Leven tussen hoop en vrees Graven in ons verleden Onze taal Integraal Kankercentrum West: broodnodige vraagbaak oe. ^EN KW IJZER ZATERDAG 11 NOVEMBER 1989 PAGINA 35 Geen ziekte wordt zo verzwegen en tegelijkertijd zo druk besproken als kanker. Alleen al het woord roept bij vele mensen het schrikbeeld van een langdurig ziekbed op. Het Integraal Kankercentrum West (IKW) in Leiden levert alweer ruim tien jaar een con structieve bijdrage aan de bestrijding ervan. "De opvatting dat kanker gelijk staat aan de dood verliest langza merhand terrein, maar het gebeurt nog altijd dat patiënten met kanker in een isolement raken". door Gerard van Putten Vrijwel geen gespreksthema wordt zo dualistisch, zo tweeslachtig benaderd als kanker. Niet eens zo lang geleden zweeg menigeen er bij voorkeur over. En als er toch over werd gepraat, dan vooral werd gekozen voor 'K' of'de gevreesde ziekte'. Codes die meteen werden verstaan. Nog altijd gaan tal van mensen schich tig. zo niet angstig om met de ziekte die radicaal kan ingrijpen in een gezinsle ven. Het onderwerp ligt daarom on veranderd gevoelig, al is het vergeleken met voorheen veel meer bespreekbaar. "Het publiek durft er in elk geval over te praten", is de ervaring van Marjolein Dieleman. stafmedewerkster voorlich ting van het Integraal Kankercentrum West, "de meeste mensen durven nu het woord kanker uit te spreken". Dat neemt niet weg dat de vrees voor de ziekte onder de bevolking onvermin derd groot is. Heel begrijpelijk, als wordt bedacht dat ëén op de vier mensen sterft aan kanker. En het toekomstperspectief geeft daarbij nog eens aan dat de kans op enige confrontatie groter zal worden. Nu al staat het vast dat als gevolg van de ver grijzing het aantal nieuwe patiënten in ons land tot het jaar 2000 jaarlijks met ten minste anderhalf procent zal toenemen. Daartegenover staat dat bepaalde vor men van kanker vandaag de dag, mits in •een vroeg stadium ontdekt, met succéS zijn te bestrijden. Hand vasthouden "Dé opvatting dat kanker gelijk staat aan de dood verliest langzamerhand terrein, maar het gebeurt nog altijd dat patiënten met kanker in een isolement raken", is het relaas van Arjan Herpertz, die als co ördinatrice psycho-sociale zorg en bij scholing is verbonden aan het IKW. "Wat je vaak ziet is dat vrienden of kennissen niet meer bij de patiënt op bezoek dur ven komen. Dat heeft alles met onbe kendheid, met onwetendheid te maken. Heel triest is dat. De patiënt is al zwaar ziek, en dan laat de naaste omgeving het ook nog afweten. Vaak is het voor de pa tiënt al voldoende als er een hand wordt vastgehouden". Een telefoontje richting IKW kan veel onbegrip en vooroordelen wegnemen. En nodeloos leed onder mensen die aan kanker lijden. Wat dat betreft zou Marjo lein Dieleman graag zien dat ze meer te lefoontjes kreeg als» van die ene meneer die haar ooit de vraag stelde hoe hij zijn zwager tegemoet moest treden. De heren waren gewend altijd samen voetbal te kijken, en of dat ook kon nu bij zijn zwa ger kanker was geconstateerd. "Eigen lijk vond ik het hartstikke goed van die man dat hij belde. Hij nam tenminste nog de moeite om te weten te komen hoe hij zich moest opstellen. Er zijn ook mensen die patiënten met kanker gewoon mij den". Maar Dieleman weet ook dat ze in de maand december niet hoeft aan te ko men bij vrouwenorganisaties om daar een voordracht over kanker te houden. "In elke andere maand ben ik welkom, maar niet tussen Sinterklaas en kerst. Een te zwaar beladen onderwerp voor de feestmaand". Aijan Herpertz, coördinatrice