Een leven vol uitvluchten Onzeanderekant Onze taal Veel analfabeten camoufleren hun probleem ingenieus •vér eu. K. ui. m oe. ENKWIJZER PAGINA 29 De Verenigde Naties hebben 1990 uitgeroepen tot jaar van de alfabetisering. Bijna 890 miljoen mensen boven de 15 jaar worden beschouwd als ongeletterd; dat is 27,7 procent van de wereldbevolking. Hoe een groep mensen zich probeert staande te houden in de maatschappij met trucs en uitvluchten, totdat ze geen uitweg meer zien. Bij het Leidse Studiehuis proberen sommigen op latere leeftijd nog de diepere achtergronden te leren begrijpen van cijfers en letters. "Als ik straks alles kan lezen, ga ik misschien wel Engels leren en mijn rijbewijs halen. Gaat er helemaal een wereld open voor deze jongen". door Gerard van Putten Analfabetisme stoort zich niet aan de wet die de leerplicht voorschrijft. Ook in een ontwikkeld land als het onze wonen mensen, voor wie een eenvoudig op schrift op een aanwijzingsbord langs de weg al volstrekte abacadabra is. Letters zijn voor hen niet te ontcijferen tekens, een handtekening een kruisje, een sim pel sommetje een niet op te lossen reken- formule. Verondersteld wordt dat in Ne derland tussen de 4 en 7 procent van de ingezetenen problemen heeft met lezen, schrijven of rekenen. Ten minste 560.000 personen, bij benadering het aantal in woners van Rotterdam. Maar wat heet analfabetisme? "Het hangt er maar van af watje onder dat be grip wilt verstaan", is de relativerende opmerking van Stef Gresnigt, directeur van het Leidse Studiehuis. "Ongeveer dertig procent van degenen die hier bin nenkomen kan helemaal niets. De bui tenlanders niet eens meegerekend, zijn er ongeveer 4000 Leidenaars die slecht tot in het geheel niet in staat zijn te lezen en te schrijven. Eerlijk gezegd krijgen we het merendeel van de mensen niet die hier zouden moeten komen. Ze schamen zich voor hun probleem, houden het ach- ter hun kiezen. Als er geen druk van bui tenaf op ze wordt uitgeoefend, blijven ze weg". Analfabetisme hoeft niet per se te dui den op domheid. Het merendeel van de cursisten die bij het Leidse Studiehuis een cursus alfabetisering volgen, is zelfs zeer wel in staat tot helder nadenken. "Ze hebben een blinde vlek als het gaat om lezen en schrijven. Maar ze beschik ken wel over een krankzinnig geheugen voor het gesproken woord, het is echt on gelooflijk hoe ze dat ter compensatie hebben ontwikkeld. Er zijn er hier bij in de klas, die maken geen aantekening. Maar op de volgende les brengen ze gega randeerd een gedetailleerd verslag uit van datgene wat is behandeld". Onder de mensen die zich zonder veel lees-, schrijf- en rekenvaardighëid in de maatschappij bewegen, zijn er nogal wat die tijdens de oorlogsjaren danig in hun algemene ontwikkeling zijn geremd. Ze gingen in die tijd nauwelijks naar school, weet Gresnigt van her;, en toen de oorlog eenmaal was afgelopen waren ze qua leeftijd zo ver gevorderd dat de tijd rijp was om een baantje te vinden. Als gevolg van de magere economische omstandig heden was elk extra centje in het in staat van wederopbouw verkerende Neder land meer dan welkom. Het gezinsbe- lang wilde dan wel eens prevaleren bo ven het belang van het opgroeiende kind. Camoufleren Analfabeten kunnen geniaal zijn in het camoufleren van hun ongeletterdheid. Langs omwegen weten de meesten hun doel toch te bereiken en zichzelf in de maatschappij staande te houden. Legio is het aantal mensen dat z'n toevlucht neemt tot het excuus van de zogenaamd vergeten leesbril. Zeker