De laatste romantische dichter is dood
Explosief optreden
Musicalvorm redt melodrama
'Over stijl is niets te zeggen'
Ruïne van een mens
Hendrik de Vries (93) kwam na de oorlog terecht in vacuüm
Nacha Duato weg bij NDT
Cervantes-piijs voor Roa Bastos
Lkea Awards voor Nederlandse ontwerpers
MAANDAG 20 NOVEMBER 1989
PAGINA 11
GRONINGEN - Na een lang en
vruchtbaar leven als veelzijdig kun
stenaar is zaterdagochtend Hendrik
de Vries rustig overleden. Helaas
niet in 't Woeste Hoekje', het achter
struiken en bomen verstopte huis in
Haren waar hij ruim 40 jaar met zijn
vrouw Riek van der Zee heeft ge
woond, maar in het nabijgelegen
bejaardentehuis Erasmusheem. De
Groninger essayist en beeldend
kunstenaar, maar bovenal dichter,
is 93 geworden. Hij was de laatste
van een markante, Nederlandse
dichtersgeneratie, die rond 1920 be
gon met publiceren. De Vries was
daarbinnen bij uitstek de dichter
van de droom.
Zijn muzikale en uiterst beelden
de oeuvre behoort volgens velen,
onder wie een aantal gezaghebben
de schrijvers, tot het opmerkelijk
ste dat de Nederlandse literatuur
deze eeuw heeft voortgebracht en
het genoot de afgelopen jaren een
niet geringe herwaardering. De
laatste romantische dichter, zoals
hij wel werd genoemd, wordt don
derdag gecremeerd.
Ondanks al die waardering heeft
het dichterschap van Hendrik de
Vries iets tragisch. Een volksdich
ter kon hij niet worden, daarvoor
was hij zelf te eigenzinnig. En daar
mee dus zijn werk. Soms lijkt het
wel, zegt zijn 'literaire zoon' Willem
Wilmink, of alleen kinderen de poë
zie van De Vries op haar juiste waar
de kunnen schatten. Want uit hun
belevingswereld stamt een groot
deel van de interessantste gedich
ten.
Hendrik de Vries, toch al een zeer
gevoelig mens, groeide op in de na
bijheid van een geesteszieke moe
der. Zij stond bij wijze van spreken
model voor de talrijke dreigende
vrouwen die in de gedichten het
kind benaderen. Opmerkelijk is dat
De Vries juist in zijn laatste levens
jaren daar geen geheim meer van
wilde maken: in de recente herdruk
van de bundel 'Goyescos' verving
hij een in veel algemener termen ge
vat gedicht door een dat aanvangt
met de regels: 'De moeder die eind-
lijk vrij Van waanzin en razernij
Volkomen genezen scheen Roept
Spanje
De dichter was ondanks zijn tame
lijk teruggetrokken bestaan in Gro
ningen al min of meer legendarisch
geworden. Talrijke anekdotes over
hem doen de ronde. Opzien baarde
hij al voor de oorlog met zijn uit
stapjes in de dakgoot van het ge
meente-archief, waar hij zeer tegen
zijn zin in werkzaam was. Opmerke
lijk waren zijn vliegavonturen, die
in 1938 zelfs tot een noodlanding in
de stad Groningen leidden.
De Vries was tegendraads, ook als
lid van de schildersbent De Ploeg.
Ab Visser schrijft ergens dat hij in
zijn gedaante van schilder en teke
naar - een gedaante overigens die
hem niet zo dierbaar was als die van
dichter - eigenlijk te 'visionair-intr-
overt' was voor zijn extroverte col
lega's.
Een buitenbeentje dat zijn twee
weken vrij-af van het archief stee
vast benutte met zwerftochten door
zijn geliefde Spanje. Waaraan een
eind kwam met het Franco-bewind:
De Vries was principieel. Maar met
zijn tekeningen en gedichten - ook
veel vertaalde copla's (volkspoëzie)
- heeft hij Spanje cultureel gezien
naar Nederland gebracht.
