is alom aanwezig. Voor velen biedt de 'New Age', de nieuwe tijd, uitkomst: religieus winkelen. door Wim Schrijver 'Godsverduistering'. Dat is de aandui ding die de kerken, met dank aan be denker prof. dr. H. Berkhof, de laatste jaren gebruiken wanneer bedoeld wordt dat de ontkerkelijking in ons land zeer ingrijpend heeft toegeslagen. Wat populairder gezegd: het christen dom. dat eeuwenlang van grote invloed was op heel de maatschappij, is naar de marge van diezelfde maatschappij te ruggedrongen. In het afgelopen decennium werd naar schatting elke maand een kerkge bouw gesloten. Vooral in de steden was de slopershamer druk doende om ooit trots naar de hemel wijzende godshui zen met de aarde gelijk te maken. Een zoveelste voorbeeld daarvan deed zich vorige maand in Amsterdam-west voor, waar gelovigen exact 25 jaar na de bouw meemaakten hoe hun kerk de deuren definitief moest sluiten. Het ontkerkelijkingsproces, dat zich sinds de jaren zestig manifesteert, zet zich volgens godsdienstsociologen de laatste jaren zelfs versneld voort. Wan neer het verschil in procenten van de bevolking van een onderzoek uit 1979 wordt afgezet tegen de cijfers van 1988. dan is commentaar overbodig: rooms- katholiek (31 tegen 25.6 procent), Ne derlands-hervormd (15 tegen 12.4), ge reformeerd (van 10 naar 6.6 procent). Volgens cijfers van het Kaski, insti tuut voor sociaal-wetenschappelijk on derzoek, staan er nog steeds maar liefst zo'n 5,5 miljoen vaderlanders te boek als lid van de Rooms-Katholieke Kerk. Maar. aldus het Kaski, regelmatig naar de mis gaat niet veel meer dan een klei ne 16 procent van dit totaal. En daar mee is het aantal meelevende rooms- katholieke gelovigen opnieuw gedaald. Ook het priesterbestand dunde verder uit. Conservatieven De Nederlandse Hervormde Kerk kampt met een jaarlijkse daling van twee procent. Bovendien is er sprake van enorme vergrijzing (tweederde van de belijdende leden is ouder dan 55 jaar). Het is in deze voormalige volks kerk waar de nota 'Kerk-zijn in een tijd van Godsverduistering' verscheen. Een heroriëntatie is nodig, zo adviseerde de centrale beleidsstaf vorig jaar, zowel met het oog op de financiën als jde te ruggang in ledental. Het derde kerkverband in grootte, de Gereformeerde Kerken in Nederland, maakt pas sinds dit decennium een da ling in de bestanden mee. Een terug gang die zich krachtig voortzet. Vorig jaar verloren de gereformeerden, nu nog geen 800.000 meer in totaal, alleen al tienduizend leden. Uit een prognose blijkt dat de kerk binnen vijftien jaar een daling van 25 procent in de inkom sten tegemoet kan zien. Boze tongen beweren dat 'Samen op Weg', het fusieproces van hervormden en gereformeerden, vooral daar een succes is waar beide kerken te klein zijn geworden om ieder voor zich een dominee te betalen. Feit is dat dit pro ces, waarbinnen de twee kerken alweer een paar jaar 'in staat van hereniging' verkeren, verder uiterst moeizaam ver loopt. De gereformeerde synode-voor zitter, ds. Evert Overeem, sprak in dat verband in 1988 van een "midlife-cri- Maar zoals ook uit een onderzoek in de Verenigde Staten bleek: terwijl de grote kerken schrikbarend achteruit hollen, groeien de kleinere, conserva tieve kerkgenootschappen. De behou dende gereformeerde kerkverbanden in ons land, met in totaal 700.000 leden, maken in sommige gevallen zelfs nog steeds een lichte stijging mee. vooral dank zij het relatief hoge geboortencij- fer. Reservaten De evangelicale beweging, die volgens de tien jaar oude Evangelische Allian tie een emancipatieproces doormaakt, groeit ook. Dat heeft allereerst te ma ken met de sterke nadruk op evangeli satie, waarvan de 'Er is Hoop'-campag- ne uit 1982 het omvangrijkste voor beeld is. Maar, zo bleek deze zomer op een internationaal congres