De Mug, een grote in zijn tijd Het optimisme van Lenny Kravitz Wim Volkers is nog steeds niet bij Ajax weg te slaan Schoonzoon van dokter Huxtable is een wereldster in wording ZATERDAG 4 NOVEMBER 1989 EXTRA PAGINA 35 Wim Volkers, geboren op 3 oktober 1899, is de oudste nog levende voet bal-international in Nederland. In zijn actieve voetballoopbaan speelde hij tussen 1923 en 1936 maar liefst 259 competitiewedstrijden voor Ajax. Hij scoorde in die periode 128 doelpun ten. Een langdurig conflict met Karei Lotsy, de toenmalige legendarische keuzeheer, was er de oorzaak van dat hij slechts zeven keer het oranje shirt droeg. Na zijn voetballoopbaan was hij nog jarenlang penningmees ter van zijn geliefde club, zelfs fun geerde hij een jaar als trainer en eni ge tijd als voorzitter. Sinds 1948 is hij erelid Staat opeens weer in het volgepakte Olympisch stadion. Duizenden toe schouwers juichen hem toe. Volkers gooit er een schijnbeweging uit. "Zó pas seerde ik die keeper", wiegt hij met zijn heupen. "Ik speelde eerst drie verdedi gers uit. Die laatste Duitser zat me op de hielen en probeerde me bang te maken: 'sst, sstt', hoorde ik achter me. Ik was als de dood voor die gozer. Heb de benen uit mijn lijf moeten lopen. Daardoor heb ik me zó geforceerd dat ik een maand uit dé roulatie ben geweest. Maar goed, ik raak te die Duitser kwijt en kwam alleen voor de keeper. Toen speelde ik de bal met rechts iets te ver voor me uit. Een trucje van me dat vaak lukte. Die keeper nam een duik en op dat moment tikte ik de bal voor mijn linkerbeen. Daarna was het geen probleem meer". Clubbelang Zijn naam was in één klap gevestigd. De grootheden Gejus van der Meulen, An- dré le Fèvre en Jan de Natris, zijn clubge noot bij Ajax en in die jaren dé vedette, droegen hem van dat moment af op han den. Toch zou Volkers na die gedenk waardige overwinning op de Duitsers nog maar vier interlands spelen. De man die ruim dertien jaar in het eerste van Ajax uitkwam, vele afdelingstitels en en kele landskampioenschappen behaalde, botste met Karei Lotsy. En met Lotsy, bekend om zijn donderpreken, viel niet te spotten. "Het ging eigenlijk om een kleinig heidje", spreekt Volkers plotseling op fluistertoon, alsof Lotsy in de andere ka mer zijn' oor tegen de muur te luisteren legt. "Bij Ajax trainden we op dinsdag en donderdag. Lotsy wilde dat ik op don derdag met het Nederlands elftal mee- trainde. Maar ik liet het clubbelang pre valeren. Daardoor ben ik een tijd niet aan de bak gekomen". "Het was in dje tijd een rommeltje", is Volkers' antwoord op de vraag of er van enige voorbereiding op een interland sprake was. "We deden eigenlijk maar wat. Vóór de wedstrijd tegen Zuidafrika kwamen er in de kleedkamer plotseling twee flessen cognac op tafel. Tegen de kou. Prachtig hé, dat is toch niet meer voor te stellen? Als je bij het Nederlands elftal zat moest je één keer in de week er gens in de buurt trainen. Dus de jongens van Ajax moesten naar Haarlem en de spelers uit het noorden naar Groningen of zo. Je zag elkaar dus eigenlijk nooit. Het is vaak genoeg gebeurd dat ik alleen stond in Haarlem. Van gezag was geen sprake. Ik werkte bij Heineken en kreeg gelukkig alle vrijheid van mijn baas. Die vond het prachtig dat ik bij Orapje zat. De meeste andere spelers waren studen ten". 