De laatste romantische dichter is dood Explosief optreden Musicalvorm redt melodrama 'Over stijl is niets te zeggen' Ruïne van een mens Hendrik de Vries (93) kwam na de oorlog terecht in vacuüm Nacha Duato weg bij NDT Cervantes-piijs voor Roa Bastos Lkea Awards voor Nederlandse ontwerpers MAANDAG 20 NOVEMBER 1989 PAGINA 11 GRONINGEN - Na een lang en vruchtbaar leven als veelzijdig kun stenaar is zaterdagochtend Hendrik de Vries rustig overleden. Helaas niet in 't Woeste Hoekje', het achter struiken en bomen verstopte huis in Haren waar hij ruim 40 jaar met zijn vrouw Riek van der Zee heeft ge woond, maar in het nabijgelegen bejaardentehuis Erasmusheem. De Groninger essayist en beeldend kunstenaar, maar bovenal dichter, is 93 geworden. Hij was de laatste van een markante, Nederlandse dichtersgeneratie, die rond 1920 be gon met publiceren. De Vries was daarbinnen bij uitstek de dichter van de droom. Zijn muzikale en uiterst beelden de oeuvre behoort volgens velen, onder wie een aantal gezaghebben de schrijvers, tot het opmerkelijk ste dat de Nederlandse literatuur deze eeuw heeft voortgebracht en het genoot de afgelopen jaren een niet geringe herwaardering. De laatste romantische dichter, zoals hij wel werd genoemd, wordt don derdag gecremeerd. Ondanks al die waardering heeft het dichterschap van Hendrik de Vries iets tragisch. Een volksdich ter kon hij niet worden, daarvoor was hij zelf te eigenzinnig. En daar mee dus zijn werk. Soms lijkt het wel, zegt zijn 'literaire zoon' Willem Wilmink, of alleen kinderen de poë zie van De Vries op haar juiste waar de kunnen schatten. Want uit hun belevingswereld stamt een groot deel van de interessantste gedich ten. Hendrik de Vries, toch al een zeer gevoelig mens, groeide op in de na bijheid van een geesteszieke moe der. Zij stond bij wijze van spreken model voor de talrijke dreigende vrouwen die in de gedichten het kind benaderen. Opmerkelijk is dat De Vries juist in zijn laatste levens jaren daar geen geheim meer van wilde maken: in de recente herdruk van de bundel 'Goyescos' verving hij een in veel algemener termen ge vat gedicht door een dat aanvangt met de regels: 'De moeder die eind- lijk vrij Van waanzin en razernij Volkomen genezen scheen Roept Spanje De dichter was ondanks zijn tame lijk teruggetrokken bestaan in Gro ningen al min of meer legendarisch geworden. Talrijke anekdotes over hem doen de ronde. Opzien baarde hij al voor de oorlog met zijn uit stapjes in de dakgoot van het ge meente-archief, waar hij zeer tegen zijn zin in werkzaam was. Opmerke lijk waren zijn vliegavonturen, die in 1938 zelfs tot een noodlanding in de stad Groningen leidden. De Vries was tegendraads, ook als lid van de schildersbent De Ploeg. Ab Visser schrijft ergens dat hij in zijn gedaante van schilder en teke naar - een gedaante overigens die hem niet zo dierbaar was als die van dichter - eigenlijk te 'visionair-intr- overt' was voor zijn extroverte col lega's. Een buitenbeentje dat zijn twee weken vrij-af van het archief stee vast benutte met zwerftochten door zijn geliefde Spanje. Waaraan een eind kwam met het Franco-bewind: De Vries was principieel. Maar met zijn tekeningen en gedichten - ook veel vertaalde copla's (volkspoëzie) - heeft hij Spanje cultureel gezien naar Nederland gebracht. De copla's zijn het enige werk van De Vries dat ooit écht populair is ge worden. Toch is zijn andere poëzie zijn werkelijke nalatenschap; daar in ligt zijn echte grootheid. Het oeu vre strekt zich uit over vele, vele ja ren en het is moeilijk om het terug te brengen tot een kern. Maar terug kerende elementen zijn er wel dege lijk. De krankzinnige moeder, de vi sionaire, leidende broer, de koortsi ge dromen en de geheimzinnige kinderwereld: in de zelfstandige kosmos die de poëzie van De Vries is, zijn dat de belangrijkste plane ten. Het meest angstig zijn de voor oorlogse gedichten. Zoals het be roemde, maar nooit echt ontrafelde 