Intiem zelfportret
Verwey is carrière afgeraden'
Behoorlijk niveau
Kees Verwey in Dordrecht:
Bosgod miljoenen waard
'Uitverkoop' Oostduitse kunst
Kunsthistorica Anita Hopmans:
Dansproduktie zonder ziel
Schilderij 'Aardappeleters' gerestaureerd
DORDRECHT - De nu 89-
jarige Haarlemse kunstschil
der Kees Verwey kennen we
langzamerhand wel, zou je
op het eerste gezicht zeggen
wanneer je leest van wéér
een tentoonstelling. Wat
moet er eigenlijk nog aan
worden toegevoegd?
We kennen zijn magistrale
atelierstukken, in een blauw
ietwat geheimzinnig licht
groots opgezette studies van
zijn werkplek aan het Spaar-
ne in Haarlem. Zijn onna
volgbare aquarellen van
bloemstillevens waarin vaak
een vleugje herfst geurt, een
prikkelende geur van licht
bederf. Wanneer een vrucht
op het punt staat te gaan rot
ten, een bloem vreemd be
gint te ruiken, wanneer zij
haar kortstondige schoon
heid verliest en een nog zo
fraai ogend, geaderd kelk
blad roemloos afvalt. Waar
om nu eigenlijk opnieuw
Verwey - daar helemaal in
Dordrecht?
Het geheim van deze tentoonstel
ling 'Kunst is spiegeling' schuilt in
twee elementen. Natuurlijk, in de
eerste plaats de hand van de mees
ter zelf, maar in de tweede plaats ze
ker ook die van de samenstelster
Anita Hopmans. Want Kees Verwey
is in staat met zijn schilderkunst het
oog te behagen.
Een expositie van een waaier van
'schuttersstukken', van kokette
bloemaquarellen krijgt bij het pu
bliek zonder meer de handen op el
kaar. Hier echter is naar een ander
aspect van de Haarlemse schilder
gezocht: een intiem zelfportret. In
overdrachtelijke zin althans, want
naast de enkele werkelijke zelfpor
tretten ontmoeten we Kees Verwey
als een man die met een zekere arg-
door
Frans Keijsper
waan zijn omgeving optekent, de
sfeer van een onderwerp tracht te
vatten.
Als jong kunstenaar worstelde hij
met de vorm, het model, de kleur en
zichzelf. Een lelijk knaapje om te
zien wanneer we zijn eigen kleur-
potloodstrepen mogen geloven: de
nog puberale Kees Verwey die kun
stenaar wil worden. Bereiken wil hij
wat, maar de weg naar het avontuur
ligt nog volledig open. Argwanend
loert hij de wereld in, bekijkt kenne
lijk ook zichzelf zo. Zal hij slagen?
Aan het begin voert ons de expo
sitie langs de driftige wens van Kees
Verwey schilder te willen worden,
maar o zo veel nog niet te kunnen.
Een benauwd stilleven bijvoor
beeld uit zijn vroege periode.
Orgelconcours 'Rijnakkoord':
Orgelconcours voor amateurs, georgani
seerd door de Streekmuziekschool 'Rijnak-
u i Schep-
LEIDERDORP Streekmuziek
school 'Rijnakkoord' bestaat
twintig jaar. Het liefst zou Rijnak
koord dit groots willen vieren met
concerten, receptie, toespraken
en concoursen, maar voor een
grootse opzet heb je geld nodig en
helaas... de rest is bekend bij elke
oprechte muziekliefhebber in de
regio.
Maar elk meesterschap kent
zijn beperking, dus gekozen voor
één goed opgezette manifestatie:
een orgelconcert voor amateurs,
gejureerd door drie kopstukken:
Han Lammers, Bach-kenner bij
uitstek, groot orgelliefhebber én
(wat er niets mee te maken heeft)
Commissaris der Koningin in de
provincie Flevoland; Gerard Ak--
kerhuis, organist en cantor van de
Kloosterkerk in Den Haag en
Charles de Wolff, organist en niet
weg te denken als dirigent van
het Bachkoor Holland.