als het beroep dat wordt uitgeoefend niet in de eerste plaats lees- en schrijfvaardigheid vraagt, kan iemand op het werk lang leven met deze handicap. Gresnigt weet dat er vrachtwagen chauffeurs zijn die feilloos op de aanwij zingsborden rijden, zonder precies te we ten wat er nu eigenlijk staat. Maar ze pak ken de letters als herkenbare symbolen op. Aan de lengte van het woord en de R die vooraan staat, zien ze dat ze goed op koers liggen als ze naar Rotterdam moe ten. Al kan het natuurlijk wel eens mis- Leidenaar Gerrit Filippo (50) leert lezen en schrijven van Karin ten Bruggenkate: "Als je geregeld ingepeperd krijgt hoe dom je eigenlijk wel bent, vergaat het plezier in leren je wel". (fotos wim Dijkman» gaan ën de chauffeur in Roosendaal te rechtkomt. Maar dat overkomt zo'n man maar één keer, als de juiste weg eenmaal is gevonden zal hij die altijd blijven in slaan. Het geheugen is wat betreft het kompas. Ontdekking van het zo zorgvuldig weggestopte onvermogen tot lezen en schrijven volgt meestal pas dan, als het goede functioneren van werkgeverszijde wordt beloond met een functie van meer gewicht. En dan komt onherroepelijk het moment dat ze zichzelf moeten bloot geven. Schaamtegevoel overvalt de per soon in kwestie, als de nieuwe job mede schrijf- en leesvaardigheid vraagt. Het is om door de grond te zakken dat anderen door een dergelijk toeval een lang be waard geheim gewaar kunnen worden, dat i r die vóór alles anoniem wil blijven. Maar ook door hun kinderen kunnen analfabeten pijnlijk worden geconfron teerd met hun ontwikkelingsachter stand die ze ten opzichte van anderen hebben. Dat stadiuhi is al bereikt als de kinderen toe zijn aan de leerstof waaraan de ouders zelf nooit zijn toegekomen. Naarmate die kinderen ouder worden, naarmate ze meer kennis verwerven, wordt het voor zo'n persoon steeds moei lijker om met ze mee te praten. Hun ei gen kinderen te volgen. En dan begint van lieverlee het idee te ontstaan dat er wat moet gebeuren. Hoofdbrekens Maar alleen al de beslissing om een alfa betiseringscursus te volgen, bezorgt me nigeen al hoofdbrekens. Onwillekeurig komen alle nare jeugdherinneringen dan weer boven. Het onderwijs destijds op de lagere school, en nu ook het basisonder wijs, richt zich op de grote gemene deler. De leerlingen die moeilijk kunnen mee komen vallen buiten het klassikale ver band, en zijn gedoemd hun schooltijd uit te zitten tot de leeftijd die hun ontslaat van de leerplicht. "Vele cursisten hebben trauma's over gehouden aan hun schooltijd. Ze zijn be hept met een constant aanwezig schaam tegevoel. Begrijpelijk, vooral in de klas sen van vijftig leerlingen die je vroeger had, ging het er bepaald niet zachtzinnig aan toe. Als je geregeld ingepeperd krijgt hoe dom je eigenlijk wel bent, vergaat het plezier in leren je wel". De 50-jarige Leidenaar Gerrit Filippo kan daarover meepraten. Telkens bleef hij zitten. Het meubelstuk van de klas werd Gerrit, die er geen enkele moeite mee heeft daar voor uit te komen. Hij kwam terecht op een school voor kinde ren met leermoeilijkheden. Maar de on derwijzer die voor de klas stond liet hem maar in z'n sop gaarkoken, nooit werd er aandacht besteed aan hem, daar achter in de klas. Netten breien, dat leerde hij, maar verder... 