Leven tussen hoop en vrees
Graven in ons verleden
Onze taal
Integraal Kankercentrum West: broodnodige vraagbaak
oe.
^EN KW IJZER
ZATERDAG 11 NOVEMBER 1989
PAGINA 35
Geen ziekte wordt zo verzwegen en
tegelijkertijd zo druk besproken als
kanker. Alleen al het woord roept bij
vele mensen het schrikbeeld van een
langdurig ziekbed op. Het Integraal
Kankercentrum West (IKW) in Leiden
levert alweer ruim tien jaar een con
structieve bijdrage aan de bestrijding
ervan. "De opvatting dat kanker gelijk
staat aan de dood verliest langza
merhand terrein, maar het gebeurt
nog altijd dat patiënten met kanker in
een isolement raken".
door Gerard van Putten
Vrijwel geen gespreksthema wordt zo
dualistisch, zo tweeslachtig benaderd als
kanker. Niet eens zo lang geleden zweeg
menigeen er bij voorkeur over. En als er
toch over werd gepraat, dan vooral werd
gekozen voor 'K' of'de gevreesde ziekte'.
Codes die meteen werden verstaan.
Nog altijd gaan tal van mensen schich
tig. zo niet angstig om met de ziekte die
radicaal kan ingrijpen in een gezinsle
ven. Het onderwerp ligt daarom on
veranderd gevoelig, al is het vergeleken
met voorheen veel meer bespreekbaar.
"Het publiek durft er in elk geval over te
praten", is de ervaring van Marjolein
Dieleman. stafmedewerkster voorlich
ting van het Integraal Kankercentrum
West, "de meeste mensen durven nu het
woord kanker uit te spreken".
Dat neemt niet weg dat de vrees voor
de ziekte onder de bevolking onvermin
derd groot is. Heel begrijpelijk, als wordt
bedacht dat ëén op de vier mensen sterft
aan kanker. En het toekomstperspectief
geeft daarbij nog eens aan dat de kans op
enige confrontatie groter zal worden. Nu
al staat het vast dat als gevolg van de ver
grijzing het aantal nieuwe patiënten in
ons land tot het jaar 2000 jaarlijks met ten
minste anderhalf procent zal toenemen.
Daartegenover staat dat bepaalde vor
men van kanker vandaag de dag, mits in
•een vroeg stadium ontdekt, met succéS
zijn te bestrijden.
Hand vasthouden
"Dé opvatting dat kanker gelijk staat aan
de dood verliest langzamerhand terrein,
maar het gebeurt nog altijd dat patiënten
met kanker in een isolement raken", is
het relaas van Arjan Herpertz, die als co
ördinatrice psycho-sociale zorg en bij
scholing is verbonden aan het IKW. "Wat
je vaak ziet is dat vrienden of kennissen
niet meer bij de patiënt op bezoek dur
ven komen. Dat heeft alles met onbe
kendheid, met onwetendheid te maken.
Heel triest is dat. De patiënt is al zwaar
ziek, en dan laat de naaste omgeving het
ook nog afweten. Vaak is het voor de pa
tiënt al voldoende als er een hand wordt
vastgehouden".
Een telefoontje richting IKW kan veel
onbegrip en vooroordelen wegnemen.
En nodeloos leed onder mensen die aan
kanker lijden. Wat dat betreft zou Marjo
lein Dieleman graag zien dat ze meer te
lefoontjes kreeg als» van die ene meneer
die haar ooit de vraag stelde hoe hij zijn
zwager tegemoet moest treden. De heren
waren gewend altijd samen voetbal te
kijken, en of dat ook kon nu bij zijn zwa
ger kanker was geconstateerd. "Eigen
lijk vond ik het hartstikke goed van die
man dat hij belde. Hij nam tenminste nog
de moeite om te weten te komen hoe hij
zich moest opstellen. Er zijn ook mensen
die patiënten met kanker gewoon mij
den".
Maar Dieleman weet ook dat ze in de
maand december niet hoeft aan te ko
men bij vrouwenorganisaties om daar
een voordracht over kanker te houden.
"In elke andere maand ben ik welkom,
maar niet tussen Sinterklaas en kerst.
Een te zwaar beladen onderwerp voor de
feestmaand".