Liefst eenendertig kandidaten
meldden zich voor de voorronde,
waarvan er tien werden geselec
teerd voor de finale, die gister
avond plaatshad in de Schep-
pingskerk in Leiderdorp. Op het
orgel gebouwd door de Gebr. van
Vulpen uit Utrecht in 1979 (ook
dit orgel verheugde zich in een
lustrumfeest) streden vijf jonge
lui tot en met 15 jaar en vijf finalis
ten van 16 jaar en ouder, om een
oorkonde, een eerste, tweede of
derde prijs.
Het eerste wat opviel, was de
durf en de betrekkelijke overga
ve, waarmee de eerste vijf zich
van hun taak (want dat is het
toch) kweten. Al deze muzikan
ten hadden een zeer behoorlijk ni
veau, maar duidelijk werd tijdens
de wedstrijd dat de meerderheid
voornamelijk nog 'noten eet' zon
der van de smaak echt te genie
ten, waarnaast een enkele met
overwicht en flair niet alleen toet
sen indrukt maar muziek maakt.
Het was dan ook glashelder, ook
voor dit niet-jurylid, dat Bram
Theunisse uit Dordrecht de eer
ste prijs in de wacht ging slepen
met een Prelude en Fuga van
Bach en twee koraalvoorspelen.
Na de pauze werd de selectie
moeilijker. Professioneel spel
was er te beluisteren, waar voor
mij het hoogtepunt van overtui
gend, zeer doorleefd spelen lag in
een Toccata en Fuga van Bach
uitgevoerd door Wim Loef uit
Den Haag. De jury dacht daar
enigszins anders over; zij gaf de
eerste prijs aan Wim van Dus-
schoten uit Benthuizen om zijn
verrassende vertolking van een
koraal van Andriessen op dit toch
beperkte orgel. Hij had bewon
derenswaardig geroeid met de
riemen die hij had, en die riemen
bleken niet zo geschikt te zijn als
Andriessen zich dat had voorge
steld bij het componeren van dit
werk. Wim Loef kreeg in elk geval
een zeer verdiende tweede prijs
toegekend.
Dit initiatief van 'Rijnakkoord'
noodt tot herhaling, gezien de
grote deelname, de goede kwali
teit en de enthousiaste toehoor
ders. Wat zou het prettig zijn als
Rijnakkoord zou beschikken
over een ruimer budget, waar
door zulk soort muzikale hoogte
punten, als een regelmatig terug
kerende feestelijke omlijsting, op
het cursusprogramma van de
Streekmuziekschool, zou kunnen
prijken.
LIDY VAN DER SPEK
obligaat met koperen kandelaar.
Zoals je inderdaad de eerste schre
den zet, worstelend met compositie,
kleur, stofuitdrukking, verf en on
derwerp. Bovendien tamelijk dof
van toon. Het licht echter zou iets la
ter in zijn schilderijen zijn intrede
doen en die zoekende, monsterende
blik naar de karaktertrekken van
zijn modellen zou zijn latere zelfpor
tretten nooit meer verlaten.
In die zelfportretten toont hij
zichzelf niet fraaier dan hij is: een
lastig man met wie het menigeen
ook danig aan de stok heeft gekre
gen. Worstelend op zijn (toenmalig)
rommelig atelier dat in menig werk
een dominante plaats zou innemen.
Belofte
Op 20 april 1900 stuurde oom Albert
Verwey vanuit Noordwijk aan Zee
een briefje aan Kees' ouders ter ge
legenheid van de geboorte van
diens zoon, een belofte voor de toe
komst:
'We wensen Kees en zijn vader en
moeder van harte geluk - dit is alles
wat ik zeggen kan. Hij zal zeker wel
een aardige jongen worden - een
waardige Dritter im Bund. Wat
knap van hem dat hij zoo'n Plooien
dag kiest. Ik hoop dat de blauwe he
mel en de voorjaarslucht hem bij
zullen blijven, en dat hij "op den
hoogten" leven zal'.
Alle charmante eigenschappen
van Kees Verwey ten spijt, tot ui
ting gekomen wellicht in zijn be
wondering of vriendschappen voor
of met Lodewijk van Deyssel, Otto
de Kat en Godfried Bomans, werd
hij niet zo'n aardige jongen. Me
nigeen kwam met hem in aanva
ring. Artistiek gezien was hij echter
wel een waardige Dritter im Bund.
Die zijn merkwaardige leermeester
Henri Fréderic Boot in Haarlem in
diens kunstenaarsschap heeft over
troffen.