in Utrecht over de pinksterbeweging, de groei al daar is voor driekwart te verklaren door een instroom vanuit de grote kerken. Maar ondanks dergelijke ontwikke lingen en het feit dat er naar schatting nog steeds zo'n 2,5 miljoen mensen re gelmatig een kerkdienst bezoeken, is de maatschappelijke rol van de kerken - volgens mensen die het weten kunnen - nu definitief uitgespeeld. Na eeuwen lang van invloed te zijn geweest op de regels en structuren in de samenleving, is het bankroet van de christelijke godsdienst het afgelopen decennium overduidelijk geworden. Juist vorige maand woonde een zwa re vertegenwoordiging van de kerkelij ke top in ons land de conferentie 'Bood schap aan de Boodschap' bij. Dit con gres vond plaats ter gelegenheid van de opening van het Willibrord-jaar, waarin wordt herdacht dat de man die het Evangelie naar de lage landen bracht 1250 jaar geleden stierf. De treurige ba lans, zo veel jaren na dato, werd aldaar voorzichtig opgemaakt. Prof. dr. E. Henau uit Heerlen zei het zo: "In het collectieve bewustzijn nes telt zich nu definitief de overtuiging dat de godsdienst een privé-zaak is en meer nog dat godsdienst maatschappelijk volkomen irrelevant is". De gelovigen zelf kunnen nog maar zeer beperkt via de media "de indruk krijgen dat zij niet in reservaten thuis horen", zo schetste de hoogleraar wat wrang. Polarisatie De kerken in Nederland hebben na het inzetten van de ontkerkelijking te wei nig oog gehad voor de sluimerende reli giositeit die bij het volk aanwezig bleef. De oorzaak hiervan ligt volgens Henau in "de onvoorstelbaar grote polarisa tie" in ons landje. Dit maakt het "pro gressieven onmogelijk zich te interes seren voor thema's die door conserva tieven gemonopoliseerd worden. Men is als de duivel zo bang door de andere groep geannexeerd te worden". De godsdienst-socioloog prof. dr. G. Dekker van de Vrije Universiteit uit Amsterdam, die eveneens aan de ge noemde conferentie meewerkte, vindt het een "typisch Nederlands verschijn sel" dat mensen massaal zo definitief met de kerk breken. In de ons omrin gende landen blijven de meeste men sen wel lid van een kerk, ook al voelen ze zich er minder bij betrokken. Dat heeft er volgens Dekker mee te maken dat ons domineeslandje geen echte volkskerk kent. Het is een misvatting, zo meent Dek ker, de geringere invloed van de kerken te verbinden met de teruggang in le dental. Nee, de oorzaak ligt volgens hem in wat zo mooi de 'privatisering van de godsdienst' heet. Het ligt voor de hand dat de kerken zich in die stroom ook meer op het persoonlijke le ven van de gelovigen gaan concentre ren. Het gevolg is dan een veel zwakke re invloed op de 'rest' van de samenle ving. De pluraliteit die in de maatschappij valt te signaleren, houdt ook niet op bij de kerkmuren. Dat is er de reden van, aldus Dekker, dat de leden van vooral de grote kerken steeds minder gemeen schappelijks met elkaar hebben. En wat er nog bindt, zo gaat hij voort in zijn sombere analyse, is te algemeen en te abstract om van een werkelijk gemeen schappelijke houding tegenover het le ven en het samenleven te kunnen spre ken. Schizofrenie En, inderdaad, de grote kerken hadden de afgelopen jaren met een toenemen de polarisatie te kampen. Zo zag prof. dr. K. van Kessel dit jaar bij zijn af scheid in Utrecht in de RK Kerk een "kerksplijtende schizofrenie". Zij die trouw zijn aan het Vaticaan en zijn bis schoppen, zitten bepaald niet op dezelf de lijn als de mensen die zich herken nen in de Acht Mei Beweging, een 'staartje' van het matig ontvangen pausbezoek in 1984. Ook de hervormden en gereformeer den hebben met verschillende vleugels te maken, die zich in hun eigen stellin gen hebben ingegraven. Het recente tu mult in de hervormde synode over tuchtmaatregelen