Aijan Herpertz, coördinatrice psycho
sociale zorg, begon driejaar geleden juist
in de maand december met een ge-1
spreksgroep voor patiënten. Bewust
deed ze dat, om te appelleren aan de
wens van vele patiënten om de eenzaam
heid te doorbreken die in de laatste da
gen van het jaar zo gemakkelijk kan toe
slaan.
Geen ziekenhuis
Het Integraal Kankercentrum West
ijvert er nu ruim tien jaar voor om kwali
teitsverbeteringen aan te brengen in de
zorg van patiënten met kanker. Niet door
zelf te behandelen ("we zijn geen zieken
huis"), maar vooral door diverse activi
teiten te ontplooien die een gerichte be
geleiding en aanpak van de ziekte bevor
deren.
Klein begonnen, is het IKW uitge
groeid tot eer, professioneel samenwer
kingsverband waarin niet alleen zieken
huizen en andere instellingen uit de zo
geheten eerste lijnszorg participeren,
maar ook huisartsen, pastors, vrijwillige
hulpverleners. Tot het rayon van het
IKW behoren de regio Leiden, Den Haag,
Delft en Gouda.
Behalve het IKW zijn er nog acht inte
grale kankercentra in Nederland, die het
nu 40-jarige Koningin Wilheminafonds
aanvullen. In die zin, dat het KWF onder
zoeken en projecten financiert en zich te
vens bezig houdt met de aanmaak van
voorlichtingsbrochures. "De integrale
kankercentra werken regiogericht voor
wat betreft de voorlichting. Daarnaast
organiseren we diverse activiteiten die
bedoeld zijn de zorg kwalitatief te verbe
teren".
Bij het IKW wordt daaronder zowel de
medische als de psycho-sociale zorg ver
staan. De dertien oncologische werk
groepen, bestaande uit specialisten, chi
rurgen en radiotherapeuten, hebben per
tumorsoort behandelingsrichtlijnen op
gesteld om in de regio te komen tot een
eenduidige behandeling. De achterlig
Arjan Herpertz en Marjolein Dieleman van het Integraal Kankercentrum West in Leiden: "Ofi
worden? Was het maar waar".
ooit overbodig
toto Loek Zuyderduin)
gende gedachte is de patiënt zo dicht mo
gelijk bij huis te behandelen.
Namens het IKW dienen medische
consulenten en verpleegkundig consu
lenten oncologische specialisten, res
pectievelijk verpleegkundigen met ten
minste vijf jaar ervaring als het gaat om
het verplegen van patiënten met kanker
internisten en wijkverpleegkundigen
van advies over behandeling of verzor
ging.
Inzicht
Alle gegevens over patiënten in de regio
worden verzameld om een inzicht te krij
gen over de mate waarin bepaalde vor
men van kanker zich voordoen. Privacy
wordt gewaarborgd. Het uiteindelijke
doel van deze kankerregistratie is ken
nisverrijking over de ontwikkelingen die
er aangaande de ziekte zijn.
Door bij- en nascholing kunnen pro
fessionele en vrijwillige hulpverleners
hun kennis over al datgeen wat ten
nauwste samenhangt met kanker op peil
houden, dan wel bijspijkeren. Onder
auspiciën van het IKW worden geregeld
cursussen gehouden, thema-middagen
belegd, symposia en workshops.
In de psychosociale zorg neemt de ac
ceptatie van patiënten en hun naasten
een voorname plaats in. "Een van onze
activiteiten is het houden van gespreks
groepen. Patiënten en familieleden, alles
zit er "door elkaar, ongeacht met welke
vorm van kanker ze hebben te maken.
Ons is gebleken dat het niet nodig is spe
cifieke groepen te formeren. Het hebben
van kanker schept al een band".
Ervaringsdeskundigen, ex-patiënten
of in elk geval mensen die kanker van na
bij hebben meegemaakt, sturen dergelij
ke gespreksgroepen in samenwerking
met hulpverleners uit de gezondheids
zorg. Eens per veertien dagen komen de
ze gesprekgroepen bijeen om ervaringen
uit te wisselen. In het geval een patiënt
specifiek contact wil hebben met ie
mand die ervaring heeft met de vorm van
kanker waaraan die lijdt, zal verwijzing
volgen naar de desbetreffende patiënten
vereniging. Vrouwen die een borstampu-
tatie hebben ondergaan kunnen zich
voor informatie wenden tot het Borst-
prothese Informatie Centrum dat in het
IKW-gebouw aan de Leidse Schiphol-
weg is gevestigd.