't Is dat zijn jongste zuster hem altijd heeft geholpen, anders had hij vaak met de handen in het haar gezeten. Ze heeft hem altijd geweldig terzijde ge staan, dat moet gezegd. En er is ook altijd wel een ambtenaar te vinden die bereid is om zijn aanvraagfor mulier voor huursubsidie in te vullen. Maar altijd en eeuwig afhankelijk zijn van anderen, goed zat is Gerrit het onder hand. Filippo zou ook wel eens auto wil len rijden, een formuliertje willen invul len en de ondertitels van een film lezen. Niet dat hij op de tv de films niet kan vol gen, een paar weken geleden heeft hij Psycho' van Hitchcock nog ademloos gevolgd. "Natuurlijk begrijp ik wat er ge beurt in zo'n film. Cowboyfilms volg ik ook van a tot z. Ik zie toch wat er gebeurt, dat ze elkaar neerschieten". Individueel Met enig recht van spreken mag Roel Schemkes zich bevoegd achten te oorde len over het verschil in benadering op de gewone school en op de cursus. Bewust uit het onderwijs gestapt, is hij nu educa tief medewerker bij het Leidse Studie huis en brengt in die hoedanigheid de cursisten van de beginnersgroep ("men sen die vrijwel niets kunnen") de eerste beginselen van het lezen en schrijven bij. "De aanpak verschilt heel erg sterk. In het reguliere onderwijs heb je de metho de die de leerlingen van het begin naar het einde van het schooljaar voert. Als leerkracht moet je aan het programma voldoen en dat is het dan. Maar voor mij was het dat niet, mij spreekt individuele begeleiding meer aan. Zonder dwang, want dat werkt niet. Er is hier wel eens iemand geweest die door zijn baas hier naartoe was gestuurd, terwijl de man zelf er absoluut niets voor voelde. Dan kun nen de mensen beter hun geld op zak houden, dat werkt niet. Ja, wij vragen een eigen bijdrage van de mensen om ze het idee te geven dat het niet allemaal vrijblijvend is wat hier gebeurt. Ze moe ten er zelf ook iets voor willen doen". Aan Gerrit Filippo hebben ze wat dat betreft een goeie, bij het Leidse Studie huis. Vroeger had hij hartgrondig de pest aan leren, nu heeft Gerrit er plezier in. Hij gaat langzaam maar zeker vooruit in een omgeving waar er vóór alles naar wordt gestreefd om een sfeer te schep pen die in geen enkel opzicht doet den ken aan die van school. Een nog jeugdige cursiste, die onge noemd wenst te blijven, voelt zich in dat ongedwongen milieu ook al prima op haar gemak. Ze zit in het groepje waar van Karin ten Bruggenkate de begelei ding is toevertrouwd. De gevorderden. Een paar maanden geleden vroeg ze zich nog wanhopig af: wat zou daar nou toch staan? Om vervolgens als vanouds de weg van de minste weerstand te kiezen: ach, wat kan mij het ook schelen, laat maar zitten". Nu, in haar tweedejaar, is ze begonnen met Engels. Karin ten Bruggenkate maakt het van nabij mee dat het de men sen zichtbaar goed doet om met elkaar in contact komen, om mensen te treffen met soortgelijke problemen. Vragen over en weer stellen ze elkaar in de trant van: welke trucs heb jij toegepast om weg te stoppen dat je niet kunt lezen en schrijven? "Het schaamtegevoel zie je op den duur dan verdwijnen, en het zelfver trouwen zie je bij die mensen groeien". Veel overhoop Vluchten voor het eigen analfabetisme kan bijna niet meer. Tot in de jaren zestig kreeg de werkende bevolking in Neder land het weekloon keurig in een loonzak je. Contant. Makkelijk uit te tellen, een voudig te bestemmen voor de verplich tingen waaraan moest worden voldaan. Maar het automatische geldverkeer dat op gang kwam, haalde veel overhoop. Betrekkelijke zekerheden vooral. Alles ging ineens over de giro of bank, geld ha len vergde een handtekening. Maar wat te doen als je die niet hebt? Roel Schemkes kent een man uit Roelofarendsveen die er het volgende op heeft gevonden. "Als hij geld