Nomaden in een welvaartsstaat Het uitzichtloze bestaan in een mobiel krottendorp bij Halfweg ZATERDAG 9 DECEMBER 1989 EXTRA PAGINA 23 Wit en dik berijpt biedt zelfs lelijkheid een schilderachtige aanblik. Ook het mobiele krottendorp dat sinds een paar weken aan de rand van het Westelijk Havengebied bij Halfweg staat. Bij het woord 'bidonville' denk je automatisch aan Derde Wereld steden op tropische breedtegraden, aan Bombay, Calcutta of hun Afrikaanse en Zuidamerikaanse equivalenten. Aan hitte en muskieten. Maar deze bizarre verzameling wrakke caravans, aftandse bussen, tenten en bouwsels van balken, hardboardplaten en vieze lappen, ligt hier in het grauwe licht van een mistige Nederlandse winterochtend. doorRien Polderman De bevolking van het krottenkampe- ment is afkomstig van het KNSM-ei- land in het hoofdstedelijk oostelijk havengebied. De gemeente Amster dam heeft daar ambitieuze plannen voor: het IJ-oeverproject met dure glimmende hoteltorens en dynami sche kantoorflats waarmee Mokum London, Parijs en, wie weet, zelfs New York naar de kroon wil steken. De stadsnomaden, die op het ge kraakte bouwterrein hun tenten had den opgeslagen, vormden voor de uit voering van die plannen een hinderlij ke sta-in-de-weg. Dus werden enkele weken geleden Mobiele Eenheid en bulldozers inge zet om deze verontreiniging terzijde te schuiven. Het Westelijk Havenge bied, ooit bedoeld voor onder meer hervestiging van bedrijven uit het oostelijk havengebied, was er goed voor. In lange karavanen diepladers werden de schamele kampeermidde len, onder escorte van politie op mo toren, naar het Westelijk Havenge bied gebracht. Naar De Heining, om precies te zijn, een terrein voor auto sloperijen, opslag van vervuilde grond, de recycling van afvalhout uit de stadsvernieuwing; het Jacobse en Van Es-terrein zogezegd, bekend van de ontvoeringszaak-Heineken. 'Gas-chamber' Volgens woordvoerders van de ge meente was het in der haast gereedge maakte terrein slechts bedoeld voor de stalling van de caravans, de woon wagens en de kampeerbussen van de stadsnomaden. Maar indien de bewo ners in hun mobiele onderkomens wilden blijven bivakkeren, zou dat worden gedoogd. Dat de gemeente dit 'gedogen' heel li beraal wenst uit te leggen, blijkt uit de aansluiting van waterleiding en de plaatsing van twee toiletgebouwtjes. En ook uit de discussie in de Amster damse gemeenteraad, waarbij gewe zen werd op het brandgevaar dat een al te krappe stalling van de kampeer middelen zou inhouden. Het hoofd stedelijke college van burgemeester en wethouders zegde toe dat voor elke caravan 25 vierkante meter ruimte be schikbaar zou zijn. Leuzen op de toiletgebouwtjes ma ken inmiddels wel duidelijk hoe de stadsnomaden zelf over hun deporta tie naar De Heining denken. Een emo tionele hand heeft het woord 'Gas- chamber' plus een pijl op een van de deuren gekalkt. De lugubere grap wordt daaronder echter onmiddellijk weer gerelativeerd met een Engelsta lige prijslijst voor Beer, Besso, Jene ver, Chocomel en Fruitjuices. De bewoners van het krottenkamp proberen er het beste van te maken. Uit diverse schoorsteentjes, die uit de daken van de caravans omhoog prie men, kringelt blauwe ropk de grauwe mist in. Met hier een daar wat fietsen tegen de wanden geparkeerd, natte was aan een provisorische waslijn en hondestront op het vette plaveisel, lijkt het nomadenkamp in sommige opzichten bijna een gewoon Neder landse dorp op maandagochtend. Een blaffende hond wordt ergens naar binnen geroepen. Smeulende balk Nadere verkenning van het 'dorp' le vert tafereeltjes op die toch meer aan de Derde Wereld doen denken. In een bouwsel van afgedankte deuren, hardboardplaten en lappen ligt in een rafelige legerslaapzak een gedaante in de ochtendkou. Een pluk donker haar waaiert naar buiten. De slapende fi guur wordt geflankeerd door een dik ke smeulende balk, waarmee de erg ste kou verdreven lijkt. Een Engels sprekende jongen in een groene overall rommelt in een on overzichtelijke chaos van gereed schap en metalen onderdelen die in een berg op de