psycho sociale zorg, begon driejaar geleden juist in de maand december met een ge-1 spreksgroep voor patiënten. Bewust deed ze dat, om te appelleren aan de wens van vele patiënten om de eenzaam heid te doorbreken die in de laatste da gen van het jaar zo gemakkelijk kan toe slaan. Geen ziekenhuis Het Integraal Kankercentrum West ijvert er nu ruim tien jaar voor om kwali teitsverbeteringen aan te brengen in de zorg van patiënten met kanker. Niet door zelf te behandelen ("we zijn geen zieken huis"), maar vooral door diverse activi teiten te ontplooien die een gerichte be geleiding en aanpak van de ziekte bevor deren. Klein begonnen, is het IKW uitge groeid tot eer, professioneel samenwer kingsverband waarin niet alleen zieken huizen en andere instellingen uit de zo geheten eerste lijnszorg participeren, maar ook huisartsen, pastors, vrijwillige hulpverleners. Tot het rayon van het IKW behoren de regio Leiden, Den Haag, Delft en Gouda. Behalve het IKW zijn er nog acht inte grale kankercentra in Nederland, die het nu 40-jarige Koningin Wilheminafonds aanvullen. In die zin, dat het KWF onder zoeken en projecten financiert en zich te vens bezig houdt met de aanmaak van voorlichtingsbrochures. "De integrale kankercentra werken regiogericht voor wat betreft de voorlichting. Daarnaast organiseren we diverse activiteiten die bedoeld zijn de zorg kwalitatief te verbe teren". Bij het IKW wordt daaronder zowel de medische als de psycho-sociale zorg ver staan. De dertien oncologische werk groepen, bestaande uit specialisten, chi rurgen en radiotherapeuten, hebben per tumorsoort behandelingsrichtlijnen op gesteld om in de regio te komen tot een eenduidige behandeling. De achterlig Arjan Herpertz en Marjolein Dieleman van het Integraal Kankercentrum West in Leiden: "Ofi worden? Was het maar waar". ooit overbodig toto Loek Zuyderduin) gende gedachte is de patiënt zo dicht mo gelijk bij huis te behandelen. Namens het IKW dienen medische consulenten en verpleegkundig consu lenten oncologische specialisten, res pectievelijk verpleegkundigen met ten minste vijf jaar ervaring als het gaat om het verplegen van patiënten met kanker internisten en wijkverpleegkundigen van advies over behandeling of verzor ging. Inzicht Alle gegevens over patiënten in de regio worden verzameld om een inzicht te krij gen over de mate waarin bepaalde vor men van kanker zich voordoen. Privacy wordt gewaarborgd. Het uiteindelijke doel van deze kankerregistratie is ken nisverrijking over de ontwikkelingen die er aangaande de ziekte zijn. Door bij- en nascholing kunnen pro fessionele en vrijwillige hulpverleners hun kennis over al datgeen wat ten nauwste samenhangt met kanker op peil houden, dan wel bijspijkeren. Onder auspiciën van het IKW worden geregeld cursussen gehouden, thema-middagen belegd, symposia en workshops. In de psychosociale zorg neemt de ac ceptatie van patiënten en hun naasten een voorname plaats in. "Een van onze activiteiten is het houden van gespreks groepen. Patiënten en familieleden, alles zit er "door elkaar, ongeacht met welke vorm van kanker ze hebben te maken. Ons is gebleken dat het niet nodig is spe cifieke groepen te formeren. Het hebben van kanker schept al een band". Ervaringsdeskundigen, ex-patiënten of in elk geval mensen die kanker van na bij hebben meegemaakt, sturen dergelij ke gespreksgroepen in samenwerking met hulpverleners uit de gezondheids zorg. Eens per veertien dagen komen de ze gesprekgroepen bijeen om ervaringen uit te wisselen. In het geval een patiënt specifiek contact wil