nodig had ging hij speciaal naar Amsterdam, naar een bankfiliaal waar hij een man kende die hem hielp. In zijn eigen dorp naar de bank gaan, daarvan kon geen sprake zijn. Dan waren zijn dorpsgenoten te weten gekomen dat hij analfabeet was en daar voor wilde hij beslist niet uitkomen". En dan die plastic geldcultuur: pasje, pincode onthouden en nog meer poes pas. Voor een analfabeet is er geen begin nen aan. Om maar te zwijgen over de pa pierlawine die talloze instanties hier uit braken, voor het onbenulligste wisse wasje moet tegenwoordig een formulier worden ingevuld. "Door dit alles zijn de mensen die kampen met lees-, schrijf- of rekenproblemen op een grotere achter stand geraakt", denkt Gresnigt. "Wat wil je ook? Laatst kreeg ik een computeruit draai van het energiebedrijf, de afreke ning. Als die mijn begrip al te boven gaat, hoe kun je dan van deze mensen verlan gen dat ze zo'n afrekening kunnen bevat ten?". Niet rooskleurig Het analfabetisme houdt niet op bij de generatie vijftigers. Wat dat betreft zien de educatiewerkers bij het Leidse Stu diehuis de toekomst bepaald niet roos kleurig in. Stef Gresnigt zegt redenen te hebben om aan te nemen dat er groei zit in het aantal analfabeten. Los van dege nen die door langdurige ziekte veel lesu ren mislopen, blijf je ook de categorie drop-outs houden. "Het zijn de kinderen die al vroeg gaan spijbelen, omdat ze in bepaalde vakken niet sterk zijn. Maar daarnaast heb je te maken met de buitenlandse mensen. Met de beeldcultuur die leesluiheid in de hand werkt. Het is niet goed dat kinde ren uitsluitend strips onder ogen krijgen. En dan is er nog het probleem van de ge sproken verhalen. Meer en meer jonge ren gaan ertoe over de walkman op te zet ten. Is wel zo makkelijk, vinden ze, hoef je al die letters niet te lezen". De meeste analfabeten hoeven niet blijvend het leven te leiden dat nadruk kelijk in het teken staat van smoezen en uitvluchten. De meesten kunnen zich op latere leeftijd alsnog het lezen en schrij ven eigen maken, dat geven Karin ten Bruggenkate en Roel Schemkes op een briefje. Als er maar het nodige geduld in de begeleiding wordt geïnvesteerd. "Vroeger werd het er vaak op gegooid dat mensen een hersenafwijking hadden als ze na vier jaar taalonderwijs nog woorden door elkaar gooiden. Bij die constatering bleef het, er was niets aan te doen. Zelfs huisartsen, die dat hebben geroepen. Slaat nergens op. In werkelijk heid kan vrijwel iedereen leren lezen en schrijven. Ook al gaat het soms heel erg langzaam, na een jaar of vijf zie je bij de meesten toch resultaat. Maar een heel klein percentage is echt woordblind" Als het aan Gerrit Filippo ligt, wordt het gelijk van Ten Bruggenkate en Schemkes bewezen. "Als ik straks alles kan lezen, ga ik misschien wel Engels le ren en mijn rijbewijs halen. Gaat er hele maal een wereld open voor deze jongen". DOOR JOOP VAN DER HORST De knuffelkei is er niet lang geweest. Het moet minstens vijftien jaar geleden zijn. Een geniale ondernemer bracht ze in de handel. Grof Maasgrind was het, maar liefdevol verpakt in een snoezig doosje. De knuffelkei lag daarin op een bedje van zachte houtwol. Hij had een naam en er was een bijsluiter die vertelde hoe de kei verzorgd moest worden. Dagelijks even over zijn bol aaien en lief toespreken. De duurdere soorten kocht je in een doosje met cellofaan venster, zodat de kei gezel lig naar buiten kon kijken. Vorige week bleek in een groep van meel dan vijftig studenten dat niemand ooit van een knuffelkei had gehoord. Ik