voorbank van een ve hikel ligt. Nee, hij voelt zich bepaald niet happy met de situatie. De water leiding is bevroren omdat de gemeen te heeft verzuimd isolatie rondom de buizen aan te brengen. Hij gaat zo snel mogelijk weg, naar zuidelijke streken, waar de zon wat vaker schijnt. Naar Spanje. Zodra hij de motor van het voertuig aan de praat heeft gekregen. Een paar maten van hem stoken in een oliedrum van dikke stukken balk een rokerig vuurtje en warmen er hui verend hun handen aan. Het geblaf van de herdershond heeft inmiddels de bewoners van een van de caravans verderop gealarmeerd. Twee nieuws gierige kindergezichtjes drukken de neuzen tegen het half beslagen glas. Op een bank ligt een man uitgestrekt, de vader van het tweetal. Evenals de meesten op De Heining bezit hij de Britse nationaliteit. Kan hij het een beetje warm houden in de caravan? Dat lukt wel. Met een voorraad gasflessen; de ruimte is im mers klein. De kleuters lijken het in elk geval niet koud te hebben. In hun blote billen springen ze monter over het matras heen en weer. De man stelt zich voor als technicus. Hij werkt nog aan een klusje voor een van de andere bewoners van het kamp, anders was hij al lang weggeweest. Naar een zui delijk land met zonneschijn en min der kou. Geneugten In een iets ruimere caravan huizen Paul en Junior, twee Britten. Laatst genoemde tooit zich met een rode ba ret. "Ik ben de man met de bakfiets", roept hij enthousiast en toont trots een knipsel met foto uit een landelijk dagblad waarop hij is afgebeeld. In de caravan is het behaaglijk warm. Een kleine Engelse huiskamer, compleet met een hitte stralend kolenvuur in een soort open haard. Als je de prikke lende blauwe rook, waarvan de cara van vergeven is, voor lief neemt is het er best uit te houden. De heren hou den van de geneugten des levens, dat blijkt ook wel uit de flessen wijn en bier die overal in het vertrek een plek je hebben gevonden. De mensen die hier bivakkeren, kie zen voor een bepaalde manier van le ven, wordt wel gezegd. Met andere woorden: al te veel deernis hoeft de samenleving ook weer niet te hebben met de nomaden die hier terecht zijn gekomen. Paul is het niet helemaal eens met deze sussende redenering. In hoeverre bestaat een waarlijk vrije keuze? Er heerst bijvoorbeeld nogal wat werkloosheid en gebrek aan goe de huisvesting. Hier, maar ook in het Engeland van Thatcher. Is het dan zo vreemd dat je op zoek gaat naar een betere situatie, als je 'thuis' noch werk noch een huis hebt, vraagt hij zich af. Zijn maat vertelt naar Amsterdam te zijn gegaan om vandaaruit alle landen van Europa te verkennen. Amster dam was steeds weer de basis van- waaruit hij zijn tochten maakte. Am sterdam, omdat het een tolerante stad is, met veel vrijheid. Maar dat stand punt behoeft bijstelling. Ze zijn niet te spreken over de manier waarop de ge meente Amsterdam met hun belan gen is omgesprongen. Jazeker, ze hadden een brief ontvangen dat het KNSM-eiland zou worden ontruimd. Maar dat zou een week later gebeu ren. Nu was niemand er op voorbe reid. Junior, die als muzikant een karige boterham verdiende, zegt zijn instru menten te zijn kwijtgeraakt. Van een andere kunstenaar is het oeuvre van twintig jaar verloren gegaan. Veel mensen zijn spullen en andere huis raad kwijt. Bij de verplaatsing van de caravans is verder allerlei schade aan gericht. Niet officieel Hoeveel mensen er in het kamp zijn is moeilijk te zeggen, het aantal fluctu eert voortdurend. Maar zeker de helft van het oorspronkelijke aantal heeft een beter heenkomen gezocht. Ieder een speurt naar een betere plek dich ter bij de stad, of maakt plannen voor een vertrek naar warmere streken. Nee, de plaats is verre van ideaal, dat zal men moeten toegeven. De dichtst bijzijnde telefooncel staat helemaal in Halfweg, twee kilometer verderop. Je moet er niet aan denken dat er iets ernstigs gebeurt, een ongeluk of brand. Als een van de caravans in brand zou raken staat de hele zaak hier in no time in de hens. Vooral ach terin het kamp staan de caravans on verantwoord dicht op