hebben met ie mand die ervaring heeft met de vorm van kanker waaraan die lijdt, zal verwijzing volgen naar de desbetreffende patiënten vereniging. Vrouwen die een borstampu- tatie hebben ondergaan kunnen zich voor informatie wenden tot het Borst- prothese Informatie Centrum dat in het IKW-gebouw aan de Leidse Schiphol- weg is gevestigd. Sproetenbus Voorkomen is beter dan genezen, al draagt die clichématige leerstelling in re latie tot kanker een ondertoon van be trekkelijkheid. Eileiderkanker dat de be ruchte reputatie heeft van silent killer laat zich eerst in een laat stadium trace ren, longkanker evenzeer. Maar huid kanker is daarentegen goed te genezen. Afgelopen zomer vestigde het IKW na drukkelijk de aandacht op zich met een project dat voortvloeide uit een, in eerste instantie, niet serieus bedoelde opmer king die tijdens een werkoverleg van de werkgroep huidtumoren door iemand werd gemaakt. "Willen we huidkanker voorkomen, dan zouden we eigenlijk naar de plek moeten waar huidkanker kan ontstaan. Naar het strand". Een maand of drie naderhand werd namens het IKW de sproetenbus geparkeerd langs de zeereep. Waarschijnlijk ook om- .dat het gratis was, lieten in totaal 3069 badgasten hun huid bekijken door spe cialisten van het Academisch Zieken huis Leiden. Het mobiele badgastenon- derzoek leverde 65 verwijzingen op. Thans is het bevolkingsonderzoek dat zich zal richten op baarmoederhalskan ker in voorbereiding. Het ligt in de be doeling om in een aantal gemeenten in de regio een dergelijk onderzoek te hou den onder vrouwen tussen de 35 en 54 jaar. In voorbereiding is ook een periodiek borstkankeronderzoek voor vrouwen tussen de 50 en 70 jaar. Het ziet er naar uit dat daarmee in de loop van het volgend jaar wordt begonnen, nu een in Arnhem gehouden proefonderzoek bevredigend is verlopen. Zelfcontrole Het is overigens niet nodig de deur van de sproetenbus of die van de huisartsen praktijk plat te lopen. Zelfcontrole kan ook in zekere mate. Zeven specifieke klachten kunnen als waarschuwingste kens worden opgevat. Niet dat een der gelijke klacht per se hoeft te duiden op een vorm van kanker, het is wel raad zaam de huisarts te consulteren. Bij blijvende heesheid of aanhouden de hoest bijvoorbeeld. Als het genezings proces van een zweer abnormaal traag verloopt. In het geval er ergens op het li chaam spontaan een moedervlek ont staat. Of dat een moedervlek een andere vorm aanneemt, plotseling groter wordt, van kleur verandert, er een zweer ont staat c.q. verandert in een wrat. Aanhou dende jeuk van een wrat of moedervlek moet eveneens als een ernstige waar schuwing ter harte worden genomen. Ook voor hardnekkige pijn bij het slik ken geldt dat trouwens. Zoals men ook alert dient te zijn op elke knobbel in de borst of eldere. Ten slotte verdient het aanbeveling een afspraak met de huis arts te maken als er sprake is van bloed verlies (in opgehoest slijm, in urine of in ontlasting), van abnormale afscheiding, en van blijvende verandering in de stoel gang. Dat laatste is het geval als diarree en verstopping elkaar voortdurend af wisselen. Naar de zin van het IKW zijn veel men sen te zeer geneigd toe te geven aan ge notzucht. En de mogelijkheden om die bevredigen zijn natuurlijk legio, kijk de schappen in de supermarkten er maar op na. "Gezonder eten vergt een mentali teitsverandering. En dat vergt een lange adem. Lang niet iedereen wil inzien dat er voor een langer en gezonder leven wel eens een bepaald genotmiddel moet worden opgegeven". Aanbevelingen Ter gelegenheid van het