Sproetenbus
Voorkomen is beter dan genezen, al
draagt die clichématige leerstelling in re
latie tot kanker een ondertoon van be
trekkelijkheid. Eileiderkanker dat de be
ruchte reputatie heeft van silent killer
laat zich eerst in een laat stadium trace
ren, longkanker evenzeer. Maar huid
kanker is daarentegen goed te genezen.
Afgelopen zomer vestigde het IKW na
drukkelijk de aandacht op zich met een
project dat voortvloeide uit een, in eerste
instantie, niet serieus bedoelde opmer
king die tijdens een werkoverleg van de
werkgroep huidtumoren door iemand
werd gemaakt. "Willen we huidkanker
voorkomen, dan zouden we eigenlijk
naar de plek moeten waar huidkanker
kan ontstaan. Naar het strand". Een
maand of drie naderhand werd namens
het IKW de sproetenbus geparkeerd
langs de zeereep. Waarschijnlijk ook om-
.dat het gratis was, lieten in totaal 3069
badgasten hun huid bekijken door spe
cialisten van het Academisch Zieken
huis Leiden. Het mobiele badgastenon-
derzoek leverde 65 verwijzingen op.
Thans is het bevolkingsonderzoek dat
zich zal richten op baarmoederhalskan
ker in voorbereiding. Het ligt in de be
doeling om in een aantal gemeenten in
de regio een dergelijk onderzoek te hou
den onder vrouwen tussen de 35 en 54
jaar.
In voorbereiding is ook een periodiek
borstkankeronderzoek voor vrouwen
tussen de 50 en 70 jaar. Het ziet er naar uit
dat daarmee in de loop van het volgend
jaar wordt begonnen, nu een in Arnhem
gehouden proefonderzoek bevredigend
is verlopen.
Zelfcontrole
Het is overigens niet nodig de deur van
de sproetenbus of die van de huisartsen
praktijk plat te lopen. Zelfcontrole kan
ook in zekere mate. Zeven specifieke
klachten kunnen als waarschuwingste
kens worden opgevat. Niet dat een der
gelijke klacht per se hoeft te duiden op
een vorm van kanker, het is wel raad
zaam de huisarts te consulteren.
Bij blijvende heesheid of aanhouden
de hoest bijvoorbeeld. Als het genezings
proces van een zweer abnormaal traag
verloopt. In het geval er ergens op het li
chaam spontaan een moedervlek ont
staat. Of dat een moedervlek een andere
vorm aanneemt, plotseling groter wordt,
van kleur verandert, er een zweer ont
staat c.q. verandert in een wrat. Aanhou
dende jeuk van een wrat of moedervlek
moet eveneens als een ernstige waar
schuwing ter harte worden genomen.
Ook voor hardnekkige pijn bij het slik
ken geldt dat trouwens. Zoals men ook
alert dient te zijn op elke knobbel in de
borst of eldere. Ten slotte verdient het
aanbeveling een afspraak met de huis
arts te maken als er sprake is van bloed
verlies (in opgehoest slijm, in urine of in
ontlasting), van abnormale afscheiding,
en van blijvende verandering in de stoel
gang. Dat laatste is het geval als diarree
en verstopping elkaar voortdurend af
wisselen.
Naar de zin van het IKW zijn veel men
sen te zeer geneigd toe te geven aan ge
notzucht. En de mogelijkheden om die
bevredigen zijn natuurlijk legio, kijk de
schappen in de supermarkten er maar op
na. "Gezonder eten vergt een mentali
teitsverandering. En dat vergt een lange
adem. Lang niet iedereen wil inzien dat
er voor een langer en gezonder leven
wel eens een bepaald genotmiddel moet
worden opgegeven".
