Verliefd maar niet verloofd
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1989
PAGINA 25
Duizenden streekgenoten
omzomen vanmiddag de velden
waarop Rijnsburgse Boys-Quick
Boys en Noordwijk-Katwijk elkaar
bestrijden. De vier zaterdagclubs
hebben zich dit jaar nadrukkelijk in
de top-5 van de eerste klasse
genesteld. Dat ging niet zonder
slag of stoot. Integendeel, het
zakenleven heeft er de beurs
royaal voor opengetrokken en
daarmee een stevige voet tussen
de deur gezet. Een ontwikkeling
die niet meer lijkt te keren. Want
om te kunnen dansen heb je een
partner nodig, roepen ze in koor.
"Waar wij jarenlang om werden
gekritiseerd, heet nu opeens
modern te zijn".
door Rob Onderwater,
Ad van Kaam en
Rob van der Zanden
Volksoproer op de grens van Katwijk
en Rijnsburg, brandstichting achter
de tribune van Noordwijk en charges
van de verzamelde politiekorpsen uit
de streek. Uitwassen van een nog niet
zo lang vervlogen verleden, als de bol-
lenderby's op het programma van de
eerste klasse zaterdag van het ama
teurvoetbal prijkten. De herbeleving
van de Hoekse en Kabeljauwsè twis
ten, zo werden die confrontaties in de
driehoek Katwijk, Rijnsburg, Noord-
wijk destijds wel afgeschilderd.
Dat tijdperk lijkt inmiddels definitief
afgesloten. De gemoederen mogen
nog wel eens verhit raken en de be
langstelling voor die wedstrijden is
onverminderd groot, maar geheel
passend in de tijdgeest heeft ook op
de velden de verzakelijking toegesla
gen.
Het besef dat men die rivaliteit juist
moet aanwenden om het publiek te
binden, de sponsors te lokken en het
hoge niveau te handhaven, heeft de
overhand gekregen boven het uit
vechten van ordinaire burenruzies of
het besmuikt lachen om eikaars so
res. Zeker nu Katwijk, Lisse en ARC
in de loop van de jaren tot het pact zijn
toegetreden en er op die 'gouden vier
hoek' van een paar vierkante kilome
ter rond Leiden derhalve de meest in
teressante en best bezochte amateur
wedstrijden van Nederland worden
gespeeld.
Het dringende verzoek aan de KNVB
om bij elkaar te worden ingedeeld in
één klasse, spreekt wat dat betreft
boekdelen. De brief was ondertekend
door de zes voorzitters. Vier van hen
(zij die betrokkenen zijn bij de van
daag te spelen derby's Rijnsburgse
Boys-Quick Boys en Noordwijk-Kat
wijk) komen aan het woord over het
hoe, waarom en wanneer van de 'ge
wijzigde opstelling'.
Overstag
De 'nieuwe' wind waait momenteel
het hardst op Nieuw Zuid, het fraaie
sportpark van Quick Boys, dat in dit
verband niet toevallig van de vier ook
het dichtst aan zee ligt. Voor de goede
orde moet daarbij meteen worden ge
steld dat de 1300 leden tellende vere
niging wél als laatste overstag is ge
gaan inzake de verruiming van de
amateurbegrippen, oftewel de toene
mende professionalisering.
Pas twee jaar geleden - en misschien
wel als laatste in Nederland - ver
scheen er een sponsornaam op de
daarvóór maagdelijk blauw-witte
shirts. Pas dit seizoen verschenen er
niet-Katwijkers in de hoofdmacht. En
pas sinds een paar maanden wordt de
bestuurskamer na thuiswedstrijden
overstelpt door sub-sponsors die, in
ruil voor hun donaties, daar haring en
een biertje mogen nuttigen.
Toch zegt voorzitter Arie Guyt, al acht
jaar in functie, dat de vroeger zo prin
cipiële zaterdagclub heus nog niet he
lemaal van zijn geloof is gevallen. "Er
is binnen de vereniging nog altijd een
groep leden die deze ontwikkelingen
met de nodige bedenkingen beziet",
weet hij ook.
De vrees dat Quick Boys zich evenwel
geheel en al zal overleveren a
duivel (lees: het geld) neemt hij, al
s het alleen maar voor die mensen,
onmiddellijk weg. "Ons hele beleid is
er op gericht de herkenbaarheid
Quick Boys hoog te houden. Katwij-
kers zullen in het eerste altijd de bo
ventoon voeren, de jeugd heeft de
hoogste prioriteit, en sponsors zullen
nooit invloed op de bestuurlijke gang
van zaken krijgen. De eigen identiteit
zal Quick Boys nimmer prijsgeven".
Wat niet wegneemt dat Quick Boys
ten opzichte van vroeger een bedui
dend andere koers is gaan varen. Arie
Guyt, in het dagelijks leven topamb
tenaar op het ministerie van volks
huisvesting, beaamt dat. "Die ontwik-
Rijnsburgse Boys heeft over publiek niet klagen
Dat is aardig gelukt".