Europese Jaar van de Kankerbestrijding (1989) hebben de twaalf lidstaten van de EG een Eu ropese karikercode opgesteld. In deze brochure valt te lezen hoe sommige, met leefgewoonten samenhangende vormen van kanker kunnen worden voorkomen. Aanbeveling 1: Rook niet. Of stop daarmee. Roken kan niet alleen longkan ker veroorzaken, maar ook keel- en blaaskanker. Elk jaar overlijden in ons land om en nabij 10.000 rokers aan kan ker. Aanbeveling 2: Matig het gebruik van alcohol. Meer dan twee a drie glazen per dag wordt niet wenselijk geacht. De kans op mond-, keel-, slokdarm-, of leverkan ker stijgt naarmate de drankconsumptie de aanbevolen hoeveelheid te boven Aanbeveling 3: Bak 's zomers niet te lang in de zon. En temper het verlangen om onder het lamplicht van de zonne bank te liggen. Aanbeveling 4: Neem op de werkvloer de veiligheidsvoorschriften in acht. in het geval er moet worden gewerkt met kankerverwekkende stoffen. Aanbeveling 5: Wees wijzer, eet wijzer. Daarbij is het van belang de maaltijden te garneren met de drie V's. Zorg voor de broodnodige variatie bij het samenstel len van de maaltijden. Hou de dis vezel rijk en vetarm. Onlangs bracht een on derzoek aan het licht dat de Nederlan ders in meerderheid veel te vet eten. Dat kan op den duur fatale gevolgen hebben in de vorm van hart- en vaatziekten. Maar ook anderszins lopen dikke mensen ver hoogd risico. Er bestaan aanwijzingen dat een langdurig overmatig gebruik van vet prostaat- en darmkanker in de hand kan werken. Een waarschuwing tegen overdreven spaarzaamheid, waarvan wij Nederlan ders soms last hebben. Er zijn van die groenten (denk maar aan spinazie, raap stelen, sla, andijvie en rode bieten) die rijk zijn aan nitraat en daarom onge schikt om lang te bewaren. Nitraatrijke groente is zeer beperkt houdbaar, ook in de koelkast in geen geval langer dan twee dagen. Anders laat nitraat zich licht omzetten in nitriet, een kankerverwek kende stof. Een tip voor braders, bakkers en bar- becueërs. Eet niet de zwarte korsten aan brood, pannekoek en vlees. En laat bij het barbecuen het houtskool goed door branden. Misvatting "Ons wordt wel eens verweten dat wij een schrikreactie teweeg brengen. Dat is een misvatting. Wij proberen de mensen ertoe aan te zetten gezonder te leven. On der meer ook door het geven van basisge- zondheidseducatie aan kinderen van het basisonderwijs", aldus Marjolein Diele- Arjan Herpetz: "Indirect kan dat ook van invloed zijn op volwassenen. In En geland is gebleken dat voorlichting aan lagere schoolkinderen er in vele gevallen toe heeft geleid dat hun rokende ouders uiteindelijk de sigaret hebben afgezwo- Het kankeronderzoek vordert lang zaam, maar gestaag. Vijftig procent van alle vormen van kanker is nu te genezen. Dat is nog altijd vijftig procent te weinig, vinden Dieleman en Herpertz. Maar toch, er is nu meer leven na de diagnose van kanker dan een jaar of tien terug. "Of we ooit overbodig worden? Ik wou dat het waar was", roept Marjolein Diele man spontaan uit. "Als alle vormen van kanker te genezen zouden zijn zou er veel doodsangst zijn weggenomen. Ik denk dat er nog heel wat onderzoek moet wor den verricht voordat het zo ver zal zijn. Of wij dat nog meemaken is zeer de vraag". Het Integraal Kankercentrum West is op werkdagen bereikbaar van 9.00-17.00 uur. Adres: Schipholweg 5a in Leiden. Tel. 071- 259759. DOOR JOOP VAN DER HORST Nederland is nog steeds een beetje be roemd om zijn sigaren. De tabak van overzee kwam hier niet in nette pakjes van 50 gram. maar onverwerkt en in grote