Werfenweng en Forstau ideaal voor beginners Skiën op de heupen van de Mont Blanc Over Werfenweng zelf valt niet zoveel te berichten. Ga maar na. In het plaatsje staat maar één verkeersbord. Met op de voorkant de plaatsnaam en op de achterzijde de aanduiding 'einde dorp'. Maar dat wil nog niet zeggen dat je er niet uitstekend zou kunnen leren skiën. Integendeel. Het schuin onder Salzburg verborgen Werfenweng kan zonder enige terughoudendheid een ideaal oord voor beginnende wintersporters worden genoemd. Overzichtelijk, niet al te heftige hellingen, betrekkelijk billijk en dat vooral gezellig. Wat onder meer moge blijken uit het feit dat het skigebied van Werfenweng meer Stuben kent dan liften. Geen afdaling of er staat wel een tapperij. Geen tapperij of het heeft wel een enorm terras. Hetgeen na twee uur desperaat zwoegen in een beginnersklasje wel zo aantrekkelijk is. Niet dat het bibberen der knieën na een door de Hüttenwirt ingeschonken Schnapps subiet stopt. Maar je denkt godzijgedankt eindelijk weer eens aan iets anders dan aan het belasten van je dalski. Werfenweng heeft bij elkaar 25 kilometer aan afdalingspisten en 45 kilometer aan gespoorde loipen. Dat is niet veel. Maar moet dat dan? Als de debuterende skiër bij het Anton Procksch Haus een ideaal weitje tot zijn beschikking heeft? Als de iets gevorderde zich na een dag of vier stug trainen al aan de blauwe afdaling van de Pischinghöhe kan wagen? Als de snelle leerlingen, aan het einde van een week les, zelfs de 'zwarte' piste van diezelfde Pichinghöhe kunnen proberen te bedwingen? Disco Een simpel oord voor simpele skiërs. De disco is er van voor de eerste wereldoorlog. De sfeer van het 'Skihaserlbal' al evenzeer. Maar wie maalt daarom als 'Die Lustigen Schnaxler' ter verhoging van de feestvreugde de onverbiddelijke winterkraker 'Hansl hangt den Zipfel raus' inzetten? Op een gegeven moment hoort zelfs de meest verstokte hater van groenvilten hoedjes en leren broeken zich luidkeels meezingen. Met zowel een glas in de rechter als een glas in de linkerhand. In Forstau, een stukje verderop in het Salzburgerland, aan de grens met Steyermarken, is het al van hetzelfde laken een pak. Al is het er iets duurder en doet de entourage er wat moderner aan. Dat hebben we te danken aan Alois Rohrmoser. Herr Alois Rohrmoser, de grote baas van de Atomicfabrieken. Die zocht een aantal jaren terug een goed testterrein voor de onder zijn supervisie vervaardigde ski's. Wel, bijna in de achtertuin van zijn fabriek vond hij het ideale gebied: de bergen boven Forstau. Waarschijnlijk zal hij vooral zijn gevallen voor de afdaling langs de Premhutte, waar ene Hans (razend populair bij zijn cliëtele) een ongehoord lekkere Kasnöckln serveert. De op 1885 meter hoogte beginnende en op 930 meter hoogte eindigende piste, jaagt zelfs de meest verstokte, door alle wateren gewassen skiër, onvermijdelijk een lied naar de lippen. Hier ski's testen, moet een waar feest zijn. Stil Temeer daar het in Forstau nog prettig stil is. In 1984 werd boven het dorpje, dat 500 inwoners heeft en 650 gastenbedden, de eerste lift opgetrokken. Iets wat nog maar tot weinigen moet zijn doorgedrongen. Maar dat kan nooit lang meer duren natuurlijk. Daarvoor heeft Forstau teveel potentie. Herr Rohrmoser, die plotseling kansen zag en zijn 'Teststrecke' in geen tijd uitbouwde tot een heus skigebied, schijnt de afgelopen zomer alweer nieuwe plannen te hebben uitgebroed. Al bouw je heden ten dage in de Alpen natuurlijk