Toerskiën:
Avontuurlijk,
slopend
en riskant
V
r
i
t "v 'K
UL
h li
VRIJDAG 27 OKTOBER 1989
L_
1
De afgelopen winter werden diverse toerskiërs gedood
door lawines. Elk jaar is het raak. Vorig jaar behoorden
zes Nederlanders tot de slachtoffers. Ze werden tijdens
een skitocht buiten de gecontroleerde pistes bedolven
onder een sneeuwmassa. Lawines vormen de grootste
bedreiging van de toerskiërs die daar echter niet al te
vaak aan willen denken. De berggids moet het risico tot
het minimum beperken, zodat de toerskiërs volop
kunnen genieten van de wonderschone, ruige
bergwereld, waar een ongelooflijke stilte heerst.
Geconcentreerd speurt
Edward Bekker vrijwel
onafgebroken de hellingen
af. Van die kant dreigt het
gevaar. Ineens kan met een
grote dreun een
sneeuwlawine naar beneden
donderen. Bekker, de enige
gediplomeerde berggids van
Nederland, moet vijf
landgenoten door een zeer
riskant gebied loodsen.
door
Weert Schenk
Rondom de Zwitserse berg Piz
Tasna giert een wilde
sneeuwstorm. Het zicht varieert
van 25 tot 50 meter. De koude
wind snijdt in de wangen.
Bekker heeft gewaarschuwd om
bij elkaar te letten op
bevriezingsverschijnselen.
Het zes man sterke groepje is in
ruig gebied aan het toerskiën. 's
Morgens gestart bij lichte
sneeuw en mist, maar niet met
het idee dat het weer zo zou
verslechteren. Het zestal zit in
een sneeuwwoestijn. Een weg
terug ligt niet voor de hand.
Langzaam en met grote
inspanning passeren ze de
hellingen rondom de Piz Tasna.
Enkelen kunnen het toch al niet
zo hoge tempo van Bekker
nauwelijks bij houden. De
vermoeidheid heeft
toegeslagen. Rusten kan nu
niet. Eerst zal nog een zware
helling moeten worden
beklommen, een voor een om te
voorkomen dat de
sneeuwmassa, als die zou
worden losgetrapt, iedereen
meesleurt. Kleumend wordt
gewacht totdat Bekker een
spoor naar boven heeft
gemaakt.
De zigzag-route op de helling
sneeuwt snel weer dicht. Het
lukt de laatste drie toerskiërs
niet meer naar boven te gaan. De
gespannen gids gaat terug om te
helpen. Als iedereen weer bij
elkaar is, roept Bekker dicht bij
elkaar te blijven.
Pas een half uur later kan in de
luwte van een te klein rotsblok
even worden gepauzeerd. Een
slok uit de thermosfles, een
stukje koek en dan weer verder.
Bekker heeft dan ondertussen
besloten het programma te
veranderen.
De trektocht zou oorspronkelijk
gaan naar de Jamtalhütte, maar
de gids vindt die route nu te
gevaarlijk. Hij wil uitwijken
naar een andere berghut om te
overnachten.
Ongerept
Het toerskiën gebeurt buiten de
geprepareerde en
gecontroleerde pistes, waar
geen liften zijn en je dus ook niet
hoeft te ergeren over
voordringende Duitsers, en
waar de 'Lederhosen Samba' en
de 'Vogeltjesdans' niet zijn te
horen. Toerskiërs moeten alles
geheel op eigen krëcht doen.
Onder de ski's binden ze vellen
die voorkomen dat ze bij elke
stap die ze zetten weer terug
glijden. Na lange tijd zwoegen
en zweten ligt dan yaak een
schitterende afdaling aan hun
voeten.
De klassieke toerskiërs trekken
met zware rugzakken vol
kleding, eten, touwen en
stijgijzers door het gebergte. Ze
gaan van de ene geïsoleerd
gelegen hut naar de andere, die
ze oergezellig vinden, en
genieten ondertussen van de
ongerepte natuur. Onderweg
pakken ze nog een top van een
of andere berg boven de 3000
meter mee. Deze toerskiërs
kunnen en willen afzien en
hebben de conditie daarvoor.
Het is zeer vermoeiend, ook al
omdat hun skitechniek niet
altijd voldoende is om
moeiteloos in alle soorten
sneeuw af te dalen.
