Een leven vol uitvluchten
Onzeanderekant
Onze taal
Veel analfabeten camoufleren hun probleem ingenieus
•vér
eu.
K.
ui.
m
oe.
ENKWIJZER
PAGINA 29
De Verenigde Naties hebben 1990
uitgeroepen tot jaar van de
alfabetisering. Bijna 890 miljoen
mensen boven de 15 jaar worden
beschouwd als ongeletterd; dat is
27,7 procent van de wereldbevolking.
Hoe een groep mensen zich probeert
staande te houden in de
maatschappij met trucs en
uitvluchten, totdat ze geen uitweg
meer zien. Bij het Leidse Studiehuis
proberen sommigen op latere leeftijd
nog de diepere achtergronden te
leren begrijpen van cijfers en letters.
"Als ik straks alles kan lezen, ga ik
misschien wel Engels leren en mijn
rijbewijs halen. Gaat er helemaal een
wereld open voor deze jongen".
door Gerard van Putten
Analfabetisme stoort zich niet aan de wet
die de leerplicht voorschrijft. Ook in een
ontwikkeld land als het onze wonen
mensen, voor wie een eenvoudig op
schrift op een aanwijzingsbord langs de
weg al volstrekte abacadabra is. Letters
zijn voor hen niet te ontcijferen tekens,
een handtekening een kruisje, een sim
pel sommetje een niet op te lossen reken-
formule. Verondersteld wordt dat in Ne
derland tussen de 4 en 7 procent van de
ingezetenen problemen heeft met lezen,
schrijven of rekenen. Ten minste 560.000
personen, bij benadering het aantal in
woners van Rotterdam.
Maar wat heet analfabetisme? "Het
hangt er maar van af watje onder dat be
grip wilt verstaan", is de relativerende
opmerking van Stef Gresnigt, directeur
van het Leidse Studiehuis. "Ongeveer
dertig procent van degenen die hier bin
nenkomen kan helemaal niets. De bui
tenlanders niet eens meegerekend, zijn
er ongeveer 4000 Leidenaars die slecht
tot in het geheel niet in staat zijn te lezen
en te schrijven. Eerlijk gezegd krijgen we
het merendeel van de mensen niet die
hier zouden moeten komen. Ze schamen
zich voor hun probleem, houden het ach-
ter hun kiezen. Als er geen druk van bui
tenaf op ze wordt uitgeoefend, blijven ze
weg".
Analfabetisme hoeft niet per se te dui
den op domheid. Het merendeel van de
cursisten die bij het Leidse Studiehuis
een cursus alfabetisering volgen, is zelfs
zeer wel in staat tot helder nadenken.
"Ze hebben een blinde vlek als het gaat
om lezen en schrijven. Maar ze beschik
ken wel over een krankzinnig geheugen
voor het gesproken woord, het is echt on
gelooflijk hoe ze dat ter compensatie
hebben ontwikkeld. Er zijn er hier bij in
de klas, die maken geen aantekening.
Maar op de volgende les brengen ze gega
randeerd een gedetailleerd verslag uit
van datgene wat is behandeld".
Onder de mensen die zich zonder veel
lees-, schrijf- en rekenvaardighëid in de
maatschappij bewegen, zijn er nogal wat
die tijdens de oorlogsjaren danig in hun
algemene ontwikkeling zijn geremd. Ze
gingen in die tijd nauwelijks naar school,
weet Gresnigt van her;, en toen de oorlog
eenmaal was afgelopen waren ze qua
leeftijd zo ver gevorderd dat de tijd rijp
was om een baantje te vinden. Als gevolg
van de magere economische omstandig
heden was elk extra centje in het in staat
van wederopbouw verkerende Neder
land meer dan welkom. Het gezinsbe-
lang wilde dan wel eens prevaleren bo
ven het belang van het opgroeiende
kind.
Camoufleren
Analfabeten kunnen geniaal zijn in het
camoufleren van hun ongeletterdheid.
Langs omwegen weten de meesten hun
doel toch te bereiken en zichzelf in de
maatschappij staande te houden. Legio
is het aantal mensen dat z'n toevlucht
neemt tot het excuus van de zogenaamd
vergeten leesbril. Zeker als het beroep
dat wordt uitgeoefend niet in de eerste
plaats lees- en schrijfvaardigheid vraagt,
kan iemand op het werk lang leven met
deze handicap.
