'Anders had ik misschien de rest van mijn
leven in een stoel voor het raam gezeten'
Ook Juri's ogen vertellen verhalen
Beroepsopleiding voor
arbeidsongeschikten
'Hoensbroeck' 10 jaar
DINSDAG 21 NOVEMBER 1
In Hocnsbroek staat de enige beroepsopleiding
op mbo-niveau die speciaal voor gehandicapten
is opgericht; de school bestaat nu 10 jaar en
heeft al velen uit het isolement gehaald. Een
gesprek met twee ex-studenten, die dank zij de
opleiding nu een goede baan hebben.
door Petra Hanraets
r goed meedraaien in de maat
je bent veertien en zit in de
derde klas van de mavo. De
dokter constateert dat je reu
ma hebt en het examenjaar
moet je thuis doen. Je diplo
ma op zak, maar geen moge
lijkheid om een beroep te le
ren. Want met reuma is het
moeilijk trappen lopen en hou
je het ook niet vol om op de
harde, onaangepaste stoelen
de lessen te volgen. Colinda
Kooter (24), vertelt haar ver
haal: "Na het behalen van
mijn mavo-diploma heb ik
een paar jaar thuis gezeten.
Naar een gewone school kon
ik niet. Zat ik de hele dag in
een stoel voor het raam naar
buiten te kijken".
De Amsterdamse Colinda
wilde meer, een vak leren en
zelfstandig worden, ondanks
haar handicap waardoor ze
moeilijk loopt. De maatschap
pelijk werkster was het met
haar eens: ze moest iets gaan
ondernemen. Ze besloot zich
aan te melden bij 'Hoens
broeck', een beroepsoplei
ding voor arbeidsongeschik
ten. Ze werd uitgenodigd voor
de selectie- en orientatieweek.
Colinda: "Dat was niet mak
kelijk. Ik moest er een hele
week blijven, de eerste keer in
mijn leven dat ik weg was van
huis en het zonder mijn ou
ders moest zien te redden".
Eenmaal door de school ge
test op haar stress-bestendig
heid, werd ze aangenomen.
"Ik kreeg een proeftijd tot
kerst. Het ging goed, dus ik
kon blijven", zegt ze.
Rinus Friederichs (36),
werkte jarenlang als electrici-
ën in de bouw. Totdat hij last
kreeg van zijn enkels. Hij be
landde in de WAO: arbeidson
geschikt verklaard omdat hij
geen staand werk meer kon
doen door de slijtage vart het
kraakbeen in zijn enkels.
"Daar zitje dan. Jarenlang in
de bouw gewerkt, maar het op
en neer rennen, trapje op,
trapje af, deed mijn enkels
geen goed". Rinus moest zich
laten omscholen, wilde hij
weer aan de slag kunnen. "Ik
wilde in het begin helemaal
geen ander vak leren, want
dat zou in mijn geval beteke
nen dat ik een kantoorpikkie
zou worden. Een beroep waar
we in de bouw geintjes over
maakten".
De eerste keer dat hij door
de Gemeenschappelijke Me
dische Dienst (GMD) en het
Arbeidsbureau op het bestaan
van 'Hoensbroeck' werd ge
wezen, voelde hij er niets
voor. Rinus: "Motivatie om
aan die twee jaar durende op
leiding te beginnen, is ontzet
tend belangrijk. Als je niet be
reid bent om twee jaar kei
hard te pezen en er moeite
mee hebt dat je alleen in de
weekeinden naar huis kunt,
kom je niet eens door de selec
tie". Bij het tweede aanbod
zag hij het nog nog steeds niet
helemaal zitten, maar toen hij
na de zware selectieweek
voorwaardelijk werd aange
nomen, wist hij dat dit een
gouden kans was en greep hij
hem met beide handen aan.
'Nijenrode'
Het Centrum Beroepsoplei
dingen 'Hoensbroeck' bestaat
nu 10 jaar en ligt, zoals de
naam al doet vermoeden, in
het Zuidlimburgse Hoens-
broek. Het initiatief vor deze
opleiding kwam van een aan
tal directeuren van revalida
tiecentra. In vergelijking, met
de ons omringende landen
een trage ontwikkeling. In
Duitsland bijvoorbeeld kwa
men ze in 1948 al op het idee
om een speciale beroepsoplei
ding voor arbeidsongeschik
ten op te zetten.