tegen homoseksue len maakt duidelijk hoe scherp de te genstellingen tussen het rechter- en lin kerkamp zijn. En ook in het gerefor meerde huis is een dergelijke verdeeld heid te bespeuren. Als Dekker wordt tegengeworpen dat er juist in de laatste jaren sprake is van een toenemend politiek engage ment van de kerken, merkt hij op dat dat nog maar de vraag is. "In ieder ge val", aldus de godsdienst-socioloog, "was de betrokkenheid vroeger meer vanzelfsprekend, maar nu moet die meer bevochten worden. En dat valt nu eenmaal op". Bovendien is er een verschil tussen wat de kerkleiding wil en wat er leeft bij de 'gewone' leden. Dat blijkt duide lijk uit het conciliair proces van gerech tigheid, vrede en behoud van de schep ping. Dit initiatief van de Wereldraad van Kerken uit 1985 is door de Neder landse Raad van Kerken enthousiast opgepakt, maar of de thema's geland zijn in de brede kerkgemeenschap is maar de vraag. Met een jeugdige twinkeling in zijn be jaarde ogen vertelt hij over zijn eerste uitstapje naar Parijs. In 1937 ging hij met een ploeg timmerlieden werken aan de wereldtentoonstelling in de Franse hoofdstad en hij verhaalt met smaak over de avonturen die hij en zijn maten daar beleefden in de vrije week einden. "We hebben er alles gezien, me neer", zegt-ie met een veelbetekenende knipoog, "en daar heb ik ook voor het eerst in een vliegtuig gezeten. Voor twaalfenee.nhalve gulden een rond vlucht gemaakt boven de stad. Prach tig was dat". Het was niet de enige trip die Leidenaar Martinus van der Poel ("in Parijs ken den ze toen al een vrije zaterdag") voor de oorlog maakte. Niet lang daarna moest hij ook nog eens een kerkorgel, dat hij in Den Haag had afgebroken, ei genhandig opbouwen in Zuid-Frank rijk. en in het eerste deel van deze eeuw was dat natuurlijk een hele onderne ming. Maar Van der Poel klaarde het karwei met vakmanschap. Kom daar "Noem je dat nog een vak dan. wat ze tegenwoordig doen", zegt hij smalend. Pas nog is er een stuk aangebouwd aan zijn huis aan.de Hoge Morsweg, omdat zijn dochter bij hem is komen inwonen nu zijn vrouw elders wordt verpleegd. "En nou zal ik je eens laten zien wat een echte timmerman hier heeft gedaan", wijst hij. "Dat is dus zo amateuristisch dat ik daar binnenkort de bijl in zet". Zelf zou hij het nog altijd beter kunnen met zijn lange ervaring op dat gebied. Als je maar beschikt over het juiste ge reedschap. "Maar als je tegenwoordig een timmerman tegenkomt heeft hij een aktentas bij zich met een zaag, een brok beitel en een brok schaaf. Dat is het dan. Vroeger kwam je op karwei met een hele kist en een gereedschaps bak". Vroeger komt nooit meer terug, maar hij kan er wel met enig recht naar ver wijzen nu hij meer dan 60 jaar aan de weg timmerde. "Van 1916 tot 1930 bij een baas en daarna ben ik voor mezelf begonnen. Net in de ergste crisisjaren, dus dat liep fout af. Ik moest de mensen die ik had aangenomen weer ontslaan en al mijn centen gingen op. Maar toen ik alleen verder ging is het me heel goed gegaan. Daarna ben ik nog 45 jaar lekker bezig geweest". Een aardig understatement, maar de moeilijkste tijden had hij toen ook al achter de rug. Zonder wrok kijkt hij nog verder om, naar het Spartaanse be gin. Naar zijn lagere schooltijd. "Mijn vader was melkboer hieraan de Hoge Morsweg, en in die tijd moest ik 's mor gens om half zes op. Driehonderd liter melk halen bij een boer op de Valken- burgse weg. Met een hondekar. Thuis mocht ik dan nog karn draaien voor ik naar school ging. En toen ik daar vanaf kwam moest ik aan het werk. Als krul lenjongen. Voor 75 cent in de week. Van zes uur 's morgens tot acht uur 's avonds, en op zaterdag de schoenen poetsen van de baas en zijn vrouw en brandhout hakken voor het fornuis/ Beulenwerk voor een jongen van