Gresnigt weet dat er vrachtwagen
chauffeurs zijn die feilloos op de aanwij
zingsborden rijden, zonder precies te we
ten wat er nu eigenlijk staat. Maar ze pak
ken de letters als herkenbare symbolen
op. Aan de lengte van het woord en de R
die vooraan staat, zien ze dat ze goed op
koers liggen als ze naar Rotterdam moe
ten. Al kan het natuurlijk wel eens mis-
Leidenaar Gerrit Filippo (50) leert lezen en schrijven van Karin ten Bruggenkate: "Als je geregeld ingepeperd krijgt
hoe dom je eigenlijk wel bent, vergaat het plezier in leren je wel". (fotos wim Dijkman»
gaan ën de chauffeur in Roosendaal te
rechtkomt. Maar dat overkomt zo'n man
maar één keer, als de juiste weg eenmaal
is gevonden zal hij die altijd blijven in
slaan. Het geheugen is wat betreft het
kompas.
Ontdekking van het zo zorgvuldig
weggestopte onvermogen tot lezen en
schrijven volgt meestal pas dan, als het
goede functioneren van werkgeverszijde
wordt beloond met een functie van meer
gewicht. En dan komt onherroepelijk
het moment dat ze zichzelf moeten bloot
geven. Schaamtegevoel overvalt de per
soon in kwestie, als de nieuwe job mede
schrijf- en leesvaardigheid vraagt. Het is
om door de grond te zakken dat anderen
door een dergelijk toeval een lang be
waard geheim gewaar kunnen worden,
dat i
r die
vóór alles anoniem wil blijven.
Maar ook door hun kinderen kunnen
analfabeten pijnlijk worden geconfron
teerd met hun ontwikkelingsachter
stand die ze ten opzichte van anderen
hebben. Dat stadiuhi is al bereikt als de
kinderen toe zijn aan de leerstof waaraan
de ouders zelf nooit zijn toegekomen.
Naarmate die kinderen ouder worden,
naarmate ze meer kennis verwerven,
wordt het voor zo'n persoon steeds moei
lijker om met ze mee te praten. Hun ei
gen kinderen te volgen. En dan begint
van lieverlee het idee te ontstaan dat er
wat moet gebeuren.
Hoofdbrekens
Maar alleen al de beslissing om een alfa
betiseringscursus te volgen, bezorgt me
nigeen al hoofdbrekens. Onwillekeurig
komen alle nare jeugdherinneringen dan
weer boven. Het onderwijs destijds op de
lagere school, en nu ook het basisonder
wijs, richt zich op de grote gemene deler.
De leerlingen die moeilijk kunnen mee
komen vallen buiten het klassikale ver
band, en zijn gedoemd hun schooltijd uit
te zitten tot de leeftijd die hun ontslaat
van de leerplicht.
"Vele cursisten hebben trauma's over
gehouden aan hun schooltijd. Ze zijn be
hept met een constant aanwezig schaam
tegevoel. Begrijpelijk, vooral in de klas
sen van vijftig leerlingen die je vroeger
had, ging het er bepaald niet zachtzinnig
aan toe. Als je geregeld ingepeperd krijgt
hoe dom je eigenlijk wel bent, vergaat
het plezier in leren je wel".
De 50-jarige Leidenaar Gerrit Filippo
kan daarover meepraten. Telkens bleef
hij zitten. Het meubelstuk van de klas
werd Gerrit, die er geen enkele moeite
mee heeft daar voor uit te komen. Hij
kwam terecht op een school voor kinde
ren met leermoeilijkheden. Maar de on
derwijzer die voor de klas stond liet hem
maar in z'n sop gaarkoken, nooit werd er
aandacht besteed aan hem, daar achter
in de klas. Netten breien, dat leerde hij,
maar verder... 't Is dat zijn jongste zuster
hem altijd heeft geholpen, anders had hij
vaak met de handen in het haar gezeten.
Ze heeft hem altijd geweldig terzijde ge
staan, dat moet gezegd.