Dat het in Nederland pas zo
laat op gang is gekomen, wijt
een woordvoerder van het
centrum aan het feit dat er te
lang geprobeerd is om het ge-
handicaptenonderwijs te inte
greren in het 'gewone' onder
wijs. Door geldgebrek is dat
niet gelukt. Een andere reden
is het feit dat de sociale voor
zieningen heel lang goed op
een hoog niveau hebben gele
gen. Men vond het dus niet
echt nodig om gehandicapten
een vak te laten leren.
Dank zij de komst van 'het
Nijenrode voor gehandicap
ten' kunnen mannen en vrou
wen van 18 tot ongeveer 40
jaar een beroepsopleiding op
mbo-niveau volgen. De deel
nemer kan kiezen tussen de
opleidingen administratie,
elektronica, Fijnmechanica en
werktuigbouwkundig teke
nen. De duur van de opleiding
is twee jaar, waarna de deelne
mer officieel erkende diplo
ma's krijgt. Ongeveer 80 pro
cent van de geslaagden vindt
een plaatsje op de vrije ar
beidsmarkt.
De school werkt praktijkge
richt, met leraren die uit het
bedrijfsleven komen. In een
'oefenbedrijf binnen het cen
trum wordt het geleerde
meteen in praktijk gebracht.
Als er in een 'echt' bedrijf ge
staakt wordt, kan dat op
school worden nagebootst. Zo
leren de cursisten meteen wat
ze in zo'n situatie moeten
doen.
Er wordt veel aandacht ge
schonken aan de nieuwste
technologieën, met een sterke
oriëntatie op de arbeids
markt. Zowel grote als kleine
bedrijven doen enthousiast
mee met het helpen en aanne
men van deze geschoolde
mensen die ondanks hun lich
te handicap prima in staat zijn
om te werken.
Naast de opleiding bestaat
de mogelijkheid tot studiebe
geleiding, hulpverlening bij
persoonlijke problemen en
therapie. Binnen- en buitens
huis zijn ontspanningsmoge
lijkheden zoals het eigen
sportcentrum. De opleiding is
intern en ieder van de maxi
maal 150 deelnemers krijgt
dan ook een eigen kamer.
Naar huis gaan kan alleen in
het weekeind. Een zware kluif
voor deelnemers die uit het
westen of het noorden van het
land komen.
Een geïnteresseerde kan
zich niet op eigen houtje aan
melden, dat gaat over het alge
meen via de GMD of het Ar
beidsbureau. Ook het Alge
meen Burgerlijk Pensioen
fonds (ABP), het ministerie
van Defensie en het Spoor
wegpensioenfonds kunnen
rechtstreeks kandidaten aan
melden. De kosten voor de op
leiding, begeleiding, kamer,
maaltijden en dergelijke zijn
206 gulden en 16 cent per dag.
Het totale bedrag voor de
twee jaar is 154.000 gulden
hoeft de cursist niet zelf te be
talen. Die worden deels door
het Arbeidsbureau en deels
door de betrokken bedrijfs
vereniging betaald.
Colinda en Rinus begonnen
allebei in 1985 aan de oplei
ding administratie. Behalve
de kennismaking met de zwa
re opleiding was het voor Co
linda in het begin even wen
nen om alles zelf te doen.
"Toen ik nog thuis woonde
deed mijn moeder de dingen
die ik niet zelf kon doen. Ze
maakte het me in feite erg ge
makkelijk. Toen ik besloot
naar 'Hoensbroeck' te gaan,
schrokken ze thuis wel even.
Vooral omdat ze bezorgd wa
ren dat ik het niet aan zou
kunnen om voor mezelf te zor
gen. Zelf had ik in het begin
ook vaak het gevoel dat ik er
niets van zou bakken".