'Niet lullen' "Je had in die tijd een soort elftalcom missie en de voorzitter, ene Hirschmann, hield dan voor de wedstrijd een praatje. Die man had zelf nooit gevoetbald en werd helemaal niet serieus genomen door de spelers. Tegen Lotsy keken ze wél op, maar hij bewoog zich meer op de achtergrond. Hij nam pas later het heft in handen. Maar goed, die Hirschmann wil de dus wat zeggen, maar kreeg de kans niet. Hans Tetzner, één van de oudere voetballers, onderbrak hem en zei: 'Niet lullen, we moeten gewoon voetballen'. Ja, die studenten waren grof hoor. Recht-toe recht-aan. Ook in het veld. Van tactiek was geen sprake". Pas aan het einde van de jaren twintig werd het conflict met Lotsy bijgelegd en voegde hij nog vier interlands aan zijn to taal toe. Tijdens de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928 was hij 'aange kleed reserve'. "Als alles normaal was ge lopen had ik er twintig gespeeld", weet Volkers zeker. "Want vergis je niet hoor. Deze jongen kon echt wel wat. Snelheid was mijn wapen. Ik liep de honderd me ter in ruim twaalf seconden". En la chend: "Dat red ik nu net niet meer". Volkers volgt de ontwikkelingen in voetballand op de voet. "Het is enorm be langrijk voor me, zeker sinds mijn vrouw enkele jaren geleden is overleden". En in De Meer wordt hij bij de thuiswedstrij den van Ajax nog steeds als eregast ont vangen. Heel anders dan hij vorig jaar door Veronica werd behandeld tijdens het jaarlijkse WCS-gala. "Ik zou daar de prijs aan Koeman overhandigen", klinkt er teleurstelling in zijn stem. "In een brief hadden ze me dat gevraagd, omdat ze er achter waren gekomen dat ik de oudste nog in leven zijnde international ben. Ik was keurig op tijd en had een plaats op de eerste rij. Ik wist niet wat me overkwam toen Frank Arnesen opeens naar voren werd geroepen om die prijs te geven". Gemeen "Zoiets zou by Ajax nooit gebeuren. Ik ben er graag, al moet ik zeggen dat het voetbal ook niet meer is wat het geweest is. Sneller ja, maar ook harder. In het al gemeen is het soms zelfs gemeen. Dan zit ik me te verbijten. En dan die toestanden eromheen. Ik vraag me af waar die sup porters mee bezig zijn. Ik schrok me rot toen tegen Feyenoord die bommen ont ploften. Dan denk ik nog wel eens met weemoed terug aan vroeger. Het was al lemaal wat gemoedelijker. Maar ik blijf naar Ajax gaan, ook in deze slechtere tij den. En als Ajax me nodig heeft om die raddraaiers in toom te houden, wil ik best spuitgast zijn". door Fred Segaar Naast een klinkende sportieve carrière bouwde Volkers ook een glanzende maatschappelijke loopbaan op. Bij Hei neken klom hij op van jongste bediende tot directeur van een aantal dochteron dernemingen. Maar Volkers, een topper in zijn tijd, dankt zijn faam toch vooral aan een fenomenaal doelpunt tegen de Duitsers in 1925. Zijn generatiegenoot ir. Ad van Emmenes, onlangs overleden, schaarde die treffer onder de tien mooi ste van de eeuw. Met zijn negentig lentes is Wim Vol kers precies vijf maanden ouder dan 'zijn' Ajax, maar hij is beduidend gezon der dan de Amsterdamse club. Terwijl de ploeg van Leo Beenhakker een ogen schijnlijk doodlopende straat is ingesla gen, tuft de vitale Volkers met zijn auto vanuit zijn riante serviceflat in Zeist één keer in de veertien dagen regelrecht op zijn doel af: De Meer. Een wonder op wielen. Een paar maanden geleden leek aan die gewoonte noodgedwongen een einde te komen. Een verblijf in het ziekenhuis ten gevolge van een kleine operatie on derbrak de bezoeken aan de thuiswed strijden van zijn eerste en enige (voetbal- )liefde. De dokter had hem eigenlijk veel langer 'op zaal' willen houden. "Maar dan had ik hier nu niet gezeten", weet Volkers, ongekend vitaal voor zijn leef tijd. "Voor het eerst van