De copla's zijn het enige werk van
De Vries dat ooit écht populair is ge
worden. Toch is zijn andere poëzie
zijn werkelijke nalatenschap; daar
in ligt zijn echte grootheid. Het oeu
vre strekt zich uit over vele, vele ja
ren en het is moeilijk om het terug
te brengen tot een kern. Maar terug
kerende elementen zijn er wel dege
lijk.
De krankzinnige moeder, de vi
sionaire, leidende broer, de koortsi
ge dromen en de geheimzinnige
kinderwereld: in de zelfstandige
kosmos die de poëzie van De Vries
is, zijn dat de belangrijkste plane
ten. Het meest angstig zijn de voor
oorlogse gedichten. Zoals het be
roemde, maar nooit echt ontrafelde
'Mijn Broer' uit 'De Nacht' (1920),
De Vries' tweede bundel, maar door
hem zelf als zijn debuut be
schouwd.
Dichter Hendrik de Vries kreeg in Groningen een standbeeld met een raar
kontje. (foto ANP»
Ook in 'Toovertuin' (1946) nog dat
dreigende, betoverde half gedroom
de, half werkelijke landschap met
zijn orakelachtige onthullingen.
Daarna, na De Vries' huwelijk in
1946, verandert de aard van de ge
dichten wat, zonder overigens ooit
los te komen van de getraumatiseer
de kinderwereld. Maar het spook
achtige wordt meer sprookjesach
tig.
Wilmink, die op 11-jarige leeftijd
voor het eerst de gedichten van De
Vries las en een paar jaar geleden op
hem promoveerde, is een van de
mensen die zich de laatste jaren
hebben ingezet voor een herwaar
dering van De Vries, naast onder an
deren W.F. Hermans. Want, ook al
kreeg De Vries in 1976 de P.C.
Hooftprijs, De literatuurgeschiede
nis in dit land heeft altijd wat moei
te met de Groninger dichter gehad.
Zeker na de oorlog is De Vries in
een soort vacuüm terechtgekomen.
Een kern van zijn generatie, onder
wie vrienden als Marsman en
Slauerhoff, was dood. De na-oorlog-
se dichters, de experimentelen,
waardeerden de vormvaste poëzie
van De Vries nauwelijks.
Dat gebrek aan erkenning was
overigens wederzijds: als criticus -
onder meer van Het Vrije Volk - be
streed hij op zijn beurt dichters als
Lucebert. Jan van der Vegt, die met
'Kritiek als credo' in 1980 een
bloemlezing van De Vries' kritieken
en essays op de markt bracht,
noemt de Groninger niettemin een
bevlogen en deskundige pleitbezor
ger van poezie, die bewust niet voor
vakgenoten schreef.
De gemeente Groningen heeft
haar grote dichter vele keren in het
zonnetje gezet. Verjaardagen boden
daarvoor meestal een gelegenheid.
Merkwaardig was dat men de toe
kenning van de Hendrik de Vries
prijs op een gegeven moment heeft
laten verwateren. In 1986 werd die
nieuw leven ingeblazen, als onder
deel van de grootscheepse viering -
met onder andere de onthulling, van
een beeld, met een symposium - van
De Vries' 90e veijaardag.
Bert Schierbeek mocht de 'nieu
we' noordelijke cultuurprijs als eer
ste in ontvangst nemen, maar het
bijzondere van die dag was vooral
de prominente aanwezigheid van
de dichter zelf. Kras en monter. En
ook daarna, bij andere gebeurtenis
sen, heeft hij zich nog enkele keren
laten zien, steeds in het gezelschap
van zijn vrouw en het echtpaar
Leutscher, hun trouwe verzorgers
sinds jaren.
Wat nu overblijft, is zijn Verza
meld Werk, dat volgend jaar bij Bert
Bakker zal verschijnen. En het
standbeeld, zoals dat staat aan het
Groninger Martinikerkhof. Een
groot beeld is het niet, en inder
daad: het heeft - om met Wilmink te
spreken - een raar kontje. Maar het
is een mooi, eigenwijs plekje waar
op het staat: de dreigende bomen op
het kerkhof, het wat archaïsche
licht dat er valt en dat alles tegen de
achtergrond van de Martinikerk.