Achteraf bleek dat reuze
mee te vallen. Ze leerde niet
alleen de fijne kneepjes van
het vak, maar vooral ook om
op huishoudelijk vlak voor
zichzelf te zorgen. De harde
opmerkingen die de deelne
mers over en weer over el-
kaars handicap maakten,
heeft haar ook gehard voor
'rare' opmerkingen die ze wel
eens op straat hoort. Ze staat
haar mannetje en zegt wat te
rug: „In veel gevallen raakt
het me niet eens meer, loop ik
gewoon door", zegt ze tevre
den.
Rinus vond er in het begin
niets aan: "Het eerste halfjaar
heb ik daar wat versuft rond
gelopen. Ik snapte totaal niet
waar ze het over hadden. Ik
wist alleen dat credit aan de
rechterkant van een tabel
moest omdat er een r in
stond". Dank zij de intensieve
begeleiding en omdat hij de
theorie meteen in praktijk
kon brengen in het 'oefenbe
drijf, begon de bedoeling van
het vak administratie lang
zaam maar zeker te dagen.
Identificeren
De twee jaar durende oplei
ding vloog voorbij, en beiden
lopen nog steeds over van en
thousiasme als ze eraan terug
denken. Het viel soms niet
mee om intern te zitten, maar
het kan niet anders kan als je
de diploma's wil halen. Colin
da: "Als ik iedere dag naar
huis had kunnen gaan, was er
van huiswerk maken niets te
recht gekomen. De opleiding
is heel intensief, als je na zo'n
dag nog eens een paar uur in
de trein moet, ben je blij datje
je bed in kunt rollen. Aan
huiswerk maken kom je dan
niet meer toe".
Rinus is het roerend met
haar eens maar voegt eraan
toe dat er ook nadelen zijn aan
het intern zitten: "Stel je voor
datje een gezin hebt. Als je in
de weekeinden thuis komt,
moet je je bij wijze van spre
ken eerst identificeren voor je
de deur in mag. Twee jaar lang
weg van je gezin veroorzaakt
toch een zekere afstand en
vervreemding tussen de deel
nemer en zijn gezin".
Eenzelfde opleiding dichter
bij huis is er echter niet. Het
was oorspronkelijk de bedoe
ling om dependances door het
hele land te vestigen, maar
'Hoensbroeck' heeft nooit
'volle bak' gehad en een
wachtlijst is er ook niet. Om
die reden blijft het centrum in
Hoensbroek de enige be-*
roepsopleiding voor arbeids
ongeschikten.
Verloren
Als gevolg van die afstand en
'het intern zitten' hebben de
twee Amsterdammers in die
twee jaar heel wat vriend
schappen verloren zien gaan
omdat ze bijna nooit tijd had
den. Als ze in het weekeinde
thuis waren, zaten ze zater
dagmiddag en zondag huis
werk te maken. "Je bent daar
toch een beetje van de wereld.
Als ik in het weekeinde thuis
kwam, nam ik eerst de kran
ten van de afgelopen week
door. Dat was zo ongeveer het
enige contact met de buiten
wereld", vertelt Rinus.
Toch hebben ze het allebei
erg naar hun zin gehad. Colin
da: "Voor ik aan de opleiding
begon, zat ik in een diep gat.
Door de opleiding ging er een
compleet nieuwe wereld voor
me open. Je verliest het con
tact met vrienden van thuis,
maar omdat we dag en nacht
met elkaar omgaan op school,
ontstaat er een heel speciale
band. Je helpt elkaar over do
de punten heen, want het ge
beurt regelmatig dat iemand
het tijdelijk niet meer ziet zit
ten". Rinus: "Je zit allemaal in
hetzelfde schuitje, en dat
schept een band. Zelf had ik
n het begin het gevoel dat ik
n rijdende trein zat waar
k niet meer uit kon springen.
Je moet door en daarbij steun
je elkaar".
Wijde wereld
Eind juni 1987 hadden Colin
da en Rinus de benodigde di
ploma's op zak en werden ze
de wijde wereld ingestuurd.
Moeite met het vinden van
een baan hadden ze niet. Ri
nus moest zijn laatste examen
nog maken toen hij een baan
kreeg aangeboden bij een
klein bedrijf in Amsterdam.
