'Door hem te vinden heb ik hem verloren' 'Schrijf me in het zand' vol emotie Een passie voor het leven Germaine Greer schreef boek over haar vader JAZZ Zuidafrikaans Gewoon gezond Onverwisselbaar PAGINA 38 ZATERDAG 11 NOVEMBER 1989 Germaine Greer, wereldwijd bekend en de laatste jaren nogal eens verguisd - feministe, schreef een boek over haar vader: 'Daddy, we never knew you'. Recent verscheen de Ne derlandse vertaling. Ter gelegenheid daarvan kwam Greer (geboren 1939) voor een korte promotietoer naar Nederland om interviews te geven en een lezing in Paradiso te houden. Een gesprek met de schrijfster van onder meer The Female Eunuch (1970). en Sex and Destiny (1984). Een imposante per soonlijkheid over vaders, dochters en Australië. AMSTERDAM - In 1983 overleed Reg Greer, de va der van Germaine. Aanlei ding voor de schrijfster, die een van de toonaangevende feministen van de 'tweede golf was, om een zoektocht te beginnen naar zijn identi teit en familieachtergrond. door Inge van den Blink In een zeer gedetailleerd verslag verhaalt Greer over haar zwerftoch ten over het Australische continent, over soms hopeloos lijkende zoek tochten in stoffige dossiers, biblio theken en bij bureaus van de bur gerlijke stand. Ze begon met enkele summiere gegevens: de naam Greer, een geboortedatum (bij be nadering), -en wat biografische om standigheden die grotendeels ver zinsels bleken. Uiteindelijk bleek ze helemaal op het verkeerde spoor te zitten. Alle familie-archieven van de Greers in Australië, Engeland, Zuid-Afrika, waren voor niks over hoop gehaald. Haar vader was ge trouwd onder een valse naam. Als zoveel mensen in Australië, oorspronkelijk grotendeels een continent bewoond door geïmpor teerde misdadigers, had Reg Greer een obscuur verleden. Kleine meis jes daarentegen, hebben graag hoogdravende fantasieën over hun vader. De zoektocht van Germaine werd zodoende een zoektocht naar de vraag hoeveel eerlijkheid de schrijfster zelf aankon. Ze eindigt wat haar vader betreft gedesillusio neerd. Hij was het natuurlijke, 'on echte' kind van een arm, jong dienstmeisje, dat vermoedelijk ver leid was door haar werkgever. Reg Greer werd opgevoed in een pleeg gezin. Veel moeilijker te verteren voor de schrijfster was het beeld dat gaandeweg opdoemde van haar va ders persoonlijkheid. Reg Greer, advertentie-aquisiteur, was leu genachtig, onoprecht, allesbehalve de oorlogsheld die de dochter in ge dachten van hem had gemaakt. Hij was bovendien een seksistische, ijdele 'kantoorhengst', en als vader onbenaderbaar en autoritair. Als hij al van zijn dochters hield, liet hij daar weinig van merken. Op de laatste pagina van haar boek ver woordt Greer haar slotsom alsvolgt: 'Niet de oorlog heeft zijn liefde voor mij kapotgemaakt, maar zijn charlatanerie en mijn te kritische, onderzoekende natuur. Hij staat niet langer naast me, maar ligt in mijn bureaula, onttakeld, een stapel goedkope rekwisieten. Hij was goed gezelschap, maar niet voor mij. Ik was nooit zijn maatje, maar een nagel aan zijn doodskist. Door hem te vinden heb ik hem verloren'. Wat heeft Greer eigenlijk met haar zoektocht gewonnen, en wat heeft zij verloren? "Natuurlijk ben ik door mijn zoektocht dingen kwijtgeraakt. Ik moest ophouden mijn vader te idealiseren. Vroeger had ik een fantasie dat hij uit een oude Engels geslacht stamde, dat hij misschien van adel was. Ik moest met betrekking tot mijn va der begrip leren te krijgen, en com passie. Mijn snobisme ben ik kwijt geraakt. Maar ik ben beter af zon der. Ik heb liever de echte vader dan de fantasievader. Het