'Mijn Broer' uit 'De Nacht' (1920), De Vries' tweede bundel, maar door hem zelf als zijn debuut be schouwd. Dichter Hendrik de Vries kreeg in Groningen een standbeeld met een raar kontje. (foto ANP» Ook in 'Toovertuin' (1946) nog dat dreigende, betoverde half gedroom de, half werkelijke landschap met zijn orakelachtige onthullingen. Daarna, na De Vries' huwelijk in 1946, verandert de aard van de ge dichten wat, zonder overigens ooit los te komen van de getraumatiseer de kinderwereld. Maar het spook achtige wordt meer sprookjesach tig. Wilmink, die op 11-jarige leeftijd voor het eerst de gedichten van De Vries las en een paar jaar geleden op hem promoveerde, is een van de mensen die zich de laatste jaren hebben ingezet voor een herwaar dering van De Vries, naast onder an deren W.F. Hermans. Want, ook al kreeg De Vries in 1976 de P.C. Hooftprijs, De literatuurgeschiede nis in dit land heeft altijd wat moei te met de Groninger dichter gehad. Zeker na de oorlog is De Vries in een soort vacuüm terechtgekomen. Een kern van zijn generatie, onder wie vrienden als Marsman en Slauerhoff, was dood. De na-oorlog- se dichters, de experimentelen, waardeerden de vormvaste poëzie van De Vries nauwelijks. Dat gebrek aan erkenning was overigens wederzijds: als criticus - onder meer van Het Vrije Volk - be streed hij op zijn beurt dichters als Lucebert. Jan van der Vegt, die met 'Kritiek als credo' in 1980 een bloemlezing van De Vries' kritieken en essays op de markt bracht, noemt de Groninger niettemin een bevlogen en deskundige pleitbezor ger van poezie, die bewust niet voor vakgenoten schreef. De gemeente Groningen heeft haar grote dichter vele keren in het zonnetje gezet. Verjaardagen boden daarvoor meestal een gelegenheid. Merkwaardig was dat men de toe kenning van de Hendrik de Vries prijs op een gegeven moment heeft laten verwateren. In 1986 werd die nieuw leven ingeblazen, als onder deel van de grootscheepse viering - met onder andere de onthulling, van een beeld, met een symposium - van De Vries' 90e veijaardag. Bert Schierbeek mocht de 'nieu we' noordelijke cultuurprijs als eer ste in ontvangst nemen, maar het bijzondere van die dag was vooral de prominente aanwezigheid van de dichter zelf. Kras en monter. En ook daarna, bij andere gebeurtenis sen, heeft hij zich nog enkele keren laten zien, steeds in het gezelschap van zijn vrouw en het echtpaar Leutscher, hun trouwe verzorgers sinds jaren. Wat nu overblijft, is zijn Verza meld Werk, dat volgend jaar bij Bert Bakker zal verschijnen. En het standbeeld, zoals dat staat aan het Groninger Martinikerkhof. Een groot beeld is het niet, en inder daad: het heeft - om met Wilmink te spreken - een raar kontje. Maar het is een mooi, eigenwijs plekje waar op het staat: de dreigende bomen op het kerkhof, het wat archaïsche licht dat er valt en dat alles tegen de achtergrond van de Martinikerk. Een licht betoverd landschap, een mooi woest hoekje. PETER BLOM GERTJAN VAN SCHOONHOVEN Urban Dance Squad in LVC Urban Dance Squad (Arjen de Vreede, Mi chel Schoots, Patrick Tilon. Silvano Mata- din, René van Barneveld). Leids Vrijetijds Centrum; zaterdag 18 november. LEIDEN - Voor de tweede keer trad zaterdag de Urban Dance Squad op in het Leids Vrijetijds Centrum (LVC). De eerste keer, ruim een jaar geleden, was de Utrechts/Amsterdamse groep nog tamelijk onbekend bij het grote publiek. De band had toen al een aardige live-reputatie, maar door het ontbreken van plaat werk wist nog niet iedereen de weg naar het LVC te vinden. De onlangs uitgebrachte debuut-cd 'Mental floss for the globe' heeft daar in razend tempo verandering in gebracht. Al in de voorverkoop was het LVC deze keer uitver kocht. De Urban Dance Squad speelt een uniek mengsel van rap, funk en hardrock. Nog het meest lijken ze op de Red Hot Chili Peppers. Zelf omschrijven ze hun muziek als trash-rap. Hun werkelijk oorverdovende optreden van ruim een uur