mijn leven was ik in een hospitaal. Ik werd daar hartstikke dun, woog op het laatst nog maar 53 kilo. Ik lag daar net in de tijd van die vijf pro cent-acties. Was echt doodgegaan als ik nog langer had moetefi blijven. Deze jon gen wilde hoe dan ook naar huis. Die dokter zei nog: dat kan helemaal niet. Heb ik gewoon een privé-verpleegster genomen en me verder thuis laten ver zorgen. Nu zit ik weer op mijn oude ge wicht, bijna 63 kilo. Ik ben weer het ventje". Pijn Dat kan van Ajax dus niet worden ge zegd. De club verkeert in een crisis. Het Oer-Ajacied Wim Volkers (90): "Vc die lui". is Volkers' enige klacht. "Dat het slecht gaat met de club is op mijn hoge leeftijd de enige pijn die ik voql. Het ergste vind ik dat het bestuur, keurige heren neemt u dat van mij aan, machteloos staat. Ze doen alles om die raddraaiers buiten te houden. Maar Ajax krijgt tóch zo'n zware straf. Die UEFA is een dictatuur. Voor zitter Michael van Praag mocht na Ajax- Austria niet eens zijn zegje doen bij de behandeling van de strafzaak in Zwitser land. De huidige bestuursleden verdie nen dat het goed gaat met de club. Het zijn capabele mensen". Tussen de zorgvuldig geformuleerde zinnen door blijkt dat hij het destijds in Ton Harmsen beduidend minder zag zit ten. "Toen ging het verkeerd. Ik zat in de ledenraad en vroeg wel eens hoe bepaal de zaken nou precies in elkaar staken. Harmsen zei dan alleen maar: 'Ik weet hoe het zit, maar het is op dit moment niet verstandig om er op in te gaan'. Dat is natuurlijk lekker makkelijk. De men sen die er nu zitten pakken de zaken be ter aan. Maar sommige dingen kunnen ze gewoonweg niet voorkomen". "Hier", pakt hij de ochtendkrant erbij, "die gasten die ze nu hebben gearres teerd na Ajax-Feyenoord, hadden die bommen in hun onderbroek verstopt. Dan houdt toch alles op? Zou mooi wor den als je ze allemaal aan hun jonge heer moet gaan voelen. De oplossing? Het wa terkanon er op zetten. Zodat ze allemaal balvandalisme? Het waterkanon op (foto GFD) kletsnat worden. Dan piepen ze wel an ders". Plaag In zijn glorietijd, de jaren twintig, lever-, den zijn postuur en het geringe gewicht dat hij op de schaal bracht hem de bij naam 'de Mug' op. Bij voorkeur als rechtsbinnen, maar aan het einde van zijn carrière net zo makkelijk op links spelend, was hij een plaag voor iedere verdediging. De journalist Jan Hoven omschreef Volkers in het jubileumboek ter gelegen heid van het vijftigjarig bestaan van Ajax als volgt: "Wim Volkers komt voort uit de fijne school, de hogeschool van het voetbal. Hij was een tikje te klein. Een handicap, zeker in tijden van bonkig voetbal. Volkers was bovenal een geesti ge speler, vol originele invallen, improvi serend vanuit een eigen stijl. Maar hij was niet altijd produktief genoeg. Hij had geen dodelijk schot". Met die laatste zinsnede wordt de ras- Amsterdammer, enkele jaren geleden in Zeist neergestrèken, tekort gedaan. Het doelpunt bijvoorbeeld dat hij op 29 maart 1925 in zijn derde interland tegen Duitsland maakte moet van een onge kende schoonheid zijn geweest. Bij de herinnering aan dat moment flit sen zijn oogjes op. "Ik weet het nog als de dag van gister meneer". Hij gaat in ge dachten ruim 60 jaar terug in de tijd. Lenny Kravitz was te jong om de ja ren zestig in hun volle omvang mee te maken, maar zijn stem doet denken aan die van John Lennon. Ook zijn debuutalbum 'Let Love Rule' is krachtig beïnvloed door de spontane muziek van toen. Kravitz is niet de reïncarnatie van Lennon, maar wel een zeer opmerkelijke