Monumenten van zelfwerkzaamheid Voedselallergie (1) REEKUUR mms Barbara Thiel, arts ZATERDAG 4 NOVEMBER 1989 EXTRA PAGINA 25 Historische panden in Leiden met eigen handen gerestaureerd Vorige week vrijdag werd een instuif gehouden waarmee het project definitief werd afgesloten. Medewerkers, vrienden, kennissen, gemeente-ambtenaren en buren konden toen aanschouwen hoe voormalige krakers drie verwaarloosde pandjes aan het Leidse Begijnhof hebben gerestaureerd. Verscholen achter de huizen van het Rapenburg zijn vijf appartementen gemaakt in gebouwen die inmiddels tot monument zijn verklaard en de aankoopprijs verre overtreffen. Dat alles gaat nog meer op voor het landhuis 'Ma Retraite' aan de Zoeterwoudseweg, dat werd aangekocht door een woongroep van particulieren die voorhuis, koetshuis en de drie aangebouwde knechtswoningen in oude staat herstelden en herverdeelden. In beide gevallen werd, met subsidie, eervstukje oud Leiden voor de sloop behoed. "Als je dingen samen en zelf doet kun je heel veel". door Paul de Tombe Ze kunnen worden beschouwd als mo numenten van zelfwerkzaamheid en doorzettingsvermogen, de gerestaureer de panden in het Begijnhof en het land huis 'Ma Retraite'. De huidige bewoners hebben er in elk geval heel veel voor moeten doen om de woonruimte te krij gen die ze hebben, maar nu de klus is ge klaard 'bezitten' ze ook iets heel bijzon ders. En dat geldt niet alleen voor de zes eigenaars van het kapitale 'buiten' aan de Zoeterwoudseweg die drie jaar bezig wa ren met het opknappen van hun monu ment, maar zeker ook voor de voormali ge 'bezetters' van het Begijnhof. Met heel hard werken realiseerden werk loze j ongeren in het hart van Leiden een restauratieproject van bijna z halve ton. Dertien maanden v vijf huurders van nu vrijwel onafgebro ken in touw in het hof, dat wordt ontslo ten door een smal steegje naast de voor malige universiteitsbibliotheek. Daar waar het Rapenburg zich kromt, recht ten drie jonge vrouwen en twee jonge mannen ruim een jaar lang ieder vrij uur tje de rug om drie gedeeltelijk door brand verwoeste huisjes te restaureren. "Nou ja, huisjes. Zeg maar krotten. De paddestoelen stonden in de gang". Zeggenschap Niet alleen daarom was het een hele klus, ook de vaak speciale constructies maak ten het werk arbeidsintensief en duur. "Het opknappen van een monument is iets anders dan een gewoon huis verbou- wen. Deze panden stelden meer eisen aan ons dan wij aan de panden stelden, en we schrokken ons wild van de bedra gen die ermee gemoeid waren", zo type ren Tini Broersen (29), Sylvia ten Kley (30) en Aad Monquil (28) het aparte ka rakter van het karwei. Maar nu het werk er op zit wonen ze, sa men met Hanneke van Buitenen en Har ry van der Zanden, voor driehonderd gulden huur per maand wel in een appar tement dat ze anders nóóit hadden kun nen bekostigen van hun uitkering. En dat was de bedoeling ook van de vijf die met het project twee doelstellingen na streefden: het creëren van goede en be taalbare woonruimte voor mensen met de laagste inkomens, en die als huurders bovendien volledige zeggenschap moes ten hebben over hun woning. Die ideologie werd vastgelegd in de sta tuten van de vereniging Het Begijnhof, die werd opgericht voordat de koop van de huizen werd gesloten. "Geen vereni ging van 'eigenaren, maar een vereniging waarvan iedere huurder bestuurslid is. De vereniging verhuurt de appartemen ten aan ons en wie eruit gaat krijgt niks mee van wat hij heeft verspijkerd. Wie erin komt hoeft zich dus ook niet in te ko pen", zo schetsen de drie woordvoerders de unieke organisatievorm. De vereniging wil die doelstellingen in de nabije toekomst ook uitdragen, zeg gen ze. "We willen dit ook elders realise ren of helpen realiseren. Bijvoorbeeld door het aankopen van andere panden of door met deze panden borg te staan voor andere soortgelijke verenigingen". Murw Voorlopig echter zijn de bestuursleden eventjes murw van al het werk dat ze hebben opgeknapt. "Wantje moet in alle opzichten een hele lange adem hebben Tini Broersen en Aad Monquil voor