twaalf, maar wat moest je?". Melkboer worden. Twee jaar lang nam hij de wijk waar. Voor zijn oom die eerst op herhaling ging en tijdens de Eerste Wereldoorlog gemobiliseerd werd; daarna kwam hij in het timmer vak terecht. "Ik weet nog dat ik in die jaren in Hillegom kwam te werken. De 'Bello', de tram van Leiden naar Haar lem die zo werd genoemd naar zijn au tomatische bel, deed daar uren over en daarom heb ik toen - in '20, '21 - al motor gereden". Zo was hij zijn tijd wel vaker vooruit in die jaren; tegenwoordig lijkt het of de tijd voor hem heeft stilgestaan. Je geeft hem nog geen 89 jaar. "Maar ik heb ook altijd goed te eten gehad en ik ging ook altijd goed gekleed", zegt hij bijna ver ontschuldigend. "Met roken ben ik 35 jaar geleden opgehouden, maar een borreltje heb ik altijd wel gedronken. Al dronk ik nooit allenig. Dat is gevaar lijk, want dan is er geen rem". Van der Poel zelf wist precies waar die rem zat en moest er tijdens zijn leven geregeld op trappen. In de crisisjaren bijvoorbeeld ("iedere week was alles op, je leefde van dag tot dag") en tijdens de Tweede Wereldoorlog. "Crimineel Door het verlies van hun monopoliepo sitie zijn de kerken afhankelijk gewor den van de wensen van hun leden, is de gewaagde stelling van Dekker. De ker ken zijn in ieder geval voorzichtiger in hun spreken geworden. Zo heeft de ge reformeerde synode vorig jaar het fel omstreden kruisrakettenbesluit (waar in kernwapens werden afgewezen) uit 1984 herroepen en ervoor gezorgd dat er slechts met de allergrootste meerder heid nieuwe 'getuigende' uitspraken gedaan kunnen worden. Hoezeer de betekenis van de kerken is teruggedrongen, blijkt volgens prof. Henau uit het feit dat de overheid be sloten heeft om de kerkelijke aanteke ning uit de bevolkingsregisters te ver wijderen. De scheiding van kerk en staat is in Nederland altijd al een hoog goed geweest, maar nu wordt de ker ken ook de laatste privileges ontno men. Daardoor wordt volgens Henau de 'marginalisering' van de godsdienst gesymboliseerd en zelfs beslecht. Op de valreep heeft het vorige kabi net nog een standpunt ingenomen over het eindrapport van de commissie Hirsch Ballin (genoemd naar de huidi ge minister van justitie), die criteria voor steunverlening aan kerk- en ande re religieuze genootschappen heeft op gesteld. In oktober benadrukte demis- sionair-minister Van Dijk tijdens een studiedag over de verhouding tussen kerk en staat dat de regering zeer terug houdend zal zijn in financiële steun aan de kerken. Alleen aan de geestelijke verzorging in militaire dienst, gevange nissen en dergelijke wil ze nog bijdra gen, evenals aan het onderhoud van monumentale gebouwen van de krim pende kerken. En daarnaast is 'enige steun' aan de gebedsruimten van mos lims en hindoes acceptabel, om zo de bestaande achterstand te verkleinen. Want om deze groeperingen kan men niet meer heen. Moskeeën Zijn er inmiddels al 120.000 hindoes en boeddhisten, het totale aantal moslims wordt al op 400.000 geschat. De grote groei van de jaren zeventig is overigens gestabiliseerd, en tegelijkertijd heeft de islam zich ook steeds nadrukkelij ker gemanifesteerd. Stonden er in 1975 nog vijf moskeeën in ons land, vorig jaar werden er 230 geteld. In 1988 open de ook de eerste echte islamitische ba sisschool haar deuren in Rotterdam. Een belangrijk besluit in de emanci patie van deze bevolkingsgroep was die van de Hoge Raad in 1986, toen de imam als geestelijke leider gelijkge steld werd aan de pastoor of dóminee. Het is overigens nog lang niet duidelijk welke plaats de islam in het komende decennium in ons land zal innemen. De groei van het fundamentalisme door de achterstandsituatie van veel moslims baart menigeen zorg. Daarentegen zien anderen weer lichtpuntjes in de relatief kleine schokgolf sedert de Rushdie-af faire. Hoe onmiskenbaar de positie ook is die met name de islamieten en hindoes in Nederland hebben verworven, de be koring die ervan uitgaat op de Neder landers zelf is zeer klein. Slechts enige duizendtallen hebben zich bij deze reli gies aangesloten. En de aantrekkings kracht van het boeddhisme is helemaal te verwaarlozen, hoewel ons land sinds juli een heuse Nederlandse boeddhisti sche monnik rijk is. 