Net als Boot is Kees Verwey een
atelierschilder gebleven. Enkele
stadsgezichten doen aan dat beeld
geen afbreuk. Wanneer de uit Rot
terdam afkomstige Boot, die later
zoveel andere kunstenaars zou be
ïnvloeden onder wie Anton Hey-
boer, eerst neerstrijkt in Spaarn-
dam en daar in 1906 een stilleven
schildert met blauw/wit porselei
nen potje, vaas en een met koperen
rand geornamenteerd spiegelkast-
je, zijn hier bijna alle attributen aan
wezig die in het werk van Kees Ver
wey later een rol zullen spelen.
Trefzekere portretten maakte hij
van mensen uit zijn omgeving: zijn
ouders, zijn vrouw Jeanne Tilbus-
scher, de Haarlemse beeldhouwer
Mari Andriessen, zijn vriendin de
beeldhouwster Charlotte van Pal-
landt. En zeker ook Boot, een prach
tige zwart krijt tekening, neergezet
in 1934. Met een beeld van de Ger
maanse godin Frya dat Boot had in
gezonden voor de tentoonstelling
van de Onafhankelijken in 1916:
Boot wilde zich met de kubisten
meten.
Masker
Als kunstenaar legt hij eveneens de
werkplaats vast van collega's. En
wanneer zijn moeder haar 79ste ver
jaardag viert aquarelleert hij heel
burgerlijk de theetafel: met kopjes,
potplant en een doorkijkje naar de
tuin. Zo recht-toe-recht-aan kan het
soms ook.
'Kunst is spiegeling' is een ont
dekkingsreis door het lange leven
van Kees Verwey, waarbij naast de
talrijke kunstwerken ook enige aan
dacht is gegeven aan documenten
en - altijd weer interessant - losse
schetsen en schetsboeken. Dichter
bij de kunstenaar kun je nauwelijks
komen. Wanneer Kees Verwey
reeds een gerijpt en gewaardeerd
kunstenaar is krijgt hij van de schil
deres Charley Toorop een sympa
thieke reactie op een niet nader aan
geduide tentoonstelling (14 decem
ber 1954):
'In gepeins' van Kees Verwey:
portret van zijn zieke vrouw
Jeanne. (foto Tom Haartsen/GPD)
'Ik heb met veel belangstelling Uw
zo.al met tekeningen in het museum
bekeken.
Ik had gehoord dat er invloed van
Picasso en Matisse was, maar geluk
kig niet want ik zou het jammer ge
vonden hebben indien U aan deze
mode mee had gedaan, want ik her
inner mij een mooi portret van van
Deyssel en enige zeer mooie stille
vens. Integendeel, ik voel het als een
persoonlijke uitbarsting die u nodig
had. Er zijn wel invloeden maar
vreemd genoeg van mijn vader Jan
Toorop en ook Thorn Prikker. De in
zet van de tekening en het verster
ken van de contouren en de zwarte
lijnen ook het trachten naar monu
mentaliteit.
Ik denk dat dit uw werk zal ver
frissen en vernieuwen en hoop dat
het in uw volgende schilderijen te
merken zal zijn'.
Wat Charley verder ook beoogde,
zeker is in een aantal werken van
Kees Verwey sprake van monu
mentaliteit. Op de tentoonstelling
hangt een aantal grote krijttekenin
gen, atelierstillevens, waar je stil
van wordt: de meester heeft zijn
handschrift al lang gevonden en
weet de kijker aan zich te binden.
Niet elk detail hoeft meer nader te
worden gepreciseerd.
Van een ontroerende schoonheid
echter is het portret dat Kees Ver
wey nog dit jaar tekende van zijn
zieke vrouw Jeanne: zwart-grijze
streken in een oneindigheid van
licht - het leven verdwijnt. Het treft
ons allemaal.
LONDEN (ANP) - Bij het veiling
huis Sotheby's in Londen is op 7 de
cember een bronzen dansende bos
god uit de vroege zeventiende eeuw
van de Noordnederlaridse manierist
Adriaen de Vries te koop. Het unie
ke exemplaar zat bij een zending
Engelse tuinbeelden uit deze en vo
rige eeuw. Het 77 cm hoge beeld
moet naar schatting tussen de drie
en vijf miljoen gulden opbrengen.