de gerestaureerde panden aan het Be gijnhof: "Je moet in alle opzichten een hele lange adem hebben als je aan zo iets begint". als je aan zoiets begint. We hebben alles moeten uitzoeken en uitdokteren. De no tulen van de vereniging, de kosten van de verbouwing, wat wel en niet mocht, of het allemaal wel haalbaar zou zijn. Ellen lange discussies hebben we gevoerd, er is inmiddels een archief van anderhalve meter breed en we dachten aanvankelijk zelf dat het twee ton zou gaan kosten. Toen we na een haalbaarheidsonderzoek te horen kregen dat het zeseneenhalve ton zou worden viel een van ons letterlijk van haar stoel". Het project kon dan ook alleen worden uitgevoerd als heel veel zelf zou worden gedaan door de krakers, van wie alleen Harry van der Zanden hij is een tim- merbedrijfje begonnen enige ervaring met (ver)bouwen had na het sluiten van de koop. Een verhaal apart, daarom eerst een stukje geschiedenis, De drie pandjes die nog over waren van het Faliede Begijnhof of Sint Agnieten- hof, gesticht in de dertiende eeuw en uit gebreid tot 40 huisjes met een eigen ka pel (nu rijksmonument), werden in 1983 getroffen door een brand en kwamen leeg te staan. Door ze op de monumen tenlijst te plaatsen voorkwamen B en W van Leiden dat het college van bestuur van de universiteit als eigenaar de pand jes zou slopen. Vervolgens werden ze op nieuw gekraakt, door de eerder gènoem- de jongeren, met Sylvia ten Kley voorop. Zij slaagden er in het hoofd van de dienst huisvestingszaken van de universiteit te overtuigen van hun goede bedoelingen en konden de drie pandjes ten slotte ko pen voor 20.000 gulden in totaal. "We hadden natuurlijk ontzettende mazzel dat de aankoopprijs zo laag was", besef fen ze nu, "maar de universiteit wilde er op een nette manier van af en het waren dus min of meer krotten. Maar wij zagen het wel zitten". Leenbrieven De banken aanvankelijk niet. Geen in stantie die de uitkeringstrekkers het geld wilde lenen. Nadat de moeder van een van hen dat bedrag had gefourneerd, herhaalde zich die situatie bij de finan ciering van de aanloopkosten. De ge meente wilde best meewerken en in de verte lonkte ook de subsidie. "Maar voor dat je die subsidie krijgt moet jé eerst concrete plannen hebben, en voor die plannen heb je een architect nodig. Die architect kost geld. Dat hadden we niet en dat kregen we van geen enkele bank. Via leenbrieven voor vrienden en familie hebben we de helft kunnen betalen. De andere helft heeft de architect zelf voor geschoten". Met in totaal 515.000 gulden aan allerlei subsidies begonnen ze aan het grote werk, vanuit een wisselwoning in de Me- renwijk die door de gemeente beschik baar was gesteld. "Sloopwerk, elektra, tegelwerk, timmerwerk aan het dak en schilderwerk hebben we zo veel moge lijk zelf gedaan. Maar dan nóg stuit je op Marja van der Weijden en Joost Zwetsloot voor het statig verbouwde landhuis 'Ma Retraite' aan de Zoeterwoudse weg in Leiden: "Als we allemaal afzonderlijk een huis hadden gekocht, hadden we nooit deze mogelijkheden gehad en hadden we niet zelf onze buren kunnen kiezen". (foto-s Loek zuyderduin» allerlei extra kosten", betogen ze. Daar toe moest de vereniging een hypotheek nemen bij de bank, die daar na het afko men van de subsidie eh de getaxeerde overwaarde (de panden zouden nu dik vier ton waard zijn) niet moeilijk meer over deed. "Gelukkig maar, want het is allemaal zó duur. We hielden alles bij, maar als je de boekhouding van de maand moest doen, werd je dus wel even nerveus van de be dragen die je om de oren vlogen en van al die tienduizenden die eruit gingen. Want we konden natuurlijk lang niet alles al leen. Soms hadden we ook laaiende ru zies over de aanpak, en als we weer eens zwaar werk hadden gedaan waarmee we niet bekend waren, hadden we ook wei eens de neiging elkaar de hersens in te slaan. Maar dat werd altijd weer bijge legd en bovendien hadden we een aanne mer die het met ons vij ven niet gemakke lijk had, maar die de zaken heel goed in de hand hield". Ma Retraite Die aannemer voelde de sfeer precies aan