voelde mij voorwereldlijk oud en conclu deerde dat het verschijnsel minstens vijf tien jaar geleden was. Het woord knuffel kei is er maar even geweest en bestaat nu alleen nog in de herinnering van men sen boven een bepaalde leeftijd. Je zoekt het tevergeefs in de woordenboeken. Het is een gewoonte van mij om woor den die ik niet ken, in een woordenboek op te zoeken. Ook in hedendaagse ro mans staan altijd wel enkele voor mij on bekende woorden. In de nieuwste Her mans. Au pair, stuitte ik op linksdragend. netsukes, amoretten en Watt en half- Watt. Het laatste kan ik nog steeds niet thuisbrengen. Net zo min als in de jongste bundel van Maarten Biesheuvel, Carpe Diem de Andreasscheur op bladzij 48 Wie waren Watt en half-Watt en wat is een Andreasscheur7 In het onlangs verschenen boek De re- kening van Boudewijn Büch is sprake van een worteldoek (blz. 120). De worteldoek heeft heel wat langer meegedaan dan de knuffelkei. maar is ondertussen toch ook bijna vergeten. Ik weet wat het is. maar ik keek in het woordenboek omdat ik me af vroeg waarom zo'n ding een wortekioek heet. De Grote Van Dale geeft er wel ant woord op, maar ik ben er nog niet veel wij zer van geworden: 'kleurige doek waar van het patroon op wortelhout lijkt". Wortelhout is hout van boomwortels, vaster dan gewoon hout, maar met meer knoesten en kwasten. Het voorbeeld van Van Dale zegt me meer: 'sierlijk drapeer de hij een worteldoek over de kap van de schoorsteen'. De worteldoek was bij de burgerij het schoorsteenkleed, iedereen had zo'n doek op de schoorsteenmantel hangen, steenrood en zwart, twee zijden hadden rode franje, twee zijden zwart franje. Vanwaar die gewoonte van het schoor steenkleed? Toen ik klein was hing het er alleen voor de sier. Maar het gebruik was zo algemeen, dat het vermoedelijk in een verder verleden functioneel geweest is. Van Dale brengt me bij schoorsteen- kleedje op een idee: het schoorsteen kleed werd vroeger voor de schouwope- ning gehangen om het kale (en tochtige!) gat aan het gezicht te onttrekken wan neer in de zomer de kachel weggenomen was. Misschien is de gewoonte van het schoorsteenkleed als volgt ontstaan als in het najaar de kachel weer geïnstalleerd werd, bleef de doek hangen maar werd wat hoger opgetrokken. En toen later de haardkachel (zoals bij ons thuis) zomer en winter bleef staan, bleef ook het schoorsteenkleed, nu nutteloos gewor den, zomer en winter voor de sier op de schoorsteenmantel hangen. Of het werkelijk zo gegaan is. weet ik niet. Evenmin is duidelijk waarom juist worteldoeken zo populair waren op de schoorsteen, En wat ik ook niet weet, is waar je zoiets zou moeten opzoeken. Wel weet ik nog heel goed dat toen het schoorsteenkleed na een Grote Schoon maak rond 1960 niet meer opgehangen werd, we allemaal vonden dat onze huis kamer er ineens zo 'modem' uitzag Stef Gresnigt, directeur van het Leidse Studiehuis: "Ongeveer dertig procent van degenen die hier bin nenkomen kan helemaal niets". Is het u ooit overkomen dat u 's nachts wakker werd en niet meer wist, ook al was het maar heel even, waar u was? Zul ke tijdelijke storingen in de oriëntatie zijn bepaald niet zeldzaam. Veel mensen hebben er van tijd tot tijd last van als ge volg van oververmoeidheid, ziekte, een overdosis drank of stress. Maar er zijn ook mensen die soms een heel ingrijpend en langdurig geheugen- of identiteitsver lies ondergaan. Het zijn die mensen over wie je van tijd tot tijd zoiets als het vol gende leest: "Op een zonnige dag in 1983 loste Gerard