veran derde de LVC-zaal al snel in een swingende menigte. Sommige LVC-bezoekers geven er de voor keur aan om wild om zich heen te slaan en te trappen, bij wijze van dansen, maar de pret was er niet minder om. Rapper Rude Boy (Patrick Tilon) maakte er een po diumfeestje van. Naar hartelust mocht het publiek meedansen tussen bassist Silvano Matadin en gitarist René van Barneveld. Ru- de Boy liet zich regelmatig op de schouders nemen door enthou siaste fans. Scratcher Aijen de Vreede leef de zich uit in 'Piece of rock' (met flarden muziek van Mothers Fine st). René van Barneveld en Sil vano Matadin rockten er stevig op los in 'Brainstorm on the UDS' en aanvoerder Rude Boy rapte en deed aerobic-oefeningen. Wat verdwaasd misschien door het explosieve optreden vroeg het publiek niet meteen om een toegift. Na een herhaling van 'Fast lane' en de single 'Deeper shade of soul' was iedereen vol daan, een een beetje doof door het volume. ERNA STRAATSMA DEN HAAG - Nacho Duato (32), vooraanstaand danser en choreo graaf van het Nederlands Dans The ater (NDT) in Den Haag, verlaat dit gezelschap om op 1 juni 1990 artis tiek directeur te worden van het Na tionaal Ballet van Spanie. Hoewel hij het een moeilijke be slissing vindt afscheid te nemen van het NDT, waar hij negen jaar aan verbonden is geweest, heeft hij toch willen kiezen voor een nieuwe 'uitdaging' bij het 55 dansers tellen de Madrileense gezelschap. "Ik ga na vijftien jaar terug naar mijn ge boorteland en dat is natuurlijk fan tastisch", zegt Duato. Hij is van plan als artistiek leider van het Nationaal Ballet van Span je, dat qua omvang en repertoire volgens hem te vergelijken is met Het Nationale Ballet in Amsterdam, zelf niet meer op het podium te ver schijnen. Zijn vertrek bij het NDT heeft, verklaarde hij zondagavond, niets te maken met de bestuurlijke en personele problemen bij het ge zelschap, die zijn ontstaan rond de opvolging van zakelijk directeur Carel Birnie. In de periode dat Duato werk zaam is geweest bij het NDT, heeft hij twaalf choreografieën op zijn naam gebracht. Lou Landré schittert in 'ik, Feuerbach' 'Ik, Feuerbach' van Tancred Dorst door het RO Theater. Vertaling: Martin Hartkamp. Regie' Tancred Dorst. Decor: Jan van der Steen. Kostuums: Roelie Westendorp. Hoofdrol: Lou Landré. Gezien in de Rotter damse Schouwburg op 18 november. ROTTERDAM - Het toneelstuk 'Ik, Feuerbach' van de Duitse au teur Tancred Dorst blijkt een merkwaardige mengeling van be vreemdende en puur naturalisti sche situaties. Het theater ziet er uit als een theater tijdens een re petitie met een regietafel in de zaal, met doeken over de eerste rijen en met toneelknechten die een decor afbreken. In die situatie komt een acteur auditie doen, maar als de regisseur niet komt opdagen, ontspint zich een lange dialoog met een jeugdige regie assistent. Het lijkt allemaal makkelijk te overzien, maar wie vier jaar gele den bij het RO Theater de zes uur durende produktie 'Merlijn of 't barre land' heeft meegemaakt, weet wel beter. Dorst formuleer de bij die gelegenheid ook een van zijn uitgangspunten: "Maat schappelijke en menselijke vraagstukken zijn altijd gecom pliceerder dan bedenkers van ab stracte ideeën kunnen vatten". In zekere zin valt het theater van Dorst te vergelijken met de teke ningen van Escher: de logica van de strakke lijnen is tegelijk de drager van het irreële, het halluci nerende. Zoiets gebeurt ook in 'Ik, Feu erbach'. De bevlogen acteur die enkele jaren uit de roulatie is ge weest, blijkt een zielig scharmin kel, ten prooi aan vlagen van ver standsverbijstering en ernstige geestelijke instabiliteit. We slaan hem gade in zijn hopeloze strijd met zichzelf, zich vastklampend aan de hoop op een comeback, tot personages en toeschouwers zich bewust zijn, dat het doek voor hem definitief gevallen is. Eer het zover is, heeft Dorst ons echter vergast op enkele verras singen, die op ondubbelzinnige