"Wij willen de Rijnsburgers iets bieden op zaterdagmiddag.
keling is een aantal jaren geleden i
gezet. Quick Boys is binnen het a
teurvoetbal een topclub, en als be
stuur willen wij dat ook zo houden. In
eerste instantie hebben wij besloten
te voldoen aan de randvoorwaarden
die nodig zijn om aan de top te blij-
Verbeteringen a
datie, de relatie tussen de gemeente
verstevigen en het trainersbestel op
peil brengen. Vervolgens zijn we gaan
kijken wat er nodig was om het ni
veau ook op het veld onveranderd
hoog te houden. Dan mag je je ogen
niet sluiten voor de realiteit, dan moet
je ook eens kijken hoe andere clubs
dat doen. Met een star beleid hadden
wij best nog jaren in "de eerste klasse
kunnen spelen. Maar we willen mee
doen aan de top".
Koppeling
Shirtreclame, borden en dus re
venuen van sponsors waren het logi
sche volgende punt op de agenda. On
der het motto 'we verkopen de club
niet voor een paar centen aan de eer
ste de beste' keek Quick Boys eerst ja
ren de kat uit de boom om vervolgens
met het visverwerkingsbedrijf Ouwe
hand in zee te gaan.
"Daarmee was een koppeling tot
stand gebracht tussen een groot Kat-
wijks bedrijf en de grootste voetbal
club, en dat was de opzet", zegt Guyt.
"We ontvangen een goed bedrag, de
naam van het bedrijf staat op het shirt
en dat is dat. Van inmenging is nog
maals geen sprake". En dan niet zon
der trots: "Inmiddels hebben we 100
meter reclameborden op de wachtlijst
staan. We kunnen ze gewoon niet
kwijt".
Spelers van buitenaf aantrekken leek
een heter hangijzer binnen de even
hechte als chauvinistische Katwijkse
gemeenschap, maar ook die 'hinder
nis' werd volgens voorzitter Guyt ta
melijk soepel genomen. "Wij hadden
Nick Stienstra als trainer gecontrac
teerd en hij zou twee spelers meene
men. Alleen voor die plaatsen waar
écht aanvulling nodig was. Stienstra
heeft de vliegramp in Suriname he
laas niet overleefd, maar die spelers
zijn toch gekomen. Niet voor geld,
want alles gebeurt binnen de regle
menten van de KNVB, laat ik dat
Quick Boys-Marken 1988: het besef dat men rivaliteit juist
moet aanwenden om het publiek te binden, de sponsors te
lokken en het hoge niveau te handhaven, heeft de overhand
gekregen boven het uitvechten van ordinaire burenruzies of
het besmuikt lachen om eikaars sores. (foto Loek zuyderduini
voorop stellen. Wij doen niets wat
Zeist heeft verboden. En de club vaart
er wel bij, daarvan is het merendeel
van onze grote aanhang intussen wel
doordrongen. De supporters zien per
slot van rekening ook het liefst top
voetbal".
Dat wordt bij Quick Boys en in de di
recte omgeving gespeeld. "De scher
pe kantjes zijn er onderhand van af,
maar die rivaliteit onderling moet na
tuurlijk blijven", vindt Guyt. "Van
daar ook die brief van de voorzitters,
ja, inderdaad op initiatief van mij. Wat
moeten wij met Oranje Nassau als te
genstander, of met Hoek? Dan kan je
toch tien keer liever in de slag gaan
met Rijnsburgse Boys, Noordwijk en
Katwijk. Dat is pas interessant voor
het publiek en de spelers". En voor de
penningmeesters niet te vergeten.
Opeens modern
Waar Quick Boys héél lang aarzelde,
daar verzekerde men zich in het veel
commerciëler denkende buurdorp
Rijnsburg reeds jaren eerder van fi
nanciële injecties door derden. Uiter
aard weer met als doel de top te halen
en daar ook te blijven. Al in 1974 zette
de club uit het bloemendorp de eerste
schreden op het commerciële pad.
Commercie die - zo zegt de Rijns
burgse clubleiding met veel gevoel
voor trots en cynisme - een decenni
um later pas werd ontdekt door de
collegaclubs. "Waar wij jarenlang om
werden gekritiseerd, heet nu opeens
modern te zijn", zeggen voorzitter
Piet van Egmond en secretaris Ge
rard van Zuylen verongelijkt.
Sponsoring is niet meer weg te den
ken in de amateursector. Toch praten
ze bij Rijnsburgse Boys inmiddels
meer in termen als 'appeltje voor de
dorst' als het gaat over de inbreng van
de sponsors. Rijnsburg mag dan als
bollenclub een voorloper zijn, het is
op Middelmors geen onmisbare fi
nanciële injectie van derden die naar
de clubkas vloeit. Wat dat betreft zal
de club zich nooit een buil vallen aan
de al dan niet geel-zwarte sympathie
van het bedrijfsleven.
Na dertien jaar LIAM als hoofd- en la
ter ook shirtsponsor te hebben gehad
(ongeveer 15.000 gulden per jaar) ko
zen de Rijnsburgers twee jaar geleden
voor een andere constructie. Er kwam
een sponsorgroep die tot op heden 18
bedrijven kent, voornamelijk uit
Rijnsburg. Een van de sponsors mag
gedurende twee jaar voor een extra
bedrag op het shirt van de spelers. Nu
is dat de bloemenkrant. De Stichting
Sponsorgroep Rijnsburgse Boys - het
dagelijks bestuur van die instantie is
vrijwel identiek aan dat van de club -
bemachtigt jaarlijks zo'n 70.000 gul
den.
Zie verder volgende pagina