niet zomaar eventjes een wat nieuwe liften. Dat heeft Obertauern gemerkt, de trots van skiënd Salzburgerland. Op de Tauernpass, daar waar de naar zon snakkende toerist vroeger het Salzburgerland verliet en Karinthië indook, daar werd na de opening van de iets westelijker gelegen Tauerntunnel, rondom een paar krakende en piepende liftjes een modern skistation gebouwd. Honderdtwintig kilometer pisten liggen er nu als in een amphitheater boven de 180 inwoners tellende nederzetting. En daar komt - als het aan de milieuorganisaties ligt geen centimeter bij. Terecht. Obertauern immers is in de huidige omvang al aantrekkelijk genoeg. Jawel, het kan er hartje winter bitter koud zijn. Daarvoor ligt het tenslotte op bijna tweeduizend meter hoogte. Daarvoor ook kan het er ongemeen hard waaien. Maar als in februari en maart en vooral in april de zon steeds krachtiger begint te schijnen, mag Obertauern zonder enige twijfel tot de top- wintersportoorden van Oostenrijk worden gerekend. Temeer daar de sneeuwzekerheid natuurlijk erg groot is en de vervoerscapaciteit van de liften onlangs is opgevoerd tot 26.000 personen per uur. Als je de in Oostenrijk befaamde Tauernronde maakt, heb je de plaatstelijk kroeg altijd binnen bereik. Wachttijden zijn er daarom zelfs in het hoogseizoen nauwelijks. En vormt zich hier en daar misschien toch eens een rijtje: een Feigling, het favoriete drankje in Obertauern, wordt in elk etablissement getapt. Maar dan kan je maar beter niet op de hellingen ten westen van de pas verkeren. Daarvoor zijn ze te steil. Vooral vanonder de Gamsleitenspitze dondert zich zo'n smerig steil hobbelig stuk naar omlaag, dat zelfs de crack de ski's voortdurend uit elkaar voelt zwieberen. Aan de oostkant leunen de pisten aanmerkelijk gemoedelijker tegen elkaar. Hier kunnen zelfs beginners al vlug hun eerste afdaling maken. Daar ook, achter het overdekte zwembad, kan het beste worden begonnen aan de Tauernronde. De in Oostenrijk tamelijk befaamde Tauernronde, die de skiër in een wijde cirkel rondom het dorp voert. Prima te doen in een enkele dag al zal er soms wel aan getrokken dienen te worden. Maar wie moe wordt, snijdt af. Nooit ben je verder dan tien minuten skiën van het dorp. Altijd is de Lürzer Alm, Obertauerns meest populaire kroeg, binnen bereik. Zeer zeker, voor die faciliteiten moet worden betaald. En uiteraard kost bijvoorbeeld een zesdaagse skipas in het Obertauern- geschikt-voor-iedere skiër( 1240 shilling) aanmerkelijk meer dan in bijvoorbeeld het Werfenweng-ideaal-voor-de- beginner (945 shilling). Maar dat zal niemand verbazen. Informatie: Oostenrijks Tocristcnburo, Stadhouderskade 2, 1054 ES Amsterdam, telefoon 020 - 129682. Schaatsen De vorig jaar voor het eerst verreden Alternatieve Elfstedentocht in Weissensee heeft ook gevolgen gekregen voor de reismarkt. Zowel De Jong Intratours als Maaskant Reizen organiseren schaatstrips naar dit Karinthische meer. De Jong heeft in het pakket ook schaatslessen zitten, die worden gegeven door schaatsleraren uit Utrecht. Zij begeleiden deze reizen, die vanaf de eerste volle week van januari worden gehouden. De reisorganisatie Maaskant Reizen gaat zich vooral toeleggen op groepsreizen. VRIJDAG 24 NOVEMBER 1989 PAGINA 13 aan de dal-afdaling wagen. De piste is niet alleen geweldig steil; hij is nog smal en bezaaid met stenen ook. Gevolg van het feit dat een boer zijn grond niet wil verkopen. Maar, beloofden ze afgelopen winter in Les Contamines, dat probleem is