wijze de schijnrealiteit van het theater onderstrepen. Dat vari eert van een absurd optreden van een vrouw met een hond (of be ter: een hond met een vrouw) tot een ook theatraal fascinerende hallucinatie, waarin Feuerbach plotseling als Franciscus ten he mel lijkt te stijgen. Stellen dat zo'n stuk een kolfje is naar de hand van Lou Landré, betekent een schromelijke onder waardering van het acteursvak. Het spelen van een acteur die zijn virtuositeit moet opschroeven om de waarheid te verdoezelen, maar niet kan verhinderen dat de waanzin langzaam en in meedo genloos toenemende mate bezit van hem neemt, is een uitput tingsslag. Landré maakt er iets heel bijzonders van, virtuoos tot in de kleinste details, aangrijpend in zijn radeloosheid en onthuts end door de manier waarop hij de toeschouwer confronteert met de ruïne van wat ooit een mens ge weest is. In hoeverre de regie van Dorst of het talent van Landré hiervoor verantwoordelijk is, valt moeilijk uit te maken. Het resul taat telt en dat is in dit geval een voorstelling, die men gezien moet hebben. PAUL KORENHOF. Première 'Geboren Vrienden' in Leidse Schouwburg 'Geboren vrienden' ('Blood Brothers'), musi cal van Willy Russell. Met: Nelleke Burg, Marloes van den Heuvel, Hans de Booij, Frank Rigter. Jan Elbertse. en anderen. Re gie: Eddy Habbema. Muzikale leiding: Stef Osadzinski. Vertaling: Jack Gadellaa. De cor: Frank Raven. Gezien op 18 november (première) in de Leidse Schouwburg. Aldaar nog 17 januari te zien. LEIDEN - Menselijke lotgevallen met een lichte toets beschreven tegen de achtergrond van sociale tegenstellingen. Geslaagde com binaties hiervan hebben we in het werk van Willy Russell hier in Ne derland al eerder leren kennen. In 'Educating Rita' bijvoorbeeld is het kapster Rita, die door een lite ratuurstudie haar maatschappe lijke positie probeert te verbete ren. En Shirley Valentine in het gelijknamige toneelstuk is een in haar leven teleurgestelde huis vrouw, voor wie een reis naar Griekenland het doorbreken van haar sleurleven betekent. Als een schrijver zo vaardig een mono loog en een stuk voor twee ac teurs in elkaar weet te zetten, wat mogen we dan wel niet van zijn eerste echte musical verwachten? Niet dat 'Geboren vrienden' echt tegenvalt, maar de combinatie van met humor beschreven men selijke lotgevallen tegen de ach tergrond van sociale tegenstellin gen is hier aanmerkelijk minder goed gelukt. Een moeder van een kinderrijk gezin wordt verlaten door haar echtgenoot. Als ze dan ook nog eens zwanger blijkt te zijn van een tweeling, wordt ze door de omstandigheden min of meer ge dwongen één van de pasgeboren broers aan een kinderloos echt paar af te staan. De ene tweeling broer groeit op bij zijn arme moe der, de ander bij zijn rijke pleegouders - de één kansarm, de ander kansrijk, en natuurlijk zal hun beider levenspad zich menig maal kruisen. De twee jongens worden namelijk onafscheidelij ke vrienden, zonder te weten tweelingbroers te zijn. Om dit al les niet in sentimenteel melodra ma te laten afglijden is er een mu sical van gemaakt. Er loopt zelfs een verteller rond die binnen het verhaal regelmatig een noodlots gedachte formuleert: 'zegt de le gende niet, dat tweelingbroers die in hun jeugd gescheiden zijn, moeten sterven op het moment, dat ze de waarheid horen?' En al dus geschiedt, zoals uit de eerste en de laatste scène blijkt. Zanger Hans de Booij ('Anna bel', 'Ik hou van alle vrouwen') speelt deze rol van de verteller. Hij doet dat op vaardige wijze. Hij loopt - al dan niet gespeeld - wat arrogant rond, en geeft afstande lijk commentaar met een passen de zweem van geheimzinnigheid. Zijn karakteristieke stem is voor deze rol zeer geschikt. Nelleke Burg moet het eveneens van haar vocale kwaliteiten hebben. Ze kan zingen, en in deze hoofdrol komt haar dat goed van pas. Dat ze soms in een paar zinnen de tra giek moet neerzetten van een moeder die haar kind moet af