is goed om hem te kunnen accepteren zoals hij Vrouwen weten nooit helemaal zeker wie hun vader is. Ja, Brunhil- de uit het Nibelungenlied (dochter van oergod Wodan) weet het, maar zij is misschien de enige. De meeste vaders tonen hun dochters nooit dat ze van hen houden. Vaders houden hun dochters op armlengte, ze kun nen niet omgaan met hun affectie. Vanwaar die angst? Omdat ze bang zijn voor vrouwen! Mannen zien vrouwen als sexobjecten of het tegenovergestelde: oude vrijsters of heksen. Daarom kunnen ze niet met hun eigen dochters omgaan. Ze worden door hen'in verwarring ge bracht. In het westen zijn de relaties volkomen verseksu- hij niet uitkijkt klaagt zijn aliseerd. Daar komt de onmacht het onvermogen van vaders van daan. Maar het is pure wreedheid kind niet aan te raken. Kin- hem aan, en wordt hem het gangsrecht met zijn kind ontzegd. Op de opmerking dat veel vaders Nederland tegenwoordig toch deren die niet aangeraakt worden moeite lijken te doen om bij de op- eerste levens- voeding van hun kinderen betrok ken te zijn op een niet-agressieve en erband op de met-autoritaire manier, zegt Greer: - "In Engeland is dat ook wel zo, in de middle-classes. Maar niet in de ar- beidersklasse. Daar zijn baby's nog Nederland. Naar Greers steeds de verantwoordelijkheid van de vrouw. Mannen stellen er een eer in om te zeggen dat zij die kinderen niet wilden. Ze hoeven zich dan ook niet emotioneel betrokken te voe len bij de opvoeding. Als kinderen met hun vader in bad gaan, prima, maar waar ligt de Wanneer wordt het mis bruik? Die gigantische genitaliën zitten wel precies op ooghoogte. En kleine meisjes kunnen heel verlei- gaan dood, het behoefte". Greer wijst beerput van seksuele misdaden te gen kinderen die de laatste jaren opengegaan, in Engeland net goed als overtuiging is het besloten gezinsle ven dat in westerse samenlevingen de norm is, de voornaamste oorzaak van deze wantoestanden. En alle gruwelijke feiten over in cest maken het voor vaders in deze tijd extra moeilijk om gewoon met hun dochters om te gaan, aldus ^rens Greer. Ze voert het voorbeeld a« van een vader die zijn dochtertje ochtends in bed neemt, 'Schrijf me in het zand' van Inez van Dulle- men door hel Theater van het Oosten. Re gie: Agaath Witteman. Toneelbeeld: Reinier LEIDEN - Het decor: een achter wand, twee zijwanden en een pla fond van doorzichtige vlakken. Het zou de glazen serre van het burgerlijk fatsoen kunnen zijn, maar de tekst van Inez van Dulle- men wijst op de broeierige atmos feer in een kas, waar het leven, op zichzelf teruggetrokken, vreemde wendingen kan nemen. In de door Agaath Witteman geregis seerde voorstelling functioneerde de achterwand als een glazen bar rière tussen de dochter Anne, het slachtoffer van incest, en de we reld waarmee voor haar geen con tact meer mogelijk was. De toeschouwer zal aan een ei gen keuze nauwelijks toekomen, zoals ook een rationele recensie van een emotioneel zo zwaar bela den voorstelling niet goed moge lijk is. Wat is incest en waar be gint het? In hoeverre is de dader een misdadiger of misschien ook een slachtoffer van zijn eigen situ atie? Waar ligt de schuld van de overige gezinsleden, die de waar heid niet willen zien of niet in staat blijken de signalen van het slachtoffer op te vangen? Inez van Dullemen heeft mis schien teveel willen tonen, maar men kan ook aanvoeren, dat geen verduidelijkend woord teveel kan zijn. Een feit is dat zij een zo wel voor het onderwerp als voor het theater uiterst functionele tekst heeft geschreven, sterk poë tisch van taal, maar juist daardoor