omdat hij net de ingrijpende verbou wing van z'n 'eigen' monument achter de rug had. Samen met vijf vrienden en vriendinnen die mede-eigenaar zijn, werkte Joost Zwetsloot driejaar lang el ke zondag en maandag en iedere vrije dag aan de restauratie van 'Ma Retraite'. Het complex van veertig meter lang en negen meter breed aan de Zoeterwoud seweg werd in die periode van voor naar achter 'omgekeerd' en hersteld. "Vloe ren, plafonds, muren, alles is eruit ge gaan", aldus Zwetsloot. "Maar het is het wel waard geweest". In alle opzichten. Met de vijf apparte menten en de drie woninkjes die er nu staan op in totaal 2600 vierkante meter grond, moet de waarde van Ma Retraite meer dan anderhalf miljoen bedragen. Niet eens zo'n hoog bedrag als wordt be dacht dat de aankoopprijs 450.000 gul den was en de restauratiekosten 1,2 mil joen bedroegen. Zwetsloot: "Daarop kregen we zes ton subsidie, en van de rest hebben we door zelfwerkzaamheid veel terugverdiend. Voor de extra kosten hebben we er wel bij moeten lenen en er zelf nog extra geld in moeten steken, maar dan nog zitten we hier niet duurder dan in een eenge zinswoning in de stad. Zeg zelf dan maar waar je beter af bent". Voor hem behoeft dat geen betoog, voor directiesecretaresse Maija van der Weij den staat dat ook niet ter discussie. Met haar 33 jaar is zij het jongste lid van de zes leden tellende woonvereniging die Ma Retraite heeft gekocht onder het mot to: samen kom je veel verder dan in je eentje. "Je moet alleen durven en men sen hebben die de kar trekken. En daar bij voortdurend in de gaten houden dat het werk ooit afkomt en datje dan woont zoals jij wilt". Bekoring Op die manier hield zij het vol om mee te werken aan de drie jaar durende verbou wing van het pand dat Zwetsloot in 1985 'ontdekte' tussen de bedrijfshallen aan de Zoeterwoudseweg. Achter een impo sant hekwerk, waarop dé naam 'Veel zicht' prijkte, zag het toen nog bewoonde complex er destijds verwaarsloosd uit. Voedselallergie lijkt een nieuwe kwaal te zijn; de diagnose wordt de laatste jaren steeds vaker gesteld. Toch heeft het ver schijnsel waarschijnlijk altijd bestaan, maar wordt er pas nu aandacht aan be steed. Voor de meesten zal het nog onbe kend terrein zijn; in twee afleveringen daarom een poging er meer bekendheid aan te geven. Voedselallergie is een reactie van hét af weersysteem op een bepaald voedings middel, vergelijkbaar met andere soor ten allergieën - zoals hooikoorts en astma. Het komt het meest voor bij baby's, en daarover gaat deze aflevering. De tweede aflevering zal gaan over voed selallergie bij oudere kinderen en vol wassenen en over een ander verschijnsel: voedselintolerantie. Ook daarbij ver draagt het lichaam bepaalde voedings stoffen niet, maar het gaat dan'niet om een allergische reactie. Bij baby's is, gezien de samenstelling van hun voeding, vrijwel altijd sprake van een allergie voor koemelk, of eigenlijk voor het eiwit in die melk. Het komt voor namelijk voor bij kinderen die met defies gevoed worden. Later, als de bijvoeding begint, kan ook allergie ontstaan voor bijvoorbeeld eieren. Voedselallergie komt verreweg het meest voor bij mensen met een allergische aan leg. Die aanleg is erfelijk, en meestal zijn er binnen een familie meer mensen met een allergie. Een allergische aanleg kan zich uiten in een bepaald soort eczeem (bij baby's dauwworm genoemd, een jeu kend eczeem op vooral de wangetjes), ast ma of astmatische bronchitis, hooikoorts of allergie voor bijvoorbeeld stof en huis dieren. Bij een baby met koemelk-allergie blijkt vaak allergie in de familie voor te komen. En andersom hebben allergische ouders een vergrote kans op een allergisch kind - hoe groot is niet precies bekend. Dat voedselallergie vooral bij baby's voorkomt, heeft te maken met de 'onrijp heid' van hun darmen. De darmwand is meer doorlaatbaar dan bij volwassenen, en daardoor komen de eiwitten uit de voeding makkelijker in het bloed. Als er dan een allergische aanleg bestaat, rea geert het lichaam op die eiwitten met het maken van een 'verkeerd' soort