Een licht betoverd landschap, een
mooi woest hoekje.
PETER BLOM
GERTJAN VAN SCHOONHOVEN
Urban Dance Squad in LVC
Urban Dance Squad (Arjen de Vreede, Mi
chel Schoots, Patrick Tilon. Silvano Mata-
din, René van Barneveld). Leids Vrijetijds
Centrum; zaterdag 18 november.
LEIDEN - Voor de tweede keer
trad zaterdag de Urban Dance
Squad op in het Leids Vrijetijds
Centrum (LVC). De eerste keer,
ruim een jaar geleden, was de
Utrechts/Amsterdamse groep
nog tamelijk onbekend bij het
grote publiek. De band had toen
al een aardige live-reputatie, maar
door het ontbreken van plaat
werk wist nog niet iedereen de
weg naar het LVC te vinden. De
onlangs uitgebrachte debuut-cd
'Mental floss for the globe' heeft
daar in razend tempo verandering
in gebracht. Al in de voorverkoop
was het LVC deze keer uitver
kocht.
De Urban Dance Squad speelt
een uniek mengsel van rap, funk
en hardrock. Nog het meest lijken
ze op de Red Hot Chili Peppers.
Zelf omschrijven ze hun muziek
als trash-rap.
Hun werkelijk oorverdovende
optreden van ruim een uur veran
derde de LVC-zaal al snel in een
swingende menigte. Sommige
LVC-bezoekers geven er de voor
keur aan om wild om zich heen te
slaan en te trappen, bij wijze van
dansen, maar de pret was er niet
minder om. Rapper Rude Boy
(Patrick Tilon) maakte er een po
diumfeestje van. Naar hartelust
mocht het publiek meedansen
tussen bassist Silvano Matadin en
gitarist René van Barneveld. Ru-
de Boy liet zich regelmatig op de
schouders nemen door enthou
siaste fans.
Scratcher Aijen de Vreede leef
de zich uit in 'Piece of rock' (met
flarden muziek van Mothers Fine
st). René van Barneveld en Sil
vano Matadin rockten er stevig op
los in 'Brainstorm on the UDS' en
aanvoerder Rude Boy rapte en
deed aerobic-oefeningen.
Wat verdwaasd misschien door
het explosieve optreden vroeg
het publiek niet meteen om een
toegift. Na een herhaling van
'Fast lane' en de single 'Deeper
shade of soul' was iedereen vol
daan, een een beetje doof door het
volume.
ERNA STRAATSMA
DEN HAAG - Nacho Duato (32),
vooraanstaand danser en choreo
graaf van het Nederlands Dans The
ater (NDT) in Den Haag, verlaat dit
gezelschap om op 1 juni 1990 artis
tiek directeur te worden van het Na
tionaal Ballet van Spanie.
Hoewel hij het een moeilijke be
slissing vindt afscheid te nemen
van het NDT, waar hij negen jaar
aan verbonden is geweest, heeft hij
toch willen kiezen voor een nieuwe
'uitdaging' bij het 55 dansers tellen
de Madrileense gezelschap. "Ik ga
na vijftien jaar terug naar mijn ge
boorteland en dat is natuurlijk fan
tastisch", zegt Duato.
Hij is van plan als artistiek leider
van het Nationaal Ballet van Span
je, dat qua omvang en repertoire
volgens hem te vergelijken is met
Het Nationale Ballet in Amsterdam,
zelf niet meer op het podium te ver
schijnen. Zijn vertrek bij het NDT
heeft, verklaarde hij zondagavond,
niets te maken met de bestuurlijke
en personele problemen bij het ge
zelschap, die zijn ontstaan rond de
opvolging van zakelijk directeur
Carel Birnie.
In de periode dat Duato werk
zaam is geweest bij het NDT, heeft
hij twaalf choreografieën op zijn
naam gebracht.
Lou Landré schittert in 'ik, Feuerbach'
'Ik, Feuerbach' van Tancred Dorst door het
RO Theater. Vertaling: Martin Hartkamp.