'Moreel vacuüm' Maar hoe staat het er met de gods dienstigheid van 'de rest' van de Neder landers voor? Met godsdienst worden dan alle levensbeschouwingen en waarden-oriëntaties bedoeld. En met 'de rest' moet dan gedacht worden aan het grootste deel van de bevolking, want het aantal vaderlanders dat zich zelf nog kerkelijk noemt is volgens een dit jaar gepubliceerd onderzoek van In nog aan toe, hoe een mens toen aan de kost kwam. Je moest je eten overal gaan halen. Zelfben ik trouwens ook een keer gehaald. Door een NSB-er die kwam vertellen dat ik te werk was ge steld in Noordwijk. Ik heb geroepen dat hij dp koorts kon krijgen en daar heeft hij nooit werk van durven ma ken". Van der Poel had zich al eens eerdér op glad ijs begeven. Twee jaar nadat hij in 1932 een eigen huis had betrokken aan de Hoge Morsweg ("Toen keek je van hieruit nog heel de wereld door") werd hij commissielid van de ijsvereniging Rijndijk-Mors die in 1929 was opge richt. Toevallig heeft hij net besloten zich maar niet meer herkiesbaar te stel len. "Het was zo'n beetje de enige sport die hier in die jaren werd bedreven. In deze hoek van de stad zaten veel tuin ders. Die lagen van 's morgens vijf tot 's avonds tien in de grond te wroeten. Voor sport was geen tijd, die mensen waren blij als het zondag was. Dan kon den ze een keer uitslapen". Tegenwoordig is het allemaal anders, constateert Van der Poel die zijn laatste klus op 75-jarige leeftijd deed. "Ik kan het niet, ik doe het niet, hoor ik heel vaak zeggen. Vroeger zeiden de men sen: ken niet bestaat niet. Je deed het gewoon. En je werkte, want van de steun moest je het niet hebben met die drie gulden per maknd. Ik ben ook blij Martinus van der Poel uit Leiden: "En dat allemaal dank zij deze twee handjes". (foto wim Dgkman) dat ik het zo heb gedaan. Wat hier staat, daar heeft geen mens wat over te zeg gen. En dat allemaal dank zij deze twee handjes". terView onder de befaamde grens van vijftig procent gezakt. De kerken zijn er niet gerust op waar velen dan wel hun waarden vandaan halen. Een zorg die gedeeld wordt door het Humanistisch Verbond. Deze orga nisatie telt dan maar zo'n 15.000 leden, maar men vermoedt namens een veel grotere groep mensen te kunnen spre ken. die hun zingeving uit het hier en nu halen. Toch, zo bleek onder meer bij de opening van de eigen universiteit dit jaar, zijn de humanisten bezorgd over een "moreel vacuum". Prof. dr. J. van Houten, rector van de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht een wereldprimeur overi gens sprak zelfs van "een groten deels gewetenloze samenleving". Voor een collectieve moraal is nauwelijks ruimte meer. In de maatschappij waar in het zoeken naar de zin van het be staan een achterhaald idee lijkt, is de mens de mens een rotzorg geworden, aldus de nieuwbakken rector. In de oosterse geloofsbewegmgen, die kwamen opzetten in de jaren zestig en die zich sterk manifesteerden in de jaren zeventig, wordt de zingeving nu nauwelijks meer gezocht. Dr. R. Kra nenborg, verbonden aan het instituut voor godsdienstwetenschap van de Vrije Universiteit in Amsterdam en met als specialisme alternatieve religio siteit, zette in 1982 in een boek de be langrijkste oosterse bewegingen op een rijtje. Hij beschreef onder andere de Bhag- wan-beweging, de Hara Krishna ge meenschap, transcedente