ook zonder het gevaar van sterke zwart-wit tekeningen. De ensce nering vart Agaath Witteman blijkt aangrijpend, vooral op die momenten, waarop de broosheid van de relaties wordt aangeduid. De uitgangssituatie, een doch ter die na de zelfmoord van haar zuster langzaam de verschrikke- zelligheid, om te knuffelen, en het delijk zijn. Het is tricky, een kind kind met zijn ochtenderectie laat "at in contact is met een volwassen man. Zeker wanneer er sprake is van gebruik van drank of drugs. Vroeger, in de extended families (familieverbanden waarbij meerde re generaties samenwonen, ivdb) was er altijd nog wel een grootmoe der die tegen een meisje zei: nu ben je te groot om op je vaders schoot te rijden, nu kun je niet meer in je blootje door het huis lopen. Maar in kleine besloten gezinnen is er nau welijks controle, zelfs de maat schappelijk werkster mag niet zo maar naar binnen. De achterliggen de gedachte is dat families naar nie mand hoeven te luisteren. Dat is ge vaarlijk voor kinderen, en voor vrouwen evenzeer. Er is geen dier soort, behalve mensen, waarbij het paringsseizoen en de periode waar bij kleine kinderen worden grootge bracht, door elkaar lopen". Trots Terug naar het boek. Waarom schreef ze het? "Omdat^het thema universeel is, maar nog bijna niet onderzocht. Vrouwen kennen hun vaders niet. Ik vroeg aan vrouwen: kuste je vader je ooit? Was hij trots op je? Sloeg hij zijn armen om je heen? Ik kreeg honderden brieven terug. Vrouwen hadden ofwel ge wild dat hun vader ze aangehaald had, ofwel ze wilden dat hij het lijke waarheid doorgrondt, is the atraal ijzersterk. Het biedt ook het uitgangspunt van personages die de ergste crisis doorstaan hebben en die naast andere emoties me dedogen oproepen, maar tevens de mogelijkheid tot sterke con trasten middels beelden uit het verleden. Beeldend en tegelijk navrant is het moment waarop de beide zusjes (mooie rollen van Yvonne van de Hurk en Marijke Beversluis) zich als ongeduldige kinderen door hun vader een "spannend" verhaal laten vertel len. Een veelheid van emoties wordt opgeroepen door de scène waarin de vader (een prachtig in gehouden rol van Eric van der Donk) zijn handen de eerste ver kennende schreden laat doen. Groot is het spanningsveld waar in de voorstelling zich beweegt. Schrijnend zijn dan echter de open plekken in de zaal. Of weet iedereen dit al? PAUL KORENHOF. nooit gedaan had, omdat hij te ver ging. Mijn vader raakte me nooit aan. Omdat hij heterosexueel was, duw de hij me weg. Maar mijn broertje kroop iedere dag bij hem in bed tot z'n twaalfde: hij kreeg wel warmte en aandacht". In haar boek gaat Germaine Greer erg ver om te proberen haar vader te 'begrijpen'. Zo schildert ze in extenso de omstandigheden waaronder hij op Malta en in Noord- afrika gecodeerde boodschappen van de vijand moest ontcijferen, ge heim werk. Ze gaat uitgebreid in op de ontmenselijkende omstandighe den waaronder militairen in oor logstijd leven, ook als ze niet in de vuurlinies zitten. Ze analyseert het verschijnsel angstneurose. Maar uiteindelijk kan ze er niet omheen. Haar vader leed weliswaar aan een angstneurose, maar hij was geen slachtoffer. Hij ging vrijwillig de oorlog in. "Hij verkoos ons te verlaten". De man die thuis nadien ontzien moest worden omdat hij zo hard werkte, had eigenlijk als ad vertentieverkoper een gematst baantje. "Hij heeft nog nooit één middag in zijn leven gewerkt". Wat Greer haar vader uiteindelijk het meest kwalijk neemt, is dat hij zonder nog iets van zich te laten ho ren wegliep bij zijn pleegmoeder, Emma Wise Greeney, een