Dit heeft Sotheby's gisteren be
kend gemaakt. De dansende faun
was ingebracht voor een veiling in
Billigshurst. De eigenaar had het in
het begin van de jaren vijftig ge
kocht. Elizabeth Wilson van Sothe
by's was de eerste die in de gaten
had dat het om een belangrijk werk
ging. Het beeld werd van de veiling
teruggetrokken voor nader onder
zoek.
Dit bracht aan het licht, dat het
beeld waarschijnlijk tussen 1610 en
1615 in Praag is gemaakt. Een labo
ratorium in Oxford vond aan de bin
nenkant van het beeld nog een stuk
je van de oorspronkelijke binnen
vorm van (gebakken) klei. Dit res
tant kon worden gedateerd tussen
1450 en 1630. Het was er achterge
bleven nadat bij het gieten de oor
spronkelijke waslaag over de kern
van klein was verdwenen.
De figuur is gebaseerd op een
marmeren beeld dat in de zeven
tiende eeuw werd opgegraven, nu
in de Uffizi Gallery in Florence staat
en volgens overlevering door Mi
chelangelo werd gerestaureerd. Het
is vaak nagemaakt, dikwijls in
brons. De nu in Engeland ontdekte
bosgod schijnt het vroegste exem
plaar van de nagemaakte modellen
te zijn.
De beeldhouwer en schilder De
Vries werd rond 1545 in Den Haag
geboren en stierf in december 1626
in Praag.
Het maniërisme van De Vries
staat door de beweeglijkheid van de
wijze waarop hij zijn beelden mo
delleerde, al op de grens van de ba
rok.
DEN HAAG (GPD) Oostduitse musea en privéverzamelaars zijn jaren
lang door de communistische partijtop onder druk gezet kunstvoorwer
pen af te staan voor de verkoop aan kunst- en antiekhandelaren in de
Bondsrepubliek, België en Nederland. Geschat wordt dat er voor zeker
honderden miljoenen guldens aan kunst in deze landen is gekomen. De
Oostduitse Kunst- en Antiekvennootschap, optredend namens de staat,
wordt verantwoordelijk gesteld voor deze grootscheepse gedwongen 'uit
voer' van kunst en antiek.
Drie medewerkers van het Kunstnijverheidsmuseum in Köppenick zijn
met deze beschuldiging in de openbaarheid getreden, zo meldde gisterén
de VARA-radio. Deze illegale praktijken zouden zijn beschermd door de
hoogste politieke functionarissen in de DDR. Zo kon de vennootschap ja
renlang haar gang gaan. Volgens een van de drie museum-medewerkers
reden er ook geregeld vrachtwagens vol kunst naar Nederland.
DORDRECHT De Utrechtse
kunsthistorica Anita Hopmans
ziet er vermoeid uit wanneer zij
de laatste hand legt aan de jong
ste expositie 'Kunst is spiege
ling' van de 89-jarige Haarlemse
schilder-tekenaar Kees Ver
wey. Ver van Haarlem: het uit
de (toeristen)route liggende
maar mooie Dordrechts Muse
um.
Er arriveert een laatste schil
derij, een enkel document
wordt toegevoegd aan een vitri
ne. Door allerlei verwikkelin
gen blijkt haar monografie over
Kees Verwey niet op tijd van de
pers van drukkerij Enschede te
kunnen rollen - ondertussen
kondigt zich de televisie aan
voor de opening van de ten
toonstelling komende zaterdag.
door
Frans Keijsper
De tentoonstelling heeft iets van de
zachte aanraking van een marterha-
renpenseel: in lichte en donkere
toetsen zijn accenten gezet, ont
leend aan het schildersleven van
Kees Verwey. De probeersels van
'Fysica' van Bianca van Dillen
Stichting Dansproduktie met Fysica en de
reprise van Hexa van Bianca van Dillen
(choreografie)/Henk van der Meulen (mu
ziek) en Tom van den Haspel (toneelbeeld).
Gezien op 29 november in het LAK-theater
alwaar nog
LEIDEN - Uit het programma
boekje: "In de voorbereidingsge-
sprekken over Fysica is veelvul
dig het woord 'revisie' gebruikt:
het herbezien van kunst in een
aktuele kontekst". Dat ruikt naar
artistieke en intellectuele preten
ties die de artistiek leidster van
Stichting Dansproduktie, Bianca
van Dillen, in het recente verle
den niet echt heeft waargemaakt.