Regie' Tancred Dorst. Decor: Jan van der
Steen. Kostuums: Roelie Westendorp.
Hoofdrol: Lou Landré. Gezien in de Rotter
damse Schouwburg op 18 november.
ROTTERDAM - Het toneelstuk
'Ik, Feuerbach' van de Duitse au
teur Tancred Dorst blijkt een
merkwaardige mengeling van be
vreemdende en puur naturalisti
sche situaties. Het theater ziet er
uit als een theater tijdens een re
petitie met een regietafel in de
zaal, met doeken over de eerste
rijen en met toneelknechten die
een decor afbreken. In die situatie
komt een acteur auditie doen,
maar als de regisseur niet komt
opdagen, ontspint zich een lange
dialoog met een jeugdige regie
assistent.
Het lijkt allemaal makkelijk te
overzien, maar wie vier jaar gele
den bij het RO Theater de zes uur
durende produktie 'Merlijn of 't
barre land' heeft meegemaakt,
weet wel beter. Dorst formuleer
de bij die gelegenheid ook een
van zijn uitgangspunten: "Maat
schappelijke en menselijke
vraagstukken zijn altijd gecom
pliceerder dan bedenkers van ab
stracte ideeën kunnen vatten". In
zekere zin valt het theater van
Dorst te vergelijken met de teke
ningen van Escher: de logica van
de strakke lijnen is tegelijk de
drager van het irreële, het halluci
nerende.
Zoiets gebeurt ook in 'Ik, Feu
erbach'. De bevlogen acteur die
enkele jaren uit de roulatie is ge
weest, blijkt een zielig scharmin
kel, ten prooi aan vlagen van ver
standsverbijstering en ernstige
geestelijke instabiliteit. We slaan
hem gade in zijn hopeloze strijd
met zichzelf, zich vastklampend
aan de hoop op een comeback, tot
personages en toeschouwers zich
bewust zijn, dat het doek voor
hem definitief gevallen is.
Eer het zover is, heeft Dorst ons
echter vergast op enkele verras
singen, die op ondubbelzinnige
wijze de schijnrealiteit van het
theater onderstrepen. Dat vari
eert van een absurd optreden van
een vrouw met een hond (of be
ter: een hond met een vrouw) tot
een ook theatraal fascinerende
hallucinatie, waarin Feuerbach
plotseling als Franciscus ten he
mel lijkt te stijgen.
Stellen dat zo'n stuk een kolfje
is naar de hand van Lou Landré,
betekent een schromelijke onder
waardering van het acteursvak.
Het spelen van een acteur die zijn
virtuositeit moet opschroeven
om de waarheid te verdoezelen,
maar niet kan verhinderen dat de
waanzin langzaam en in meedo
genloos toenemende mate bezit
van hem neemt, is een uitput
tingsslag. Landré maakt er iets
heel bijzonders van, virtuoos tot
in de kleinste details, aangrijpend
in zijn radeloosheid en onthuts
end door de manier waarop hij de
toeschouwer confronteert met de
ruïne van wat ooit een mens ge
weest is. In hoeverre de regie van
Dorst of het talent van Landré
hiervoor verantwoordelijk is, valt
moeilijk uit te maken. Het resul
taat telt en dat is in dit geval een
voorstelling, die men gezien moet
hebben.
PAUL KORENHOF.
Première 'Geboren Vrienden' in Leidse Schouwburg
'Geboren vrienden' ('Blood Brothers'), musi
cal van Willy Russell. Met: Nelleke Burg,
Marloes van den Heuvel, Hans de Booij,
Frank Rigter. Jan Elbertse. en anderen. Re
gie: Eddy Habbema. Muzikale leiding: Stef
Osadzinski. Vertaling: Jack Gadellaa. De
cor: Frank Raven. Gezien op 18 november
(première) in de Leidse Schouwburg. Aldaar
nog 17 januari te zien.
