Kinderleed
aan de
lopende
band
gevallen
De praktijk van schoolarts Ben Rensen kent veel schokkende
meer te maken. Terwijl tijdig signaleren
zó belangrijk is, veel leed kan voorko
men en uiteindelijk goedkoper is. Maar
in de Nederlandse politiek zitten ze te et
terbakken over het woordje 'met name',
terwijl aan de onderkant van de maat
schappij kinderen doodgaan. Ook van
emotionele verwaarlozing kun je uitein
delijk sterven. Kijk naar zelfmoord of
verslaving".
De preventie moet worden uitgebreid,
vindt Rensen. Hij zou kinderen graag va
ker willen zien dan eens per twee, drie
jaar. Hij zou meer tijd willen hebben voor
de leerlingen in de Internationale Scha
kel Klas, buitenlandse jongeren die pas
in Nederland zijn en van wie velen op
een wachtlijst staan. Voor' kinderpsychi
atrie, die kan voorkomen dat een kind
steeds verder vastloopt, is een wachtlijst.
Hometrainingen zitten vol.
"Ik zou meer huisbezoeken willen zien.
Meer onderzoek naar het fenomeen van
het zwarte schaap in de familie en op
school, dat langzaam ten onder gaat aan
pesterijen. Meer onderzoek naar bed
plassen en broekpoepen en hoe dat op te
lossen is. Betere preventie in de buurt, er
zijn amper speeltuinen en sportgelegen-
heden, er is veel hondepoep waardoor
kinderen besmet worden met spoelwor-
men. Maar gooi het maar niet te veel op
falen van de gemeente. Anders krijg ik
die weer over me heen".
Gehoorverlies
Dan komt Pablo (8) met zijn moeder bin
nen. Zij heeft na de scheiding een nieuwe
vriend en dat gaat goed, ook met Pablo
en zijn jongere broertje. Maar het gemis
van zijn echte vader maakt dat Pablo
faalangst heeft, op school, bij het voet
ballen, als mensen op hem letten. Hij wil
graag contact met zijn vader, maar die
wil niets van hem weten. Hij voelt zich
daardoor afgewezen, is snel kwaad en
agressief. Hij zout dingen op, uit zich
moeilijk, lacht weinig. En dan barst de
bom, zomaar opeens. Toch gaat het al be
ter dan een tijd geleden, zegt zijn moe
der. Hij schopt geen gaten meer in de
deuren.
Pablo heeft aan beide oren ongeveer 45
procent gehoorverlies. In de gaten hou
den, dus, hoewel het leren nu nog goed
gaat. Verder is hij lichamelijk goed in or
de, hoewel hij een beetje in elkaar gedo
ken loopt. Hij gaat gebukt onder het le
ven, denkt zijn moeder. Fysiotherapie,
vindt Ben. En voor het verdriet van het
kind belt hij met de afdeling jeugd van
de Riagg.
Rensen duikt in zijn tas en haalt er een
uitspraak van Elie Wiesel uit, Nobelprijs
winnaar in 1986. 'Het tegenovergestelde
van vrede is niet oorlog maar onverschil
ligheid. En het tegenovergestelde van
liefde is niet zozeer haat maar eveneens
onverschilligheid'.
"Als wij niet voor onze kinderen zorgen,
doen ze dat later ook niet voor ons. Maar
misschien verandert er iets nu de Vere
nigde Naties de rechten van het kind zul
len ratificeren. Recht op onderwijs bij
voorbeeld, daar kun je een regering op
aanspreken: hoe zit dat nou met die
wachtlijsten voor speciaal onderwijs?".
Echt gerust klinkt het niet.
Met Pablo (8) gaat het al beter dan
een tijd geleden. Hij mist zijn vader
nog, maar hij schopt geen gaten
meer in de deuren. Een 5-jarig meisje
is minder gelukkig. Haar buurvrouw
had het horen schreeuwen: papa,
papa, niet doen! "Bewijs het maar",
zegt Ben Rensen. De gevallen die hij
in de praktijk van alledag tegenkomt
zijn vaak schokkend. Een gewone
werkdag in het kielzog van een
gedreven schoolarts in een wijk vol
grote gezinnen, echtscneidingen,
werkloosheid, lichamelijke en gees
telijke verwaarlozing, seksueel
misbruik, weinig speelruimte voor
kinderen en veel hondepoep.
door Patricia van der Zalm
'Fuck', 'kut', 'leip' en soortgelijke tekst
staat er in zwierige letters op de deurpos
ten van het bunkerachtige GG GD-
wijkcentrum. Het is negen uur 's och
tends en het spreekuur van schoolarts
Ben Rensen begint te lopen.