"In het begin heb ik het bui
tenwerk wel gemist. De men
taliteit op zo'n kantoor is ook
heel anders. In de bouw was
het Jan, Kees of Piet, nu moet
ik tegen sommigen 'meneer'
zeggen".
Voor Colinda was het na
een tweede sollicitatiege
sprek raak, drie maanden na
haar slagen vond ze een baan
bij een revalidatiecentrum in
de hoofdstad. "Tijdens de op
leiding zijn twee mensen afge
vallen. De 26 die toen overble
ven, zijn allemaal geslaagd.
Van twee mensen weten we
het niet zeker, maar de rest
kon vrijwel meteen aan de
slag", aldus Colinda.
Het eerste sollicitatiege
sprek van Colinda draaide op
niets uit. Ze voelde al meteen
dat het niets zou worden. Niet
omdat ze er de papieren niet
voor had, maar om haar han
dicap: "Het valt meteen op dat
ik niet 'gezond' ben. Door die
reuma loop ik moeilijk en ik
spring niet een-twee-drie op
als ik eenmaal in een stoel zit.
Ik had meteen in de gaten dat
die man het niet zag zitten met
mij. Hij ging ervan uit dat ik
vast wel vaak thuis zou blij
ven wegens mijn ziekte. Pro
beer dan maar eens uit te leg
gen dat ik nooit thuis zal blij
ven wegens die reuma. Moet
je nagaan dat 'gezonde' men
sen rustig een paar weken
thuis blijven als ze een griepje
hebben".
Rinus veert overeind en
zegt fel: "Geen haan die daar
naar kraait. Zodra wij een
keer ziek zijn door zo'n zelf
de griepje hebben ze
meteen zoiets van: zie je nou
wel?". Dit vooroordeel drukt
een stempel op hen waar
moeilijk tegenop is te boksen.
„Het enige wat wij kunnen
doen. is bewijzen dat het ook
goed kan gaan. Op die manier
verdwijnt het vooroordeel
misschien".
Geen luxe
"Een beroepsopleiding voor
arbeidsongeschikten is geen
luxe. Het betekende voor mij
de kans om weer deel te ne
men aan de maatschappij. In
het begin was ik niet blij met
die omscholing, maar ach
teraf ben ik ontzettend blij dat
ik het heb gedaan", zegt Ri
nus. Meedraaien in de maat
schappij is ook voor Colinda
heel belangrijk: "Vroeger wil
de ik politie-agente worden.
Door mijn handicap kon dat
niet. Ik ben nu heel tevreden
in dit beroep. Een leuke sfeer
op het werk en gezellige colle
ga's. Als 'Hoensbroeck' niet
had bestaan, had ik misschien
wel de rest van mijn leven op
mijn stoel voor het raam naar
buiten zitten kijken".
"Een clown is de ziel en het
geweten van het volk. Dat
was al in oude tijden zo, toen
hij de enige was die de
koning de waarheid mocht
zeggen. De waarheid werd
in een grap verborgen.
Daarom moet een clown
moed en verstand bezitten".
Deze wat kryptische
omschrijving van zijn vak
geeft Juri Kuklatschew, de
ster van het Circus van
Moskou, dat binnenkort in
Den Haag en Arnhem
optreedt.
door
Peter Frequiri
Kuklatschew is niet alleen
clown, hij is artistiek leider
van de groep, regisseur,
kortom de spil waar alles om
draait. Zijn opdracht is het pu
bliek met zijn mimiek en een
voudige middelen de dage
lijkse beslommeringen te
doen vergeten. Die taak vat hij
niet licht op.
De 40-jarige Moskoviet, die
al meer dan twintig jaar in het
vak zit en daarvoor de circus-
school heeft bezocht, is geen
Popov. De legendarische Rus
sische clown Oleg Popov, de
man van de lach en de traan,
de filosoof met zijn doorden
kers en de trieste ogen die
complete verhalen vertelden,
was uniek. Maar Juri Kuklat
schew is hard op weg een an
dere grootheid te worden.
Ook hij spreekt met zijn ogen.
Die kijken niet zo vaak be
droefd als die van zijn grote
voorganger, zij stralen veeleer
kracht uit. Kracht in vermeen
de verbazing, angst, blijheid.