LEIDEN - Menselijke lotgevallen
met een lichte toets beschreven
tegen de achtergrond van sociale
tegenstellingen. Geslaagde com
binaties hiervan hebben we in het
werk van Willy Russell hier in Ne
derland al eerder leren kennen. In
'Educating Rita' bijvoorbeeld is
het kapster Rita, die door een lite
ratuurstudie haar maatschappe
lijke positie probeert te verbete
ren. En Shirley Valentine in het
gelijknamige toneelstuk is een in
haar leven teleurgestelde huis
vrouw, voor wie een reis naar
Griekenland het doorbreken van
haar sleurleven betekent. Als een
schrijver zo vaardig een mono
loog en een stuk voor twee ac
teurs in elkaar weet te zetten, wat
mogen we dan wel niet van zijn
eerste echte musical verwachten?
Niet dat 'Geboren vrienden' echt
tegenvalt, maar de combinatie
van met humor beschreven men
selijke lotgevallen tegen de ach
tergrond van sociale tegenstellin
gen is hier aanmerkelijk minder
goed gelukt.
Een moeder van een kinderrijk
gezin wordt verlaten door haar
echtgenoot. Als ze dan ook nog
eens zwanger blijkt te zijn van
een tweeling, wordt ze door de
omstandigheden min of meer ge
dwongen één van de pasgeboren
broers aan een kinderloos echt
paar af te staan. De ene tweeling
broer groeit op bij zijn arme moe
der, de ander bij zijn rijke
pleegouders - de één kansarm, de
ander kansrijk, en natuurlijk zal
hun beider levenspad zich menig
maal kruisen. De twee jongens
worden namelijk onafscheidelij
ke vrienden, zonder te weten
tweelingbroers te zijn. Om dit al
les niet in sentimenteel melodra
ma te laten afglijden is er een mu
sical van gemaakt. Er loopt zelfs
een verteller rond die binnen het
verhaal regelmatig een noodlots
gedachte formuleert: 'zegt de le
gende niet, dat tweelingbroers
die in hun jeugd gescheiden zijn,
moeten sterven op het moment,
dat ze de waarheid horen?' En al
dus geschiedt, zoals uit de eerste
en de laatste scène blijkt.
Zanger Hans de Booij ('Anna
bel', 'Ik hou van alle vrouwen')
speelt deze rol van de verteller.
Hij doet dat op vaardige wijze. Hij
loopt - al dan niet gespeeld - wat
arrogant rond, en geeft afstande
lijk commentaar met een passen
de zweem van geheimzinnigheid.
Zijn karakteristieke stem is voor
deze rol zeer geschikt. Nelleke
Burg moet het eveneens van haar
vocale kwaliteiten hebben. Ze
kan zingen, en in deze hoofdrol
komt haar dat goed van pas. Dat
ze soms in een paar zinnen de tra
giek moet neerzetten van een
moeder die haar kind moet af
staan, lukt aanmerkelijk minder
goed. Dat is trouwens niet be
paald gemakkelijk, en een nau
welijks te vermijden dilemma in
deze produktie: de musicalvorm
kan weliswaar de sentimenten
enigzins relativeren, maar onder
streept nog eens de toch al erg
schematische opzet van het ver
haal. Wat de musicalvorm aan
snelheid en derhalve oppervlak
kigheid vereist, gaat veelal per de
finitie ten koste van de diepgang
van het verhaal. Daarbij hebben
Jan Elbertse en Frank Rigter ook
nog eens de zware taak om als vol
wassenen jonge kinderen te spe
len zonder kinderachtig te wor
den.
Tot de pauze verloopt het le
vensverhaal van de twee broers
heel vlot. Daarna nemen de ont
wikkelingen te veel tijd in beslag,
te meer daar we de afloop vanuit
de eerste scène eigenlijk al ken
nen. Bovendien keren de op zich
zelf al merkwaardig aandoende
verwijzingen naar het leven van
Marilyn Monroe (met name in de
liedteksten) nog een paar keer
min of meer onnodig terug. Het
toneelbeeld is bij dat alles nogal
kaal gebleven; slechts een bui
zenconstructie en staalkleurige
wanden markeren de toneelruim
te. Voordeel hiervan is dat de vele
scènewisselingen zonder change
menten en met veel vaart kunnen
plaatshebben. Toch mist dit de
cor een iets concretere sfeerteke
ning die de stukken van Russell
nodig lijken te hebben. Dat is
kenmerkend voor de gehele pro
duktie. Ondanks het enthousias-
Nelleke Burg en Hans de Booij
e de negen spelers de
ze musical op de planken bren
gen, worden de lotgevallen van de
twee 'blood brothers' niet echt
aangrijpend.