pakken, gewikkeld in grof linnen of in mat ten en dan dichtgenaaid. Zo n dichtge naaid pak heette een baal. wat van huis uit hetzelfde woord is als ons bal. Behalve tabak werd ook koffie, rijst en katoen vooral in balen aangevoerd De uitdrukking Ik heb er tabak van is vermoedelijk niet oud. hooguit honderd jaar. Wie er erg veel tabak van had, kon ook zeggen: Ik heb er balen tabak van. Deze versterking met balen tabak werd al vóór 1940 gehoord. Voorzover bekend duikt de uitdrukking in de naoorlogse soldatentaal voor het eerst op zonder tabak: Ik heb er balen van. of ook wel: Ik heb er de balen van. Vanaf het begin van de jaren '60 wordt het algemener gebruikt. Wat eerst typisch soldatenjargon was. wordt dan een popu laire uitdrukking bij veel meer mensen. Misschien is dat gedeeltelijk gekomen door een bekend lied uit die tijd van het Cocktail Trio: "Bale! Bale! Dat is 't lied van Jan Soldaat'. In M. Diekmans boek Als je het nog niet wist uit 1961 (blz. 190) is de zin: 'Ik heb nu alles bij elkaar twaalf jaar op de schoolbanken gezeten. Nu heb ik er de balen van'. In deze vorm bestaat de uitdrukking nog steeds, maar de ontwikkeling is on dertussen een paar stappen verder ge gaan. Naast Ik heb er (de) balen van ont stond ook Ik baal ervan. Er is dus een werkwoord balen ontstaan. Volgens Maarten van Nierop (Verklarend Lexicon Nieuwe Woorden III) is dit werkwoord pas na 1963 ontstaan. In dat jaar heeft hij na melijk uitvoerig geschreven over Ik heb er (de) balen van en hij zou dan zeker het nieuwe werkwoord genoemd hebben als het er al was. In De Nieuwe Taalgids, een weten schappelijk tijdschrift voor taalkundigen, werd balen in 1970 voor het eerst gesig naleerd; in 1974 staat het voor het eerst in het woordenboek van Koenen. Het zal dus ergens tussen 1963 en 1970 opgeko men zijn. De baaidag is van het werkwoord afge leid en is voor het eerst aangetroffen in 1977. Aanvankelijk een revolutionair be grip, bekend geworden doordat hande laar Gerard de Lange zijn werknemers re glementair toestond een dag vrij te ne men als ze geen zin hadden om te wer ken. Ondertussen is de baaidag een alge meen aanvaard begrip geworden. Raadselachtig zijn versterkingen als de volgende: balen als een stier, als een stekker. Wat heeft een stier of een stek ker ermee te maken? Misschien hele maal niets en is het net zo'n grillig geko zen vergelijking als in zo lesbisch als een looien deur Het werkwoord -balen is tegenwoordig volop in gebruik, maar ik heb de indruk dat het onderlussen alweer een andere kant op gaat. In plaats van voluit Daar baal ik van hoor je heel vaak Da's balen! We kunnen daarin het werkwoord her kennen, net zoals men kan zeggen Da's werken!, of Dat is nog eens opruimen! Toch krijg ik de indruk dat het zo niet be doeld is. Da's balen!, of alleen maar Ba len! staat voor het taalgevoel van velen op dezelfde lijn met Da's klote!. Kut zeg! en meer van dergelijke kernachtige, doch niet van grote verbale begaafdheid getui gende oordelen. Als dat juist is, verliest balen momen teel zijn werkwoordelijk karakter en wordt tot eentsja, tot wat? Een vergelijking met hopeloos verouderde uitspraken als Dat is vervelend of Dat is onaangenaam zou uitwijzen dat het bezig is een bijvoe- gelijk naamwoord te worden. Ik heb dan ook al meer dan eens iemand horen zeg gen: Dat is behoorlijk balen! Kunt u zich nog de dag herinneren dat u twee jaar werd? Of dat u uw eerste draai om de oren kreeg? Weet u nog met welke vriendjes en vriendinnetjes u als drieja rige speelde? Hoezeer we ons ook inspan nen, ons geheugen