Aanbevelingen
Ter gelegenheid van het Europese Jaar
van de Kankerbestrijding (1989) hebben
de twaalf lidstaten van de EG een Eu
ropese karikercode opgesteld. In deze
brochure valt te lezen hoe sommige, met
leefgewoonten samenhangende vormen
van kanker kunnen worden voorkomen.
Aanbeveling 1: Rook niet. Of stop
daarmee. Roken kan niet alleen longkan
ker veroorzaken, maar ook keel- en
blaaskanker. Elk jaar overlijden in ons
land om en nabij 10.000 rokers aan kan
ker.
Aanbeveling 2: Matig het gebruik van
alcohol. Meer dan twee a drie glazen per
dag wordt niet wenselijk geacht. De kans
op mond-, keel-, slokdarm-, of leverkan
ker stijgt naarmate de drankconsumptie
de aanbevolen hoeveelheid te boven
Aanbeveling 3: Bak 's zomers niet te
lang in de zon. En temper het verlangen
om onder het lamplicht van de zonne
bank te liggen.
Aanbeveling 4: Neem op de werkvloer
de veiligheidsvoorschriften in acht. in
het geval er moet worden gewerkt met
kankerverwekkende stoffen.
Aanbeveling 5: Wees wijzer, eet wijzer.
Daarbij is het van belang de maaltijden
te garneren met de drie V's. Zorg voor de
broodnodige variatie bij het samenstel
len van de maaltijden. Hou de dis vezel
rijk en vetarm. Onlangs bracht een on
derzoek aan het licht dat de Nederlan
ders in meerderheid veel te vet eten. Dat
kan op den duur fatale gevolgen hebben
in de vorm van hart- en vaatziekten. Maar
ook anderszins lopen dikke mensen ver
hoogd risico. Er bestaan aanwijzingen
dat een langdurig overmatig gebruik van
vet prostaat- en darmkanker in de hand
kan werken.
Een waarschuwing tegen overdreven
spaarzaamheid, waarvan wij Nederlan
ders soms last hebben. Er zijn van die
groenten (denk maar aan spinazie, raap
stelen, sla, andijvie en rode bieten) die
rijk zijn aan nitraat en daarom onge
schikt om lang te bewaren. Nitraatrijke
groente is zeer beperkt houdbaar, ook in
de koelkast in geen geval langer dan
twee dagen. Anders laat nitraat zich licht
omzetten in nitriet, een kankerverwek
kende stof.
Een tip voor braders, bakkers en bar-
becueërs. Eet niet de zwarte korsten aan
brood, pannekoek en vlees. En laat bij
het barbecuen het houtskool goed door
branden.
Misvatting
"Ons wordt wel eens verweten dat wij
een schrikreactie teweeg brengen. Dat is
een misvatting. Wij proberen de mensen
ertoe aan te zetten gezonder te leven. On
der meer ook door het geven van basisge-
zondheidseducatie aan kinderen van het
basisonderwijs", aldus Marjolein Diele-
Arjan Herpetz: "Indirect kan dat ook
van invloed zijn op volwassenen. In En
geland is gebleken dat voorlichting aan
lagere schoolkinderen er in vele gevallen
toe heeft geleid dat hun rokende ouders
uiteindelijk de sigaret hebben afgezwo-
Het kankeronderzoek vordert lang
zaam, maar gestaag. Vijftig procent van
alle vormen van kanker is nu te genezen.
Dat is nog altijd vijftig procent te weinig,
vinden Dieleman en Herpertz. Maar
toch, er is nu meer leven na de diagnose
van kanker dan een jaar of tien terug.
"Of we ooit overbodig worden? Ik wou
dat het waar was", roept Marjolein Diele
man spontaan uit. "Als alle vormen van
kanker te genezen zouden zijn zou er veel
doodsangst zijn weggenomen. Ik denk
dat er nog heel wat onderzoek moet wor
den verricht voordat het zo ver zal zijn.
Of wij dat nog meemaken is zeer de
vraag".
Het Integraal Kankercentrum West is op
werkdagen bereikbaar van 9.00-17.00 uur.