Een nieuwe categorie toerskiërs
houdt minder van dat pijn
lijden. Deze groep, die de
skitechniek zeer goed beheerst,
wil zonder rugzak vooral mooie
afdalingen maken langs
maagdelijke hellingen om in de
losse sneeuw prachtige sporen
te trekken. Daarvoor hebben ze
wel een uurtje sjouwen op de
vellen over. De avond wensen
deze voornamelijk jonge
♦oerskiërs door te brengen in
een geriefelijk hotel in plaats
van in een veel primitievere hut.
De belangstelling voor het
toerskiën neemt steeds meer
toe. In Nederland beoefenen nu
naar schatting een kleine,
duizend mensen mensen deze
tak van wintersport. Het is geen
duizelingwekkend hoog aantal.
De meeste mensen brengen hun
vakantie liever iets rustiger door
en hebben al helemaal geen
behoefte om zich in riskantere
situaties te begeven.
Jaarlijks komen toerskiërs om
het leven door lawines en
duikelingen in gletscherspleten.
Zo vielen er dit jaar zeker al drie
slachtoffers in het Franse
Avoriaz. Vorig jaar overviel een
zware lawine in Zwitserland een
groep van zeven Nederlanders
en een Zwitserse gids: twee
overleefden, onder wie de gids.
In hetzelfde jaar verongelukte
tijdens een skitocht in het
bijzijn van de Britse prins
Charles een van diens beste
vrienden.
Lawinekunde
Over de gevaarlijke kant van het
toerskiërs wordt in het groepje
van Edward Bekker helemaal
met gesproken. De Haarlemmer
Jan Wynia, die al vele jaren het
toerskiën beoefent, vindt het
zinloos om over de risico's te
praten, hoewel hij zelf ook eens
in een uitloper van een lawine
vastraakte. "Je weet toch niets
van lawines. Daarvoor huur je
nou juist een gids. Die moet het
gevaar beoordelen".
Bekker kent die opstelling heel
goed: "De mensen willen
vakantie, avontuur en
natuurschoon. Maar ze willen
geen inbreng in de beslissingén.
De meesten zijn zich ook niet
bewust van het gevaar. En als ze
dat wel zijn, vinden ze het toch
niet zo leuk. Ze doen niet aan
toerskiën om het noodlot te
tarten".
De 27-jarige Edward Bekker,
afkomstig uit het Limburgse
Klimmen, heeft een zware, vier
jaar durende opleiding in
Duitsland achter de rug,
waardoor hij zich sinds twee
jaar internationaal berggids
mag noemen. Lawinekunde was
een van de hoofdvakken. Hij
leerde dat er veel meer soorten
sneeuw zijn dan 'sneeuw' of
'natte sneeuw' zoals het in
Nederland meestal wordt
beoordeeld. Met het blote oog
kan hij nu situaties inschatten
en in geval van twijfel graaft hij
ide
ide
verschillende sneeuwlagen te
bekijken en op eventueel
gemakkelijk wegglijden te
testen.
"Maar er blijft altijd een risico',
zégt Bekker, "het gevaar van
lawines is dat ze soms
voorkomen op plaatsen waar
niemand, ook de experts niet, ze
ooit zouden verwachten. Veel
kan je zien, maar er is ook veel
watje niet weet".
Dat wordt later bevestigd door
bloedstollende verhalen van
Franz Lorenz, beheerder van de
Jamtalhütte en zelf al 35 jaar
berggids. Hij vertelt over zeer
ervaren berggidsen die in zijn
omgeving het leven lieten, over
zijn eigen ontsnapping aan een
lawine en over andere
ongelukken. De data staan nog
in zijn geheugen gegrift.
Lorenz meldt dat even voorbij
de Jamtalhütte, langs de route
waar Bekker en de andere
Nederlanders de volgende dag
ook moeten, daags tevoren een
lawine naar beneden is
gekomen. Op die verschuiving
kan jaarlijks worden gewacht,
zegt Lorenz. "Die lawine komt
normaal tegen deze rotsen tot
stilstand" wijst de Zwitser op
een foto aan, "maar een paar jaar
geleden ging het ineens anders.
