.10® Iets nieuws in den lande tukjes paard te koop voor liefhebbers draf sport KNVB I Pim Muiier en de oorsprong van het voetbal: 'Den bal, een paar stokken en een plank' Bedrijfje wil 'verschillende' winsomcertificaten aan de man brengen De KNVB bestaat 8 december precies honderd jaar en viert derhalve feest. De jubileumwedstrijd moet, na het afzeggen van Engeland, nog georganiseerd worden, maar de data van de vele recepties staan al vast. Een eeuw KNVB. Aanleiding genoeg voor een serie verhalen uit het rijke verleden van de bond. De grondlegger van het Nederlandse voetbal, Pim Muiier, moest niets van officiële festiviteiten hebben. In 1929 schreef Muiier, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van 'zijn' HFC, de eerste voetbalclub van Nederland: 'Ik houd niet van jubilea, onder meer om de bijbedoelingen. Ik zie soms met zeer gemengde gevoelens, hoe die dingen in elkaar worden gezet, buitengemeen gewichtig opgeblazen vaak. Die recepties zijn somwijlen meer vermakelijk dan zot'. Maar ook Muiier ontkwam niet aan de charme van de historie: 'Maar nu wij eenmaal zelf voor dat feit staan, nu moet ik mijzelf wel tot de orde roepen en zeggen: Is dat dan geen aardig moment, dat een zoo speelsch opgezet dingetje als een jongensspeelclub, kans heeft gezien om een halve eeuw te blijven bestaan?' door Paul Onkenhout Zijn staat van dienst en zijn inventiviteit waren verbijs terend; behalve vader van het voetbal was Pim Muiier betrokken bij de oprichting van de cricketbond, de atle- tiekunie, de schaatsbond, de kaatsbond en de hocicey- bond. Voorts introduceerde hij sporten als biljarten, ijs hockey en tennis. Muiier reed in 1890 als eerste een Elfste dentocht, reisde de wereld over, kwam terug met nieu we ideeën, maakte in Neder land mensen enthousiast voor nieuwe onbekende spor ten, schreef, verhaalde en schilderde. De grondlegger van de ge organiseerde sport in Neder land overleed op 10 april 1954 in Den Haag. De offi cier in de Orde van Oranje Nassau, Commandeur in de orde van de Leeuw en de Zon van Perziëere-voorzitter van alle bonden die hij mee hielp oprichten en erelid van de Zweedse en Belgische voetbalbond, werd 89 jaar. In 1875 zag hij 'm voor het eerst. 'En- gelsch sprekende Engelschen' in Noord- wijk hadden er één bij zich en dat 10-jari- ge jochie raakte niet uitgekeken. 'Dien fameuzen grooten bal', die moest en zou hij ook in zijn bezit krijgen. 'Ik rappeleer me, dat ik met m'n Haarlemsche school- vrinden besprak de oprichting van zoo'n voetbalclubje en hen vertelde van dien fameuzen grooten bal. Maar ik kon er geen toonen. Men schudde het hoofd'. Het jochie, geboren op 10 maart 1865 in het Friese Witmarsum, gemeente Won- seradeel, rustte niet en de schoolvrinden kregen hun zin. 'Eindelijk zag ik bij De Gruijter in de Leidschestraat zoo'n mij welbekenden bal, spik-, nee maar spik splinternieuw. Hei-geel met 'n oranje leertje! Een paradijs aan een touwtje. Den volgenden dag had ik het bedrag mee in m'n zak en ik kocht m'n bal, dol gelukkig! Het kleinood werd vertoond, betast, om beurten bliezen we 't ding op en ten koste der wetenschap werden lan ge besprekingen gehouden met mijne schoolmakkers". Willem Johan Herman Muiier, voor z'n schoolmakkers Pim, later meneer Mu iier. Zoon van één der laatste Friese Grietmannen. In 1867 verhuisd naar Haarlem; 'wij haatten de meideglij, klik spanen en Boezer's rekenboekjes en Van Beem's pook, hadden een coöperatieve fabriek van strafwerk'. Sportpionier, ta lenwonder, schilder, schrijver, journa list, reiziger. Richtte op 15 september 1879 de eerste Nederlandse voetbalvere niging, de Haarlemsche Football Club, op. Pioniers Terug naar het jongensclubje, daar op die Haarlemse weilanden. 'We wouen zelfstandig beginnen en togen met onzen bal en 'n klein groen Engelsch spelregel boekje, alweer van den vriendelijken heer De Gruijter gekregen, naar diverse weilanden achter den Hout. Wij sjouw den dan mee: den bal, een paar stokken en een plank. Die plank diende om te vluchten (over de sloten/red.), zoodra de boswachter Kolderie of de boer of een ander volwassen mensch aan den einder verscheen". Het groepje jongens pioniers was het de boze boeren snel beu. Pimmetje Muiier, natuurlijk hij, wenste permissie om in de Koekamp, een braak liggend stuk grond in de Hout, te mogen gebruiken. Dat mocht van de boer. 