Bas (7) is een van de eersten. Hij komt uit
een groot gezin. Rensen heeft de moeder
van Bas bijna nooit op het spreekuur ge
zien. "Zwakbegaafd, de vader ook. Daar
zou ik je verhalen van kunnen vertellen.
Vader houdt er twee vrouwen op na, ge
zinnen lopen door elkaar heen". Een tan
te van Bas is meegekomen. Hij is gedeel
telijk doof en komt niet goed mee op
school.
Is er iemand ooit met hem naar een con
sultatiebureau geweest? De tante weet
het niet.
Inentingen? "Zal best wel niet".
Snoep? "Ja hoor. Van iedereen. Hij is de
jongste".
Tanden poetsen? "Alleen op school",
zegt Bas, die zwarte tanden heeft.
"Ik heb verkering", zegt Bas.
Met wie? "Zeg ik niet. Ik doe ook spelle
tjes".
Hoe? "Ik ben de dokter en ik geef prik
kies aan de kinderen. Ik wil geen prik
kie!".
Schoolarts Ben Rensen: "Kinderleed is democratisch verdeeld, de toegang tot een goede gezondheid niet".
moeten door hè? Nu komt pa met be
rouw. Maar berouw komt na de zonde. Ik
vind 't best", zegt ze.
Ouders zijn net gescheiden, vader heeft
in de bak gezeten wegens incest met
dochter die nu dertien is. Als vader de
jongens voor een weekend komt halen
("eens in de maand, meer dan zat") zorgt
zij dat ze buiten speelt. Ze wil hem niet
meer zien, zou het liefst haar achternaam
veranderen. Ze heeft hulp van de Riagg.
Piet kan op school niet goed meekomen.
Een ander kind, het jongste zoontje,
heeft eet-, slaap-, taal- en spraakproble-
men. De moeder vertelt dat hij 's och
tends als hij uit zijn bedje klimt vaak uit
het raam staat te schreeuwen: papaaaaa!
Ben adviseert het kind via de huisarts
naar een medisch kleuterdagverblijf te
sturen.
Over Piet: hij is lichamelijk goed gezond,
niet te dik, maar zijn motoriek is niet he
lemaal goed, zo blijkt als hij over een op
de vloer van de spreekkamer gespannen
rechte lijn moet lopen. Uit zijn even
wicht. Dat moet worden bijgespijkerd,
vindt Ben. En zijn voorhuidje is een
beetje nauw, ziet hij in een terloopse blik.
Moeder: "Maar we hadden natuurlijk die
incest bij ons thuis, dus ik durf er niet
aan te komen. Dat ze zeggen: mamma zit
aan mijn piemel. Dus ik blijf eraf hoor".
Omzichtig
Alle kinderen van de basisschool en de
eerste klassen van het voortgezet onder
wijs worden opgeroepen voor een perio
diek onderzoek door de schoolarts. Als
het meezit ziet Rensen elk kind eens per
twee jaar. Ook gaat aan toelating tot het
speciaal onderwijs een onderzoek voor
af. Als er iets wordt gevonden, volgt na
zes maanden een tweede onderzoek.
Veel te weinig, vindt Rensen.
Per kind heeft Ben Rensen ongeveer
twintig minuten: onderzoek van het
kind, luisteren naar moeder en kind, of
het goed gaat. Voor het omzichtig, bijna
terloops stellen van vragen om te achter
halen of er seksueel misbruik is ge
pleegd. Om te kijken hoe het kind rea
geert.
"Je moet eigenlijk ogen in je achterhoofd
hebben, goed opletten èn ruiken. Of een
kind naar sperma of urine ruikt. Bij een
kind zag ik vanochtend in de handpal
men een doorlopende handplooi, een
'mongolenplooi'. Een ander zat tegen het
autistische aan. Zoiets zeg je niet tegen
de moeder. Over twee, drie jaar zal blij
ken dat ze niet goed kunnen leren. Dat
schrijf ik op en ik houd er in m'n achter
hoofd rekening mee. En soms moet je
eerst met de ouders iets doen voordat je
met het kind verder kan. Eigenlijk is dat
werk voor de huisarts, maar met hem
durven ze daar vaak niet over te praten".