laat ons hierbij vrij wel altijd in de steek. Als we ons über haupt al iets uit die tijd herinneren, dan zijn het meestal vage, losse fragmenten. Als kleine kinderen maken we een enor me hoeveelheid dingen mee, maar het meeste daarvan is alweer uit ons geheu gen gewist tegen de tijd dat we volwassen worden. We lijden allemaal aan kinder lijk geheugenverlies, een verschijnsel waarover onderzoekers zich al lange tijd het hoofd breken. Volgens Freud worden we daardoor vreemden ten opzichte van onze vroegste jeugd. Volgens hem is dat nodig ook, want in onze kinderjaren zijn wij een prooi van allerlei agressieveperverse, ja zelfs incestueuze wensen en gevoelens naar bed willen met moederen het om zeep helpen van leaderhet z.g. Oedipus complex waaraan we als volwassene door René Diekstra 'hoogleraar psychologie te Leiden - maar liever niet herinnerd moeten wor den. Maar, aldus Freud, de muur van ver dringing die we rond ons vijfde levens jaar optrekken, kan tot allerlei psychi sche problemen leiden. Freuds therapie, de psycho-analyse, is in zekere zin te zien als een methode om openingen in die muur te maken zodat de patiënt bepaal de weggestopte, explosiegevaarlijke ge voelens kan uiten en ze aldoende kan le ren beheersen. Maar Freuds theorie wordt steeds vaker aangevochten. Veel psychologen zijn te genwoordig de mening toegedaan dat volwassenen zich hun eerste kinderjaren niet meer kunnen herinneren, simpel om dat ze niet meer als kinderen kunnen denken. Met andere woorden: als volwas senen beschikken we niet meer over het mentale gereedschap om een brug te slaan naar het land van onze kindertijd. Laten we eens kijken naar wat het weten schappelijk onderzoek, zoals dat bij vele honderden volwassenen is uitgevoerd, over kinderlijk geheugenverlies te zeggen heeft. Freud blijkt dan in ieder geval op één punt gelijk te krijgen. Voor de meesten van ons geldt dat we nog maar heel wei nig weten van wat we tussen ons derde en vijfde levensjaar hebben meegemaakt. Er zijn zelfs mensen die zich niets herin neren van vóór hun achtste verjaardag. Maar Freud heeft ongelijk met zijn ver onderstelling dat zijn psychoanalytische methode het ophalen van vroege kinder tijdgebeurtenissen zou bevorderen. Men sen die in pSycho-analyse zijn geweest, zijn in dat opzicht nog net zo slecht als de genen die nog nooit op de divan van een psycholoog of psychiater hebben gelegen. Hoe komt dat? Het antwoord op die vraag moeten we zoeken in de manier waarop ons geheugen werkt. We kunnen bepaalde informatie in ons geheugen ge makkelijker terugvinden naarmate we er meer andere informatie mee kunnen verbinden. Associaties maken, heet dat. Spelletjes als 'raad 'ns wat ik in mijn ge dachten heb' laten dat duidelijk zien. Hoe meer aanwijzingen we krijgen over het te raden 'ding', hoe eerder we het ra den. Als we alleen maar weten dat het een mens is, een vrouw is en dat we haar waarschijnlijk regelmatig tegenkomen, dan blijft het moeilijk de juiste persoon te van driejaar herinnert zich gemiddeld één getal en een kind van vijfjaar kan twee, soms zelfs drie getallen correct op noemen (een volwassene brengt het ge middeld tot zeven getallen of informatie eenheden). Die sprong van de M-space van één naar twee informatie-eenheden is een wezen lijke sprong voorwaarts voor het herin neren, want van dat moment afkunnen we via meerdere associaties gebeurtenis sen uit ons geheugen opvissen. Vóór die tijd is onze verwerkingscapaciteit niet groot genoeg om dingen op zo'n manier in ons geheugen op te slaan dat ze gericht