Hij kan het publiek eveneens
ontroeren, maar op een ande-
Clown Kuklatschew ster van circus van Moskou
EINDREDACTIE
HENK HOUTMAN EN
HENRIËTTE v.d. HOEVEN
De kleine, lelijke clown,
met een slordig zittende dop
neus en nonchalant beschil
derde lippen, dwingt op zeer
eenvoudig lijkende wijze de
aandacht af en slaagt er met
gemak in het uiteindelijke
doel te bereiken: de mensen
aan het lachen te maken.
Kuklatschew werd be
roemd met zijn kattennum-
mer, dat hij ook in Nederland
zal opvoeren. Het is wonder-
Kuklatschew bezig
baarlijk om te zien hoe ie
mand deze dieren, die toch be
kend staan als uitermate ei
genzinnig, op achterpoten
kan laten dansen of een kin
derwagen kan laten duwen,
waarin een eveneens zeer ge-
dweëe hond ligt. Daarvoor
heeft hij dan ook buitenland
se onderscheidingen gekre
gen, in Rusland zelfs de Orde
van Lenin. De basis voor dit
wereldnummer werd achttien
jaar geleden gelegd, toen de
jo'nge clown een zwerfkatje
vond en het mee naar huis
nam. De eerste voorstelling
met katten werd een jaar later
gegeven.
Maar Kuklatschew is meer
dan kattendresseur. Hij komt
pas echt tot zijn recht, wan
neer hij midden in die grote
piste staat, met niet meer dan
een ballon of een hoed. Dan
komt de ware clown naar bo
ven. Met zulke eenvoudige
middelen bespeelt hij het pu
bliek met gemak. De wereld
bestaat even alleen maar uit
dat kleine mannetje met die
rare hoed die dingen doet
waarom mensen moeten la
chen. Het lijkt zo simpel, maar
is het resultaat van jarenlang
keihard werken.
"Het is een zware baan",
moet Kuklatschew toegeven,
"je moet er erg van houden
om dit op te kunnen brengen.
Clown zijn is geen beroep,
maar een levensvorm. Wij
doen mee in een rollenspel, de
belangrijkste rol van de clown
is de goedheid. Het is onze
taak die goedheid naar het pu
bliek over te brengen. Elke
clown doet dat weer anders.
De vorm waarin dat wordt ge
goten maakt de clown uniek.
Ik doe dat bij voorbeeld met
mijn katten. Ik probeer mijn
liefde voor de dieren duidelijk
te maken en hoop dat de men
sen dit oppakken en er iets
mee doen".
Kuklatschew lacht niet
veel, wanneer hij niet in de
schijnwerpers staat. Hü
maakt een bedachtzame en
ernstige indruk, in de kleine
woonwagen waar zijn vrouw
Elena bescheiden op de ach
tergrond blijft. Zij hebben
drie kinderen. Ook de moeder
van de clown reist de hele
toernee mee, zij verzorgt de
katten. "Ik ben inderdaad een
:ns", zegt Kuklat
schew. "Ik heb misschien wel
een wat zwaarmoedig karak
ter. Om anderen te laten la
chen moet ik veel nadenken.
Daarom ben ik zo ernstig".
Ook aan de Russische cir
cussen is de perestrojka niet
voorbij gegaan. Het Circus
van Moskou dankt zijn be
staan aan de hervormingen
die langzaam maar zeker in de
Sovjetunie worden doorge
voerd. Het programma bevat
alle belangrijke optredens
van het voormalige Russische
Staatscircus, dat al vaker in
Nederland te zien is geweest,
maar nu is opgedeeld. De
staat heeft de aldus ontstane
Moskouse groep, die de echte
toppers bevat, de economi
sche vrijheid gegeven.
Het gaat om, zoals Kuklat
schew dat noemt, "een voorlo
pig experiment". Het circus is
een soort gemeenschappelij
ke onderneming, met een kin
derfonds en met een kleine in
breng van een Franse groep.
Een deel van het inkomen
wordt aan Russische zieken
huizen geschonken.