wereldster in wording. Volgende maand is hij te ho ren in Amsterdam. door John Oomkes Wie zijn debuut begint met de tekstregel Sittin' on top of the world, heeft geen ge brek aan lef. Lenny Kravitz is een 25-jari- ge rasta en de bescheidenheid in eigen persoon. Zeker, hij kent de luimen van de publiciteit. Kravitz' naam duikt regel matig op in de Amerikaanse equivalen ten van Story, Privé en dergelijke. Enkel en alleen omdat hij getrouwd is met Lisa Bonet de ravissante, donkerharige ac trice die de mooiste dochter neerzet van Bill Cosby, alias dokter Huxtable. Het paar geldt als onaangepast, een zware beschuldiging in de gelijkgescho- ren Amerikaanse maatschappij. Bonet speelde vanaf haar vijftiende in de tv'-se- rie en doet dat nu, zes jaar later, nog steeds. De humor in de Cosby Show is op de maat van een zeer breed publiek ge sneden. De komische verwikkelingen in een zwart doktersgezin moesten zó ac ceptabel zijn voor het blanke kijkerspu bliek. datje alleen aan heel kleine details nog kunt merken dat zwarte acteurs de cast vormen. Privé liet de langzaam opgroeiende Li sa Bonet andere geluiden horen. Achter de minzame glimlach van het oppassen de meisje bleek een persoonlijkheid, schuil te gaan die zo haar $igen opvatting had over de voors en tegens van de Ame rikaanse samenleving. Cosby zag tot zijn ontsteltenis Bonet eerst uit de kleren gaan, pm vervolgens te constateren hoe ze ook haar geestelijke maagdelijkheid verloor. Kravitz functioneerde tot nu toe als een bijwagen van Lisa, maar op zijn de buut blijkt hij het brein te zijn van alle door haar geuite filosofietjes. Lenny schetst in I build this garden for us de voordelen van het natuurzuivere bestaan op het platteland. In het hartstochtelijk gezongen Let Love Rule en in het wanho pige Does anybody out there even care wordt liefde gezien als een probaat mid del om de kilheid, de haat en de onver schilligheid van de maatschappij van nu te verjagen. En alles klinkt vertrouwd: het basspel lijkt afkomstig van Paul Mc Cartney, het stemgebruik van nu eens Lennon, en dan weer mythische per soonlijkheden als Curtis Mayfield en Sly Stone. De liefdesprofetie is een echo van de All you Need is loye-boodschap van The Beatles. Kravitz hangt achterover op een Am sterdams hotelbed. Een love-child uit Californië dat op een of andere manier van een andere generatie zou moeten zijn. "Ik geloof dat liefde de kracht heeft om alle negatieve gevoelens uit te ban nen. Of we ook zo verstandig zijn om die remedie toe te passen is vraag twee. Ik ben een nntimist. maar ik ben teeeliik een realist. Liefde kan alles overwin- "Ik geloof dat toen deze planeet werd gemaakt we alles meekregen wat we no dig hadden. Alle middelen van bestaan, alle krachtbronnen, voedingsmiddelen en dergelijke. Wij, de mensen, schijnen er niet mee overweg te kunnen. De ver schillende rassentegenstellingen, de na drukkelijke manier waarop we tegen de natuurlijke gang van zaken ingaan, de wijze waarop we onderling strijd voeren. Al die blablabla, al die shit van deze tijd de junkies die ik uit New York ken en over wie ik zing kan wel degelijk wor den overwonnen". "In New York kom ik elke dag op straat, dat is mijn natuurlijke milieu. Ik ben een stadsmens die de zegeningen van de natuur heeft ontdekt, maar nog steeds een stadsmens. Ik zie de junks el ke dag. Veel van wat hen is overkomen heeft te maken met hun opvoeding. Die wetenschap maakt dat ik me telkens lul lig voel als ik me met hen geconfronteerd weet. Veel junks willen dat leven, verkie