De lawine botste tegen een
naastgelegen sneeuwveld, dat
daarop begon te schuiven. Die
maakte de witte massa langs
deze richel los, wat hier
neerstortte. Op dat moment
liepen daar zeventien
berggidsen en gidsen in
opleiding. Zes doden. Ze
werden pas in de zomer
gevonden. Met lawines weetje
het nooit. Zo lang als mijn
familie hier woont, 107 jaar, was
dat niet gebeurd".
Lafaard
Franz Lorenz zegt het niet
verwonderlijk te vinden dat het
toerskiën steeds meer
slachtoffers eist. "Honderd jaar
geleden ging niemand de
bergen in. Nu zijn er toch steeds
groepjes toerskiërs onderweg.
De mensen hebben hun
vakantie vastgelegd en betaald
en dan willen ze ook gaan. De
gidsen komen onder grote druk
te staan. Ik heb hier wel eens de
skikelder moeten afsluiten om
te voorkomen dat mensen op
pad gingen. Dat was op dat
moment veel te gevaarlijk".
Hij vindt dat jonge berggidsen
een sterke persoonlijkheid
moeten hebben om zich tegen
de druk van de klanten te
verzetten. "De klanten hebben
vaak maar een week. En een
berggids wil ook niet graag voor
lafaard worden uitgemaakt".
De oude berggids herinnert zich
een groepje dat een dag vastzat
in de Heidelbergerhutte, omdat
het plotseling hevig was gaan
sneeuwen. In een nacht viel
bijna anderhalve meter sneeuw.
i.
-
»'Vv*-
Het was duidelijk dat niet kon
worden getoerd. Daar legden de
toerskiërs zich bij neer. De
volgende dag kon het in feite
nog niet. "Maar ze wilden, want
ze hadden er voor betaald. Ze
werden bedolven onder een
lawine".
Edward Bekker voelt die druk
ook. Hij heeft echter nog maar
eenmaal een fikse ruzie
gekregen, toen een klant perse
door wilde gaan. "De situatie
was zeer gevaarlijk. Je hoefde
maar een beetje te blazen of de
lawines gleden al. Voor die man
heb ik een profiel van de sneeuw
gegraven om hem de zeer
instabiele opbouw te tonen. Hij
was niet te overtuigen. Zo'n
man gaat gewoon van het idee
uit dat het hem niet gebeurt.
Maar ik ben toch niet gegaan".
De Nederlandse berggids heeft
gemerkt dat zijn landgenoten
zich sneller bij zijn oordeel
neerleggen. "Duitsers zijn
drammiger. Geven meer druk.
Maar ik houd voet bij stuk. En
ook bij twijfel ga ik terug. Soms
zijn er wel situaties datje er door
heen moet. Dat zijn spannende
momenten. Dan moeten de
riemen van de rugzak los, zodat
je je snel kan bevrijden als de
lawines komt. Dan gaan de
skiërs een voor een en moeten
goed op elkaar letten, zodat,-als
ze onder een lawine komen,
ongeveer de plaats kan worden
bepaald waar ze liggen".
Piepsignalen
Lawines kunnen ontstaan als
gevolg van wind- en
temperatuurverschillen, maar
vaak worden ze ook veroorzaakt
door mensen die de spanning in
het sneeuwdek verbreken. Een
schuivend sneeuwdek is een
vrijwel alles vernietigende
massa. Mensen die er in terecht
komen, moeten proberen boven
de sneeuw te blijven.
Meestal zijn lawines dodelijk,
maar er zijn overlevingskansen.
Om die reden dragen toerskiërs
altijd apparaatjes die
piepsignalen tot een meter of
dertig uitzenden. Skiërs die de
lawine konden ontwijken en te
hulp geroepen reddingwerkers
schakelen hun toestelletjes om
zodat ze de piepsignalen
ontvangen. Daardoor kunnen
ingesneeuwde slachtoffers
tamelijk snel worden
gelokaliseerd. Edward Bekker
zegt dat 50 procent van de
slachtoffers hun eerste uur in
Berggids Edward Bek
ker: "Het werken in de
bergen is fascinerend
maar verradelijk. Elk
soort sneeuw brengt zijn
eigen gevaren mee".
De toerskiër is op zoek
naar avontuur en na
tuurschoon, over de ge
vaarlijke kanten denkt
hij liever niet na.
(foto's GPD)
een lawine overleeft. Na twee
uur is dat percentage gedaald
tot 20 procent.