B., een plaatselijke winke lier, eenvoudig in het niets op. Hij ging naar buiten om een luchtje te scheppen en niemand die daarna nog iets van hem zag of hoorde. Pogingen tot opsporing door de politie en een privé-detective hadden geen enkel resultaat en zijn ver dwijning bleef een mysterie. Het mysterie werd vandaag opgelost toen Gerard zijn vrouw vanuit Zwitserland opbelde, waar hij werkte als kelner in een groot restaurant. "Ik werd vanmorgen wakker door René Diekstra hoogleraar psychologie, te Leiden en toen herinnerde ik me alles weer", deelde hij mee. "Tot dat moment had ik geen idee wie ik was en waar ik vandaan kwam". In de periode dat Gerard B. zijn geheu gen verloor had hij onder grote spannin gen gestaan. Zijn dochter was ernstig ge wond en voorgoed invalide geraakt als gevolg van een auto-ongeval, en zijn fi nanciële toestand was allerberoerdst ge weest. hi feite had hij vlak voor zijn fail lissement gestaan Tegen een verslagge ver zei Gerard B.: "Ik wilde naar huis om de scherven op te ruimen, maar die vier jaar ontbreken in mijn geheugen, en ik denk niet dat ik ze ooit weer zal terugvin- Zijn zulke verhalen waar? Verliezen mensen hun geheugen om het pas maan den of jaren later weer terug te vinden? Het antwoord is: ja, dat gebeurt inder daad. Zulke mensen zijn slachtoffer van wat wel genoemd wordt 'psychogene am nesie', dat wil zeggen: psychisch veroor zaakt geheugenverlies - een plotseling op tredende geheugenstoornis als reactie op ondragelijke spanningen. Het wezenlijke kenmerk van zo'n stoornis is dat een ge deelte van het geheugen Als het ware los gekoppeld wordt van het normale be wustzijn. Voor de persoon in kwestie is zo'n erva ring zowel tijdens het geheugenverlies als daarna uitermate bedreigend. Maar nog bizarder is een stoornis die er veel op lijkt en die tegenwoordig wel de multiple (meervoudige) persoonlijkheidsstoornis wordt genoemd. Voornaamste kenmerk daarvan is dat één enkel mens twee of zelfs meer duidelijk onderscheiden per soonlijkheden lijkt te hebben. Een van de meest indrukwekkende voorbeelden daarvan levert de film 'De Drie Gezichten van Eva'. De film is geba seerd op het werkelijke verhaal van de jonge binnenhuisarchitecte Chris Size- more, beschreven door de psychologen Thigpen en Cleckley. Chris Sizemore bleek aanvankelijk twee duidelijk onder scheiden persoonlijkheden te hebben. De ene, Eva White, was een zachtaardige, vriendelijke en brave vrouw en moeder. De andere, Eva Black, was een doortas tende, verleidelijke en verleidendeop avonturen beluste vrouw die de plichten van huwelijk en gezin aan haar laars lapte. De wisseling van persoonlijkheid vond soms om de paar dagen plaats, maar soms ook om de paar uur. Eva Whi te wist bewust niet van het bestaan van Eva Black, maar de problemen die de laatste aanrichtte waren wel vaak voor haar, zonder dat ze begreep waar ze ei genlijk vandaan kwamen. Eva Black ging regelmatig tot diep in de nacht uit en aan de drank, waarna Eva White de volgende morgen met een kater wakker werd. Na een intensieve psychologische behandeling ontstond een 'derde' Eva, een combinatie van de eigenschappen van de andere twee. Chris Sizemore is geen uitzondering. Regelmatig worden psychologen en psy chiaters geconfronteerd met multiple persoonlijkheden, hoewel we niet precies weten hoe vaak zulke gevallen voorko men. Opvallend is wel dat het veel vaker vrouwen dan mannen betreft, en dat ze doorgaans bijzonder gemakkelijk en diep onder hypnose zijn te brengen, We weten ook