'Maar het gras voor zijn paarden verdween on der onze voetbalschoenen (ook die lever de De Gruijter en we aaiden ze, zoo fijn vonden we al die nieuwe licht-oranje kleurige heerlijkheden)' en dus was het snel over met de pret. Als 15-jarig ventje schreef Pim Muiier in 1880 dus maar een brief aan de burgemeester als 'president van den HFC'. De gemeente Haarlem had geen bezwaar om de Koekamp te verhuren 'als worstelperk voor mij en mijne kornuitjes'. Het liep storm in de Koekamp. Mat ches buiten Haarlem volgden en HFC werd in Haarlem een begrip. Alleen aan de spelregels viel nog het een en andere te sleutelen, want in de oertijd van het bruine monster (of beter: helgele mon ster) werd vooral een vrije variant op rug by gespeeld. Pas in 1886 werd in de Koe kamp de eerste, min of meer officiële wedstrijd afgewerkt. In goed gezelschap overigens: 'In dien tijd, de tachtiger ja ren, lagen jongelui als Frederik van Eeden, Herman Gorter, Roland Holst en andere mannen van de nieuwe richting, voormannen op ander gebied dan voet bal en cricket, gesprekken over litera tuur en sociologie voerend, in 't gras van dien zelfden Koekamp'. Combinaties Naar, natuurlijk, Engels voorbeeld, vatte Muiier reeds in 1883 het plan voor een overkoepelende bond op. Voetbal sloeg immers, mede dank zij zijn onvermoei bare propagandistische arbeid op diver se terreinen, aan in Nederland. In Den Haag werden Olympia en HCC, het latere HW, opgericht, Amsterdam volgde met ACVC Concordia, RAP en WA, Haar lem met Excelsior en Rotterdam met de RC W en Victoria. 'In die tijden kris talliseerden zich clubs, scheidden zich af, hervormden zich in nieuwe combina ties als elementen in een reageerbuis'. In 1888 mislukte het voornemen van Muiier om de clubs te verenigen. 'Eerst in november 1889 probeerde ik het op nieuw, in café Neuf bij de Houtpoort te Haarlem, en op 8 december 1889 gelukte het mij eindelijk om, gesteund door H. Burkens en P. Drooglever Fortuyn, den NVAB in een vergadering in het Oude Central in Den Haag op te richten'. Voorzitter van de Nederlandsche Voetbal en Athletiek Bond: W.J.H. Mu iier, vanaf dat moment definitief meneer Muiier. Drie jaar later kon hij zich, in de prettige wetenschap dat voetbal defini tief wortel had geschoten, laten aflossen door Drooglever Fortuyn. Zo mooi ongedwongen en ontdekkend als in de laatste twee decennia van de vo rige eeuw zou het nooit meer worden, vond ook Muiier. 'De vierde wedstrijd had weer eens in den goeden Koekamp plaats; het was op 11 december 1887, toen de HFC en FC Olympia te Haarlem kwamen. We wonnen met 5-0 en ik hoor nog, hoe op 't moment, dat het uit was, het publiek spontaan juichte voor de blauwwitte kleuren. Daar keken we vreemd van op, dat was iets heel nieuws in den lande. We keken elkaar lachend en half-beteuterd aan!' Voor veel mensen is het bezit van een renpaard een droom. Niet alleen de aanschaf kost handenvol geld, ook de training en de verzorging van de edele viervoeter lopen dik in de papieren. Bovendien biedt het bezit van een renpaard nooit de zekerheid op succes. Voor Jan van der Slot uit Noordwijkerhout reden om 'stukjes paard'te gaan verkopen. Daartoe is zelfs een bedrijfje opgericht. "Wij willen bereiken dat meer mensen zich met de paardensport verbonden gaan voelen". Jan van der Slot vertoeft als het even kan op de drafbaan tussen de paarden. Sa men met compagnon Ruud Voets, finan cieel medewerker op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag, heeft hij het idee uitgewerkt om paarden 'in stukjes' 'te verkopen. Daardoor kan een renpaard in het bezit komen van een aan tal mensen. Het duo heeft er een bedrijfje voor op gericht, Certi-Trot genoemd, dat 'winsomcertificaten' aan de man wil brengen in de wereld van de paarden sport. "Het probleem van de paarden sport is, dat het wedden op de baan zelf is teruggelopen", zegt Van der Slot, die ook meent te weten hoe dat komt. De paar- dennsport heeft een ietwat vervelend imago gekregen. De buitenwereld denkt dat het lieden uit een crimineel wereldje zijn