vrouw die twintig pleegkinderen opvoedde, en die alle deugden waar de schrijf ster respect voor heeft, represen teerde: ze was eerlijk, wijs, ze werk te hard, ze zorgde goed voor al haar kinderen. De lezer kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat Em ma Greeney voor Germaine Greer de ideale, gedroomde moeder is. Een vrouw die ze nooit heeft ge kend, maar wier persoonlijkheid ze uit mondelinge verhalen en papie ren van de Australische organisatie voor pleeggezinnen heeft gerecon strueerd. Gekte Het belang van haar boek vindt Greer vooral, dat het gezin van haar ouders, met alle ongelukkigheid en alle gekte, in wezen een normale fa milie was. "Mijn vaders geschiede nis is het verhaal van succes dat ge baseerd is op leugens. En dat is meteen het verhaal van Europa in de jaren negentig van deze eeuw. Ie der Engels kind wordt geboren met een schuld van 5000 pound. We le ven in een tijd waarin er tegen de klippen op geconsumeerd wordt. Maar de armen worden steeds ar mer. Australië kampt met enorme ecologische en politieke proble men. Het is een land met succesvol le apartheid ik heb als kind nooit een aboriginal gezien en het is een aanfluiting dat Australië iets durft te zeggen over de apartheid in Zuid-Afrika. "Hij heeft me nooit mishandeld, hij schold me niet uit, in tegenstel ling tot mijn moeder, die zeer ge welddadig was. Toen ik alle leugens over mijn vader ontdekte bevroor ik in woede. Zijn gezicht werd voor mij een binnenste buiten gekeerd masker. Ik kreeg medelijden met mijn moeder. Mijn vader hield van haar, maar op een seksistische ma nier. Hij vond haar een stoot. Mijn vader vertelde haar altijd dat hij hard werkte, dat hij moe was en niet lastig gevallen wilde worden. Maar hij wilde gewoon niet met ons pra ten, hij stelde ons gezelschap hele maal niet op prijs. Hij.was echt een shit. Maar mijn vader loog om een gezin te kunnen hebben. Om ons. de kinderen te kunnen hebben. Later ontdekte ik dat mijn vader? leugen ook een soort waarheid was. Zijn gezicht was geen masker. Ik moet wel van hem houden. Ik hou van hem. Ouders zijn heel mysterieus voor hun kinderen. Freud ontkende de vrouwelijke seksualiteit, maar we weten nu hoezeer hij ongelijk had. Kijk naar kleine meisjes, hoe ze hun rok optillen. Ze hebben helemaal geen last van penisnijd, maar wel van cuntpride. Daarbij tonen alle boeken over succesvolle vrouwen aan hoe belangrijk hun vader voor hen is geweest. Ik dacht zelf als kind dat mijn ouders van me zou den houden als ik succes had. hard werkte, beurzen won. Ik wist toen nog niet dat vrouwen bemind wor den ondanks hun verdiensten, niet dankzij". Beurzen Germaine Greer bekostigde haar hele studie zelf, door beurzen te winnen. Daarmee vervreemdde ze alleen maar meer van haar vader, die nauweljks schoolgegaan heeft. Ze vertrok op haar 25e uit Australië, werd beroemd, en heeft in de VS en Italië gewoond. Op het moment is ze docent in Cambridge. Niet alleen haar zeer verzorgde Engels, maar haar hele verschijning, de voorbeel den die ze aanhaalt, wekken de in druk dat ze Engelse is. Voelt ze zich nog Australische? "Ik heb geen land. Ik zal mijn Australische paspoort nooit opge ven. Maar ik denk soms dat ik zal sterven in mijn huis in Italië, omdat ik daar grond heb, en daar ben ik erg aan gehecht. Ik ben een peasant, iemand van het land". Een laatste vraag. Klopt het dat Greers eerste boek. The Female Eunuch, zijn oor sprong vindt in het zeer traditionele huwelijk dat haar ouders hadden? Schreef zij het om zich af te zetten tegen dat beperkte vrouwbeeld? "O zeker. Ik zag