niet precies hoe en waarom de multiple persoonlijkheid ontstaat. Een mogelijke verklaring is dat een persoon, die goed hypnotiseerbaar is (ook door zichzelf) en als kind met een ernstig trau ma (mishandeling, misbruik) werd ge confronteerd, daarop reageert door een tweede persoon te creëren om de pijn of de schok enigszins dragelijk te maken. Als dat werkt, opluchting geeft, is de kans groot dat hij of zij bij toekomstige proble men van dezelfde 'tactiek' gebruik gaat maken. Er zijn psychologen die menen dat de meeste mensen een dubbele persoonlijk heid hebben, een 'goede' en een 'kwade'. Volgens hen is het ons aller lot om voort durend verwikkeld te zijn in een strijd tussen die twee persoonlijkheden in ons. De ene keer kunnen we uitermate lief en teder zijn voor anderen otn ons heen, maar evenzogoed kunnen we op een an der moment volgestouwd zitten met agressieve, hatelijke en zelfs moorddadi ge gevoelens ten opzichte van diezelfde anderen. De beroemde schrijver Robert Louis Stevenson (dezelfde van Schateiland) heeft aan dit thema een boek gewijd dat hij in 1886 publiceerde onder de merk waardige titel 'Het vreemde geval van Dr. Jekyll en Mister Hyde'Jekyll en Hyde zijn de twee persoonlijkheden van één en kele mens. Hyde isJekyll's kwade, duivel se, moreel absoluut verderfelijke zelf, die staat voor alles wat Jekyll ('de goede dok ter j niet zou willen zijn maar toch is. Jekyll verbergt Hyde (de naam komt van het Engelse woordt hide=verbergen) door hem absoluut uit zijn bewustzijn te ver dringen - zo sterk dat hij niet eens weet dat hij op bepaalde momenten Hyde is en zich ook als zodanig gedraagt - maar juist daarom wordt Hyde ten slotte zijn ondergang. Jekyll - de naam is een sa mentrekking van het Franse woord 'je' =ik) en het Engelse 'kill' (=dood) - ont doet zich ten slotte van Hyde door zichzelf langzaam te doden. Stevenson wilde met zijn boek vooral de man in het Victoriaanse Engeland van de negentiende eeuw een spiegel voorhouden. Want overdag en naar bui ten toe was die man rechtgeaard, moreel onberispelijk en verstandelijk, maar in hem huisde een dubbele moraal, een twee de zelf, die hem stiekem in het verborgene vaak precies het tegenovergestelde liet doen. Als Stevenson getuige was geweest van de ontmaskering van de uiterlijk zo keurige, ouderwetse leiders in Oost-Euro pa (zoals Honecker) die jarenlang zelf discipline en soberheid bij hun volk pre dikten, maar die in het verborgene tot op het bot corrupt bleken en onder meer zich onrechtmatig verrijkten door grote som men geld privé naar Zwitserland over te maken, dan zou hij terecht hebben gecon cludeerd dat de mens nu nog even dubbel is als een eeuw geleden. Een mens, zo is de wezenlijke bood schap in Dr. Jekyll en Mr. Hyde, kan zich niet ongestraft ontdoen van zijn 'andere' kant. Als hij dat doet, gaat hij zelf mee ten onder. De vermaarde psycholoog Carl Gustav Jung drukte hetzelfde in zicht uit door te zeggen dat een absolute voorwaarde voor een enigszins even wichtige persoonlijkheid is dat we ons zelf confronteren met onze schaduw. Hij ging zelfs zo ver dat hij, heel symbolisch, in een kamer altijd met zijn rug naar het licht ging zitten, "zodat mijn schaduw al tijd voor mij valt en ik hem kan zien". Kortom, het is misschien nog niet zo'n slecht idee uw eigen persoonlijkheid te gaan schaduwen en rapport over uw be vindingen uit te brengen aan de bevoeg de instanties. Bijvoorbeeld aan degenen u en dan uw schaduw valt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 29