En er is ook altijd wel een ambtenaar te
vinden die bereid is om zijn aanvraagfor
mulier voor huursubsidie in te vullen.
Maar altijd en eeuwig afhankelijk zijn
van anderen, goed zat is Gerrit het onder
hand. Filippo zou ook wel eens auto wil
len rijden, een formuliertje willen invul
len en de ondertitels van een film lezen.
Niet dat hij op de tv de films niet kan vol
gen, een paar weken geleden heeft hij
Psycho' van Hitchcock nog ademloos
gevolgd. "Natuurlijk begrijp ik wat er ge
beurt in zo'n film. Cowboyfilms volg ik
ook van a tot z. Ik zie toch wat er gebeurt,
dat ze elkaar neerschieten".
Individueel
Met enig recht van spreken mag Roel
Schemkes zich bevoegd achten te oorde
len over het verschil in benadering op de
gewone school en op de cursus. Bewust
uit het onderwijs gestapt, is hij nu educa
tief medewerker bij het Leidse Studie
huis en brengt in die hoedanigheid de
cursisten van de beginnersgroep ("men
sen die vrijwel niets kunnen") de eerste
beginselen van het lezen en schrijven bij.
"De aanpak verschilt heel erg sterk. In
het reguliere onderwijs heb je de metho
de die de leerlingen van het begin naar
het einde van het schooljaar voert. Als
leerkracht moet je aan het programma
voldoen en dat is het dan. Maar voor mij
was het dat niet, mij spreekt individuele
begeleiding meer aan. Zonder dwang,
want dat werkt niet. Er is hier wel eens
iemand geweest die door zijn baas hier
naartoe was gestuurd, terwijl de man zelf
er absoluut niets voor voelde. Dan kun
nen de mensen beter hun geld op zak
houden, dat werkt niet. Ja, wij vragen
een eigen bijdrage van de mensen om ze
het idee te geven dat het niet allemaal
vrijblijvend is wat hier gebeurt. Ze moe
ten er zelf ook iets voor willen doen".
Aan Gerrit Filippo hebben ze wat dat
betreft een goeie, bij het Leidse Studie
huis. Vroeger had hij hartgrondig de pest
aan leren, nu heeft Gerrit er plezier in.
Hij gaat langzaam maar zeker vooruit in
een omgeving waar er vóór alles naar
wordt gestreefd om een sfeer te schep
pen die in geen enkel opzicht doet den
ken aan die van school.
Een nog jeugdige cursiste, die onge
noemd wenst te blijven, voelt zich in dat
ongedwongen milieu ook al prima op
haar gemak. Ze zit in het groepje waar
van Karin ten Bruggenkate de begelei
ding is toevertrouwd. De gevorderden.
Een paar maanden geleden vroeg ze zich
nog wanhopig af: wat zou daar nou toch
staan? Om vervolgens als vanouds de
weg van de minste weerstand te kiezen:
ach, wat kan mij het ook schelen, laat
maar zitten".
Nu, in haar tweedejaar, is ze begonnen
met Engels. Karin ten Bruggenkate
maakt het van nabij mee dat het de men
sen zichtbaar goed doet om met elkaar in
contact komen, om mensen te treffen
met soortgelijke problemen. Vragen
over en weer stellen ze elkaar in de trant
van: welke trucs heb jij toegepast om
weg te stoppen dat je niet kunt lezen en
schrijven? "Het schaamtegevoel zie je op
den duur dan verdwijnen, en het zelfver
trouwen zie je bij die mensen groeien".
Veel overhoop
Vluchten voor het eigen analfabetisme
kan bijna niet meer. Tot in de jaren zestig
kreeg de werkende bevolking in Neder
land het weekloon keurig in een loonzak
je. Contant. Makkelijk uit te tellen, een
voudig te bestemmen voor de verplich
tingen waaraan moest worden voldaan.
Maar het automatische geldverkeer dat
op gang kwam, haalde veel overhoop.
Betrekkelijke zekerheden vooral. Alles
ging ineens over de giro of bank, geld ha
len vergde een handtekening. Maar wat
te doen als je die niet hebt?