hoe de energie van mijn moeder verwrongen en verdraaid werd doordat er nooit enig nuttig gebruik van werd ge maakt. Ze heeft maar een paar we ken in haar leven betaalde arbeid verricht. Ze is heel intelligent, maar haar grote potentieel werd niet ge bruikt, het werd zuur en verrot. Ze is gewelddadig uit frustratie. Ze wist niet eens wat mijn vader ver diende, hij behandelde haar als een kind, en zo is ze zich ook gaan ge dragen. Ze was zeventien toen ze trouwde, en mijn vader heeft een monster van haar gemaakt. Ze denkt dat uit haar nek kletsen, talk wildly, een teken van levendigheid is. Toen mijn vader zwak en ziek was heeft ze hem laten opnemen, en hem vernederd en geslagen. Maar ze heeft hem nooit verveeld; hij hield toch van haar, op de een of andere manier. Relaties tussen mensen zijn mysterieus, ik veroor deel geen huwelijken van anderen meer. Soms is het genoeg als men sen er zijn, bij elkaar zitten, en niet veel zeggen. Als ik nu The female eunuch zou schrijven zou het een ander boek worden, omdat ik veranderd ben. Ik ben ouder geworden. Ik weet nu dat persoonlijke waarheden, dingen die je voor jezelf ontdekt, van veel meer belang zijn dan algemene waarhe den". Germaine Greer, Wc hebben je nauwelijks gekend, pappie. Ver taling Anneke van Huisseling. Uitg. Meulenhoff, 360 pag., prijs fl. 29,50. Rory Block zingt de blues overrompelend door Ken Vos Barney Raehabane: 'Barney's Way' (1989. Jive Jazz). McCoy Mrubata: 'Firebird' (1989. Jive Jazz). Ezra Ngcukana: 'You Think You Know Me' (1989. Jive Jazz.) Plotseling worden er drie produk- ties uitgebracht van Zuidafrikaanse saxofonisten, een teken dat het apartheidsisolement van de jazz daar langzamerhand wordt door broken. Buiten Zuid-Afrika konden we slechts door middel van platen van emigranten als Dudu Pukwana, Dollar Brand en Hugh Masekela een idee krijgen hoe het er muzikaal aan toeging. Al vanaf de jaren vijftig heeft de jazz in dat land een eigen karakter, hoewel die steeds meer in de verdrukking kwam door de plaatselijke popmuziek. Gezien de kwaliteit van deze platen kunnen we misschien hopen op een weder opleving van de jazz in Zuid-Afrika. De oudste van de drie saxofonis ten is Raehabane (46), die ook het meeste oorspronkelijke geluid be zit. Op deze plaat zijn de fusion-ele- menten het minst nadrukkelijk aan wezig en ook de thema's liggen goed in het gehoor. Raehabane heeft een leuke manier van improvi seren met af en toe felle, snelle uit halen, afgewisseld met rustig, soul ful spel. Hij doet in de verte een beetje aan Dudu Pukwana denken, die echter iets minder gepolijst blaast. Het repertoire is gevarieerd, van typisch Zuidafrikaanse stuk ken met veel herhalingen en een hoekfg ritmiek tot onvervalste bop. De produktie van het geheel is niet vlekkeloos; zo kunnen we bijvoor beeld niet vaststellen wie er in 'In- daba' zeer verdienstelijk trompet speelt, aangezien de bezettingen per nummer verschilt. Een stuk minder interressant is het werk van Mrubata, die welis waar technisch uitstekend uit de voeten kan op sopraan-, alt- en te norsax, maar tevens tamelijk ano nieme fusion speelt die in weinig opzichten verschilt van Amerikaan se doorsneekost. Blijkens de hoes tekst is dit Mrubate's eerste plaat als leider en misschien moet hij nog een eigen geluid ontwikkelen. Elk nummer doet aan andere, meer be kende artiesten denken, zoals bij voorbeeld 'The Girl I Had in Mind, dat niet had misstaan op een plaat van Manu Dibango. Evenals op de cd van Ngcukana (35) heeft een ge lijksoortige plaat gemaakt, die ech ter iets meer inhoud heeft, omdat