Veel ongelukken met lawines
gebeuren doordat mensen op
eigen houtje gaan toerskiërs of
gebruik maken van
ongediplomeerde gidsen,
beunhazen dus. Edward Bekker
kan zich heel erg opwinden over
reisorganisaties die gebruik
maken van dit soort gidsen.
"Daardoor gebeuren
ongelukken die voor een groot
deel kunnen worden vermeden.
Ze beseffen niet in wat voor
ellende ze de klanten en de gids
storten als er iets gebeurt. Denk
alleen maar aan toestanden met
de verzekering".
De jonge Bekker voelt een
zware verantwoordelijkheid
voor zijn klanten. Hij zegt bang
te zijn voor de risico's die hij niet
kan uitsluiten. "Het werken in
de bergen is fascinerend, maar
verraderlijk. Elk soort sneeuw
brengt zijn eigen gevaren mee.
Je moet altijd op je qui-vive zijn.
Nooit denken van: mij kan niets
gebeuren, want ik ben hier al
1000 keer geweest. De situatie
kan heel snel veranderen. In een
dag of een nacht is het ineens
heel anders".
Edward Bekker zegt altijd wat
gespannen te zijn. "De
momenten dat er helemaal niets
kan gebeuren, ervaar ik als een
bevrijding". Hij onderstreept
dat dit niet betekent dat hij als
gids een soort
zelfmoordcommando aanvoert.
"Het is een bekeken risico, want
is natuurlijk niet zo dat elk
moment de lawines om je heen
kunnen razen. Toerskiërs zijn
geen stelletje gekken. Voorop
staat het natuurschoon, de rust,
de ideale sneeuw en de
gezelligheid in de hutten".
Overweldigend
De volgende dag leidt Bekker
zijn groepje opnieuw door een
wonderschoon gebied, waar de
stilte, een overweldigende stilte,
heerst en de mens heel nietig is.
Het is prachtig weer. De
sneeuwkristallen glinsteren in
felle zon. Een indrukwekkende
belevenis. Het traject van de
toerskiërs voert onder een
gletscher langs. De gids maant
zijn klanten dicht bij elkaar te
blijven. Er kan altijd een stuk ijs
afbreken.
Dat gebeurt. Aan een andere
kant knalt een groot ijsbrok los
en stuitert langs de steile helling
naar beneden. Het komt terecht
in een groot sneeuwveld, waar
een grote wolk stuifsneeuw
ontstaat. Dan keert de rust
terug. Een kwartier later
kondigt Bekker een rustpauze
aan. "Het gevaar i^s geweken".
Na de onderbreking gaat de
tocht verder tot aan een 200
meter onder de top van de 3312
meter hoge top van de Piz Buin.
Daar worden de rugzakken en
ski's achtergelaten.
Vastgebonden aan het touw
wordt de steile helling naar de
top beklommen. Af en toe hangt
iemand even hulpeloos aan het
touw tegen de wand. Maar de
top wordt bereikt.
Snel een paar foto's en op
dezelfde manier weer naar
beneden. Ski's aan, rugzak om
en sjouwen naar een col waar de
afdaling naar een hut kan
beginnen. Maar de diepe
sneeuwlaag is half bevroren en
de toerskiërs zijn die dag na een
inspannende week al weer
twaalf uur op pad. Ze zijn
dodelijk vermoeid.
Op de steile helling naar de hut
lijkt het wel Comedy Capers. De
voor skiën in 'tiefschnee' matig
begaafde toerskiërs gedragen
zich als ongeleide projectielen.
Steeds weer valt er een. Edward
Bekker ziet het moedeloos aan.
Hij neemt van een uitgeputte
klant de zware rugzak erbij. Er
wordt een uur gedaan over een
afdaling die normaal in een
kwartier overwonnen zou
moeten zijn.
De schade: een verdraaide
knieband, een vleeswond in een
knie, een verrekte
schouderband, en een
gekneusde vinger. De klanten
van Bekker strompelen de hut
binnen. Er is geen douche, geen
warm water en het koud
waterkraantje ergens buiten
blijkt onvindbaar. In de eetzaal
hangen een paar gaslampen.
Voor de rest moeten ze zich
behelpen met zaklantaarns.
Opgelucht bestelt Edward
Bekker een rondje Glühwein.