WIJNAND ZEILSTRA
MADRID De Miguel Cervantes-
r omdat Roa Bastos geen goe-
prijs - de belangrijkste onderschei- de kandidaat 2
ding voor Spaanse literatuur - is dit in Spaanse literaire kringen een
jaar toegekend aan de Paraguay- hardnekkige opvatting bestond, dat
^schrijver Augusto Roa Bastos Camilo José Cela de prijs moest
krijgen. Cela werd vorige maand
reeds onderscheiden met de Nobel
prijs voor de literatuur en sommi
gen meenden, dat daarom deze keer
i hem voorbij kon worden
bij de toekenning
terschap van de Spaanse minister
van cultuur Jorge Semprun, had
nogal wat voeten in de aarde. Niet
AMSTERDAM (ANP) - Tijdens een
bijeenkomst in de Rietveld Acade
mie in Amsterdam zijn zaterdag vijf
lkea Awards voor verdiensten op
het terrein van design uitgereikt
aan de Victor Papanek, Margarete
Schütte-Lihotzky (elk 100.000 gul
den), Jan Slothouber, Jan van der
Vaart en Arnold Friedmann (elk
60.000 gulden). Dit is bekendge
maakt door de lkea Foundation.
De lkea Foundation, die in 1983
werd opgericht om de uitvoering
van vernieuwende en mooie ont
werpen in de woonomgeving te sti
muleren, stelt ook design-beurzen
beschikbaar. Daarvoor werden dit
jaar elf organisaties en/of personen
uitgekozen, waaronder twee Neder
landers.
(72). De prijs, groot 10 miljoen pese
ta's (180.000 gulden), is hem toege
kend voor zijn gehele ouevre, maar
speciaal voor de romans 'Yo, el Su
premo' en de uit 1960 daterende niet
'Hijo de Hombre', dat in 1979
Nederlands werd vertaald onder de Cervantes-prijs. Cela behoorde wel
tot de laatste drie kandidaten, maar
de Cervantes- uiteindelijk besloot de jury toch de
prijs, door een jury onder voorzit- voorkeur te geven aan Roa Bastos.
De dictatuur in Paraguay, eerst
van generaal Higinio Morinigo en
daarna van Stroesner maakte het
voor Roa Bastos onmogelijk om in
zijn geboorteplaats Asuncion te
blijven wonen en zijn hele leven is
in feite een aaneenschakeling van
ballingschappen geweest. Op dit
moment woont de journalist, we-
schrijver Roa Bas
tos - die in 1983 de Spaanse nationa
liteit kreeg - in het Franse Toulouse,
waar hij als professor werkzaam is.
Naast de roman 'Mensenkind'
bracht uitgeverij Meulenhoff in
1979 ook een vertaling uit van Bas
tos' verhalenbundel 'Nachtelijk
spel'. Beide boeken zijn op dit mo
ment niet meer verkrijgbaar. Een
woordvoerder van de uitgeverij laat
desgevraagd weten dat het nog on
duidelijk is of de Nederlandse ver
talingen, naar aanleiding van de
Cervantesprijs, opnieuw zullen
worden uitgebracht.
In de Rietveld Academie is
met 1 december een expositie te tenschapper
zien van de prijswinnaars en de af
deling binnenhuisarchitectuur.