de arrangementen van meer fantasie getuigen. Ook pleit voor deze cd dat Ngcukana een ouderwets stevig te norgeluid bezit, die sterk op de Amerikaanse rhythm blues is geënt. Voor alle drie cd's geldt dat ze goed zijn opgenomen, in ieder ge val beter dan wat ik gewend ben van zwarte Zuidafrikaanse jazz. Ho pelijk komt er meer uit in deze serie. KEN VOS. Hoewel we zeker na Bakers overlij den in Amsterdam vorig jaar niet mogen klagen over een gebrek aan produkties met deze tragische trompettist/zanger, verdient deze cd aandacht. In de eerste plaats om zijn documentaire waarde, omdat het voor het eerst alle bekende nummers van deze session uit 1956 op één produktie te horen zijn. Voorts is het een directe voorlo per van de bekende 'Playboys'-lp van Pepper en Baker van drie maande later, die beschouwd wordt als een van de hoogtepunten uit de carrière van beide heren. Na beluis tering kan ik meteen zeggen dat dat niveau hier niet gehaald wordt, maar ondanks die kleine ongerech tigheden in de uitvoering is er zeker voor de liefhebbers van de trompet tist of de altsaxofonist veel te genie ten. Pepper maakt vooral een sterke indruk op zijn eigen nummers. 'Ty nan Time'. 'Minor Yours'. en de twee standarts waarop hij als enige blazer te horen is. De derde blazer op deze cd. tenorsaxofonist Richie Kamuca, klinkt een beetje amech tig en zeker niet zo vloeiend als zijn voorbeelden Stan Getz en Lester Young. Hoewel de controverse West Coast versus East Coast de jazzge- moederen in die tijd bezighield, doet het spel op deze plaat, en dat geldt ook voor de ritmesectie van pianist Pete Jolly, bassist Leroy Vinnegar en drummer Stan Levey, gewoon denken aan gezonde bop. Er zijn enkele zwakke puntjes, zoals een enigszins vlakke dynamiek. Op één nummer is alleen de ritmesectie te horen. De opnamekwaliteit is, ook voor die tijd, niet bijzonder goed. K.V. Red Hollovvay/Clark Terry Sex tet: 'Locksmith Blues', Concord Jazz. Aan deze cd hoef ik weinig woorden te besteden; het is eenvoudigweg een van de beste platen in het swing-genre die ik dit jaar gehoord heb. Tenorsaxofonist Holloway, een enigszins onderschatte vete raan, bezit het soort warme geluid, waarmee soul per strekkende meter afgeleverd wordt. Bovendien is hij evenals trompettist Terry een be dachtzame improvisator die niet al leen voor zijn dagelijkse brood staat te spelen. Terry heeft een geheel onverwis selbaar geluid en bovendien een goed gevoel voor realiteit en humor, kwaliteiten die tegenwoordig niet voor het oprapen liggen. Op deze plaat zijn naast enkele pretentieloze bluesstukken fraai uitgevoerde standards te vinden, voor een groot deel van Ellingtons hand. Clark Ter ry heeft enige jaren bij hem gemusi ceerd. Zoals het hoort bij dergelijke mu ziek, houdt de ritmesectie zich swingend op de achtergrond. Voor al pianist Gerald Wiggins en gitarist Phil Upchurch laten zich van hun beste kant horen. Een uitstekend opgenomen plaat, die het ook goed zal doen op feestjes. K.V. IJMUIDEN Soms kent het toe val geen grenzen. In 1977 zag ik in een armzalige Newyorkse bar (Trax) een jonge, nerveuze zange res die gedwongen door de platen industrie probeerde naam te ma ken in het disco-genre. Het was alsof Rory Block een verkeerd broekpak aanhad. Tien jaar later heeft ze de juiste kleren, de juiste muziek en zichzelf gevonden. door John Oomkes Rory Block behoort samen met Bonnie Raitt en Maria McKee tot de beste levende stemmen die er in de pop te vinden zijn. Het Witte Thea ter in IJmuiden smaakt het genoe gen vanavond haar intense blues vertolkingen live te mogen