zo goed als opgelost. Deze winter al, of op z'n laatst de volgende winter, ligt er een prachtige, zigzag-piste die zelfs voor de wankelen ter been makkelijk te overwinnen moet zijn. Waarmee Les Contamines dan meteen een van de aantrekkelijkste skidorpen van Frankrijk zal zijn, want zowel van de Aiguille Croche als de Col du Joly (richting Hauteluce) slingeren zich eindeloos lange pisten (de een nog mooier dan de ander) van taverne tot taverne. Want dat is nóg een pluspunt van Les Contamines: de uitspanningen. Er zijn er net als in Saint Gervais ontelbare en net als in Saint Gervais ook vonden we een niet op de panoromakaart aangegeven restaurant het aardigste: La Boche Croisée, bij het begin van de stoeltjeslift met dezelfde naam. Skischoenen uit, trijpen slofjes aan en smikkelen maar. De Salade du Berger is er om je vingers bij op te eten, de Crotes Savoyardes al evenzeer. Maar blijf van de Génépis, een van een alpenbloemetje gestookte likeur af als je tenminste niet op je hoofd naar beneden wil. De Génépis kun je beter beneden drinken. In Le Bonnant bijvoorbeeld, of in Le Vivier het voortreffelijke restaurant van 'maitre cuisinier de la mer', meneer André Boidard. Hij belooft zijn klanten temidden van de bergen niet alleen verse visjes, hij serveert ze ook nog. Voor niet al te gekke prijzen. Een van de leuke supplementen van skiën in zo'n oud Frans dorpje: de geneugten van die heerlijke keukens. Die van Le Club House bijvoorbeeld in het kuurpark van Saint Gervais. Of die van Lou Grangni, midden in datzelfde Saint Gervais. En die van Le Vivier en Le Bonnant in Les Contamines dus ook. Prijzig, zo'n Franse, van acht tot elf uur durend maaltijd? Dat valt zeker in Les Contamines danig mee. Afgezien van het feit dat behaaglijk tafelen je skivakantie een extra dimensie verstrekt. Zeker als hoog boven je, de ondergaande zon de top van de Mont Blanc doet smeulen. Informatie: Frans Verkeersbureau, Prinsengracht 670,1017 KX Amsterdam, telefoon 020-247534. Saint Gervais was mij niet helemaal onbekend. Ergens aan de horizon van mijn herinnering lag een plaatsje dat zo heette. Maar van Les Contamines had ik nog nooit gehoord. Verzwolgen waarschijnlijk door de publiciteitslawine die nagelnieuwe oorden als Les Arcs en l'Alpe d'Huez het laatste decenium over de skiërs van de Lage Landen hebben uitgestort. Zo bescheiden zijn de twee op de heupen van de Mont Blanc gelegen dorpjes, dat de heren hoogmogendheiden daar, het nooit nodig hebben gevonden de ANWB door te geven hoeveel sneeuw er wel ligt. Ook al waarschijnlijk omdat er in de machtige schaduw van de hoogste bergtop van Westeuropa toch altijd voldoende ligt. Twee dorpjes, twee werelden. Les Contamines - verderop in het dal - heeft iets boers; Saint Gervais - aan het einde van een rechtstreekse treinverbinding (TGV) met de rest van Europa - kan nog het best worden omschreven als allure waar wat sleet op zit. Maar die allure schijnt nu plaats te moeten maken voor jong en dynamisch. Want, zo wordt in Saint Gervais geredeneerd, tegen de sjiek van het aan de andere kant van de Mont d'Arbois gelegen Megève kunnen we toch niet op, dus gooien we het maar over een andere boeg. En zo bouwt men nu in een van de oudste skidorpen van Frankrijk aan nieuwe, supersnelle liften die de skiërs voortreffelijk skigebied brengen. Een skigebied dat is verbonden met dat van Megève (prijsskipas: ongeveer 230 gulden per week) en dat bij elkaar 83 liftinstallaties telt die ruim tweehonderd kilometer