Adres: Schipholweg 5a in Leiden. Tel. 071-
259759.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Nederland is nog steeds een beetje be
roemd om zijn sigaren. De tabak van
overzee kwam hier niet in nette pakjes
van 50 gram. maar onverwerkt en in grote
pakken, gewikkeld in grof linnen of in mat
ten en dan dichtgenaaid. Zo n dichtge
naaid pak heette een baal. wat van huis
uit hetzelfde woord is als ons bal. Behalve
tabak werd ook koffie, rijst en katoen
vooral in balen aangevoerd
De uitdrukking Ik heb er tabak van is
vermoedelijk niet oud. hooguit honderd
jaar. Wie er erg veel tabak van had, kon
ook zeggen: Ik heb er balen tabak van.
Deze versterking met balen tabak werd al
vóór 1940 gehoord.
Voorzover bekend duikt de uitdrukking
in de naoorlogse soldatentaal voor het
eerst op zonder tabak: Ik heb er balen
van. of ook wel: Ik heb er de balen van.
Vanaf het begin van de jaren '60 wordt
het algemener gebruikt. Wat eerst typisch
soldatenjargon was. wordt dan een popu
laire uitdrukking bij veel meer mensen.
Misschien is dat gedeeltelijk gekomen
door een bekend lied uit die tijd van het
Cocktail Trio: "Bale! Bale! Dat is 't lied van
Jan Soldaat'. In M. Diekmans boek Als je
het nog niet wist uit 1961 (blz. 190) is de
zin: 'Ik heb nu alles bij elkaar twaalf jaar
op de schoolbanken gezeten. Nu heb ik
er de balen van'.
In deze vorm bestaat de uitdrukking
nog steeds, maar de ontwikkeling is on
dertussen een paar stappen verder ge
gaan. Naast Ik heb er (de) balen van ont
stond ook Ik baal ervan. Er is dus een
werkwoord balen ontstaan. Volgens
Maarten van Nierop (Verklarend Lexicon
Nieuwe Woorden III) is dit werkwoord pas
na 1963 ontstaan. In dat jaar heeft hij na
melijk uitvoerig geschreven over Ik heb er
(de) balen van en hij zou dan zeker het
nieuwe werkwoord genoemd hebben als
het er al was.
In De Nieuwe Taalgids, een weten
schappelijk tijdschrift voor taalkundigen,
werd balen in 1970 voor het eerst gesig
naleerd; in 1974 staat het voor het eerst in
het woordenboek van Koenen. Het zal
dus ergens tussen 1963 en 1970 opgeko
men zijn.
De baaidag is van het werkwoord afge
leid en is voor het eerst aangetroffen in
1977. Aanvankelijk een revolutionair be
grip, bekend geworden doordat hande
laar Gerard de Lange zijn werknemers re
glementair toestond een dag vrij te ne
men als ze geen zin hadden om te wer
ken. Ondertussen is de baaidag een alge
meen aanvaard begrip geworden.
Raadselachtig zijn versterkingen als
de volgende: balen als een stier, als een
stekker. Wat heeft een stier of een stek
ker ermee te maken? Misschien hele
maal niets en is het net zo'n grillig geko
zen vergelijking als in zo lesbisch als een
looien deur
Het werkwoord -balen is tegenwoordig
volop in gebruik, maar ik heb de indruk
dat het onderlussen alweer een andere
kant op gaat. In plaats van voluit Daar
baal ik van hoor je heel vaak Da's balen!
We kunnen daarin het werkwoord her
kennen, net zoals men kan zeggen Da's
werken!, of Dat is nog eens opruimen!
Toch krijg ik de indruk dat het zo niet be
doeld is. Da's balen!, of alleen maar Ba
len! staat voor het taalgevoel van velen
op dezelfde lijn met Da's klote!. Kut zeg!
en meer van dergelijke kernachtige, doch
niet van grote verbale begaafdheid getui
gende oordelen.
Als dat juist is, verliest balen momen
teel zijn werkwoordelijk karakter en wordt
tot eentsja, tot wat? Een vergelijking
met hopeloos verouderde uitspraken als
Dat is vervelend of Dat is onaangenaam
zou uitwijzen dat het bezig is een bijvoe-
gelijk naamwoord te worden. Ik heb dan
ook al meer dan eens iemand horen zeg
gen: Dat is behoorlijk balen!