staan, lukt aanmerkelijk minder goed. Dat is trouwens niet be paald gemakkelijk, en een nau welijks te vermijden dilemma in deze produktie: de musicalvorm kan weliswaar de sentimenten enigzins relativeren, maar onder streept nog eens de toch al erg schematische opzet van het ver haal. Wat de musicalvorm aan snelheid en derhalve oppervlak kigheid vereist, gaat veelal per de finitie ten koste van de diepgang van het verhaal. Daarbij hebben Jan Elbertse en Frank Rigter ook nog eens de zware taak om als vol wassenen jonge kinderen te spe len zonder kinderachtig te wor den. Tot de pauze verloopt het le vensverhaal van de twee broers heel vlot. Daarna nemen de ont wikkelingen te veel tijd in beslag, te meer daar we de afloop vanuit de eerste scène eigenlijk al ken nen. Bovendien keren de op zich zelf al merkwaardig aandoende verwijzingen naar het leven van Marilyn Monroe (met name in de liedteksten) nog een paar keer min of meer onnodig terug. Het toneelbeeld is bij dat alles nogal kaal gebleven; slechts een bui zenconstructie en staalkleurige wanden markeren de toneelruim te. Voordeel hiervan is dat de vele scènewisselingen zonder change menten en met veel vaart kunnen plaatshebben. Toch mist dit de cor een iets concretere sfeerteke ning die de stukken van Russell nodig lijken te hebben. Dat is kenmerkend voor de gehele pro duktie. Ondanks het enthousias- Nelleke Burg en Hans de Booij e de negen spelers de ze musical op de planken bren gen, worden de lotgevallen van de twee 'blood brothers' niet echt aangrijpend. WIJNAND ZEILSTRA MADRID De Miguel Cervantes- r omdat Roa Bastos geen goe- prijs - de belangrijkste onderschei- de kandidaat 2 ding voor Spaanse literatuur - is dit in Spaanse literaire kringen een jaar toegekend aan de Paraguay- hardnekkige opvatting bestond, dat ^schrijver Augusto Roa Bastos Camilo José Cela de prijs moest krijgen. Cela werd vorige maand reeds onderscheiden met de Nobel prijs voor de literatuur en sommi gen meenden, dat daarom deze keer i hem voorbij kon worden bij de toekenning terschap van de Spaanse minister van cultuur Jorge Semprun, had nogal wat voeten in de aarde. Niet AMSTERDAM (ANP) - Tijdens een bijeenkomst in de Rietveld Acade mie in Amsterdam zijn zaterdag vijf lkea Awards voor verdiensten op het terrein van design uitgereikt aan de Victor Papanek, Margarete Schütte-Lihotzky (elk 100.000 gul den), Jan Slothouber, Jan van der Vaart en Arnold Friedmann (elk 60.000 gulden). Dit is bekendge maakt door de lkea Foundation. De lkea Foundation, die in 1983 werd opgericht om de uitvoering van vernieuwende en mooie ont werpen in de woonomgeving te sti muleren, stelt ook design-beurzen beschikbaar. Daarvoor werden dit jaar elf organisaties en/of personen uitgekozen, waaronder twee Neder landers. (72). De prijs, groot 10 miljoen pese ta's (180.000 gulden), is hem toege kend voor zijn gehele ouevre, maar speciaal voor de romans 'Yo, el Su premo' en de uit 1960 daterende niet 'Hijo de Hombre', dat in 1979 Nederlands werd vertaald onder de Cervantes-prijs. Cela behoorde wel tot de laatste drie kandidaten, maar de Cervantes- uiteindelijk besloot de jury toch de prijs, door een jury onder voorzit- voorkeur te geven aan Roa Bastos. De dictatuur in Paraguay, eerst van generaal Higinio Morinigo en daarna van Stroesner maakte het voor Roa Bastos onmogelijk om in zijn geboorteplaats Asuncion te blijven wonen en zijn hele leven is in feite een aaneenschakeling van ballingschappen geweest. Op dit moment woont de journalist, we- schrijver Roa Bas tos - die in 1983 de Spaanse nationa liteit kreeg - in het Franse Toulouse, waar hij als professor werkzaam is. Naast de roman 'Mensenkind' bracht uitgeverij Meulenhoff in 1979 ook een vertaling uit van Bas tos' verhalenbundel 'Nachtelijk spel'. Beide boeken zijn op dit mo ment niet meer verkrijgbaar. Een woordvoerder van de uitgeverij laat desgevraagd weten dat het nog on duidelijk is