Ook in Fysica is ze er niet in ge
slaagd de pretenties te overstij
gen, maar een interessant studie
object zou je het wel kunnen noe-
A1 sinds de oprichting in 1977
werkt Dansproduktie samen met
componisten en beeldend kun
stenaars. Net als voor de choreo
grafie Hexa uit 1984, zijn dat voor
Fysica componist Henk van der
Meulen en decorontwerper Tom
van den Haspel. Gedrieën 'revi
seerden' zijn een tekst van de
Spaanse schrijver Frederico Gar
cia Lorca: Ode aan de Stilte
(1920). Van der Meulen zette deze
poëtische ode om in modern-he-
dendaags-tegendraadse ^ang en
muziek. Van den Haspel hing de
zangeres in een fraai frame van
een roeiboot onder aan metersho
ge, groen gekartelde tafelpoten
en Van Dillen liet de zeven dan
sers onder die tafelpoten bewe
gen. De zangtekst is Spaans, hier
en daar klinkt een zonnige gi
taarklank door en de bewegingen
verraden een enkele keer wat fla
menco-invloeden. Maar alles ab
stract want Lorca's kunst moest
tenslotte in een 'aktuele kontekst'
passen. Die 'aktuele kontekst' wil
zeggen dat er geen psychologie of
verhaal wordt uitgebeeld (terwijl
dat anno 1989 toch weer mag in
het theater). De samenwerkende
disciplines moeten associaties
oproepen zonder kant en klare
betekenissen. De betekenissen
liggen in het experimentele Fysi
ca dan ook niet voor de hand en
daarin schuilt de kracht van de
voorstelling. Maar door het denk
werk dat er steeds afgepast door
heen komt zetten, blijft het af
standelijk. Registreerbaar. De
dansers werpen elkaar nog wel
een fronsende werkbrauw toe,
maar het ritme van de choreogra
fie is te gelijkmatig om de theatra
le aandacht erbij te houden. De
structuuropbouw doet ondanks
alle ordening willekeurig aan. De
uiterlijkheden in fysica (kleding
en toneelbeeld) zijn behoorlijk,
maar net als bij mensen schijnt
het nog altijd om het innerlijk te
gaan. Noem het ziel en het ont
breekt.
INGRID
VAN FRANKENHUYZEN
Guido Severien (voorgrond)
een jong kunstenaar, de groei naar
en rijpheid van het kunstenaars
schap. Hij is beroemd door zijn ate
lierstillevens en bloemaquarellen,
maar deze expositie benadert een
andere Verwey.
Inspiratiebronnen blijken des
tijds voor Kees Verwey te zijn ge
weest Rembrandt, Frans Hals en
Hart Nibbrig. Tekenvoorbeelden
vond hij overigens in de rijk gevul
de boekenkast van zijn vader. Mak
kelijk had hij het in zijn jeugd niet,
naar eigen zeggen was hij vaak ziek.
Een lange jongen, die stotterde - een
beetje vreemd was. Hij werd om zijn
apartheid gemeden.
Beroemde ooms
Anita Hopmans: "Zijn tekeningen
werden echter geprezen en daar
mee trok hij de aandacht van zijn
ouders, broers en zus, en zijn beide
beroemde ooms: Albert Verwey,
met wie Kees' vader zich altijd zeer
verbonden heeft gevoeld, en H.P.
Berlage, met wie de familie een ge
regeld en hartelijk contact onder
hield. Van hieruit ontstond moge
lijk het verlangen zich juist op het
gebied van de kunst, dat vertegen
woordigd werd door deze ooms te
ontwikkelen".
Een hypotheek op Kees Verwey
legde overigens wel de aanwezig
heid van veel artistiek talent in zijn
familie. Zoals hij het zelf eens in een
artikel gericht tot Godfried Bomans
uitdrukte: 'Er waren zoveel be
roemdheden in mijn familie en in de
onmiddellijke omgeving daarvan,
dat de veelheid verlammend op mij
heeft gewerkt en ik door de over
macht waartussen ik als kind ben
opgegroeid, bijna ben verstikt'.