en betrekkelijk moeiteloos weer kunnen worden teruggevonden. Een belangrijke vraag is of gebeurtenis sen die we ons niet meer herinneren (en hun oorsprong nogal eens in onze eerste levensjaren. Ik heb ooit eens een patiënte gehad, die het absoluut niet kon verdragen als ie mand de kamer waarin zij zat, zonder nadere verklaring uitliep en de deur ach ter zich dichttrok. Of het nu haar man, zoon of iemand anders was, altijd was haar reactie een mengeling van boosheid en gedeprimeerdheid. Het bleek dat ze die reactie al als kind van vier, vijfjaar had. Het is vrijwel zeker dat ze vóór die tijd één of meer uiterst onaangename, traumatische ervaringen met in de steek gelaten worden (door haar moeder) had gehad, maar ze kon zich zo'n gebeurtenis niet herinneren. Daarmee is overigens nog niet gezegd dat de oorzaak van haar huidige orobleem i. Maamls we ook nog weten dat er een gezongen aanbeveling is om haar van de trap te gooien, dan kunnen we on ze schoonmoeder niet meer missen. Zo gaat het ook min of meer bij het zoeken naar informatie, naar herinneringen in ons geheugen. Hoe meer associaties we kunnen maken, hoe gemakkelijker we de gezochte informatie aan de touwtjes van die associaties uit de diepte van onze geest kunnen optakelen. Het aantal associaties dat we met een be paalde gebeurtenis kunnen maken hangt af van de hoeveelheid informatie die onze geest gelijktijdig kan verwerken. Psycho logen noemen dat onze M-space, onze mentale verwerkingscapaciteit. Bij kin deren onder de twee jaar is de M-space minimaal. Als je een kind van die leeftijd een rijtje getallen opnoemt en vraagt om ze in omgekeerde volgorde te herhalen, dan bakt het er niks van. Het begrijpt niet waar we het over hebben. Een kind ook nooit meer zullen herinneren) toch een zodanige indruk in onze geest kun nen achterlaten, dat we daardoor op vol wassen leeftijd nog altijd beïnvloed wor den. In het dagelijks leven zijn we'vaak geneigd te geloven dat wat we ons niet herinneren ook niet belangrijk is. Als we in gesprek zijn en pp een gegeven ogen blik op een punt komen dat we de ander iets speciaals hadden willen zeggen maar niet meer weten wat dat was, komt vaak een reactie in de trant van "als je het vergeten bent, zal het wel niet belang rijk geweest zijn". Maar die vlieger blijkt vaak niet op te gaan. Er zijn een heleboel volwassenen die aan 'rare', onredelijke angsten lijden en dat al doen zolang ze zich maar kunnen her inneren. Angst voor spinnen, honden, vliegen, benauwde ruimten, liften, in het donker slapen, iemand een hand geven, alleen zijn. Dit soort angsten, als het heel erg is spreken we van fobieën, hebben ook in die vroege verlatingservaringen te vinden is. Minstens zo belangrijk als de vraag 'waarmee ishet begonnen?' is de vraag 'hoe komt het dat het nu nog be staat?' Die laatste vraag confronteert ons met de rol die we zelf hebben gehad en nog hebben in het voortbestaan van onze emotionele problemen. Veel mensen zijn op zoek naar 'wat er heel vroeger gebeurd is, waardoor ik me nu zo voel'. Was het iets met moeder, een geboortetrauma, met vader, een kinder ziekte? Maar dat zoeken is vaak niets an ders dan een vorm van psycho-archeolo- gie. Graven in ons verleden op zoek naar iets of iemand anders om de schuld van onze emotionele kommer en kwel in de schoe nen te schuiven. En ons zo te voorzien van een excuus om aan onszelf mets te veran deren. Waardoor wij het uiteindelijk zelf zijn die maken dat alles blijft zoals het al tijd is geweest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 35