Roel Schemkes kent een man uit
Roelofarendsveen die er het volgende op
heeft gevonden. "Als hij geld nodig had
ging hij speciaal naar Amsterdam, naar
een bankfiliaal waar hij een man kende
die hem hielp. In zijn eigen dorp naar de
bank gaan, daarvan kon geen sprake zijn.
Dan waren zijn dorpsgenoten te weten
gekomen dat hij analfabeet was en daar
voor wilde hij beslist niet uitkomen".
En dan die plastic geldcultuur: pasje,
pincode onthouden en nog meer poes
pas. Voor een analfabeet is er geen begin
nen aan. Om maar te zwijgen over de pa
pierlawine die talloze instanties hier uit
braken, voor het onbenulligste wisse
wasje moet tegenwoordig een formulier
worden ingevuld. "Door dit alles zijn de
mensen die kampen met lees-, schrijf- of
rekenproblemen op een grotere achter
stand geraakt", denkt Gresnigt. "Wat wil
je ook? Laatst kreeg ik een computeruit
draai van het energiebedrijf, de afreke
ning. Als die mijn begrip al te boven gaat,
hoe kun je dan van deze mensen verlan
gen dat ze zo'n afrekening kunnen bevat
ten?".
Niet rooskleurig
Het analfabetisme houdt niet op bij de
generatie vijftigers. Wat dat betreft zien
de educatiewerkers bij het Leidse Stu
diehuis de toekomst bepaald niet roos
kleurig in. Stef Gresnigt zegt redenen te
hebben om aan te nemen dat er groei zit
in het aantal analfabeten. Los van dege
nen die door langdurige ziekte veel lesu
ren mislopen, blijf je ook de categorie
drop-outs houden.
"Het zijn de kinderen die al vroeg gaan
spijbelen, omdat ze in bepaalde vakken
niet sterk zijn. Maar daarnaast heb je te
maken met de buitenlandse mensen.
Met de beeldcultuur die leesluiheid in de
hand werkt. Het is niet goed dat kinde
ren uitsluitend strips onder ogen krijgen.
En dan is er nog het probleem van de ge
sproken verhalen. Meer en meer jonge
ren gaan ertoe over de walkman op te zet
ten. Is wel zo makkelijk, vinden ze, hoef
je al die letters niet te lezen".
De meeste analfabeten hoeven niet
blijvend het leven te leiden dat nadruk
kelijk in het teken staat van smoezen en
uitvluchten. De meesten kunnen zich op
latere leeftijd alsnog het lezen en schrij
ven eigen maken, dat geven Karin ten
Bruggenkate en Roel Schemkes op een
briefje. Als er maar het nodige geduld in
de begeleiding wordt geïnvesteerd.
"Vroeger werd het er vaak op gegooid
dat mensen een hersenafwijking hadden
als ze na vier jaar taalonderwijs nog
woorden door elkaar gooiden. Bij die
constatering bleef het, er was niets aan te
doen. Zelfs huisartsen, die dat hebben
geroepen. Slaat nergens op. In werkelijk
heid kan vrijwel iedereen leren lezen en
schrijven. Ook al gaat het soms heel erg
langzaam, na een jaar of vijf zie je bij de
meesten toch resultaat. Maar een heel
klein percentage is echt woordblind"
Als het aan Gerrit Filippo ligt, wordt
het gelijk van Ten Bruggenkate en
Schemkes bewezen. "Als ik straks alles
kan lezen, ga ik misschien wel Engels le
ren en mijn rijbewijs halen. Gaat er hele
maal een wereld open voor deze jongen".
DOOR JOOP VAN DER HORST
De knuffelkei is er niet lang geweest. Het
moet minstens vijftien jaar geleden zijn.
Een geniale ondernemer bracht ze in de
handel. Grof Maasgrind was het, maar
liefdevol verpakt in een snoezig doosje.
De knuffelkei lag daarin op een bedje van
zachte houtwol. Hij had een naam en er
was een bijsluiter die vertelde hoe de kei
verzorgd moest worden. Dagelijks even
over zijn bol aaien en lief toespreken. De
duurdere soorten kocht je in een doosje
met cellofaan venster, zodat de kei gezel
lig naar buiten kon kijken.