Fons Bakker ontvangt 60.000 gul-
den voor de verdere ontwikkeling
van een zogenoemde teleworking- JACQUES VONK PIANO CON-
unit. Daarmee kan men thuis per te- COURS - Frank van de Laar (24) uit
lefoon, fax en computer kantoor- Amsterdam heeft het Jacques Vonk
werk verrichten. De afdeling Am- Piano Concours (30.000 gulden) ge-
sterdam van de IFI (International wonnen. De prijs stelt hem in staat
Federation for Interior Designers) gedurende twee jaar in het buiten-
krijgt 60.000 gulden voor de realise- land te studeren. Het concours
ring van een internationaal georien- werd woensdag en donderdag in
teerd boek over stoelontwerpen dat Amsterdam gehouden. Dit heeft het
in het voorjaar van 1990 zal verschij- Sweelinck Conservatorium vrijdag
nen. meegedeeld.
Maarten 't Hart in Albert-Verweylezing
LEIDEN Maarten 't Hart zette
vrijdag in zijn derde Verwey-le-
zing zijn opvattingen over de stijl
in het literaire werk uiteen, 't Hart
koos voor zijn laatste betoog de ti
tel 'Schrijven is ontucht'.
Ook al schrijven recensenten
met een achteloze stelligheid over
stijl, volgens 't Hart bestaat er
geen instrument om de juiste stijl
vast te stellen. Hij illustreerde dit
aan de hand van talloze goedge
kozen voorbeelden. Over de stijl
van Dickens en Trollope werden
zeer tegenstrijdige uitspraken ge
daan. En al wordt Gustave Flau
bert als een zeer groot stilist be
schouwd, Jean Paul Sartre liet
niets van hem heel. 't Ging 't Hart
niet zo zeer om de vraag wanneer
een stijl goed of slecht is, als wel
om het feit dat er juist tegenge
stelde analyses over stijl mogelijk
zijn en verdedigbaar.
Een aanval op de stijl van een
schrijver is vaak tevens een aan
val op zijn persoon. Zo verachtte
Sartre Flaubert en vond Multatuli
de dichter Bilderdijk een slecht
mens, dus schreef hij slecht.
Rudy Kousbroek nam Maarten 't
Hart het neerschrijven van woor
den als 'een in stilte weggepinkte
traan' kwalijk. Maar 't Hart be
weerde vrijdag in de Pieterskerk
dat het gebruik van dit cliché in
de desbetreffende passage juist
zinvol was. "Maar later in zijn be
toog moppert Kousbroek over
mijn permanent goede humeur
en de bekende gebrekkige ver
lichting op mijn studentenka-
Verdere inconsequenties in op
merkingen over stijl probeerde 't
Hart aan te tonen in een passage
van Jeroen Brouwers. In diens ro
man 'Winterlicht' wordt gezegd
dat in een boek geen woord te
veel mag staan. Maar in diezelfde
roman staan zinnen als 'hij zette
een hoed op zijn hoofd' en er
wordt gesproken van 'een tuin
bank in de buitenlucht'. Volgens
Maarten 't Hart zijn de woorden
'zijn hoofd' en 'in de buitenlucht'
hier overbodig, t Hart vond ook
dat het na elkaar gebruiken van
hetzelfde woord geen stijlverar
ming hoefde te betekenen, even
min als het schrijven van puntjes
zoals Céline doet. Céline en ook
Tsjechov schreven eenvoudig
omdat ze van eenvoudige komaf
waren. Zodoende kon 't Hart zijn
eigen stijl rechtvaardigen: "Mijn
grootvader dreef ook een winkel
tje".
Stijl moet volgens 't Hart geen
doel (zoals in 'Zilver' van Adriaan
van Dis) maar middel zijn, zoals
bij Multatuli. Die schreef:
"Schrijf maar flink slordig, zoals
het opkomt in je hart".
De stijl van een schrijver is
vaak maar moeilijk te herkennen,
gaf Maarten 't Hart aan. Zo had
Karei van het Reve aan de anonie
me ECI-prijsvraag meegedaan.
Toch had hij vorige week geen
prijs gewonnen. En de anonieme
bijdrage aan het estafette-feuille
ton van Knippenbergs' krant was
niet door 't Hart of W. F. Hermans
geschreven, zoals in het voorjaar
bijna duizend inzenders, gelijk
verdeeld, dachten. Slechts vier
kozen de juiste stilist: Het was
Gerrit Komrij.
EMIEL FANGMANN