"Als in Rusland de pe
restrojka ophoudt, moeten
wij ook stoppen", zegt de
clown. "U kunt zich voorstel
len dat wij de hervormingen
van harte toejuichen. Vroeger
werd door de staat al het geld
van ons afgenomen en was het
salaris miserabel. Nu verdie
nen wij redelijk".
Het bezoek aan Nederland
vormt slechts een klein onder
deel van een lange toernee
door Westeuropa. Het Circus
van Moskou is al maanden on
derweg en dat zal nog wel
even duren. De lange trip valt
Juri Kuklatschew niet mee.
De kleine geweldenaar heeft
heimwee. "Ik mis Moskou
enorm. De stad waar ik ben
geboren en opgegroeid, de
stad waar ik mijn circusoplei
ding heb gekregen en mijn
eerste optreden heb verzorgd.
Mijn hart is in Moskou, altijd",
aldus de weemoedige sympa
thieke "clown der dromen".
IDlTFERTJE
Inbraak
Er wordt tegenwoordig veel
meer gestolen en ingebroken
dan vroeger. Heel veel meer,
zegt men. Er wordt dan ook
veel en luid over geklaagd en 't
zal ook zeker wel zo zijn. want
er is ook veel meer om te ste
len.
Vroeger was er in tachtig van
de honderd huizen amper een
cent te vinden, een blind paard
kon er nog geen schade doen.
Terwijl nu. in deze tijd, zelfs de
eenvoudigste huishoudens al
vaak uitpuilen van de luxe
voorwerpen als elektronische
apparaten en bank- en giro
cheques. Welk luxe bezit we
dan ook nog bij lange na niet zo
grondig beschermen als oqze
voorgangers dat deden moet
hun in vergelijking maar karige
bezittingen.
In mijn vroegere huis, daterend
uit de jaren dertig, was de zwa
re houten voordeur voorzien
van twee knippen, een onder
en een boven, een schuif met
een ketting en een yale-slot.
Alles van zwaar koper vervaar
digd.
De tuindeur in het gangetje
naast het huis had een slot met
een sleutel, terwijl ook de
schuur met een sleutel kon
worden afgesloten. En geloof
toaar dat de vroegere bewo
ners dat ook allemaal deden,
dat afsluiten, net zoals in
streekromans de vader des
avonds de ronde doet langs ra
men en deuren, om de boze
wereld buiten te sluiten met
veel sleutels en knippen.
We deden dat nooit. Waarom
weet ik niet Wanneer sleet die
gewoonte uit? Alleen het yale-
slot gebruikten we, en 't een
voudige slot op de achterdeur,
terwijl we tientallen malen
meer begerenswaardige en
makkelijk te vervoeren voor
werpen bezaten dan onze
voorgangers in dat huis. Die
wel alles afsloten. En grondig.
Waar zijn trouwens de sleutel
mandjes gebleven die de huis
vrouw van vroeger met zich
meevoerde en waarin ze de
sleutels meedroeg waarmee
ze zo wantrouwig alles afsloot
in huis? Wat moet personeel
toentertijd van allerlei schan
delijks verdacht zijn.
Nee, we zijn allemaal wat ge
makkelijker geworden. Ik ken
geen mensen dié 's avonds al
le sloten dicht doen, en indien
aanwezig, de spanjoletten en
de knippen op de ramen doen.
de kettingen vast maken en de
luiken sluiten. En de schuur
deur. en de tuindeur. Meestal
blijft het bij het afsluiten van
voor- en achterdeur met alleen
een sleutel en soms vergeet je
die achterdeur nog. En ik ken
ook geen vrouw die in tegen
woordigheid van haar hulp
kast, kelders en kamers afsluit
Er is dus niet alleen meer in
huis, je kunt er ook nog gemak
kelijker bij. Logisch dat er dan
meer wordt gestolen; je kunt
daar de tijd niet de schuld van
geven, vind ik.
't Is nog steeds gevaarlijker,
statistisch gezien, om in een
automobiel te gaan zitten en
niemand laat daarom het voer
tuig toch maar liever staan
Terwijl, als je mocht kiezen, je
toch liever eigendommen dan
ledematen verliest.
't Liefst natuurlijk geen van bei
de.
Maar kiezen mag je zelden.
INA DE RUYTER