Vorige week bleek in een groep van
meel dan vijftig studenten dat niemand
ooit van een knuffelkei had gehoord. Ik
voelde mij voorwereldlijk oud en conclu
deerde dat het verschijnsel minstens vijf
tien jaar geleden was. Het woord knuffel
kei is er maar even geweest en bestaat
nu alleen nog in de herinnering van men
sen boven een bepaalde leeftijd. Je zoekt
het tevergeefs in de woordenboeken.
Het is een gewoonte van mij om woor
den die ik niet ken, in een woordenboek
op te zoeken. Ook in hedendaagse ro
mans staan altijd wel enkele voor mij on
bekende woorden. In de nieuwste Her
mans. Au pair, stuitte ik op linksdragend.
netsukes, amoretten en Watt en half-
Watt. Het laatste kan ik nog steeds niet
thuisbrengen. Net zo min als in de jongste
bundel van Maarten Biesheuvel, Carpe
Diem de Andreasscheur op bladzij 48
Wie waren Watt en half-Watt en wat is
een Andreasscheur7
In het onlangs verschenen boek De re-
kening van Boudewijn Büch is sprake van
een worteldoek (blz. 120). De worteldoek
heeft heel wat langer meegedaan dan de
knuffelkei. maar is ondertussen toch ook
bijna vergeten. Ik weet wat het is. maar ik
keek in het woordenboek omdat ik me af
vroeg waarom zo'n ding een wortekioek
heet. De Grote Van Dale geeft er wel ant
woord op, maar ik ben er nog niet veel wij
zer van geworden: 'kleurige doek waar
van het patroon op wortelhout lijkt".
Wortelhout is hout van boomwortels,
vaster dan gewoon hout, maar met meer
knoesten en kwasten. Het voorbeeld van
Van Dale zegt me meer: 'sierlijk drapeer
de hij een worteldoek over de kap van de
schoorsteen'.
De worteldoek was bij de burgerij het
schoorsteenkleed, iedereen had zo'n
doek op de schoorsteenmantel hangen,
steenrood en zwart, twee zijden hadden
rode franje, twee zijden zwart franje.
Vanwaar die gewoonte van het schoor
steenkleed? Toen ik klein was hing het er
alleen voor de sier. Maar het gebruik was
zo algemeen, dat het vermoedelijk in een
verder verleden functioneel geweest is.
Van Dale brengt me bij schoorsteen-
kleedje op een idee: het schoorsteen
kleed werd vroeger voor de schouwope-
ning gehangen om het kale (en tochtige!)
gat aan het gezicht te onttrekken wan
neer in de zomer de kachel weggenomen
was. Misschien is de gewoonte van het
schoorsteenkleed als volgt ontstaan als
in het najaar de kachel weer geïnstalleerd
werd, bleef de doek hangen maar werd
wat hoger opgetrokken. En toen later de
haardkachel (zoals bij ons thuis) zomer
en winter bleef staan, bleef ook het
schoorsteenkleed, nu nutteloos gewor
den, zomer en winter voor de sier op de
schoorsteenmantel hangen.
Of het werkelijk zo gegaan is. weet ik
niet. Evenmin is duidelijk waarom juist
worteldoeken zo populair waren op de
schoorsteen, En wat ik ook niet weet, is
waar je zoiets zou moeten opzoeken.
Wel weet ik nog heel goed dat toen het
schoorsteenkleed na een Grote Schoon
maak rond 1960 niet meer opgehangen
werd, we allemaal vonden dat onze huis
kamer er ineens zo 'modem' uitzag
Stef Gresnigt, directeur van het
Leidse Studiehuis: "Ongeveer dertig
procent van degenen die hier bin
nenkomen kan helemaal niets".