In 1987 werd gemiddeld, verdeeld over
de zeven GG GD-centra in de stad
Utrecht, twaalf procent van de jongens
via de schoolarts schriftelijk doorverwe
zen naar andere hulpverleners. Voor
meisjes lag het gemiddelde op elf pro
cent. En vanuit het speciaal onderwijs
werd één op de vijf leerlingen verwezen
naar huisarts of specialist, psycholoog,
School Advies Centrum, Riagg, of het
maatschappelijk werk.
De wijk waar Ben Rensen werkt is er toe
vallig een met veel grote gezinnen, echt
scheidingen, werkloosheid, lichamelijke
en geestelijke verwaarlozing, seksueel
misbruik, weinig speelruimte voor kin
deren en veel hondepoep. De 'gevallen'
zijn er vaak schokkend.
"Maar dit soort verhalen hoor je ook el
ders. Het hele begrip risicogroep is fa
ke", benadrukt Rensen. "Dat weetje pas
als je de kinderen ziet. Kinderleed is de
mocratisch verdeeld, het komt voor in al
le lagen. Alleen, de toegang tot een goede
gezondheid is niet democratisch ver
deeld. Een risicovolle wijk? Het leven
houdt nu eenmaal risico's in. Je loopt al
lemaal risico. Een groot deel ervan is ge
baseerd op sociaal-economische facto
ren - werk, goede voeding, goede huis
vesting - maar een groot deel van de risi
co's hangt af van psycho-sociale en rela
tionele omstandigheden. Vroeger dach
ten ze dat een te licht geboortegewicht
bepalend was voor latere problemen,
maar de sociaal-emotionele omgeving
blijkt veel belangrijker te zijn".
Eén kanttekening. "Als je negatieve om
standigheden als alcoholisme in een ge
zin, fobieën, relatieproblemen en span
ningen optelt bij factoren als slecht wo
nen, ziekte of sterfte van de poes, dan wil
dat nog niet zeggen dat zo'n kind later
per definitie problemen krijgt. Je kunt
niet alles voorspellen. Er is een flinke
groep overlevers".
Toch weet Rensen uit ervaring dat emo
tioneel verwaarloosde kinderen een gro
ter risico van seksueel misbruik lopen.
Op zoek naar een beetje genegenheid,
naar een beetje aandacht, zijn ze soms
een makkelijker prooi dan kinderen uit
een liefdevol nest. Met alle gevolgen van
dien. Het kan, maar hoeft niet.
Neem Rensen zelf. Hij komt uit wat een
probleemgezin heet. Waar het op neer
kwam: incest in het gezin, echtschei
ding, slechte verhouding met stiefvader,
op jonge leeftijd uit huis gedonderd,
noodgedwongen vroeg wijs en zijn leven
zat, toen.
Nu is hij gedreven. Noem het bevlogen.
"Maar dat heeft meer te maken met wat
ik in de politiek zie aan beleid, of liever:
gebrek aan beleid, dan met iets anders.
Ik zie dagelijks kinderen die de puin-
poeier in gaan. Daar word ik woedend,
verdrietig, agressief van. Daar komt mijn
bevlogenheid vandaan".
Preventie?
Hij probeert uit te rekenen hoeveel kin
deren medisch onderzocht of ingeënt
kunnen worden van het geld dat aan de
fensie, aan wapentuig wordt uitgegeven.
Véél. "Voor vernietiging is zo veel geld
beschikbaar en voor bevordering van ge
zondheid relatief weinig. Het zijn onver
gelijkbare grootheden, ja. Zegt men".
Jeugdgezondheidszorg (volgens de GG
GD: 'het bevorderen en beveiligen van
de lichamelijke en geestelijke gezond
heid, groei en ontwikkeling van alle kin
deren en jeugdigen van 4 tot 19') maakt 3
procent uit van het totale budget voor ge
zondheidszorg. "In Nederland is het nog
altijd: kinderen half geld, daér erger ik
me aan. Dat heeft met preventie weinig
Motoriek, gewicht, evenwicht, reflexen
zijn in orde.
Ben Rensen, later: "Bij een van de ande
re kinderen uit dat gezin mag ik nooit in
het onderbroekje kijken. Er is dus iets
gebeurd, maar wat? Bas moet over een
maand nog twee prikken tegen kinder
ziekten krijgen, maar ik zie ze nooit meer
terug. Een afspraak voor morgen zou
goed zijn, een maand is te lang. Dat ver
geten ze".