Kunt u zich nog de dag herinneren dat u
twee jaar werd? Of dat u uw eerste draai
om de oren kreeg? Weet u nog met welke
vriendjes en vriendinnetjes u als drieja
rige speelde? Hoezeer we ons ook inspan
nen, ons geheugen laat ons hierbij vrij
wel altijd in de steek. Als we ons über
haupt al iets uit die tijd herinneren, dan
zijn het meestal vage, losse fragmenten.
Als kleine kinderen maken we een enor
me hoeveelheid dingen mee, maar het
meeste daarvan is alweer uit ons geheu
gen gewist tegen de tijd dat we volwassen
worden. We lijden allemaal aan kinder
lijk geheugenverlies, een verschijnsel
waarover onderzoekers zich al lange tijd
het hoofd breken.
Volgens Freud worden we daardoor
vreemden ten opzichte van onze vroegste
jeugd. Volgens hem is dat nodig ook,
want in onze kinderjaren zijn wij een
prooi van allerlei agressieveperverse, ja
zelfs incestueuze wensen en gevoelens
naar bed willen met moederen het om
zeep helpen van leaderhet z.g. Oedipus
complex waaraan we als volwassene
door René Diekstra
'hoogleraar psychologie te Leiden -
maar liever niet herinnerd moeten wor
den.
Maar, aldus Freud, de muur van ver
dringing die we rond ons vijfde levens
jaar optrekken, kan tot allerlei psychi
sche problemen leiden. Freuds therapie,
de psycho-analyse, is in zekere zin te zien
als een methode om openingen in die
muur te maken zodat de patiënt bepaal
de weggestopte, explosiegevaarlijke ge
voelens kan uiten en ze aldoende kan le
ren beheersen.
Maar Freuds theorie wordt steeds vaker
aangevochten. Veel psychologen zijn te
genwoordig de mening toegedaan dat
volwassenen zich hun eerste kinderjaren
niet meer kunnen herinneren, simpel om
dat ze niet meer als kinderen kunnen
denken. Met andere woorden: als volwas
senen beschikken we niet meer over het
mentale gereedschap om een brug te
slaan naar het land van onze kindertijd.
Laten we eens kijken naar wat het weten
schappelijk onderzoek, zoals dat bij vele
honderden volwassenen is uitgevoerd,
over kinderlijk geheugenverlies te zeggen
heeft.
Freud blijkt dan in ieder geval op één
punt gelijk te krijgen. Voor de meesten
van ons geldt dat we nog maar heel wei
nig weten van wat we tussen ons derde en
vijfde levensjaar hebben meegemaakt.
Er zijn zelfs mensen die zich niets herin
neren van vóór hun achtste verjaardag.
Maar Freud heeft ongelijk met zijn ver
onderstelling dat zijn psychoanalytische
methode het ophalen van vroege kinder
tijdgebeurtenissen zou bevorderen. Men
sen die in pSycho-analyse zijn geweest,
zijn in dat opzicht nog net zo slecht als de
genen die nog nooit op de divan van een
psycholoog of psychiater hebben gelegen.
Hoe komt dat? Het antwoord op die
vraag moeten we zoeken in de manier
waarop ons geheugen werkt. We kunnen
bepaalde informatie in ons geheugen ge
makkelijker terugvinden naarmate we
er meer andere informatie mee kunnen
verbinden. Associaties maken, heet dat.
Spelletjes als 'raad 'ns wat ik in mijn ge
dachten heb' laten dat duidelijk zien.
Hoe meer aanwijzingen we krijgen over
het te raden 'ding', hoe eerder we het ra
den. Als we alleen maar weten dat het een
mens is, een vrouw is en dat we haar
waarschijnlijk regelmatig tegenkomen,
dan blijft het moeilijk de juiste persoon te
van driejaar herinnert zich gemiddeld
één getal en een kind van vijfjaar kan
twee, soms zelfs drie getallen correct op
noemen (een volwassene brengt het ge
middeld tot zeven getallen of informatie
eenheden).
Die sprong van de M-space van één naar
twee informatie-eenheden is een wezen
lijke sprong voorwaarts voor het herin
neren, want van dat moment afkunnen
we via meerdere associaties gebeurtenis
sen uit ons geheugen opvissen. Vóór die
tijd is onze verwerkingscapaciteit niet
groot genoeg om dingen op zo'n manier
in ons geheugen op te slaan dat ze gericht
en betrekkelijk moeiteloos weer kunnen
worden teruggevonden.