aan pisten ontsluiten. Met andere woorden: skiën dus maar totdat je erbij neervalt. Hetgeen plaats kan vinden in een macht aan restaurants waarvan er op elke bergtop wel eentje lijkt te staan. Nog nooit een skigebied gezien met zoveel pleisterplaatsen. Variërend van duur tot betrekkelijk goedkoop. Je houdt het in Frankrijk niet voor mogelijk, maar aan het einde van de verrukkelijke afdalingen tussen Rochebrune en Cóte 2000, heeft de patroon van restaurant Altiport er zelfs totaal geen problemen mee als er op een speciale afdeling van zijn terras een hap wordt gezet in per rugzak meegevoerde boterhammen. Alleen een drankje is verplicht. Aardigst Een van de aardigste gedeelten van het skigebied van Saint- Gervais/Megève, die pisten boven Altiport. Maar de afdalingen van de Mont Joux zijn zo mogelijk nog aardiger. Hier stort zich zowel een pikzwarte bobbelpiste naar beneden als een zalig simpele blauwe. En wie de voorkeur geeft aan diepe sneeuw kan hier na een nachtje sneeuwen ook uitstekend terecht. Een waar speelplein, die twee kilometer brede helling van de Mont Joux. Zoals de stuitend steile afdaling vanaf de 2525 meter hoge Mont Joly een onweerstaanbare aantrekkingskracht heeft op de koene durfals én zoals het kleine, maar heerlijke skigebied van Les Houches (aan de andere kant van Saint Gervais bereikbaar met het trammetje van de Mont Blanc) een waar lustoord is voor zonaanbidders. Vanaf geen plek in de omgeving is de Mont Blanc mooier dan vanaf het terras van Le Prarion al gaven wij zelf de voorkeur aan de op niet één plattegrond vermelde Chalette, een kostelijke tapperij met zonneterras, die men aan het einde van de kabelbaan naar Bellevue kan vinden. Mont blanc Botertje tot de boom dus, skiën in Saint Gervais? Bijna. Omdat het dorp nogal laag ligt (850 meter) is een afdaling tot in het dorp zelf, lang niet altijd mogelijk. En die prachtige mooie, maar ook hoge en brede Mont Blanc houdt in hartje winter de zon weg van de lager gelegen pisten. Waarmee maar gezegd wil zijn dat Saint Gervais vanaf begin februari op zijn aantrekkelijkst is. Hetzelfde geldt voor het acht kilometer verderop gelegen Les Contamines. Het langs een zich tegen de hellingen van de Mont Blanc te pletter lopende verkeersweg gebouwde dorpje heeft met Kerstmis ook nauwelijks zon. Die verschijnt daar pas echt uitbundig eind januari/begin februari. Les Contamines is een skiqlorp voor Fransen. Nederlanders zie je er weinig. Die kennen het niet eens. Fijn voor de Fransen die nu een magnifiek skigebied met ruim honderd kilometer aan pisten tot hun beschikking hebben voor een abonnementsprijs van ongeveer honderdzeventig gulden per week. Les Contamines bouwde al in 1937 de eerste lift, maar begon de zaken pas in 1952 serieus aan te pakken toen bij Le Lay, twee kilometer buiten het oude dorp (skibus niet gratis, maar wel goedkoop) werd begonnen aan een nieuwe nederzetting. Van daaruit bereikt men het tot op 2487 meter hoogte reikende skigebied per kabelbaan. Maar dat kan even duren. De wachttijden mogen in het hoogseizoen nog wel eens oplopen. In het gebied zelf heb je er verder echter totaal geen last van. Steil Jammer alleen dat beginners en gevorderden zich met diezelfde lift ook weer naar beneden moeten begeven. Zij kunnen zich namelijk maar beter niet Met het treintje kunnen skiërs vanuit St. Gervais naar les Hour- bes, halverwege de Mont Blanc. (foto GPO) door Rob van den Dobbelsteen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 13