Is het u ooit overkomen dat u 's nachts
wakker werd en niet meer wist, ook al
was het maar heel even, waar u was? Zul
ke tijdelijke storingen in de oriëntatie
zijn bepaald niet zeldzaam. Veel mensen
hebben er van tijd tot tijd last van als ge
volg van oververmoeidheid, ziekte, een
overdosis drank of stress. Maar er zijn
ook mensen die soms een heel ingrijpend
en langdurig geheugen- of identiteitsver
lies ondergaan. Het zijn die mensen over
wie je van tijd tot tijd zoiets als het vol
gende leest: "Op een zonnige dag in 1983
loste Gerard B., een plaatselijke winke
lier, eenvoudig in het niets op. Hij ging
naar buiten om een luchtje te scheppen en
niemand die daarna nog iets van hem
zag of hoorde. Pogingen tot opsporing
door de politie en een privé-detective
hadden geen enkel resultaat en zijn ver
dwijning bleef een mysterie. Het mysterie
werd vandaag opgelost toen Gerard zijn
vrouw vanuit Zwitserland opbelde,
waar hij werkte als kelner in een groot
restaurant. "Ik werd vanmorgen wakker
door René Diekstra
hoogleraar psychologie, te Leiden
en toen herinnerde ik me alles weer",
deelde hij mee. "Tot dat moment had ik
geen idee wie ik was en waar ik vandaan
kwam".
In de periode dat Gerard B. zijn geheu
gen verloor had hij onder grote spannin
gen gestaan. Zijn dochter was ernstig ge
wond en voorgoed invalide geraakt als
gevolg van een auto-ongeval, en zijn fi
nanciële toestand was allerberoerdst ge
weest. hi feite had hij vlak voor zijn fail
lissement gestaan Tegen een verslagge
ver zei Gerard B.: "Ik wilde naar huis om
de scherven op te ruimen, maar die vier
jaar ontbreken in mijn geheugen, en ik
denk niet dat ik ze ooit weer zal terugvin-
Zijn zulke verhalen waar? Verliezen
mensen hun geheugen om het pas maan
den of jaren later weer terug te vinden?
Het antwoord is: ja, dat gebeurt inder
daad. Zulke mensen zijn slachtoffer van
wat wel genoemd wordt 'psychogene am
nesie', dat wil zeggen: psychisch veroor
zaakt geheugenverlies - een plotseling op
tredende geheugenstoornis als reactie op
ondragelijke spanningen. Het wezenlijke
kenmerk van zo'n stoornis is dat een ge
deelte van het geheugen Als het ware los
gekoppeld wordt van het normale be
wustzijn.
Voor de persoon in kwestie is zo'n erva
ring zowel tijdens het geheugenverlies als
daarna uitermate bedreigend. Maar nog
bizarder is een stoornis die er veel op lijkt
en die tegenwoordig wel de multiple
(meervoudige) persoonlijkheidsstoornis
wordt genoemd. Voornaamste kenmerk
daarvan is dat één enkel mens twee of
zelfs meer duidelijk onderscheiden per
soonlijkheden lijkt te hebben.
Een van de meest indrukwekkende
voorbeelden daarvan levert de film 'De
Drie Gezichten van Eva'. De film is geba
seerd op het werkelijke verhaal van de
jonge binnenhuisarchitecte Chris Size-
more, beschreven door de psychologen
Thigpen en Cleckley. Chris Sizemore
bleek aanvankelijk twee duidelijk onder
scheiden persoonlijkheden te hebben. De
ene, Eva White, was een zachtaardige,
vriendelijke en brave vrouw en moeder.
De andere, Eva Black, was een doortas
tende, verleidelijke en verleidendeop
avonturen beluste vrouw die de plichten
van huwelijk en gezin aan haar laars
lapte. De wisseling van persoonlijkheid
vond soms om de paar dagen plaats,
maar soms ook om de paar uur. Eva Whi
te wist bewust niet van het bestaan van
Eva Black, maar de problemen die de
laatste aanrichtte waren wel vaak voor
haar, zonder dat ze begreep waar ze ei
genlijk vandaan kwamen. Eva Black
ging regelmatig tot diep in de nacht uit
en aan de drank, waarna Eva White de
volgende morgen met een kater wakker
werd. Na een intensieve psychologische
behandeling ontstond een 'derde' Eva,
een combinatie van de eigenschappen
van de andere twee.
Chris Sizemore is geen uitzondering.