Narigheid
Een dag meelopen met Ben Rensen, ten
ger en met melancholieke ogen, is van
half negen tot vijf voortdurend getuige
zijn van narigheid. Nou ja, bijna voortdu
rend. Want er komen ook kinderen met
wie het wel goed gaat. Of kinderen van
wie de ouders in elk geval van goeie wil
zijn en beseffen dat het niet goed gaat
met hun kind. Een minderheid.
Koffie, thee en brood nuttigt hij tussen
twee patiënten door. Pauzes gaan op aan
telefoontjes met scholen, vertrouwens
artsen, met andere instanties, 's Avonds
en in het weekend neemt Rensen stapels
dossiers mee naar huis om verslagen te
schrijven. Daar komt hij overdag niet
aan toe. Of dit een uitzonderlijke dag
was? Nee, gewoon doorsnee, zegt hij la
coniek.
Ben Rensen laat een lijstje zien, vouwt
het dubbel zodat de namen niet te lezen
zijn. Een basisschool in een Utrechtse
wijk, vijf probleemgevallen in een klas:
"Gedrag is vaak oorzaak van conflicten.
Luistert slecht, laat zich bijna niet corri
geren".
Een andere leerling is "zéér traag". Over
een derde: "Prestatie is beneden niveau.
Erg vechterig. Thuis opvoedingsproble
men. Moeder heeft professionele hulp
gezocht".
Of: "Groot deel van het vorig schooljaar
afwezig door huiselijke problemen.
Wordt overbeschermd. Komt na ander
half jaar nog zeer regelmatig huilend op
school. Is vaak ziek".
Of hij vertelt zomaar ineens over een
meisje van vijf jaar dat nog niet zindelijk
is. Van wie de moeder aan heroïne ver
slaafd is, bij wie het thuis een grote troep
is. Van wie de buurvrouw naar de school
arts belde omdat ze het kind de avond er
voor had horen schreeuwen: "Papa, pa
pa, niet doen!". Rensen kijkt veelbete-
kend: ga er maar aanstaan, bewijs het
Depressief
Peter (6) is het volgende klantje. Hij
hangt vrijwel meteen over de draaibare
kruk die naast de dokter staat, en draait
rondjes. Zijn moeder is meegekomen. Ze
oogt hulpeloos, ze "ziet het niet meer zit
ten", probeert lief te zijn maar heeft geen
vat op hem en begint dan te schreeuwen.
Vlak na zijn geboorte was ze depressief
en sloeg ze hem soms. Peter luistert niet
naar haar. Daarom is ze hier.
Hoe is het met je zussie, wil Ben weten,
terwijl hij Peter recht op de kruk zet en
met de stethoscoop luistert. Vader ook
nog gezond? Wat doet hij voor werk? Tja,
wat doet hij, zegt moeder, in de bouw,
grondwerk. Helpt hij een beetje mee,
thuis? Dat mag geen naam hebben.
"Ik hou mijn poep op", zegt Peter onver
wacht. Poepen doet pijn. Dat ophouden
is begonnen op de camping. Hij wil niet
naar de wc, maar durft niet. Terloops
vraagt Ben met wie hij op de camping
naar de wc was, waarom hij niet durft, of
er iemand iets met zijn kontje heeft ge
daan. Nee, zegt Peter.
Maar goed, hij is een tikje onhandelbaar
en daar moet iets aan gebeuren. Anders
gaat het mis met moeder, anders gaat ze
hyperventileren. Het advies luidt: home
training. Een deskundige volgt het gezin
een halve dag en maakt video-opnamen,
aan de hand waarvan met de ouders
wordt bekeken hoe de gezinsleden op el
kaar reageren. Zien waar het verkeerd en
goed gaat en waarom.
Ben belt meteen met Humanitas, die de
trainingen verzorgt. Besloten wordt voor
een middag te kiezen. Rond etenstijd is
het vaak bal in het gezin. Later wordt
Ben teruggebeld. Voorlopig worden er
geen aanvragen voor hometraining meer
aangenomen: te lange wachttijden.
Berouw
Het volgende kind, Piet (6), heeft leerpro
blemen. Eenmaal binnen springt hij
meteen op de kruk. Een vriendelijk jong
met een weerbarstige kruin en een lichte
zenuwtrek in zijn gezicht. Zijn moeder is
een kordate tante, gedecideerd en goed
lachs. Het alternatief lijkt: huilen. "We
"Een risicovolle wijk? Het leven houdt nu eenmaal risico's in. Je loopt allemaal risico".