Een belangrijke vraag is of gebeurtenis
sen die we ons niet meer herinneren (en
hun oorsprong nogal eens in onze eerste
levensjaren.
Ik heb ooit eens een patiënte gehad, die
het absoluut niet kon verdragen als ie
mand de kamer waarin zij zat, zonder
nadere verklaring uitliep en de deur ach
ter zich dichttrok. Of het nu haar man,
zoon of iemand anders was, altijd was
haar reactie een mengeling van boosheid
en gedeprimeerdheid. Het bleek dat ze
die reactie al als kind van vier, vijfjaar
had. Het is vrijwel zeker dat ze vóór die
tijd één of meer uiterst onaangename,
traumatische ervaringen met in de steek
gelaten worden (door haar moeder) had
gehad, maar ze kon zich zo'n gebeurtenis
niet herinneren.
Daarmee is overigens nog niet gezegd dat
de oorzaak van haar huidige orobleem
i. Maamls we ook nog weten dat
er een gezongen aanbeveling is om haar
van de trap te gooien, dan kunnen we on
ze schoonmoeder niet meer missen.
Zo gaat het ook min of meer bij het zoeken
naar informatie, naar herinneringen in
ons geheugen. Hoe meer associaties we
kunnen maken, hoe gemakkelijker we de
gezochte informatie aan de touwtjes van
die associaties uit de diepte van onze
geest kunnen optakelen.
Het aantal associaties dat we met een be
paalde gebeurtenis kunnen maken hangt
af van de hoeveelheid informatie die onze
geest gelijktijdig kan verwerken. Psycho
logen noemen dat onze M-space, onze
mentale verwerkingscapaciteit. Bij kin
deren onder de twee jaar is de M-space
minimaal. Als je een kind van die leeftijd
een rijtje getallen opnoemt en vraagt om
ze in omgekeerde volgorde te herhalen,
dan bakt het er niks van. Het begrijpt
niet waar we het over hebben. Een kind
ook nooit meer zullen herinneren) toch
een zodanige indruk in onze geest kun
nen achterlaten, dat we daardoor op vol
wassen leeftijd nog altijd beïnvloed wor
den. In het dagelijks leven zijn we'vaak
geneigd te geloven dat wat we ons niet
herinneren ook niet belangrijk is. Als we
in gesprek zijn en pp een gegeven ogen
blik op een punt komen dat we de ander
iets speciaals hadden willen zeggen
maar niet meer weten wat dat was, komt
vaak een reactie in de trant van "als je
het vergeten bent, zal het wel niet belang
rijk geweest zijn". Maar die vlieger blijkt
vaak niet op te gaan.
Er zijn een heleboel volwassenen die aan
'rare', onredelijke angsten lijden en dat
al doen zolang ze zich maar kunnen her
inneren. Angst voor spinnen, honden,
vliegen, benauwde ruimten, liften, in het
donker slapen, iemand een hand geven,
alleen zijn. Dit soort angsten, als het heel
erg is spreken we van fobieën, hebben
ook in die vroege verlatingservaringen te
vinden is. Minstens zo belangrijk als de
vraag 'waarmee ishet begonnen?' is de
vraag 'hoe komt het dat het nu nog be
staat?' Die laatste vraag confronteert ons
met de rol die we zelf hebben gehad en
nog hebben in het voortbestaan van onze
emotionele problemen.
Veel mensen zijn op zoek naar 'wat er
heel vroeger gebeurd is, waardoor ik me
nu zo voel'. Was het iets met moeder, een
geboortetrauma, met vader, een kinder
ziekte? Maar dat zoeken is vaak niets an
ders dan een vorm van psycho-archeolo-
gie.
Graven in ons verleden op zoek naar iets
of iemand anders om de schuld van onze
emotionele kommer en kwel in de schoe
nen te schuiven. En ons zo te voorzien van
een excuus om aan onszelf mets te veran
deren. Waardoor wij het uiteindelijk zelf
zijn die maken dat alles blijft zoals het al
tijd is geweest.