afweer- stoffen, en deze veroorzaken de klachten. Het lastige van voedselallergie is dat het zo veel verschillende symptomen kan ver oorzaken. Er kunnen verschijnselen zijn van de huid, de ogen, de luchtwegen, de darmen, en in het gedrag. Soms zijn er karakteristieke verschijnse len als rode bultjes om de mond na de voe ding, weigeren van de voeding na de eer ste slokken (door een direct onaange naam gevoel in de mond), of zelfs bultjes als er melk op de huid wordt gemorst. Meestal echter zijn de symptomen veel vager. Zo kan het kind gaan spugen, darm- krampjes of diarree krijgen, allemaal veel voorkomende klachten; vooral darmkrampjes zijn in de eerste maanden heel gewoon. Slechts een klein deel van deze kinderen heeft een voedselallergie. Verder kan kort na de voeding huiduit slag ontstaan die direct weer verdwijnt, of het kind kan een jeukend eczeem heb ben (het eerder genoemde dauwworm). Maar ook van eczeem is slechts af en toe een voedselallergie de oorzaak. Een ander verschijnsel dat aan voedsel allergie kan doen denken, is roodheid en tranen van de ogen, of steeds 'volzitten' van de luchtwegen. En tot slot kan het kind erg prikkelbaar zijn en veel huilen, maar ook kan het juist slapper en suffer zijn dan normaal. Al deze verschijnselen kunnen vele ande re oorzaken hebben. Het gaat dan ook vooral om combinaties van verschijnse len, en de mate waarin het kind er ziek van is. Wel wordt er tegenwoordig vaker aan voedselallergie gedacht, en het blijkt niet zeldzaam te zijn. Schattingen lopen uiteen van één tot zeven op de honderd kinderen. Het stellen van de diagnose koemelk-al lergie is dus niet eenvoudigs er zal vaak een kinderarts aan te pas moeten komen. Een aantal andere ziekten zal met zeker heid moeten worden uitgesloten. Sommi ge kinderen kunnen bijvoorbeeld na een darminfectie tijdelijk niet tegen melk en krijgen diarree zonder dat er sprake is 'van een allergie. Bloedonderzoek of een huidtest kan soms een extra aanwijzing geven in de richting van allergie. Het ver haal van de ouders is echter zeker zo be langrijk. Bij een vermoeden van koemelk-allergie is het mogelijk het kind op een koemelk- vrije voeding over te zetten, meestal een kunstvoeding die uit soja is bereid. He laas is het mogelijk dat het kind ook voor die soja overgevoelig wordt. Zeker bij ernstige klachten is dat risico aanwezig en dan moet het kind eerst tijdelijk op zeer speciale en dure voeding worden ge zet die helemaal geen allergie-veroorza kende bestanddelen bevat. Het is dus ze ker niet verstandig op eigen houtje van voeding te wisselen. De klachten kunnen na verandering van voeding als sneeuw voor de zon verdwij nen (dat geldt helaas meestal niet voor het eczeem, dat meer een uiting is van de allergische aanleg en niet van een be paalde allergie). Om de allergie met vol ledige zekerheid aan te tonen moet eigen lijk gedurende korte tijd weer koemelk worden gegeven om te kijken of de klach ten terugkomen. Maar heel vaak hebben de ouders daar natuurlijk geen zin in. Ten slotte zijn er ook mogelijkheden om de verschijnselen met medicijnen te be handelen. Er bestaat een middel dat een allergische reactie tot op zekere hoogte kan voorkomen, als het van tevoren wordt ingenomen. Het heet natriumcro- moglycaat, en het heeft geen noemens waardige bijwerkingen. Zoals gezegd komt koemelk-allergie voor al voor bij flesgevoede kinderen uit een allergische familie. Het is dus ook moge lijk kinderen aan te wijzen die een ver hoogd risico lopen. Hun moeders kunnen dan de narigheid vaak omzeilen door het kind de eerste drie maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Ook wordt wel aangeraden pas na een halfjaar te be ginnen met hetfruithapje en andere bij voeding, om andere voedselallergieën te voorkomen. Een bijkomend probleem is echter dat bij een groot deel van de moeders de voe dingsstoffen die zij eten ook in de moeder melk komen. Het blijkt daardoor moge lijk dat het kind allergisch wordt voor koemelk, ei of noten, doordat de moeder ze eet. In theorie zou zij die voedingsmid delen dus ook