elkaar gepakt. Volgens Junior is ook de brandweer allesbehalve gelukkig met de situatie en zou er een rapport worden ge maakt. Ook een bushalte voor een rit naar de bewoonde wereld is ver weg. Een woordvoerder van de gemeente Amsterdam, om commentaar ge vraagd, wijst op de nabijheid van au tosloperijen en een houtverwerkend bedrijf. Als er iets aan de hand is kan daar worden gebeld. En 's nachts dan, als die bedrijven gesloten zijn? Stel dat er dan brand uitbreekt. Daar weet de woordvoerder zo een-twee-drie het antwoord niet op. Maar in elk geval zal de gemeente er zeker geen tele fooncel laten neerzetten. En de stads nomaden kunnen ook vergeten dat de bus voor hen ook maar een kilometer zal omrijden. Want officieel gaat het op De Heining nog steeds om een stal ling en niet om een officieel kamp. Daarom is de Woonwagenwet (op grond waarvan een telefoonaanslui ting zou kunnen worden geëist) hier niet van toepassing. De Woningwet en andere wetgeving op het gebied van volkshuisvesting gelden hier evenmin. Kortom, wettelijk kan het eigenlijk niet wat hier gebeurt, geeft hij toe. Voor hen blijft de hele toestand dus hoogst onaangenaam, vervolgen Paul en Junior hun relaas, maar er valt mee te leven. Zij redden zich wel. Ze zijn vrij en ongebonden, ze kunnen overal heen. Voor mensen met kinderen is de situatie een stuk lastiger. Crimineel? Wat vinden beide Engelsen van de be schuldigingen van burgemeester IJs- selmuiden van de buurgemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude? Die vreest dat hier louter crimineel volk zit dat in zijn gemeente 'proleta risch zal komen winkelen'. Ach, zegt Junior, overal heb je slechte en goede mensen, of je nu in de geregelde maat schappij kijkt of hierin de micro kosmos van dit kamp. In een caravan aan de rand zit zowaar ook nog een Nederlander. Uit zijn wa gen, waarvan de ingang, de lage tem peratuur ten spijt, slechts met een dik gordijn is afgesloten, klinkt muziek. De man wenst nadrukkelijk geen commentaar te geven op de situatie waarin de nomaden zijn gebracht. Maar hij biedt gastvrij wel een kop koffie aan. Later op de dag, als de zon pogingen doet om toch nog door de lage bewol king heen te prikken, komt er wat meer leven in het nomadenkamp. Een smoezelige kleuter ratelt op een drie- wielertje tussen de caravans en woon- bussen door. Een stel honden dartelt over de betonplaten. Enkele bewo ners begeven zich met de fiets op pad, naar de stad. Een meisje met groen haar torst een teiltje wasgoed voor zich uit. Anderen lopen met potten en pannen heen en weer. Blijkbaar is de waterleiding weer gaan stromen. In een hoekje waar twee caravans haaks op elkaar zijn gezet is een soort veldkeukentje ingericht. Een groepje jongens in punk-uitdossing bakt er ei eren voor het ontbijt. Ze spreken Duits en reageren agressief op de fo tograaf. Als hij het waagt een foto te maken kan hij een steen door zijn lens krijgen, waarschuwt een van hen. Tussen de in leder en sleets spijker- goed gehulde groen- en purperhari- gen van het kamp valt een groepje or delijker geklede mensen op. Het is de doktersploeg van de gemeentelijke geneeskundige dienst van Amster dam. De dokter heeft een visite ge bracht aan een zieke stadsnomade. Nee, niéts ernstigs, verzekert de GGD-arts desgevraagd. Naar de zon Dan klinkt het gegrom van een zware diesel. De sleutelende Engelsman heeft eindelijk zijn vrachtwagen aan de gang gekregen. Een caravan wordt aan de trekhaak gehangen. Zonder veel plichtplegingen draait het bijbe horende groepje Britten met de com binatie het kamp uit, op weg naar het zuiden en de zon. De bewoners van de minder rij vaardi ge vehikels staren de groep even na en gaan dan weer over tot de wanorde van de dag. Een laag overkomende KLM-Jumbo overdondert het weg stervende geronk van de juist ver trokken wagens. Stadsnomaden op De Heining: een terrein voor autosloperijen en op slag van vervuilde grond. (foto De Boen Woedende bewoners van het KNSM-eiland tijdens de ontruiming, enkele weken geleden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 23