die er in rondlopen, juist omdat aller lei mensen zich met geldzaken bemoei en. Maar dat imago is onterecht. Paar densport is juist een heel open en eerlijke sport. Alles is controleerbaar". "Wij willen bereiken dat meer mensen zich met de paardensport verbonden gaan voelen en dat er ook actiever op de Het is verschrikkelijk spannend als je een paard op de baan ziet lopen. Ze ker als dat voor een deel je eigen paard is". renbaan wordt gewed. Op de een of ande re manier moet je de sport dus meer be reikbaar maken voor het grote publiek. Het is verschrikkelijk spannend als je een paard in de baan ziet lopen. Zeker als dat jouw eigen paard is. Maar de realiteit is, dat men er gewoon het geld niet voor heeft er om een eigen renpaard op na te houden. Dat willen wij dus mogelijk gaan maken". Formule De formule van Certi-Trot lijkt ingewik keld, maar is in wezen vrij eenvoudig. Het bedrijf schaft in overleg met de be roepstrainer een paard aan, waarvan maximaal 75 winsomcertificaten worden uitgegeven. Met zo'n certificaat verze kert de deelnemer zich van het recht op één procent van de prijzen die het paard gedurende een bepaalde, vooraf vastge stelde periode binnenhaalt. Daarna wordt het dier verkocht. De overige vijfentwintig procent van de winsom is volgens de reglementen voor de trainer. "We hebben Tjitse Sme ding als trainer aangetrokken. Hij was de afgelopen negen jaar Nederlands kam pioen bij de beroepstrainers van hard dravers en won in zijn carrière meer dan 2000 koersen. Smeding zal ook adviseren bij de aanschaf van het paard". Van der Slot en Voets geven de deelne mer de mogelijkheid om te kiezen tussen twee typen certificaten: A en B. "Degene die een winsomcertificaat A neemt, ont vangt naast de winsom, die het paard in twee jaar bij elkaar loopt, ook nog eens één procent van de verkoopwaarde van het paard. De bezitters van certificaat B delen niet in de opbrengst van de ver koop". Een voorbeeld. Als het eerste paard dat wordt aangeschaft 19.000 gulden kost, en een deelnemer kiest voor een één procent winsomcertificaat van het type A, dan kost dat ongeveer 700 gulden voor een certificaatperiode van twee jaar. Dit komt overeen met een bedrag van 28 gulden per maand, voor het recht op één procent van de winsom en de verkoopprijs. "Certi-Trot werkt uitsluitend met met eerste klas harddravers", benadrukt Van der Slot. "Wij maken gebruik van jaarlin gen van Stoeterij Buitenzorg. Bij de aan koop van het paard gaan we tot maxi maal 20.000 gulden. Omdat het om een jaarling gaat, weetje helemaal niet of het beest ooit op de renbaan zal verschijnen. Het moet eerst getraind worden. Dat duurt minimaal een half jaar. Dan nog moet je afwachten of het paard goed ge noeg is. Dat is het risico van het vak". Risico's De financiële risico's blijven beperkt. In het ergste geval, als het paard niet ge schikt blijkt voor harddraven, wordt een kleine 700 gulden verloren in twee jaar. Overlijdt het paard binnen die periode, dan keert de verzekering een bedrag uit, afhankelijk van de waarde van het paard op het tijdstip van overlijden. Wint het paard regelmatig, dan kan de kassa rin kelen. Wat nu als het paard een absolute kanjer blijkt te zijn? Van der Slot: "De certificaathouder kan dan bij de afrekening een bedrag van in de drie nullen tegemoet zien. Neem Dante Buitenzorg, een van de beste hard dravers op dit moment. Weliswaar een driejarige, maar het paard heeft wel al 150.000 gulden bij elkaar gelopen. Stel: iemand is in bezit van Certi-Trot, dan zou de certificaathouder na twee jaar 3000 gulden tegemoet kunnen zien. Een leuk bedragje als je er 700 investeerde. Maar let wel: Dante is absolute top. Je moet dus rekenen op minder". "Wat wij zelf aan het project verdie nen? Van der Slot hoeft daar niet lang over na te denken. "Na twee jaar wordt het paard verkocht op de veiling. Een kwart van de opbrengst, omdat we eige naar zijn. Mocht het paard zo goed beval len, dat de certificaathouders er mee wil len doorgaan, dan kunnen we het natuur lijk weer terugkopen". Het eerste elftal van HFC in 1889. Pim Muiier zit in het midden met de zwarte pet en knevel. (foto GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 33