uit haar dieet moeten ver wijderen, maar omdat zij dan risico loopt op tekorten (in het bijzonder van kalk) mag ddt zeker niet zonder begelei ding gebeuren. Een andere mogelijkheid is het preventief geven van sojamelk, die overigens ook duurder is dan gewone flesvoeding. Een kind met een koemelk-allergie zal daar meestal overheen groeien in of na het derdejaar. Gezien de allergische aan leg is er echter een kans op het krijgen van andere voedselallergieën, of van een andere uiting van die aanleg. Misschien is het wel goed voor de ouders om dat te weten: zij kunnen er dan rekening mee houden bij het inrichten van de slaapka mer en bij het beslissen over het nemen van huisdieren. Met een voorhuis, een koetshuis en drie aangebouwde knechtswoningen. "Het was een puinhoop, maar het had een aparte bekoring, een onmetelijk gro te tuin en het pand zelf had heel veel mo gelijkheden", zag aannemer Zwetsloot onmiddellijk. Samen met Paul Ulenbelt, wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van Amsterdam, hun respec tieve vriendinnen en later ook nog kroeg baas Cees Vos en directiesecretaresse Maija van der Weijden richtte hij een woonvereniging op, die het complex in april 1986 overnam van de groothande laar in porselein Schermer Voest die het huis begin deze eeuw Ma Retraite had ge noemd. "De naam Veelzicht dateert van'veel lan ger geleden", denken Zwetsloot en Mar ja van der Weijden. "Uit de tijd dat ze hier vandaan nog naar Zoeterwoude konden kijken. "Het voorhuis dateert uit de ze ventiende eeuw", meent Zwetsloot te kunnen concluderen aan de hand van een aantal specifieke constructies. "De rest moet er later zijn aangebouwd". Over de geschiedenis van Ma Retraite (dat eerst bij Zoeterwoude en later bij Leiden hoorde) is ook bq het Leidse ge meente-archief niet zo veel bekend. Wel vonden de bewoners daar een kaart uit 1809 waaruit blijkt dat op het aanpalende land in die tijd de houtzaagmolens De Haan en De Eendracht stonden van ene Coenraad Brandligt, die in het inmiddels al uitgebreide huis zou hebben gewoond. Monumentenlijst Hoe dan ook, samen met het wijkcomité Klein-Cronésteijn kregen de nieuwe ei genaars het twee maanden nadat de koop was gesloten voor elkaar dat Ma Retraite op de gemeentelijke monumen tenlijst werd geplaatst. Met de daaruit voortvloeiende subsidie ("Volkshuisves ting en Monumentenzorg hebben de zaak heel goed begeleid") togen de zes aan het werk. Vanuit het huis zelf "we zijn binnen die muren heel vaak ver huisd" en volgens een strak schema: "Tevoren hadden we afgesproken dat ie dereen op zondag en maandag hier zou werken en maar een week vakantie per jaar zou opnemen. Maar in de praktijk werkten we ook op 3 oktober en tijdens de kerstdagen". Nu het karwei intern is geklaard en er al leen nog tuinierswerk ligt te wachten, zoals het rooien van de bomen, kunnen de bewoners vol trots de appartementen tonen. Maija van der Weijden woont in een van de aangebouwde woningen; in de andere twee zijn twee oudere echtpa ren gehuisvest die gewoon huur betalen aan de leden van de vereniging VEin eige naren die in de vijf appartementen in het voorste deel wonen. Bij de indeling van die wooneenheden is wel degelijk rekening gehouden met de privacy. Alleen de tuin is gemeenschap pelijk en Joost Zwetsloot en Paul Uien- belt hebben in het voorhuis een gemeen schappelijke gang, maar verder wonen de bewoners samen en toch alleen in het complex dat aan alle kanten historie uit ademt. Het sluit naadloos aan op de filosofie van de ondernemende woongroep. "Dat je samen meer kunt bereiken om goed te wonen dan ajleen. Als we allemaal afzon derlijk een huis hadden gekocht, hadden we nooit deze mogelijkheden gehad en hadden we niet zelf onze buren kunnen kiezen. Koop in de stad het eerste het beste huisje zonder tuin en je betaalt al 70,80.000 gulden. Moetje zien watje hier hebt. Dat vooruitzicht heeft ons steeds gemotiveerd gehouden: zo'n mooie wo ning voor betrekkelijk weinig geld, dan weet je waarvoor je hebt gewerkt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 25