Regelmatig worden psychologen en psy
chiaters geconfronteerd met multiple
persoonlijkheden, hoewel we niet precies
weten hoe vaak zulke gevallen voorko
men. Opvallend is wel dat het veel vaker
vrouwen dan mannen betreft, en dat ze
doorgaans bijzonder gemakkelijk en
diep onder hypnose zijn te brengen, We
weten ook niet precies hoe en waarom de
multiple persoonlijkheid ontstaat. Een
mogelijke verklaring is dat een persoon,
die goed hypnotiseerbaar is (ook door
zichzelf) en als kind met een ernstig trau
ma (mishandeling, misbruik) werd ge
confronteerd, daarop reageert door een
tweede persoon te creëren om de pijn of
de schok enigszins dragelijk te maken.
Als dat werkt, opluchting geeft, is de kans
groot dat hij of zij bij toekomstige proble
men van dezelfde 'tactiek' gebruik gaat
maken.
Er zijn psychologen die menen dat de
meeste mensen een dubbele persoonlijk
heid hebben, een 'goede' en een 'kwade'.
Volgens hen is het ons aller lot om voort
durend verwikkeld te zijn in een strijd
tussen die twee persoonlijkheden in ons.
De ene keer kunnen we uitermate lief en
teder zijn voor anderen otn ons heen,
maar evenzogoed kunnen we op een an
der moment volgestouwd zitten met
agressieve, hatelijke en zelfs moorddadi
ge gevoelens ten opzichte van diezelfde
anderen.
De beroemde schrijver Robert Louis
Stevenson (dezelfde van Schateiland)
heeft aan dit thema een boek gewijd dat
hij in 1886 publiceerde onder de merk
waardige titel 'Het vreemde geval van
Dr. Jekyll en Mister Hyde'Jekyll en Hyde
zijn de twee persoonlijkheden van één en
kele mens. Hyde isJekyll's kwade, duivel
se, moreel absoluut verderfelijke zelf, die
staat voor alles wat Jekyll ('de goede dok
ter j niet zou willen zijn maar toch is.
Jekyll verbergt Hyde (de naam komt van
het Engelse woordt hide=verbergen) door
hem absoluut uit zijn bewustzijn te ver
dringen - zo sterk dat hij niet eens weet
dat hij op bepaalde momenten Hyde is en
zich ook als zodanig gedraagt - maar
juist daarom wordt Hyde ten slotte zijn
ondergang. Jekyll - de naam is een sa
mentrekking van het Franse woord 'je'
=ik) en het Engelse 'kill' (=dood) - ont
doet zich ten slotte van Hyde door zichzelf
langzaam te doden.
Stevenson wilde met zijn boek vooral
de man in het Victoriaanse Engeland
van de negentiende eeuw een spiegel
voorhouden. Want overdag en naar bui
ten toe was die man rechtgeaard, moreel
onberispelijk en verstandelijk, maar in
hem huisde een dubbele moraal, een twee
de zelf, die hem stiekem in het verborgene
vaak precies het tegenovergestelde liet
doen. Als Stevenson getuige was geweest
van de ontmaskering van de uiterlijk zo
keurige, ouderwetse leiders in Oost-Euro
pa (zoals Honecker) die jarenlang zelf
discipline en soberheid bij hun volk pre
dikten, maar die in het verborgene tot op
het bot corrupt bleken en onder meer zich
onrechtmatig verrijkten door grote som
men geld privé naar Zwitserland over te
maken, dan zou hij terecht hebben gecon
cludeerd dat de mens nu nog even dubbel
is als een eeuw geleden.
Een mens, zo is de wezenlijke bood
schap in Dr. Jekyll en Mr. Hyde, kan zich
niet ongestraft ontdoen van zijn 'andere'
kant. Als hij dat doet, gaat hij zelf mee
ten onder. De vermaarde psycholoog
Carl Gustav Jung drukte hetzelfde in
zicht uit door te zeggen dat een absolute
voorwaarde voor een enigszins even
wichtige persoonlijkheid is dat we ons
zelf confronteren met onze schaduw. Hij
ging zelfs zo ver dat hij, heel symbolisch,
in een kamer altijd met zijn rug naar het
licht ging zitten, "zodat mijn schaduw al
tijd voor mij valt en ik hem kan zien".
Kortom, het is misschien nog niet zo'n
slecht idee uw eigen persoonlijkheid te
gaan schaduwen en rapport over uw be
vindingen uit te brengen aan de bevoeg
de instanties. Bijvoorbeeld aan degenen
u en dan uw schaduw valt.