meditatie, de healthy-happy-holy-organization, de divine light mission en de verenigings kerk. Zo'n boek zou Kranenborg nu nooit meer schrijven. "Die bewegingen zijn niet meer interessant. Ze zijn klei ner geworden en je hoort er niets meer van". De oorzaak? "De mensen hebben veel minder interesse voor een echte beweging, met een leider en lidmaat schap". Aquarius En daarmee stuiten we weer op het op- vallendste verschijnsel dat de jaren tachtig op het terrein van de religie hebben voortgebracht: velen hebben een soort winkel-mentaliteit ontwik keld: ik pik op wat ik interessant vind. Dat verklaart, aldus Kranenborg, de stormachtige groei van de zogenoemde 'groei-centra'. zoals 'Kosmos' in Am sterdam. "Je kunt aan allerlei dingen meedoen, maar je houdt wel je vrij heid". Al die centra staan vermeld in het sinds zes jaar verschijnende blad Koorddanser, en een optelsom leert dat er zeker een kleine vijfhonderd van der gelijke spirituele cursuscentra zijn te vinden. Het aanbod van dit Alternatief op de echte religieuze beweging is zeer gevarieerd. Zo maar een greep uit Koorddanser: creatieve ontspanning, okido yoga, astro voice (in gesprek met de sterren), zelf-healing, magie en seksuele energie. Hoe uiteenlopend de religieuze in vloeden ook zijn, sinds enkele jaren worden al deze verschijnselen aange duid met 'New Age'. Oftewel: de nieu we tijd, die nog moet aanbreken of reeds begonnen is, en in de dierenriem volgt op het tijperk van de vis (een oud christelijk symbool), dat 2000 jaar heeft geduurd Nu is de tijd rijp voor Aqua rius, de waterman, symbool van het holisme, de eenheid van lichaam en ziel, mens en natuur. Er is geen sprake van een echte be weging, vindt Kranenborg, maar er zijn wel gemeenschappelijke kenmerken. Het goddelijke wordt overal in ervaren (pantheïsme), dus de mens wordt ook als een goddelijk wezen gezien. Alle cursussen zijn er dan ook uiteindelijk op gericht het goddelijke in de mens te verwerkelijken. De individuele bele ving staat voorop. Religie als de ultie me privé-beleving. Supermarkt Er is geen onderzoek gedaan hoeveel mensen zo hun religiositeit ervaren. Kranenborg wil het niet over-, maar ook niet onderschatten. "Er zijn heel wat mensen diè zich aangetrokken voe len tot bijvoorbeeld reïncarnatie, en het succes van programma's als 'Het zwar te gat' bewijst dat er belangstelling is voor meer dan er zo valt waar te ne men". Ook veel Christenen willen wel elders kijken, weet hij. Kranenborg schat voorzichtig dat van de mensen die niet tot een kerk ge rekend willen worden, de helft volko men a-religieus is. "Bij religie ga ik er van uit dat men nog weieens ergens naartoe gaat, over bepaalde dingen na denkt, er boeken op naslaat. Dus niet zoiets van: ik geloof wel iets. Dat doet ie dereen". Daarnaast is er dus die groep 'supermarkt-gelovigen'. En die blijft volgens Kranenborg groeien. "New Age is op zich niets nieuws. Je kwam het al tegen in bijvoorbeeld de muscial Hair. De stroom van de jaren zestig heeft zich verbreed en zal zich blijven verbreden". Maar de intensiteit neemt af. "Om in die beeldspraak te blijven: in het begin was de rivier smal en sneed daardoor diep uit. Nu is de ri vier breder en gaat daardoor minder diep. Maar ze is er wel, en dat zal nog ja ren zo blijven". Naast veel religieuze onverschillig heid zijn er nog honderdduizenden die geloven dat er meer moet zijn tussen hemel en aarde. Alleen zoeken velen zelf wel uit hoe hun 'waardensysteem' er uitziet en werkt. Wie denkt dat Ne derland definitief het imago van domi neesland is ontgroeid, komt dus bedro gen uit. Het bekende grapje blijkt dich ter bij de waarheid dan ooit: één Neder lander is eén kerk, twee Nederlanders is twee kerken...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 48