meema ken. Op 13 en 14 november treedt ze op in muziekcentrum Vredenburg in Utrecht en Han Reiziger besteedt morgen via zijn tv-programma aan dacht aan Blocks virtuoze gitaar spel en dwingende stemgeluid. Wie dat niet wil afwachten, renne naar de platenzaak om de verzamel- CD Best Blues and Originals (Roun der Records) aan te schaffen, of de recente CD Turning Point (Munich Records). Block dankt haar doorbraak aan de activiteiten van een klein Neder lands label, Munich, en de omstan digheid dat blues via tal van activi teiten weer in het middelpunt van de belangstelling staat - neem bij voorbeeld U2's bemoeienis met B.B.King of de achtergronden van het succes van Robert Cray. Ze is een van de weinige vrouwelijke ar tiesten in het genre die een gedegen kennis van het repertoire van Mis sissippi John Hurt, Son House, Wil lie Brown en Robert Johnson etale- "Destijds zat ik op het Engelse Chrysalis-label. Mijn eerste plaat zou een rhythm 'n' blues getinte plaat worden die beslist zijn waarde Rory Block: "Kennelijk mag ik non ook zelf weer schrijven, zolang het maar simpel, oprecht en niet verpakt gebeurt. Als ik mijn eigen ge luid maar trouw blijf-'. (toto GPD) had gehad als men mij mijn gang had laten gaan. Chrysalis wilde ech ter niet dat ik zwart-zou klinken. Ik moest blank overkomen. Ze dwon gen met tot disco. Ik was zeer ver ward. Ze zeiden gewoon: we weten meer van de branche dan jij en we willen dat je slaagt in je carrière. Wanhopig en met een nu nauwe lijks te verklaren droefheid ging ik akkoord. Ik heb er heltige spijt, maar voor die ervaring was ik dank baar". Comfortabel "Daarna ?ei ik: dat was het dan. Nu is het afgelopen. Geen compromis sen meer. ik laat me niks meer wijs maken door de grote platenjongens. zelfs al zou ik meer verkopen als ik het spelletje zou meespelen. Na die ommekeer heb ik me comfortabel gevoeld. Ik heb de big business af geschreven, en heb ik nederige bluesplaten vervaardigd. Met de steun van John Sebastian (ex-Lo- vin' Spoonful). Ik verbaas me er nog over dat ik meer respons heb gekre gen, meer'verkoop boekte en uitein delijk nog carrière heb gemaakt". Elke nieuwe elpee die tijdens de jaren tachtig op Rounder Records verscheen, verleende haar carrière als blueS-liefhebster en -vertolkster meer glans, zelfs zo dat de platen weer een minimum aan produktie kregen. Rory: "Een drummachine hier, een fragmentje synthesizer daar. Maar niemand ligt er van wak ker, want dergelijke arrangementen pas ik toe om de expressie van een song te kunnen variëren. Kennelijk mag ik dat nou. Kennelijk mag ik nou ook zelf weer schrijven, zolang het maar simpel, oprecht en niet verpakt gebeurt. Als iU mijn eigen geluid maar trouw blijf. Zo'n num mer als Lovin' Whiskey' is daar een voorbeeld van". De begin dit jaar v> schenen op namen The Early Tapes. 1975/1976 (Munich Records) verraden dat Block de blues met de paplepel kreeg ingegoten. Haar vaderwas een concertviolist die haar op jonge leeftijd opeens het geluid van een fiddle voorschotelde om het onder scheid te maken tussen klassiek en volkse muziek. Een straatzanger die later beroemd zou worden, Stefan Grossman, bracht Rory verder. 'Ik werd verliefd op de blues. Zó diep, zo hunkerend, zo vol was er geen enkele andere muziekvorm. Het werd een religie voor me. Of het voorwerp van totale toewijding. Vanuit die beleving ben ik gaan stu deren en heb ik me alle mogelijke stemmingen en gitaargrepen eigen gemaakt. Dat is mijn eigen keus ge weest. Nooit betreurd. Een passie voor het leven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 38