of de Nederlandse ver talingen, naar aanleiding van de Cervantesprijs, opnieuw zullen worden uitgebracht. In de Rietveld Academie is met 1 december een expositie te tenschapper zien van de prijswinnaars en de af deling binnenhuisarchitectuur. Fons Bakker ontvangt 60.000 gul- den voor de verdere ontwikkeling van een zogenoemde teleworking- JACQUES VONK PIANO CON- unit. Daarmee kan men thuis per te- COURS - Frank van de Laar (24) uit lefoon, fax en computer kantoor- Amsterdam heeft het Jacques Vonk werk verrichten. De afdeling Am- Piano Concours (30.000 gulden) ge- sterdam van de IFI (International wonnen. De prijs stelt hem in staat Federation for Interior Designers) gedurende twee jaar in het buiten- krijgt 60.000 gulden voor de realise- land te studeren. Het concours ring van een internationaal georien- werd woensdag en donderdag in teerd boek over stoelontwerpen dat Amsterdam gehouden. Dit heeft het in het voorjaar van 1990 zal verschij- Sweelinck Conservatorium vrijdag nen. meegedeeld. Maarten 't Hart in Albert-Verweylezing LEIDEN Maarten 't Hart zette vrijdag in zijn derde Verwey-le- zing zijn opvattingen over de stijl in het literaire werk uiteen, 't Hart koos voor zijn laatste betoog de ti tel 'Schrijven is ontucht'. Ook al schrijven recensenten met een achteloze stelligheid over stijl, volgens 't Hart bestaat er geen instrument om de juiste stijl vast te stellen. Hij illustreerde dit aan de hand van talloze goedge kozen voorbeelden. Over de stijl van Dickens en Trollope werden zeer tegenstrijdige uitspraken ge daan. En al wordt Gustave Flau bert als een zeer groot stilist be schouwd, Jean Paul Sartre liet niets van hem heel. 't Ging 't Hart niet zo zeer om de vraag wanneer een stijl goed of slecht is, als wel om het feit dat er juist tegenge stelde analyses over stijl mogelijk zijn en verdedigbaar. Een aanval op de stijl van een schrijver is vaak tevens een aan val op zijn persoon. Zo verachtte Sartre Flaubert en vond Multatuli de dichter Bilderdijk een slecht mens, dus schreef hij slecht. Rudy Kousbroek nam Maarten 't Hart het neerschrijven van woor den als 'een in stilte weggepinkte traan' kwalijk. Maar 't Hart be weerde vrijdag in de Pieterskerk dat het gebruik van dit cliché in de desbetreffende passage juist zinvol was. "Maar later in zijn be toog moppert Kousbroek over mijn permanent goede humeur en de bekende gebrekkige ver lichting op mijn studentenka- Verdere inconsequenties in op merkingen over stijl probeerde 't Hart aan te tonen in een passage van Jeroen Brouwers. In diens ro man 'Winterlicht' wordt gezegd dat in een boek geen woord te veel mag staan. Maar in diezelfde roman staan zinnen als 'hij zette een hoed op zijn hoofd' en er wordt gesproken van 'een tuin bank in de buitenlucht'. Volgens Maarten 't Hart zijn de woorden 'zijn hoofd' en 'in de buitenlucht' hier overbodig, t Hart vond ook dat het na elkaar gebruiken van hetzelfde woord geen stijlverar ming hoefde te betekenen, even min als het schrijven van puntjes zoals Céline doet. Céline en ook Tsjechov schreven eenvoudig omdat ze van eenvoudige komaf waren. Zodoende kon 't Hart zijn eigen stijl rechtvaardigen: "Mijn grootvader dreef ook een winkel tje". Stijl moet volgens 't Hart geen doel (zoals in 'Zilver' van Adriaan van Dis) maar middel zijn, zoals bij Multatuli. Die schreef: "Schrijf maar flink slordig, zoals het opkomt in je hart". De stijl van een schrijver is vaak maar moeilijk te herkennen, gaf Maarten 't Hart aan. Zo had Karei van het Reve aan de anonie me ECI-prijsvraag meegedaan. Toch had hij vorige week geen prijs gewonnen. En de anonieme bijdrage aan het estafette-feuille ton van Knippenbergs' krant was niet door 't Hart of W. F. Hermans geschreven, zoals in het voorjaar bijna duizend inzenders, gelijk verdeeld, dachten. Slechts vier kozen de juiste stilist: Het was Gerrit Komrij. EMIEL FANGMANN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 11