Het gezin-Verwey kwam in Sant
poort terecht, waar Kees de gele
genheid kreeg zijn talenten te ont
plooien. Hij tekent er in zijn woon
omgeving: de duinen, de Rune van
Brederode, een molen in Santpoort
en stadsgezichten in Haarlem. Rem
brandt met zijn licht-donker-kon-
trasten bleek zijn voorbeeld. En uit
recentere tijd: Breitner, Isaac Is
raels, Floris Verster.
Maar de naar Haarlem gekomen
schilder Henri F. Boot fascineerde
hem. Kees Verwey wilde van hem
schilderslessen hebben. "Tot zijn
verbazing echter ging Boot hier niet
op in en raadde hem de kunste
naarscarrière zelfs af. Boot meende
dat schilders eenvoudige mensen
moesten zijn en geen familie van
'geleerde of gereputeerde kringen'
en sprak over de moeilijke weg die
zijns inziens ontwikkelde mensen
moesten afleggen eer zij de rust zou
den vinden tot het werken in alle
eenvoud," aldus Anita Hopmans.
Verwey mocht Boot echter wel
bezoeken en diens raad inwinnen,
hij volgde ondertussen elders te
kenonderwijs. Dit bood hem echter
niet wat hij daarin zocht: het was
saai en gaf niets nieuws. Na militai
re dienst te hebben geweigerd,
daardoor in het cachot te zijn geko
men, maar desondanks te zijn door
gegaan met zijn schildersdrift, ging
Verwey opnieuw naar Boot. Nu
werd hij wel geaccepteerd.
Tolstoi
De lessen bij Boot waren voor Ver
wey een pijniging. Interessant is ze
ker het refereren van Anita Hop
mans aan de kunsttheoretische be
schouwingen van de Russische
schrijver Leo Tolstoi - het nobele
van de arbeid - die invloed hadden
op Boot. Het opkomend socialisme
leek veelbelovend. Het verklaart
Boots aanwezigheid op een gege
ven moment in Spaarndam, te mid
den van vissersvolk en grondwer
kers. Een uiterst sober leven, zoals
Boot het later ook in Haarlem zou
hebben, in het gezelschap van rat
ten en katten. De 'natuurlijke orde'
in het daar betrokken atelier mocht
niet worden verstoord.
Overigens werd het Kees Verwey
duidelijk dat 'Boots Tolstoiaanse
kunst- en levenopvatting aan hem
niet werkelijk was besteed. Daar
moest hij zijn leermeester als eerste
in teleurstellen.'
In zijn kunstenaarsschap heeft
Kees Verwey zich trachten los te
maken van zijn leermeester, ook uit
de traditie. Hij is wellicht onbe
doeld een trait-d'union tussen twee
werelden: de 19de en de 20ste eeuw.
Naar mijn mening constateert
Anita Hopmans terecht dat de ate
lierstukken geen eindpunt zijn in
Verweys ontwikkeling. Maar in hun
monumentaliteit, niet gespeend
van geheimzinnigheid, openen zij
wellicht een nieuw te onderzoeken
pad.
Kunst is spiegeling. Werken van
Kees Verwey. Dordrechts Muse
um. Museumstraat 40. Open: di
t/m za 10-17 u., zon- en feestdagen
13-17 u. T/m 28 januari. Monogra
fie over Kees Verwey. Door drs.
Anita Hopmans. Uitg.: Joh.
Ensched, Haarlem. Prijs: Fl. 45,-.
OTTERLO (ANP) - Het doek 'De Aardappeleters.
1885' van Vincent van Gogh is gerestaureerd en vanaf
5 december weer te zien in de vaste opstelling van de
collectie in het Rijksmuseum Kröller-Müller op de Ho
ge Veluwe in Otterlo. Het schilderij werd 12 december
vorig jaar met twee andere werken uit het museum ge
stolen. Het werd op 14 juli teruggevonden. Het bleek
te zijn beschadigd, een gevolg van vocht en hoge tem
peratuur. Bij de restauratie zijn de vernislaag en de re
touches die in 1958 waren aangebracht, vervangen.
De twee andere gestolen werken waren 'Uitgebloei
de zonnebloemen, 1887' en 'Weefgetouw met wever,
1884'. Deze zijn eveneens teruggevonden, maar had
den minder te lijden en konden nagenoeg meteen na
terugkeer weer in het museum worden opgehangen.