zen dat bestaan. Als je ze helpt wijzen ze je af. Als je 'ns iemand helpt aan wat eten niet dat ik ook maar een moment als de barmhartige Samaritaan wil overko men is het maar de vraag of die je ac cepteert". "Ik heb zelf een tijdje op straat geleefd. Ik bedoel niet in de goot "zoals de aller armsten of de alcoholisten, maar in m'n auto. Als een zwerver die liever niet thuis kwam. Maar zelfs als zij niet met hun be staan schijnen te zitten, heb ik er last van. Ik ben het soort jongen dat graag ie dereen gelukkig ziet". Maar hoe komt het dat je met alles watje zegt, of alle muziek die je maakt zo duidelijk de jaren 'zestig uitademt? Je kunt die tijd onmogelijk hebben meege maakt. Lenny Kravitz: "Het roept misschien dezelfde vibraties op. Dezelfde trillin gen. Ik zing niet over de sixties. De at mosfeer is mogelijk dezelfde. Ik heb zo'n voorstelling van de jaren zestig die mis schien wat gekleurd is, want ik was pas vijf in 1969. Wat ik ervan weet: dat moet een geweldige tijd geweest zijn. Maar ik herinner me wel hoe ik die tijd als vijf-, zesjarige ervoer. Die jaren zestig zijn ach teraf gezien misschien wel net zoiets als een bioscoopreclame, een preview, van wat later te zien zal zijn. Als we 't voor mekaar krijgen...we moeten van onze fouten hebben geleerd...dan zouden de jaren negentig wel eens veel van de jaren zestig kunnen weghebben. Misschien willen de mensen nog eens proberen hun fantasie te gebruiken, maar dan dit keer in combinatie met gezond verstand". De geschiedenis herhaalt zich wel vaker. De droom van de jaren zestig ein digde in de nachtmerrie van de ooit zo be wustzijnsverruimend hetende drugs. Uit die boze droom zijn we nog steeds niet ontwaakt. Kravitz: "De drugs zijn nog steeds be lachelijk en grotesk aanwezig in de maat schappij, maar het is heel iets anders dan toen. Mensen toen experimenteerden, nu worden ze ze door drugs gecontro leerd, gestuurd, bestuurd. Ik weet het niet...je staat er hulpeloos bij, niet hope loos". Enkele van jouw muzikale voorbeel den - Jimi Hendrix, Sly Stone beho ren tot de zwarte muzikanten die in de jaren zestig vooral een blank publiek aanspraken. Hetzelfde geldt voor jouw muziek, eveneens zwarte muziek, die niet aan bod komt op de zwarte radiostations in de Verenigde Staten. Kravitz: "Voor mij is dit de echte rhy thm blues, en niet de muziek die via de zwarte radiostations wordt uitgezonden en voor rhythm blues doorgaat. Daar is alle zwarte achtergrond uit weggefilterd. In de VS bestaat een sterke scheiding tussen de verschillende radiostations. Als artiest heb je daarmee te maken. De programmamakers van die stations ho ren mijn plaat en voelen zich volledig Lenny Kra vitz: "Ik vind het nog heel vreemd te horen dat mensen plat gaan voor mijn muziek". (foto GPD) vervreemd van de muziek die ik maak. Als ik dan tegen ze zeg dat dit zwarte mu ziek is, slaat ze de schrik om het hart. Ze zeggen: het is niet zwart genoeg! Ik word daar kriegel van. Hoe kun je nou je af komst, je traditie verloochenen! Ze zijn zo druk bezig nieuwe dingen uit te vin den. Rap, hiphop, jackswing. Wat levert die nieuwe muziek je op als je niet meer weet waar het vandaan komt? Grappig hè, dat ik moet vechten om mijn muziek op de zwarte radio te krijgen. En dan kom je hier. Ik vind het nog heel vreemd te horen dat mensen plat gaan voor myn muziek". Si Op de hielen gezeten door een verdedigerscoort Wim Volkers zijn historische doelpunt tegen Duitsland in 1925. (archieffoto)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 35